| |
| |
| |
Verantwoording
| |
| |
Couperus schreef van mei 1916 tot eind juni 1917 wekelijks een feuilleton in de Haagsche post. Op 7 juli 1917 verscheen in het weekblad de volgende redactionele mededeling, onder het kopje ‘Louis Couperus Af’: ‘Louis Couperus kwam ons Vrijdag vertellen dat hij voorloopig geen wekelijksche bijdragen meer zoude zenden; hij zeide dat hij voor het oogenblik is leeggeschreven. Alleen een waarachtig en een eerlijk kunstenaar kan een dergelijk besluit nemen; een gewoon mensch blijft gewoon doorschrijven; wij zeggen gewoon. Maar Couperus, die zich doorgaans bij zijn bezoeken aan ons redactioneel sanctum nedervlijt in een behagelijken clubfauteuil die daar voor hem, en voor hem alleen staat, begon onrustig op en neder te trippelen. En al pratende bleek dra dat hij, wel verre van te zijn leeggeschreven, boordevol is van den nieuwen roman dien hij voor de h.p. gaat gereedmaken. Kennelijk bevond hij zich juist op het punt waar de conceptie en de hoofdfiguren vasten vorm aannemen. Onder die omstandigheden zoude het misdadig jegens onze literatuur zijn geweest te pogen hem, wat die wekelijksche dingsigheidjes betreft, van zijn voornemen af te brengen. [...]
‘O ja: het nieuwe werk dat omstreeks November in ons blad begint te verschijnen, wordt een humoristische ridder-roman uit den tijd van Koning Arthur en de Tafel-Ronde.’Ga naar voetnoot1
Couperus is waarschijnlijk in het begin van de zomer van 1917 aan de ridderroman begonnen, toen hij het laatste hoofdstuk van
| |
| |
De verliefde ezel had voltooid.Ga naar voetnoot2 De nieuwe roman kreeg als titel: Het zwevende schaakbord. Couperus schreef de eerste (klad-)versie in ongeveer drie maanden.Ga naar voetnoot3 Op 20 oktober 1917 werd de publikatie van de roman opnieuw in de Haagsche post aangekondigd, in een advertentie getiteld ‘“Losse nummer”-koopers en Het Zwevende Schaakbord’: ‘In ons volgende nummer begint de groote, nieuwe roman, dien couperus voor ons blad heeft geschreven en die bovenstaande titel draagt. Wij zeggen “groote”. Het is zelden verstandig de verwachting van het publiek hoog te spannen; maar hier is een van de uitzonderingen. Wij zijn er zeker van dat het verschijnen van dezen roman een evenement is in de geschiedenis onzer moderne letteren. Hij is een der meest bekoorlijke, tevens een der best afgewerkte scheppingen, die couperus’ pen ooit voortbracht. Zijn edel Hollandsch, zijn scholastische trant, zijn speelsche fantasie bewijzen het litteraire kunnen van couperus in volmaakte rijpheid.
‘“Het Zwevende Schaakbord” speelt in de late middeleeuwen, rondom welbekende figuren van Koning Artur's Tafelronde. [...]
‘Onze abonné's krijgen het begin van den roman de volgende week natuurlijk vanzelf onder de oogen. Hun geldt deze annonce dan ook niet. Zij is uitsluitend bestemd voor de vele duizenden, die elken week losse nummers van ons blad willen koopen en waarvan er naar wij weten elke week verscheidene duizenden bij “uitverkochte” kiosken komen, omdat wij, in verband met de papierschaarschte alle kiosken moeten “rantsoeneeren”. Wij geven dien ambulanten lezers in overweging òf zich te abonneeren, òf de twee eerstvolgende nummers, onder inzending van ƒ0.25 in postzegels, aan ons bureau vooruit te bestellen.
‘Wij gelooven, dat de haagsche post grooter “losse-nummer debiet” heeft dan eenig ander blad in ons land; hoezeer wij dit
| |
| |
debiet waardeeren moge daaruit blijken, dat wij den heer couperus hebben verzocht zijn roman, die ongeveer een half jaar zal loopen, zóó in te deelen dat het elke week te plaatsen hoofdstuk, ofschoon onderdeel van één geheel, toch absoluut op zich zelf staat.’Ga naar voetnoot4 Bij de advertentie stond een ‘Facsimile van een afbeelding van Ridder Gawein, uit een Middeneeuwsch handschrift van Anno 1350’.Ga naar voetnoot5
De aangekondigde looptijd van de roman van ongeveer een half jaar was vermoedelijk gebaseerd op de omvang van de eerste versie, die achtentwintig hoofdstukken telde. De uiteindelijke versie had Couperus in oktober nog niet voltooid. De eerste aflevering van Het zwevende schaakbord verscheen in de Haagsche post van 27 oktober 1917. Waarschijnlijk bezorgde Couperus wekelijks de kopij van één hoofdstuk aan de redactie.Ga naar voetnoot6 Terwijl de eerste feuilletons verschenen, was hij nog bezig het kladhandschrift tot kopij te bewerken en het vanaf hoofdstuk xiii in het net over te schrijven. Bij het overschrijven veranderde Couperus de indeling en werden de hoofdstukken korter dan in het kladhandschrift. Uiteindelijk verschenen er zesendertig afleveringen, met een looptijd van meer dan acht maanden. De laatste aflevering, waarvan de kopij vlak voor de publikatie door Couperus werd ingeleverd, verscheen op 29 juni 1918.Ga naar voetnoot7
| |
| |
De boekuitgave van Het zwevende schaakbord verscheen niet direct na de publikatie in de Haagsche post. Couperus sloot pas ruim drie jaar later, op 21 september 1921, een contract voor de uitgave van de roman met de Maatschappij ter Verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur te Amsterdam.Ga naar voetnoot8 Deze uitgeverij, in 1905 opgericht door Lion Simons naar Engels voorbeeld, werd meestal kortweg aangeduid met de naam van haar grootste en bekendste serie: de ‘Wereldbibliotheek’. De Wereldbibliotheek werkte met een abonnementenstelsel. De abonnees kregen de boeken tegen een gereduceerde prijs, terwijl de uitgever bij voorbaat verzekerd was van een bepaalde afzet.
De roman zou volgens het contract verschijnen in de series ‘Nieuwe Romans’ en ‘Nederlandsche Bibliotheek’. Couperus ontving als honorarium een tantième van ƒ0,25 per verkocht exemplaar van de roman in de serie ‘Nieuwe Romans’, met een van te voren uit te keren minimumbedrag van ƒ625,-, en ƒ0,60 per verkocht exemplaar van de roman in de serie ‘Nederlandsche Bibliotheek’, met een van te voren uit te keren minimumbedrag van ƒ900,-. De boekuitgave van Het zwevende schaakbord verscheen in maart 1923, tegelijk in beide series, bij de Wereldbibliotheek te Amsterdam.Ga naar voetnoot9
| |
Bronnen
Voorzover ons bekend, zijn van de roman Het zwevende schaakbord de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:
A. twee manuscripten: een volledig kladhandschrift en een onvolledig kopijhandschrift van de hand van Couperus.Ga naar voetnoot10 De handschriften bevinden zich deels in het Letterkundig Museum en
| |
| |
Documentatiecentrum (sig. c.383. h.i) en deels in de Koninklijke Bibliotheek (sig. 76 d3/2oa), beide te Den Haag.Ga naar voetnoot11
De twee handschriften interfereren: het voorwoord en de hoofdstukken iii-xii van het kladhandschrift zijn, na bewerking, gebruikt als kopijhandschrift. Om de zetter tegemoet te komen heeft Couperus het klad ‘verduidelijkt’ door, soms in dezelfde en soms in een andere kleur inkt, letters en woorden forser aan te zetten.
Het kladhandschrift bestaat uit 213 gelinieerde foliovellen, die voor het grootste deel eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot12 Het is als volgt samengesteld: een ongenummerd blad met het opschrift ‘Het Zwevende Schaakbord; Een Woord Vooraf; door Louis Couperus’, genummerde bladen 2-6, 6a en een ongenummerd blad, een ongenummerd blad met hoofdstuknummer iGa naar voetnoot13, en genummerde bladen 2-7, ii, 2-7, iii, 2-8, iv, 2-7, v, 2-4, 4a-7, vi, 2-7, vii, 2-7, viii, 2, 2b-5, 6aGa naar voetnoot14, 7, ix, 2-7, x, 2-3, 3a-7, xi, 2-4, 4a-7, xii, 2-7, xiii, 2-7, xiv, 2-7, xv, 2-7, xvi, 2-7, xvii, 2-7, xviii, 2-7, xix, 2-7, xx, 2-7, xxi, 2-7, xxii, 2-6, xxiii, 2-8, xxiv, 2-7, xxv, 2-7, xxvi, 2-8, xxvii, 2-10, xxviii, 2-7.Ga naar voetnoot15
Couperus heeft de eerste versie van de roman zonder grote onderbrekingen op papier gezet. Het kladhandschrift is in zwarte
| |
| |
en paarse inkt geschreven. Het bevat veel doorhalingen, verbeteringen en toevoegingen. De hoofdstukken van het kladhandschrift die als kopij zijn gebruikt, zijn aanzienlijk omgewerkt. Couperus heeft, meestal in een andere kleur inkt, zinnen en alinea's gewijzigd of toegevoegd, namen en plaatsen veranderd, en hij heeft aan een aantal van deze hoofdstukken een lijstje met woordverklaringen toegevoegd. Het bewerkte gedeelte van het kladhandschrift wijkt inhoudelijk niet erg af van de gepubliceerde versie van Het zwevende schaakbord. Het gaat meestal om kleine, vooral stilistische, veranderingen. De tekst van het overige gedeelte van het kladhandschrift verschilt daarentegen aanzienlijk van de gepubliceerde tekst van de roman. Bij het overschrijven van deze hoofdstukken heeft Couperus de tekst ingrijpend bewerkt. Ook de indeling in alinea's en hoofdstukken in dit deel van het kladhandschrift verschilt van de uiteindelijke indeling. De ductus van de veranderde gedeelten verschilt van die van het oorspronkelijke kladhandschrift.
Het kopijhandschrift bestaat uit 163 gelinieerde foliovellen die voor het grootste deel eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot16 Het is als volgt samengesteld: een ongenummerd blad met het opschrift ‘Het Zwevende Schaakbord; door Louis Couperus; i’ en genummerde bladen 2-8, iiGa naar voetnoot17, 2-9, xiii, 2-6, xiv, 2-7, xv, 2-8, xvi, 2-7, xvii, 2-6, xviii, 2-7, xix, 2-6, xxGa naar voetnoot18, 2-6, xxi, 2-6, xxii, 2-7, xxiii,
| |
| |
2-7, xxiv, 2-7, [xxv, 2-3]Ga naar voetnoot19, 4-6, xxvi, 2-6, xxvii, 1-7, xxviii, 2-7, xxix, 2-6, xxx, 2-7, xxxi, 2-6, xxxii, 2-5, xxxiii, 2-5, xxxiv, 2-6, xxxvGa naar voetnoot20, 2-7.
De bladen van de hoofdstukken i, ii, xxix-xxxv zijn van hetzelfde formaat als de bladen van het kladhandschrift; de overige bladen zijn afwijkend: zwaarder papier, lichtere tint en iets kleiner formaat. Het kopijhandschrift bevat vrijwel geen doorhalingen, verbeteringen en toevoegingen. Het is geschreven in paarse en zwarte inkt. Het is als kopijhandschrift te herkennen onder andere aan de zwarte vegen die op de zetterij zijn ontstaan en aan de instructies voor de zetter. De bladen van het kladhandschrift die als kopij hebben gediend, vertonen dezelfde kenmerken. De tekst van het kopijhandschrift wijkt inhoudelijk niet erg af van de gepubliceerde versie van Het zwevende schaakbord. Meestal gaat het om kleine, vooral stilistische, varianten. De ductus is gelijkmatig.Ga naar voetnoot21
B. voorpublikatie in de Haagsche post:
Tussen 27 oktober 1917 en 29 juni 1918 verscheen zonder onderbreking wekelijks een feuilleton:
‘Het zwevende schaakbord; Een woord vooraf’. Haagsche post 4 (1917), nr. 200 (27 oktober), p. 1141;
‘Het zwevende schaakbord, i-ix’. Haagsche post 4 (1917), nr. 201-209 (3 november-29 december), p. 1167, 1173; 1207-1208; 1230, 1227; 1256, 1253; 1284, 1281; 1312; 1340, 1337; 1370; 1400.
| |
| |
‘Het zwevende schaakbord, x-xxxv’. Haagsche post 5 (1918) (5 januari-29 juni), nr. 210-235, p. 23-24; 50, 40; 78, 68; 108; 140; 172; 204; 236; 268; 300; 332; 364; 369; 428; 460; 492; 524; 556; 586; 614; 642; 670; 698; 726; 754; 782, 775.
De tijdschriftpublikaties zijn gezet naar het kopijhandschrift en naar het bewerkte gedeelte van Couperus' kladhandschrift. Couperus zond of bracht waarschijnlijk wekelijks een hoofdstuk van de kopij naar de redactie van de Haagsche post, waarvan hij ook wekelijks drukproeven ontving.
C. een uitgave in boekvorm: Louis Couperus: Het zwevende schaakbord. Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1922 [= maart 1923].Ga naar voetnoot22
Weliswaar is er geen correspondentie tussen Couperus en de Wereldbibliotheek over de produktie van Het zwevende schaakbord overgeleverd, maar het staat vast dat de tijdschriftpublikatie als kopij heeft gediend voor de boekuitgave. Een aantal zetfouten komt zowel in de Haagsche post als in de boekuitgave voor. Deze fouten moeten uit de Haagsche post zijn overgenomen en door Couperus over het hoofd zijn gezien. Bovendien had Couperus de gewoonte de gedrukte voorpublikaties als kopij naar de uitgever van de boekuitgave te sturen of de desbetreffende nummers van het tijdschrift door de uitgever te laten aanschaffen.Ga naar voetnoot23
De roman zou volgens het contract vóór 1 juli 1922 worden uitgegeven, indien de auteur zestig dagen voordien de gecorrigeerde drukproeven had ingeleverd. Dit is niet gebeurd: van oktober 1921 tot oktober 1922 verbleef Couperus voor de Haagsche post in Nederlands-Indië en Japan. In die periode heeft hij geen drukproeven gecorrigeerd. Ook na zijn thuiskomst zal hij dit niet direct hebben gedaan, aangezien hij ziek van zijn reis was teruggekeerd. Hij heeft de drukproeven uiteindelijk wel zelf gecorri- | |
| |
geerd, want verschillende wijzigingen in de tekst van de eerste druk ten opzichte van de tijdschriftversie kunnen onmogelijk aan de zetter of de corrector van de drukkerij (of van de uitgeverij) worden toegeschreven. Couperus stond er trouwens altijd op de proeven van de voorpublikatie en van de eerste druk van zijn boeken zelf te corrigeren.
In de kopij en in de voorpublikatie kwamen vanzelfsprekend veel Middelnederlandse woorden en uitdrukkingen voor. Om de lezers van de Haagsche post enigszins tegemoet te komen, voegde Couperus aan de meeste hoofdstukken een woordenlijstje toe met het opschrift: ‘Verklaring van Midden-Nederlandsche Woorden, in den Tekst van den Roman gebruikt’.Ga naar voetnoot24 In de boekuitgave is, ongetwijfeld uit commerciële overwegingen, een groot aantal van de Middelnederlandse woorden en uitdrukkingen ‘gemoderniseerd’.Ga naar voetnoot25 Couperus heeft de veranderingen waarschijnlijk in de drukproeven van de eerste druk aangebracht. De verklarende woordenlijstjes werden door de modernisering van de tekst overbodig geacht en zijn niet in de boekuitgave opgenomen. Maar de meeste woorden die op de lijstjes voorkomen, zijn in de tekst van
| |
| |
de roman onveranderd gebleven. De woordverklaringen uit de Haagsche post en de handschriften volgen daarom hieronder.Ga naar voetnoot26
amelaken tafellaken |
amië vriendin, maîtresse |
amijs amant (aimante h2); amië; maitresse; minnaar |
anevaen aanvangen |
arsoen zadelboog |
asselgieren overvallen |
bachten er achteren; er achter |
bachten mi achter mij |
barbekanen versterkte wallen; versterkte tinnen |
baroen baron |
bastaardië laagheid |
battalgiën veldslagen |
bekkine kom |
bi caritate bij Gods liefde |
bi den riken Gode bij den machtigen GodGa naar voetnoot27 |
bi mire wet bij mijn geloof |
bliaut wambuis |
brant zwaard |
clareit wijn; roode wijn |
clerk geestelijke en geleerde |
closet slaapvertrek; slaapkamer |
curliaen schurk |
damosele demoiselle, jonkvrouw |
dangier danger, gevaar |
deduut vreugde |
dicke dikwijls |
die gone hij, die; de geene. |
| |
| |
doghede deugd |
dorperlike boersch, minderwaardig |
drossaet hofmeester dul dom |
duwiere onderaardsch gewelf; verwulfsel, kerker |
dwale handdoek |
emmer immer |
enghien machine |
faelgieren faillir, ontbreken |
feloen felon, schurk |
feloenig slecht |
foreest forêt, woud |
frotsieren frôtter, wrijven |
garsoen knecht; stalknecht |
geluw geel |
gepinghiert beschilderd |
gevaen gevangen |
ghewes zeker |
ginghebare gember |
glavië zwaard |
goedman landeigenaar |
gondere gindsche |
goom nemen bespeuren |
graden treden |
hagedochte onderaardsch gewelf |
halsberg ijzeren kring (kraag h2) |
harde zeer, bizonder |
harde te-broken zeer gebroken |
harentare hier en daar |
horeest orage, onweêr |
huisman boer |
ingelen engelen |
jeeste geste, ridderroman |
jochant een in Midden-Nederlandsche litteratuur vaak voorkomende edelsteen |
| |
| |
joeste ridderspel |
jolijt vreugde; jolijselijk, vreugdevol |
jonkver jonkvrouw |
jonnen gunnen |
josteeren ridderlijke oefeningen en spiegelgevecht uitvoeren |
kemenade slaapvertrek |
Kerstenhede Christenheid |
keytief slechtaard, mindere man |
keytivig slecht |
krisp krullend |
kwartieren stuk slaan |
lachter smaad |
lays wijze en melodie (wijze, melodie h2) |
lezard hagedis |
liebaert, lioen leeuw |
lijkteeken litteeken |
lieren wangen |
maisniede huishouding |
marberine marmer |
meswende ongeval |
misericorde dolk |
moei(e) tante |
mortorië slachting |
neyede si in den pleine hinnikte zij in de vlakte |
oir erfgenaam |
ontmaelgieren maliën stuk slaan |
ordineeren bevel voeren |
orisone ende vigelië gebed voor de dooden |
ors paard |
paap geestelijke (geen scheldnaam) |
palafroet palefroi, hakkenei, telganger |
pautenier schurk |
peizen in miken moed bedenken |
pelline vacht |
| |
| |
pigmentwijnGa naar voetnoot28 gekruide wijn |
pine moeite |
plieën betrachten |
ponioenen wimpel; lanswimpels |
porprijs appartement |
priemtijd het uur van de vroegmis |
prise waarde |
prouaetse prouesse, dapperheid |
pumeghernaten granaatappelen |
queste onderzoekingstocht; ondernemingstocht; de tocht, die de ridder onderneemt om te zoeken Graal, Speer, Schaakbord of wat ook op geheimzinnige wijze zich voordeed |
riese reus |
riveel vermaak |
rosside paard |
rudderscepe ridderschap |
saen spoedig |
scaec schaakbord |
schalken slechtaards |
scherne, schere scherts |
sconfilture nederlaag |
seinde zich maakte het teeken des kruizes; kruiste zich |
seneschalk hofmeester |
serianten dienaren |
serven lijfeigenen |
siglatoene kostbare stof |
sindaal een zijden stof |
soccoers hulp |
solaes ende melodië driven beminnen |
solaes van mine vië troost van mijn leven |
staline staal |
stallichten hooge kaarsen; lange kaarsen |
stappans dadelijk |
| |
| |
surcoet (wam)buis met overkleed (buis h2) |
tam ende venizoen rundvleesch en wild (braad) |
te pointe goed gemikt |
te pointe koud juist koud genoeg (niet te koud h2) |
toortijtse toortsGa naar voetnoot29 |
toot punt |
toren verdriet; verduer |
trensoen speerpunt |
trone hemel |
twi waarom |
vaer vrees |
ventalië vizier |
vergier verger, boomgaard |
verledigen bevrijden |
vernoyeGa naar voetnoot30 verveling; verdriet |
vië vie, leven, bestaan |
vigeliën gebeden voor de dooden |
vilein mindere man |
vileinig ribaud lelijke schelm |
wacharme helaas |
wees des gewes wees daar zeker van |
wigant held, strijder (van wijch = oorlog) |
wijle sluier |
wonderwet geloof in wonder |
wrene merrie |
zonder meswende zonder twijfel, ongeval |
zonder sparen zonder dralen |
De uitgave van 1923 is de eerste en enige druk van Het zwevende schaakbord die tijdens Couperus' leven is verschenen. Zij kwam uit in twee uitgaven, die alleen verschillen in voorwerk en papier.
| |
| |
Volgens het contract was de oplage 5500 exemplaren: 2500 exemplaren in de serie Nederlandsche Bibliotheek en 3000 exemplaren in de serie Nieuwe Romans. Vermoedelijk heeft de uitgever tevens gebruik gemaakt van het recht om afhankelijk van de vraag binnen vier weken na de verschijning van de eerste druk nog eens 1000 exemplaren bij te drukken.Ga naar voetnoot31
| |
Tekstkeuze
Voor deze uitgave van Het zwevende schaakbord is de eerste en enige tijdens Couperus' leven verschenen druk als basistekst gekozen: hij vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van het exemplaar van de eerste druk dat zich bevindt in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag.Ga naar voetnoot32
| |
Correcties
Omdat het gedeelte van het kladhandschrift van Het zwevende schaakbord dat niet als kopij gebruikt is, inhoudelijk sterk afwijkt van de gepubliceerde tekst van de roman, is het niet betrokken in de tekstvergelijking voor de nieuwe editie. Dit gedeelte is alleen geraadpleegd bij tekstuele problemen in de basistekst die niet met behulp van het kopijhandschrift waren op te lossen.Ga naar voetnoot33
In de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woord-voor-woord vergelijking van het kopijhandschrift (h2) van Het zwevende schaakbord met de tijdschriftpublikatie (hp), en de tijdschriftpublikatie met de eerste druk van de roman, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het
| |
| |
regelnummer wordt eerst de verbeterde lezing gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing van de eerste druk. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij in alle overgeleverde versies voorkomt. Indien dit niet het geval is, wordt ook de lezing van de tijdschriftpublikatie, van het kopijhandschrift en in voorkomende gevallen van het kladhandschrift vermeld. Hierbij is de volgorde hp, h2, h1 aangehouden, omdat de tijdschriftpublikatie als kopij heeft gediend voor de eerste druk van de roman.
6,11 |
gecompliceerd/gecombineerd (gecombineerd hp, gecompliceerd h2) |
7,30 |
Karel-romans/Karelromans (Karel-romans hp, h2) |
8,5 |
werktuigkundigen-toovenaars/werktuigkundigen, toovenaars (werktuigkundigen, toovenaars hp, werktuigkundigen-toovenaars h2) |
10,33 |
oogenblik spreken/oogenblik (oogenblik spreken hp, h2) |
13,8 |
reclame-plaat/reclameplaat (reclame-plaat hp, h2) |
13,12 |
achterhalen/achterlaten (achterhalen hp, h2) |
14,3/4 |
dapperste/dappersten (dapperste hp, h2) |
20,23 |
teederlijk/teerderlijk (teederlijk hp, h2) |
20,26 |
schuin,/schuin (schuin, hp, h2) |
21,3 |
familië!-/familie! (familië, hp, h2) |
22,6 |
toch/tòch (tòch hp, toch h2) |
22,19 |
vlam ende/vlamende (vlam ende hp, h2) |
23,7 |
Didoneel/Dioneel (Dioneel hp, Didoneel h2) |
23,21 |
meenden/meende* |
26,18 |
steeds,/steeds (steeds hp, steeds, h2) |
26,23 |
geheimzinniger/geheimzinner* |
27,25/26 |
Guenever... Maar Merlijn fluisterde, glimlachende, aan zijn oor:/Guenever... (Guenever... hp, Guenever... [alinea] Maar Merlijn fluisterde, glimlachende, aan zijn oor: h2) |
27,34 |
ik,/ik (ik hp, h2, ik, h1) |
32,8 |
Mordret/Mordet (Mordret hp, h2) |
| |
| |
32,29 |
slot./slot (slot. hp, slot h2) |
33,21/22 |
vertrouwen/verrtouwen (vertrouwen hp, h2) |
37,11/12 |
maniere/manieren (maniere hp, h2) |
38,2 |
na de/na den (na de hp, h2) |
39,32 |
gesloten/gesloten, (gesloten hp, h2) |
42,21 |
pelegrinage/pelegrimage (pelegrinage hp, h2) |
42,22 |
onverbiddelijk/onverbiddellijk (onverbiddellijk hp, onverbiddelijk h2) |
43,5 |
dapperen,/dapperen (dapperen hp, dapperen, h2) |
44,14 |
hechtedet/hechttedet (hechttedet hp, hechtedet h2) |
45,7/8 |
en de ridders en de vrouwen der Koninginne schreden/schreden (schreden hp, en de ridders en de vrouwen der Koninginne schreden h2) |
45,22 |
meldde!/meldde, (meldde, hp, meldde! h2) |
45,24 |
zitten/zittend (zitten hp, h2) |
47,3 |
's Konings/s' Konings ('s Konings hp, h2) |
49,16 |
Sagremort/Sagremart (Sagremort hp, h2) |
49,16 |
brauwen/brauw (brauw hp, brauwen h2) |
50,15 |
hadden/haddden (hadden hp, h2) |
50,21 |
zijns/zijn (zijn hp, zijns h2) |
52,33-35 |
en alle Guenevers edelvrouwen en kamenieren, en trawanten en garsoenen en de kapelaan/en de kapelaan (en de kapelaan hp, en alle Guenevers edelvrouwen en kamenieren, en trawanten en garsoenen en de kapelaan h2) |
55,15 |
Destijds/destijds (Destijds hp, h2) |
55,22 |
hun de scherp puntige vlerken afhakkende, hun het/ hun het (hun het hp, hun de scherp puntige vlerken afhakkende, hun het h2) |
56,11/12 |
niet plotseling gaan vlammen van sulfur, niet/ niet (niet hp, niet plotseling gaan vlammen van sulfur, niet h2) |
58,16 |
Destijds!,/Destijds! (Destijds! hp, Destijds!, h2) |
58,16 |
daar/daat (daar hp, h2) |
59,16 |
daar/daat (daar hp, h2) |
| |
| |
60,27 |
blatende/blakende (blatende hp, h2) |
65,5 |
langzamerhand/lanzamerhand (langzamerhand hp, h2) |
65,8 |
Toen/Toen,* |
65,25 |
doelloos,/doelloos (doelloos hp, doelloos, h2) |
66,12 |
tref ik u/tref u ik*Ga naar voetnoot34 |
67,19 |
glans ende/glanzende (glanzende hp, glans ende h2) |
68,1 |
vogel.../vogel.. (vogel... hp, ontbreekt h2) |
69,6 |
vroeg,/vroeg* |
71,17 |
Tafel-Ronde/Tafel Ronde* |
72,16 |
anderszins/anderzins (anderzins hp, anderszins h2) |
78,7 |
wigant!/wigant (wigant hp, wigant! h2) |
78,24 |
Destijds/destijds (destijds hp, Destijds h2) |
79,34/35 |
roode-rozenheggen/roode rozenheggen (roode rozenheggen hp, roode-rozenheggen h2) |
80,3 |
poorte/poorten (poorten hp, poorte h2) |
80,34 |
toovervallei/toover- -vallei (toover- -vallei hp, toovervallei h2) |
82,22 |
betoovering,/betoovering* |
82,23 |
velerlei/verlerlei (velerlei hp, h2) |
84,12 |
Aventuur:/Aventuur; (Aventuur: hp, h2) |
85,23 |
Scaec.../Scaec.. (Scaec... hp, h2) |
88,7 |
dat,/dat (dat hp, dat, h2) |
92,17/18 |
bladeren; nu en dan/bladeren en dan (bladeren; en dan hp, bladeren; nu en dan h2) |
92,20 |
nu/nù (nu hp, h2) |
93,23 |
misse/missen (misse hp, h2) |
94,19 |
welk,/welk (welk hp, welk, h2) |
95,18 |
vertrek,/vertrek (vertrek hp, vertrek, h2) |
96,8 |
Mordret/Morgret (Mordret hp, h2) |
97,31 |
Gawein,/Gawein (Gawein, hp, h2) |
98,8/9 |
Wonder, dacht Gawein: Wonderland/Wonder (Wonder, dacht Gawein in Wonderland hp, Wonder, dacht Gawein: Wonderland h2) |
| |
| |
98,27 |
hoorden/hoorde (hoorde hp, h2) |
98,31 |
en dat gij/en gij (en dat gij hp, h2) |
98,35 |
wat/was (wat hp, h2) |
99,12 |
bet/best (best hp, bet h2) |
99,24 |
na/en (na hp, h2) |
101,32/33 |
noemen,/noemen (noemen, hp, noemen h2) |
110,12 |
tusschen de/tusschen (tusschen hp, tusschen de h2) |
110,24 |
alleen,/alleen (alleen, hp, h2) |
111,7 |
somberste/somberste, (somberste, hp, somberste h2) |
113,13 |
enkele/enkelen (enkele hp, h2) |
113,24 |
heere/here* |
115,20 |
zale/zalen (zalen hp, zale h2) |
115,25 |
jonstiglike/jongstiglijk (jonstiglike hp, h2) |
119,35 |
kind/kind, (kind, hp, kind h1) |
120,3/4 |
geboet ende haar eigen jeugdig leven; de straf is voltrokken/geboet (geboet hp, geboet ende haar eigen jeugdig leven; de straf is voltrokken h2) |
122,2 |
zeide/zeide; (zeide hp, h2) |
122,5 |
ende/en de (ende hp, h2) |
124,1/2 |
alleen dit gevoel en alleen dit geluk en alleen/alleen (alleen dit gevoel en alleen dit geluk en alleen hp, h2) |
124,34 |
had,/gad, (had, hp, h2) |
125,32 |
verlossen/verlossen- (verlossen- hp, verlossen h2) |
126,21 |
was:/was (was: hp, h2) |
129,11/12 |
Venus wil/Venus'wll (Venus wil hp, h2) |
132,13 |
haars/haar (haar hp, haars h2) |
134,9 |
jonstige/jongstige (jonstige hp, h2) |
135,34 |
zeide:/zeide. (zeide: hp, h2) |
136,8/9 |
koninginne/koniginne (koninginne hp, h2) |
136,22 |
wapenen/wapenene (wapenen hp, h2) |
137,10 |
[alinea] De/De (De hp, [alinea] De h2) |
138,23 |
schande- ende tooverkar/schandelijke tooverkar (schande- ende tooverkar hp, h2) |
139,24 |
vriends/vriend (vriend hp, vriends h2) |
140,20/21 |
ridder, die zijn leven voor haar op zoû offeren maar |
| |
| |
|
die/ridder, die (ridder, die hp, ridder, die zijn leven voor haar op zoû offeren maar die h2) |
140,29 |
water, om /water (water hp, water, om h2) |
140,34 |
eindelijk,/eindelijk (eindelijk, hp, h2) |
142,5 |
‘hoofsche’ ridders/‘hoofsche ridders’ (‘hoofsche’ ridders hp, h2) |
142,21 |
haastten/haasten (haastten hp, h2) |
142,29 |
verre,/verre (verre, hp, h2) |
143,28 |
edelvrouwen,/edelvrouwen (edelvrouwen, hp, h2) |
147,4 |
bij/mij (bi hp, h2) |
148,2 |
de/der (de hp, h2) |
148,3 |
jonge/jongen (jonge hp, h2) |
148,25 |
horengeschal/torengeschal (torengeschal hp, horengeschal h2) |
150,34 |
mugge/muggen (mugge hp, h2) |
151,1 |
oogen en,/oogen, en (oogen ende, hp, h2) |
153,28 |
dringende,/dringende (dringende, hp, h2) |
154,4 |
kroop,/kroop (kroop, hp, h2) |
154,11 |
asch/assch (assche hp, h2) |
155,29 |
elkaâr/elkaar (elkaâr hp, h2) |
160,30 |
zijne/zijn zijne (sine hp, ontbreekt h2, h1) |
162,2 |
luide:/luide; (luide: hp, h2) |
167,10 |
water, weemoed, stilte/water weemoed-stilte (water, weemoed, stilte hp, h2) |
168,7 |
Tot/Toen (Tot hp, h2) |
169,20 |
Het Scaec,/Het Scaec; (Het Scaec; hp, Het Scaec, h2) |
170,27 |
zelfs/zelf (zelf hp, zelfs h2) |
171,34 |
voerde/voer (voerde hp, h2) |
173,30 |
ijverzuchtig/ijzerzuchtig (ijverzuchtig hp, h2) |
178,30 |
dat,/dat (dat, hp, dat h2) |
179,19 |
ende/en de (ende hp, h2) |
180,11 |
speer/speren (speren hp, h2, speer h1) |
183,9 |
watten-witten/watten, witten (watten-witten hp, watten-witte h2) |
183,19 |
kuste/kustte (kuste hp, h2) |
| |
| |
186,2 |
nieuwsgierig/nieuwgierig (nieuwsgierig hp, h2) |
187,18 |
hem zich/hem (hem zich hp, h2) |
187,28 |
bet/best (best hp, bet h2) |
190,21 |
Arture/Assentijn (Arture hp, h2) |
190,24 |
vespermaal/vesper (vespermale hp, h2) |
192,25 |
noen-/noen (noen hp, noen- h2) |
196,24 |
prouaetse/prouaeste (prouaetse hp, h2) |
198,25 |
...met/[alinea] ...Met ([alinea] ...Met hp, ...met h2) |
199,21 |
ontstelde/onstelde (ontstelde hp, h2) |
204,9 |
Kerstenhede/Kestenhede (Kerstenhede hp, h2) |
204,13 |
Zwevende/zwevende (zwevende hp, Zwevende h2) |
206,25 |
malkanderen;/malkanderen: (malkanderen; hp, h2) |
208,4 |
bleek,/bleek (bleek, hp, h2) |
209,6 |
burchtplein/buchtplein (burchtplein hp, h2) |
211,8 |
biechte/biechten (biechte hp, h2) |
211,16/17 |
wind-verflakkerende/wind verflakkerende (wind verflakkerende hp, wind-verflakkerende h2) |
211,18 |
beêvaart/beêvaaart (beêvaart hp, h2) |
213,9 |
Brittannië/Brittanië (Brittanië hp, Brittannië h2) |
215,16 |
duwiere/duiwere (duwiere hp, h2) |
| |
Varianten
De eerste druk van Het zwevende schaakbord vertoont ten opzichte van de tijdschriftpublikatie (hp) en het kopijhandschrift (h2) de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de eerste druk gegeven; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgen de vroegere versies.
5,11 |
het < het wel h2 |
5,26 |
Oosterschen < Oriëntalischen hp, h2 |
6,20 |
dit < dat h2 |
6,24 |
treden < rijden h2 |
6,26 |
en < en de h2 |
6,30 |
kiezen < kiezen: ‘courtoisië’ ende ‘hoveschhede’, dat is al eenderlike hp, h2 |
7,14 |
die < de h2 |
| |
| |
7,33 |
op ons < ons h2 |
8,6 |
eenvoudige < eenvoudiger h2 |
8,21/22 |
den ridderburcht [...] verduidelijkt < de ridderburchten [...] verduidelijken h2 |
8,28 |
van een < van den h2 |
8,34/35 |
Elfde Eeuw en dan nog in de regionen der fantazie en niet der werkelijkheid... < Twaalfde Eeuw. h2 |
9,34/35 |
bare, en dat < bare, vooral niet omdat achter elk der feuilletons, waarin Het Zwevende Schaakbord geschreven werd, een deugdelijk woordenlijstje zal worden toegevoegd, dat hp, h2Ga naar voetnoot35 |
10,1/2 |
spoedig [...] wel [...] komen < wederom [...] zoo [...] brengen hp, h2 |
10,21 |
soms < soms, zoo als op deze teekening, hp, h2Ga naar voetnoot36 |
10,22 |
dubbele < de dubbele hp, h2 |
10,23 |
en een ontzettend lange speer. < de ontzettend lange speer, die steekt buiten de omlijsting der teekening... hp, h2 |
11,1 |
Wallische en < Wallische, half h2 |
13,2 |
van Riddereeuw de nevels < de nevels van Riddereeuwen langzamerhand hp < de nevels van Riddereeuw langzamerhand h2 |
13,13 |
aan te bieden < te bieden h2 |
14,10 |
zware < twaalf h2 |
14,13 |
trans < krans h2 |
14,18 |
zich duidelijker < duidelijker zich h2 |
19,3 |
zoete < van prise volle hp, h2 |
19,16 |
vlechten < vlechten valt hp, h2 |
19,31 |
de < die hp, h2 |
20,7 |
doch < toch h2 |
20,17 |
andere < oude h2 |
| |
| |
21,13 |
rekkende < zich rekkende h2 |
21,16 |
één < eén bal hp, h2 |
21,23 |
bank < bank van marberine hp, h2 |
21,25 |
allen ter neêr < alle tien neêr h2 |
23,18 |
Bohort < Bohort, de reus, hp, h2 |
23,25 |
den < het h2 |
24,6 |
Een naderend < Maar een naderend h2 |
24,19 |
pluimen < pluim h2 |
24,21 |
oogen < diamanten oogen h2 |
25,17 |
te zamen < te zamen verloren hp, h2 |
26,19/20 |
herhalen zich < zich herhalen h2 |
27,1 |
zoû bereiden < bereidde h2 |
27,13 |
naar < van h2 |
28,10 |
getogen < getogen, als die gone, die van nie en iet weet hp, h2 |
28,15 |
sliep < sliep nog hp, h2 |
29,6 |
hoofddeur < hofdeur h2 |
29,10 |
naar < of hp < had of h2 |
29,11 |
brug er over, die opgehaald was, < brug over die gesloten was, h2 |
29,17 |
zij wel < zij, wel hp < zij, de ridders, wel h2 |
29,30 |
in < met h2 |
30,7 |
Acglovael de lachebek < Acglovael h2 |
30,23 |
rustig < rustig en hp, h1 |
30,26 |
doorzichtige < doorzichtigere h2 |
30,28 |
zwarten inkt < zware inkt hp < felle inkt h1 |
31,2 |
Oostersch < orientaliesch hp < Orientaliesch h2 |
31,4 |
ongemeen nog deze < ongekend nog der h2 |
31,12 |
hunne < zijne h2 |
31,16 |
licht < lichten h2 |
31,16/17 |
starrenschijn < starrengloed hp < starrenglans h2 |
31,17 |
grootste < groote h2 |
31,23 |
de rozen < sine rozen hp |
31,32 |
vol < vol van hp, h2 |
32,13/14 |
ontfronsende. < ontfronsende. [alinea] Galehot had |
| |
| |
|
niets gezegd maar hij glimlachte fijntjes: even weinig als hij geloofde aan zijn eigen draken, die hij verslagen zoû hebben, geloofde hij aan tooverië maar wat hij wel geloofde, wist hij niet: daarom zweeg hij liever over Merlijn en was even gelukkig al zweeg hij. En glimlachte maar. h2 |
32,30 |
om de < om zoo h2 |
33,7 |
burchtzaal, < burchtzaal was h2 |
33,27/28 |
udat < dat u hp < het u h2 |
34,3 |
onzichtbaars < onzichtbaars in den achterwand hp, h2 |
34,22 |
op het triltafereel over den wand < door de opene Romaansche boog, h2 |
34,25 |
zeer vaak < iederendag hp |
35,2 |
In < En in hp, h2 |
35,10 |
zich < hèn h2 |
35,14 |
oud < oud was hp, h2 |
35,16/17 |
met tooverië < o tooverië h2 |
35,19 |
zijn < haar hp |
36,17 |
heb < tref h2 |
37,27 |
om < door hp, h2 |
38,1 |
afgegaan < afgedaald h2 |
38,22 |
zoo krachtige < krachtige h2 |
38,24 |
Endi < Clarioen h2 |
38,26 |
dan die aan de < dan van die hp, h2 |
38,27 |
heeft < doet hp, h2 |
39,7 |
aan < van hp |
39,10 |
Endi < Clarioen h2 |
39,13 |
kinderbedde < kraambedde hp, h2 |
39,14 |
haar, < haar harde, hp, h2 |
39,18 |
Endi < Clarioen h2 |
39,21 |
Merlijn < o Merlijn hp |
40,9 |
beneden < die beneden was: een stille zee, hp, h2 |
40,30 |
het < den hp, h2 |
41,4 |
vlies: < vlies en wazige gaas... verduidelijkten de duizende sylfen, h2 |
| |
| |
41,6 |
daarna < dadelijk h2 |
41,7 |
in stralender lijnen, < en strálender lijne h2 |
41,9 |
schoone jongelingvorm < schoone, stralende vorm h2 |
41,10 |
hare < hunne hp, h2 |
41,29 |
over de deken heen < lag over de coverture h2 |
42,2/3 |
openden zich < openden h2 |
42,9 |
Een < De hp, h2 |
42,14 |
Aventuren < Aventurenromans hp < Aventurenboeken h2 |
42,19 |
Koning < oude Koning h2 |
43,7 |
recht < recht haar hoofdeke h2 |
43,10 |
als bewaarengelen < bewaarengelen h2 |
43,26 |
nu < toen h2 |
43,35 |
den < zijn h2 |
44,14 |
het < den hp, h2 |
44,20-22 |
dorst [...] haar niet zeggen < dorst niet [...] haar zeggen h2 |
45,6 |
Den < Dien h2 |
45,6 |
Pinksteren; < Pinksteren. En h2 |
46,8 |
zelden < nimmer hp, h2 |
46,23 |
malkander < malkanderen alleen h2 |
46,30 |
eigene droomen < eigenen droomkus h2 |
46,33 |
op < om hp, h2 |
47,11 |
aan! < ane! hp < ane! Aventuur zal zich melden! h2 |
47,16 |
met zijn < met het hp < het met h2 |
47,28 |
komt weêr < herhaalt zich hp, h2 |
47,30 |
Komt weêr < Herhaalt zich hp, h2 |
47,31 |
Komt weêr < Herhaalt zich hp, h2 |
47,32 |
Komt weêr < Herhaalt zich hp, h2 |
47,33 |
Komt weêr < Herhaalt zich hp, h2 |
48,3 |
agaath < opaal h2 |
49,6 |
doen zweven < aan doen zweven h2 |
49,26 |
schaakgenialiteit < zet van schaakgenialiteit h2 |
50,10/11 |
uitgeroepen < zoo uitgeroepen h2 |
51,7 |
zware < breede hp, h2 |
| |
| |
51,7 |
Maar < Ook h2 |
51,27 |
gaan. < gaan; ik blijf die gone, die vol van vertrouwen is, in den Aventure, die zich kondt. hp < gaan; ik blijf die gone, die vol van vertrouwen is, in den Aventure, die ik volbrengen ga. h2 |
52,1 |
Gawein! spotte Keye. < Gawein! h2 |
52,10/11 |
genoot het zijn rust want < stond het op stal en h2 |
53,24 |
onder < met h2 |
54,7 |
ether < lucht h2 |
54,29 |
met < meteen hp, h2 |
55,12 |
ingesloten < opgesloten h2 |
55,16 |
de < die hp |
55,19 |
geflapperd < gefladderd h2 |
56,23 |
de bekkeneelen < het bekkeneel h2 |
57,4 |
rechts: < rechts en h2 |
57,6 |
een < als een h2 |
58,18/19 |
palmen < handen h2 |
58,33 |
van < om h2 |
59,16 |
jonge knape < ghi jonge knape hp < knape h2 |
60,20 |
moeten doen uw goede ors < moeten uw goede ors doen h2 |
60,26 |
op < aan h2 |
60,32 |
over te vliegen < te verslinden h2 |
61,13 |
gij zult stijgen < ghi zijt die gone, die up zal stijgen hp, h2 |
62,7 |
de ruiter < zijn ruiter hp, h2 |
62,33/34 |
zijn mond < den mond h2 |
63,2 |
dezelfde < die vroegere hp, h2 |
63,3 |
sprong < diepen sprong h2 |
63,12 |
haar dan < het daar h2 |
63,25 |
deze < de hp, h2 |
64,9 |
en < neêr en h2 |
64,13 |
betreurde < betreurde het h2 |
64,33 |
zijn < zijn ros h2 |
65,18 |
eindeloos < eindeloos hooge, h2 |
| |
| |
65,29 |
raderende < naderende hp |
66,29 |
valiante < mine valiante hp, h2 |
66,33 |
het < dat h2 |
67,12 |
voor < om h2 |
68,12 |
zomerluchten < zomerlucht h2 |
69,35 |
Min noch meere < Niet meere ende niet mindere hp, h2 |
71,4 |
Neen, dat niet vragen! < Neen, niet verlossen...! hp, h2 |
71,25 |
toer < ritje hp, h2 |
72,8 |
van < voor h2 |
72,30 |
van den < van hp, h2 |
72,34/35 |
in de nacht niet en verdwalen < niet in de nacht hier verdwalen h2 |
73,15 |
zoo < er h2 |
74,13 |
de droppen < droppen h2 |
74,26 |
begeleid < geleid h2 |
75,3 |
Gwinebant; < Gwinebant; ane Ysabele h2 |
75,4 |
lange < lange, lange h2 |
75,13 |
aan < door h2 |
75,31 |
deden < aten hp, h2 |
80,1 |
aan < voor h2 |
81,12 |
weêr < nu h2 |
81,27 |
wapenen! < wapinen weêr! h2 |
82,17 |
die < hen h2 |
82,29 |
dichten < dichteren h2 |
83,1 |
eens < hun h2 |
83,18 |
en metalen < metalen h2 |
84,11 |
zich < hem hp, h2 |
84,35 |
voor < nu h2 |
85,9 |
En < Toen hp, h2 |
86,5 |
ènkele < ènkel hp < ènkel edel h2 |
87,10 |
te paard op den weg staan < op den weg te paard h2 |
87,14 |
wapenrusting < wapenrok h2 |
87,21 |
zich < hem hp, h2 |
87,29 |
over < door h2 |
87,32 |
van < om h2 |
| |
| |
88,7 |
merkte < achtte h2 |
89,4 |
groote < grootste hp, h2 |
89,27 |
te biechten < te jou te biechte gaan hp, h2 |
90,33 |
hem gebeurd < het gebeurd h2 |
91,19 |
eigen < eigen ros h2 |
91,25/26 |
Gawein geleidde het ros van Didoneel en de jonkvrouw geleidde < Gawein geleidde het ros, waarover lag Didoneel, de jonkvrouw geleidde h2 |
91,28 |
wendde < wond h2 |
92,8 |
diens < zijn hp, h2 |
92,24 |
zullen spelen < willen spelen h2 |
92,33 |
mompelende < roepende h2 |
92,33 |
Zij trokken < Zij kropen reeds tusschen de beenen van het steigerend ros; zij trokken h2 |
93,8 |
zich < het h2 |
93,18 |
eer < nu h2 |
93,35 |
gezongen < gevierd h2 |
94,24 |
aan < toe h2 |
94,30 |
overwulfde < laag overwulfde h2 |
95,4 |
wilden schaken < hadden geschaakt hp, h2 |
95,6 |
dat het koud was. < dat het geheel koud was. hp < dat hij geheel koud was... h2 |
95,9-12 |
zij. God was zijn ziele genadig hem te laten sterven in zijn noode.
- Dood is hij? vroeg Gawein.
- Hij is dood, zeide zij. < zij.
- Dood is hi? vroeg Gawein.
- Hi is dood, herhaalde zij. God was sine ziele genadig hem te laten sterven in sine noode. h2 |
99,26 |
den lindeboom < een lindenboom hp, h2 |
101,3 |
om < aan h2 |
101,12/13 |
en dat < en h2 |
102,3 |
het geluchte of verlicht < geluchte ofte over gladde wegen, dat verlicht h2 |
102,15 |
vermocht < deed h2 |
| |
| |
102,15 |
lieve < mine h2 |
103,5 |
liever < nog liever hp, h2 |
103,34 |
Bet is het < Het is het h2 |
104,15 |
in < met h2 |
104,25 |
dan < dan die van h2 |
104,34 |
zoû zich zetten < zette zich hp, h2 |
105,1 |
elken < welken hp, h2 |
105,3 |
niet < nu niet hp, h2 |
107,12 |
geworden was < was geworden hp, h2 |
108,15 |
met < van h2 |
109,11 |
over < om h2 |
110,7 |
gevoerd < gebracht hp, h2 |
110,29 |
toen < toch hp, h2 |
110,31 |
weêr < toch h2 |
110,32 |
riddertaak. < ridderdaad: h2 |
111,8 |
der < aller h2 |
113,33 |
te < in h2 |
114,21 |
over kwaamt < aan kwaamt h2 |
115,5 |
zich < hem h2 |
115,13 |
vele < wel h2 |
115,32 |
armen < handen h2 |
116,20 |
ridderkop < ridderhoofd hp, h2 |
118,5 |
winterlandouw < wintergezicht h2 |
118,14 |
alleen < allen h2 |
119,8 |
uitgespreid < uitgebreid hp, h2 |
119,24 |
jeeste < rike jeeste hp, h2 |
121,7 |
van < voor h2 |
121,14 |
zoo < zoet h2 |
121,30 |
aan den < aan zijn h2 |
121,31 |
den Koning < een Koning h2 |
122,8/9 |
Gawein, maar hij zweeg bescheidenlijk van het bloedbad, en Gawein was er hem dankbaar voor. < Gawein. hp, h2 |
123,28 |
op < in h2 |
124,15 |
zich < hem h2 |
| |
| |
128,6/7 |
glimlachende, hield hem tegen.
- Blijf... herhaalde < glimlachende, zei:
- Blijf...
De schildknaap gehoorzaamde.
- Blijf, herhaalde h2 |
129,30 |
hoe < waar hp, h2 |
129,35 |
een jacht er op < er jacht op h2 |
130,14 |
zoete < de zoete h2 |
130,31 |
en Ysabele < en naar Ysabele h2 |
132,6 |
den < van den hp, h2 |
132,23 |
als < zoo h2 |
133,12/13 |
zoû ontroeren < ontroerde hp, h2 |
133,16 |
schaduw < schaduwen hp, h2 |
134,19 |
zijn < de hp, h2 |
135,2 |
neen < weet h2 |
135,30 |
de < jou hp, h2 |
137,12 |
ridders < ridders gehad: draken noch ontvoerde jonkvrouwen, reuzen noch feloenige ridders h2 |
137,31 |
kreunde < die kreunde h2 |
138,13 |
erfgenamen < erfgenaam h2 |
138,14 |
huwen. < trouwen... h2 |
139,32 |
een mantel < ook een mantel h2 |
140,7 |
want < wat h2 |
140,16 |
de linde < een linde hp, h2 |
141,14 |
geschonken had < had geschonken hp, h2 |
141,18 |
met < naast h2 |
142,20 |
bogen < staarden hp, h2 |
143,35 |
zich < haar h2 |
144,10 |
ontmoetten < wi ontmoetten h2 |
144,26 |
bestijgen zoû < zoû bestijgen hp, h2 |
144,29 |
vóór, < voór, afgestegen h2 |
145,26 |
zij niet < zij niet wist h2 |
145,32 |
Lionel. < Lionel... [alinea] De dwerg, onzinnig, grinnikte... [alinea] Gawein, op de kar, schreeuwde van plotsen tooverkoorts... h2 |
| |
| |
146,11 |
dwerg! < dwerg! Wi zijn die gonen, die zullen behoeden Gawein! h2 |
147,7 |
borgen < borgen ze hp < borgen zij h2 |
149,13 |
naar < van h2 |
150,3 |
gesloten < geloken h2 |
150,21 |
nu < mi h2 |
151,14 |
om < voor hp |
152,14 |
valiante < een valiante h2 |
152,21 |
zwarte < zware hp, h2 |
154,7 |
vreugdestem < maagdestem h2 |
154,31 |
Endi < den Rike van Endi hp, h2 |
155,4 |
lonkten en lokten < lokten ende lonkten hp, h2 |
155,22 |
zij < deze h2 |
155,35 |
daar dwaalden < dwaalden hp, h2 |
157,8 |
worden < wezen hp, h2 |
159,8 |
wat [...] van < waar [...] van, h2 |
159,32 |
gaan beminnen < beminnen h2 |
161,13 |
doen hooren? < hooren doen?! hp < kunnen hooren doen? h2 |
162,6/7 |
jochanten, robijnen, < jochanten en robijnen en hp, h2 |
162,22 |
naar < op h2 |
162,30 |
zamen < samen uit h2 |
165,14 |
zoû zij < zij zoû hp, h2 |
165,29 |
door dien < van die h2 |
165,30 |
verdrijven < verdragen h2 |
166,10 |
heugde < wel heugde hp, h2 |
167,3 |
was < geweest was hp, h2 |
167,11 |
achter zich < neven hem h2 |
169,34 |
aangeschoten < aan schieten gekund hp, h2 |
171,29 |
vermoeden < bevroeden h2 |
172,14 |
verward < verwaaid h2 |
173,1 |
andere < vijf h2 |
174,17 |
hen < hen wel hp, h2 |
175,5 |
hem < hen h2 |
175,17 |
hun < hun allen hp, h2 |
| |
| |
175,27 |
weg, en < weg en hp < weg: h2 |
176,30 |
blauwe, < blauwe, geluwe hp, h2 |
177,21 |
even < wel even hp, h2 |
178,31 |
booze < boozer h2 |
179,14 |
de bedrongene < de tien bedrongene h2 |
179,17 |
van < aan h2 |
179,25 |
stottert meer < meer stottert hp, h2 |
180,31 |
Sint Jan < Sente Michiele en Sente jan h2 |
183,7 |
huwen < nu huwen hp, h2 |
183,15 |
ruste < tijdelike ruste hp, h2 |
185,26 |
zoû < zoû hij niet behoeven te schaken, dit maal zoû h2 |
186,11 |
zocht < nam h2 |
186,32 |
koos < nam h2 |
187,25 |
lieve, lieve < lieve hp, h2 |
188,16 |
Die < Hij h2 |
188,27 |
op het ronde en open plein < in het ronde en op het plein h2 |
189,20 |
mij < eens mi hp, h2 |
192,25 |
zoo vaak < iederen dag hp, h2 |
192,33 |
blijkt en < blijkt, en hp < blijkt, dat h2 |
193,23 |
en dat < en hp, h2 |
196,27 |
of < als hp, h2 |
197,26 |
zich hier < hier zich hp, h2 |
198,23 |
ook het < het ook hp, h2 |
198,25 |
over < van h2 |
199,15 |
[streepjeslijn] < xxxiii hp, h2Ga naar voetnoot37 |
199,17 |
geketend < getroffen h2 |
199,19 |
Gwinebant < Gwinebant toe h2 |
200,1 |
een hevige < den hevigen h2 |
200,15/16 |
wie hem de princes toe zoû voeren, < hem de princes toe te voeren h2 |
201,25 |
lag bij < lag h2 |
203,27 |
als < al h2 |
| |
| |
203,34 |
zeer < toen hp, h2 |
204,8 |
keeren < komen hp, h2 |
204,18 |
Gawein < En Gawein hp, h2 |
204,21 |
geloofde... < geloofde... [alinea] En aan Aventuur, dat zij niet allen zoo krachtig meer geloofden... hp, h2 |
205,4 |
wij < wi si hp, h2 |
206,1 |
riepen allen < riepen zij allen hp, h2 |
207,6 |
laat! < laat! Lace, voor het wonderbedde is het te laat! h2 |
207,10 |
den < mijn h2 |
207,13 |
lang < lang, diep hp, h2 |
208,2 |
hoofd < voorhoofd hp, h2 |
208,31 |
van de < sine h2 |
209,9 |
[streepjeslijn] < xxxv hp, h2 |
209,23 |
van geen belang meer was < was van geen belang meer h2 |
210,31 |
bijna! < iederen dàg! hp, h2 |
214,9 |
duurden < duurden Destijds hp, h2 |
214,29 |
gemaakt < geraakt hp, h2 |
215,14 |
des langen beidens < des beidens lang hp, h2 |
216,11 |
ontbreekt < Finis hp, h2 |
| |
Afbrekingstekens
In deze uitgave van Het zwevende schaakbord moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
5,12 |
Tafel- |
9,6 |
Midden- |
11,1 |
Angel- |
28,24 |
maan- |
34,11 |
Tafel- |
36,9 |
toover- |
44,26 |
Tafel- |
63,33 |
starre- |
75,13 |
van- |
79,34 |
roode- |
80,21 |
Ontrouw- |
80,29 |
honderd- |
88,26 |
Tafel- |
97,21 |
aan- |
100,11 |
van- |
102,9 |
met- |
105,15 |
wetenschap- |
114,22 |
wapenen- |
| |
| |
116,29 |
Ronde- |
116,31 |
Tafel- |
118,33 |
fayten- |
155,9 |
Tafel- |
162,12 |
Ronde- |
172,25 |
Tafel- |
180,13 |
Tafel- |
192,18 |
Ronde- |
192,25 |
noen- |
204,6 |
Tafel- |
205,31 |
artsenij- |
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet.
|
-
voetnoot1
-
Haagsche post 4 (1917), nr. 184 (7 juli), p. 727. Couperus' voorlopig laatste feuilleton in de Haagsche post (‘Buiten vi’) was op 30 juni verschenen.
-
voetnoot2
- De laatste aflevering van De verliefde ezel verscheen op 15 juli 1917 in Het vaderland. Vgl. de ‘Verantwoording’ in: Louis Couperus: De verliefde ezel. Amsterdam/Antwerpen, 1994. Volledige Werken Louis Couperus [dl.] 39. p. 141-142.
-
voetnoot3
- Tussendoor schreef hij nog het feuilleton ‘Hooikist-idylle of het idee van de kolonel’, dat op 13 oktober 1917 in de Haagsche post werd gepubliceerd (gebundeld in: Louis Couperus: Proza. Derde deel. Amsterdam, [1925]. p. 119-126).
-
voetnoot4
-
Haagsche post 4 (1917), nr. 199 (20 oktober), p. 1127.
-
voetnoot5
- De afbeelding was overgenomen uit: Penninc en Pieter Vostaert: Roman van Walewein. Ed. W.J.A. Jonckbloet. Leiden, 1846. [2 dln.] Dl. 1, p. [8].
-
voetnoot6
- De kopij is per hoofdstuk gevouwen geweest en is steeds op de achterkant van het laatste blad met het desbetreffende hoofdstuknummer genummerd, soms met het opschrift: ‘Haagsche Post feuilleton’. Aanwijzingen voor de zetter zijn per feuilleton gegeven, bijvoorbeeld: ‘s.v.p. p.o. en per expr. proef’, ‘6¼ feuilleton’, ‘breed’, en: ‘Zetten met zeer kleine letter’. Op de achterkant van blad 7 van het kopijhandschrift van hoofdstuk xxiv staat: ‘Aan de red. h.p. Gaarne zal ik voortaan zorgen de copie Zaterdag te bezorgen’. Zie ook noot 18.
-
voetnoot7
- Couperus leverde het laatste hoofdstuk pas na 10 juni in. Op blad 7 van het laatste hoofdstuk van de kopij schreef hij: ‘Correspondentie. Aan mej. J. v.d. W, Amsterdam, mijn hartelijken dank [doorgestreept: voor de onlangs mij toegezonden hulde]. L.C.’ Couperus was waarschijnlijk door iemand op de redactie van de Haagsche post gefeliciteerd met zijn vijfenvijftigste verjaardag op 10 juni 1918, bijna drie weken voor de publikatie van het laatste hoofdstuk.
-
voetnoot8
- Een exemplaar van dit contract bevindt zich in de Couperus-collectie van het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag.
-
voetnoot9
- Een ‘voorpublikatie’ van het voorwoord verscheen in: Boekennieuws der Wereldbibliotheek. Amsterdam, 1923. p. 9-10.
-
voetnoot10
- In het kladhandschrift ontbreekt een aantal verklarende woordenlijstjes; de tekst van het verhaal is volledig.
-
voetnoot11
- Het grootste deel van het handschrift bevindt zich in het Letterkundig Museum, in een groene leren map. Onder de titel van de roman staat op het omslag van de map: ‘Geschenk van Mevrouw Couperus’.
-
voetnoot12
- Op de achterkant van enkele bladen staan aantekeningen (bijvoorbeeld: ‘Bonbons Rek C. Sch. Goed uit de koffer smokingjas 3 boeken’), berekeningen of aanzetten van hoofdstukken van de roman en van andere feuilletons. De bladen 5 van de hoofdstukken iv en xxvi zijn dubbelbladen waarvan alleen de voorkant beschreven is.
-
voetnoot13
- Het eerste blad van elk hoofdstuk is ongenummerd en heeft als opschrift het hoofdstuknummer; in de verdere beschrijving van het kladhandschrift worden deze bladen aangeduid met dit nummer. De eerste bladen van de hoofdstukken die tevens als kopij zijn gebruikt hebben als opschrift ook de titel van de roman.
-
voetnoot14
- Het door blad 6a vervangen oorspronkelijke blad 6 is niet bewaard gebleven.
-
voetnoot15
- De bladen met een ‘a-nummer’ zijn van een andere papiersoort dan de overige bladen van het kladhandschrift en van dezelfde soort als de bladen van hoofdstuk xiii-xviii van het kopijhandschrift. Ze zijn in paarse inkt in een nethandschrift beschreven en bevatten in te voegen tekstgedeelten.
-
voetnoot16
- Op de achterkant van een aantal bladen staan berekeningen, aantekeningen (bijvoorbeeld Middelnederlandse woorden, ‘bl. 348’, en aantekeningen voor Couperus' onvoltooide roman Zijn aangenomen zoon), aanzetten van hoofdstukken van Het zwevende schaakbord en van verschillende feuilletons. Op de achterkant van de eerste bladen van enkele hoofdstukken staan instructies die waarschijnlijk op de zetterij of op de redactie van de Haagsche post zijn gemaakt, met blauw en zwart potlood (bijvoorbeeld: ‘p/o proef’).
-
voetnoot17
- Het eerste blad van elk hoofdstuk is ongenummerd en heeft als opschrift de titel van de roman en het hoofdstuknummer; in de verdere beschrijving van het handschrift worden deze bladen alleen aangeduid met dit nummer.
-
voetnoot18
- Op de achterkant staat: ‘Ik ga Maandag a.s. naar Laren. N.B. Proef zenden naar Laren (N.H.) Huize Hoogeland bij den heer Herman Roelvink. Verzoeke s.v.p. proef te ontvangen adres Haagsche Post in Amsterdam. L.C. N.B. Gaarne het volgende nummer ontvangen aan bovenstaand adres.
-
voetnoot19
- Deze bladen bevinden zich bij hoofdstuk xxviii. Nadat hoofdstuk xxv was gezet (en gepubliceerd?), heeft Couperus de achterkant van de eerste drie bladen van het aan hem geretourneerde kopijhandschrift gebruikt om er een deel van de kopij van hoofdstuk xxviii op te schrijven (aldaar blad 5-7). De oorspronkelijke tekst heeft hij doorgestreept.
-
voetnoot20
- Op de achterkant schreef Couperus: ‘Geachte Heer Van Oss. Hierbij het laatste feuilleton (met de voorrede 36.). Misschien wil U zoo vriendelijk zijn in de H.P. te vermelden, dat het Zwevende Schaakbord spoedig in het Duitsch vertaald wordt door Mej. Else Otten.’ Een dergelijke mededeling is niet in de Haagsche post verschenen; de vertaling, getiteld Das schwebende Schachbrett, verscheen overigens pas in 1921 (oplage 4000 exemplaren; een tweede druk verscheen in 1923, in een oplage van 5000 exemplaren).
-
voetnoot21
- De ductus van de toegevoegde woordenlijstjes verschilt van die van de desbetreffende hoofdstukken.
-
voetnoot22
- De titelpagina met het onjuiste jaartal 1922 was vermoedelijk al eerder afgedrukt. Op het stofomslag staat het juiste jaartal van verschijning: 1923. (Exemplaar in de serie ‘Nieuwe Romans’, in het Letterkundig Museum.)
-
voetnoot23
- Volgens het contract dat Couperus in september 1921 met de Wereldbibliotheek sloot, was de uitgever toen al in het bezit van de kopij.
-
voetnoot24
- In de kopij ontbreken de lijstjes bij hoofdstuk v, vii-ix, xii, xvii, xviii, xxi, xxii, xxv, xxxiii-xxxv. In de Haagsche post ontbreken zij bij hoofdstuk xv, xxi, xxii, xxx, xxxiii-xxxv.
De in het handschrift ontbrekende lijstjes stonden waarschijnlijk op aparte bladen of op afgescheurde gedeelten. Bij het lijstje van hoofdstuk xv schreef Couperus, toen hij de drukproeven ervan had ontvangen: ‘N.B. Deze kolom is zoo (noodeloos) slordig gezet of gedrukt, dat zij niet te corrigeeren is. Verzoeke vriendelijk allerzorgvuldigste revizie en voortaan gespaard te blijven voor zulke proeven.’ De opmerking is met blauw zetterspotlood gemarkeerd, maar wegens plaats- of tijdgebrek is het lijstje niet meer in het tijdschrift verschenen. Bij het gedeelte van het kladhandschrift, dat niet als kopij heeft gediend, staan geen lijstjes.
-
voetnoot25
- Omdat de modernisering niet consequent en niet volledig is, zijn er geen vaste regels voor de veranderingen te geven. Couperus moderniseerde achtervoegsels (bijvoorbeeld ‘-hede’, ‘-like’, ‘-ine’, ‘-schepe’), voornaamwoorden (‘ju’, ‘ghi’, ‘mi’, ‘wi’), voegwoorden (‘ende’), de dubbele ontkenning (‘en... ni’), substantieven (‘rudder’, ‘conste’, ‘wive’, ‘gheselle’) en uitdrukkingen. In de dialogen heeft hij de minste veranderingen aangebracht, zodat daarin het ‘middeleeuwse karakter’ behouden bleef.
-
voetnoot26
- De woorden zijn in deze editie alfabetisch geordend; doublures zijn niet opgenomen. Als de lezing van het handschrift verschilt van de Haagsche post, wordt dit tussen ronde haken vermeld.
-
voetnoot27
- Couperus voegde aan de verklaring toe: ‘N.B. Alle dergelijke uitroepen zijn niet als vloeken maar als vrome aanroepingen te beschouwen.’ In de tekst van de boekuitgave is deze uitdrukking veranderd in: ‘bij den rijken God van Hemelrijk’.
-
voetnoot28
- In de tekst van hoofdstuk xxviii staat in het kopijhandschrift en in de Haagsche post: ‘pigmentwine’.
-
voetnoot29
- Het enkelvoudige woord ‘toortijtse’ (en ook bijvoorbeeld ‘hoveschhede’) is door de modernisering op enkele plaatsen in de eerste druk meervoud geworden.
-
voetnoot30
- Het woord ‘vernoye’ wordt in het verhaal en in de lijstjes ook gespeld als ‘vernooye’ en ‘vernooie’.
-
voetnoot31
- Waarschijnlijk zijn in beide series 500 exemplaren bijgedrukt. De titelpagina van een exemplaar van de tweede druk in de serie Nieuwe Romans uit 1924 heeft de vermelding ‘35/45e honderdtal’ (exemplaar van de Couperus-collectie in de Athenaeumbibliotheek te Deventer).
-
voetnoot32
- Het gebruikte exemplaar is een uitgave in de serie Nieuwe Romans.
-
voetnoot33
- Voor het voorwoord en de hoofdstukken iii-xii heeft het kladhandschrift als kopij gediend.
-
voetnoot34
- In het handschrift is het woordje ‘u’ door Couperus op de verkeerde plaats ingevoegd.
-
voetnoot35
- Zie voor deze verklarende woordenlijstjes p. 227-228.
-
voetnoot36
- De geschrapte zinsnede verwijst naar een illustratie bij de feuilletons in de Haagsche post: een silhouettekening van een ridder en een zwevend schaakbord; de tekening is afgeleid van de afbeelding in de Roman van Walewein (zie noot 4).
-
voetnoot37
- In de Haagsche post staat de zetfout: ‘xxxiiii’.
|