Een handvol gedichtjes voor brave kinderen(1857)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] 2. Een St. Nicolaas feest in een arm huisgezin. ‘Broertjes, gaan wij rustig slapen: Maakt toch heden geen geraas, En zoent moeder eer wij bidden: Dezen nacht komt sint Niklaas. Over jaar bragt hij een paardje En een lieve prentenboek Voor Adolf, en onz' Mathilde Kreeg een pop, een wiegje en koek. Zeker krijgen wij op morgen Honderd fraaije dingen meer. Sint Niklaas ziet uit den Hemel, Dat wij braaf zijn, dat ik leer.’ [pagina 10] [p. 10] En de moeder hoorde in stilte Deze rede af van het kind, En zij stortte een vloed van tranen Om haar afgestorven vrind. - Ja, wanneer nog vader leefde Lieve kindren, had ik geld: Toen werd uw onnoozel hartje Met wat goeds te vrêe gesteld. ‘Morgen wacht gij 't loon der braafheid, Morgen vindt gij vuur noch brood! Hemel, red een' arme weduw Met haar kindren van den dood!’ Zachtjes werd de deur ontsloten, En een juffer, lief en teer, Trad 't ellendig huisje binnen: ‘Moeder, sprak zij, ween niet meer! Kom, ontvang het loon der braafheid Uwer kindren: hier is goud; Nooit verlaat de Heer een weduw, Die op 's Heeren hulp betrouwt. [pagina 11] [p. 11] Koop nu speelgoed voor uw kleinen; 'k Heb uw moederzucht gehoord.’ Zachtjes werd de deur ontsloten, Zachtjes ging de juffer voort. Als de lagchende ochtend gloorde, Zat de weduw schier ontzield, Van erkent'nis, van verrukking, Voor een kruisbeeld nog geknield. En de wellust, die het speelgoed Voor de brave weesjes schiep, Zond tot haar een kreet van blijdschap Die haar tot haar zelve riep. Vorige Volgende