| |
| |
| |
Verantwoording
| |
| |
Op 22 mei 1912 schreef Couperus aan zijn uitgever Veen: ‘[...] ik zoû gaarne dit jaar willen ontvangen de som van ƒ 1000, maar daar ik weet van te voren, dat je zeer bedenkelijk zult kijken bij dat getal, zoû ik je willen voorstellen: bereken welke hoeveelheid copie ongeveer met dit honorarium gelijk staat, en laat mij je deze hoeveelheid in met zorg bij elkander gekozene bundels afstaan.’Ga naar voetnoot1 Couperus bood onder andere een bundel opstellen over Italië aan. Veen was bereid op het voorstel in te gaan. Hij verlangde naast het boek over Italië kopij voor twee bundels feuilletons.Ga naar voetnoot2 Begin juni 1912 sloot hij met Couperus een contract voor de uitgave van een bundel opstellen over Italië, getiteld Uit blanke steden onder blauwe lucht, en van twee bundels feuilletons ‘in den geest van Van en over mijzelf en anderen.’Ga naar voetnoot3 Nog diezelfde maand stelde Couperus voor buiten het contract om een van de twee bundels feuilletons te vervangen door een tweede bundel Uit blanke steden onder blauwe lucht. Als Veen echter wilde vasthouden aan de twee overeengekomen bundels, dacht hij aan twee series Bladen uit mijn Dagboek: i Rome en ii Genève, Florence. De series zouden apart verkocht moeten worden.Ga naar voetnoot4 Veen antwoordde op 6 juli 1912: ‘In
| |
| |
principe vind ik uw voorstel van een 2e deel prachtig en kunnen wij het daarop wel houden [...]. De bundel komt dan later.’Ga naar voetnoot5
De bundel feuilletons die Veen nog te goed had, wilde hij in 1913 uitgeven als tweede bundel Van en over mijzelf en anderen. Maar Couperus had andere ideeën. Op 10 november 1912 schreef hij: ‘[...] ik zend je nog het bundeltje waar je recht op hebt, maar woû je zoo graag voorstellen dit nu eens uit te geven als ik het dacht: genre brochure-vorm van ± 3 vel ieder, spoorweglectuur-formaat, aan de kiosken verkrijgbaar voor heel weinig geld: iedere 14 dagen een brochuretje, en als je dit plan eens wilt overdenken, geef ik je er een troep andere Dagboekbladen bij, om eens te zien of, er zoo meê scharrelende, we er niet meer bij verdienen. Als het niet goed gaat, behoef je mij niets te geven voor de andere Dagboekbladen; kunnen wij er op die manier een geregeld uitgaafje van maken, [...] dan geef ik er nu en dan eens een klein novelletje bij of wat ook, maar ik heb nu zoo een idee dat zoo iets goed zal gaan en woû het nu eens probeeren met je, des noods zonder contract. Kan je mij, als het goed gaat, er nu en dan eens ƒ 50 of ƒ 100 op geven, dan is dat prachtig. En gaat het niet goed, dan vraag ik niets voor de Dagboekbladen, die je bij dit hoopje (dat je toekomt) er dan op de koop bij toe hebt gekregen.’Ga naar voetnoot6 Volgens Veen was het idee de ‘Dagboekbladen’ als spoorweglectuur uit te geven ‘uit den booze’. De goedkope boekjes van ƒ 0,10 à ƒ 0,15 waren onverkoopbaar: ‘[...] heusch, ik zou [...] zoo gaarne jou idee daarin eens willen volgen, maar het zou een absolute mislukking zijn. De boekhandel zou er voor passen en de spoorwegboekhandels kunnen de uitgave-kosten niet dekken om van winst nu
maar niet te spreken.’ Daarom hield Veen voorlopig vast aan zijn plan een tweede bundel Van en over mijzelf en anderen uit te geven.Ga naar voetnoot7
In juni 1913 had Couperus dringend geld nodig. Hij vroeg aan Veen opnieuw ƒ 1000,- te leen. Als onderpand bood hij vier bun- | |
| |
dels ‘Dagboekbladen’ aan.Ga naar voetnoot8 Veen antwoordde pas op 6 augustus. Hij beloofde ƒ 1000, - over te maken. Voor deze aanbetaling accepteerde hij de vier bundels, al wist hij nog niet wanneer hij ze zou kunnen uitgeven: ‘Echter een ding. Zouden wij de bundel die ik nu reeds heb liggen en voorjaar 1914 gereed wordt gemaakt, niet kunnen noemen Tweede bundel Van en over mijzelf en anderen. Heb je hier iets op tegen?’Ga naar voetnoot9 Couperus gaf de voorkeur aan zijn oorspronkelijke idee de feuilletons in series uit te geven onder de titel Bladen uit mijn Dagboek: serie i Rome; ii Genève, Florence; iii Sicilië, Venetië, München, iv Van en over alles en iedereen en v Spanje: ‘Ik heb die boekjes zoo zorgvuldig samen gesteld: in Het Vaderland hebben die feuilletons waarlijk heel veel succes, getuigen de brieven, die ik er over krijg; ook weet ik, dat de Directie er bizonder meê is ingenomen (en dat niet alleen uit een aesthetiesch oogpunt!) en zoû het mij verwonderen als je geen debiet voor die boekjes vindt, maar...geef ze zoo goedkoop mogelijk, niet ingebonden: deel des noods ieder deeltje (van ± 23 feuilletons) in twee kleinere deeltjes, en laat er dan, om de 3 maanden b.v., eén verschijnen, te beginnen het volgende jaar. Als dit kàn, had ik het zoo het liefst, veel liever als dat je er weêr deftige
bundels van maakt. Toe, denk er nu eens over na in dien geest: ik heb zoo een vast idee, dat een dergelijke uitgave goed zoû gaan: in het buitenland zijn toch ook van die heel goedkoope uitgaven! Natuurlijk, als je berekent, dat het absoluut zoo niet gaat, dan leg ik mij er bij neêr, maar zoó zoû het mij toch wel het liefste zijn.
‘[...] Vindt je als algemeene titel Van en Over Alles en Iedereen beter dan Bladen etc, dan kan dit ook.’Ga naar voetnoot10 Veen nam in december 1913, toen hij de kopij van drie bundels had ontvangen, een beslissing over de wijze van uitgeven. Hij schreef aan Couperus: ‘Dit voorjaar druk ik één bundel Van en Over Alles en Iedereen in
| |
| |
kleine oplage zoodat deze uitgave uitverkocht is zoodra ze verschijnt en druk ik deze door op kleiner formaat waarin dan ook de andere bundels direct komen. Ik geef dan bv in September compleet tien deeltjes [...] en gaan deze dan voor 50 cts per deel.
Ik kan dan eens zien of dit inslaat. Gaat dit dan is voor verdere bundels ook plaats. Wij bereiken dan dit jaar (1914) dat de copie er ingeplaatst is.
Natuurlijk behandelde ik het liefst alle deelen als het eerste maar dan zou het 1915 of 1916 worden en dat is te lang.’Ga naar voetnoot11 Couperus antwoordde: ‘Als er een bundel in officieel formaat moet verschijnen, dan lijkt mij een der anderen, die ik je zenden zal, meer geschikt dan het bundeltje “Rome”. [...] Maar is het niet beter de titel Van en Over Alles en Iedereen alléen te behouden voor de goedkoope serie en de eerste bundel een andere titel te geven, die dan later als ondertitel dienst kan doen?’Ga naar voetnoot12 Uiteindelijk werden Couperus en Veen het eens over de keuze van de bundel ‘in officieel formaat’ en van de hoofdtitel van de serie van vijf bundels. In juni 1914 verscheen bij L.J. Veen te Amsterdam de tweede bundel Van en over mijzelf en anderen. Deze bundel in octavoformaat werd van hetzelfde zetsel op kleiner formaat papier doorgedrukt en vervolgens als deel iv opgenomen in de serie Van en over alles en iedereen. De vijf bundels van de serie werden door Veen in juni 1915 tegelijk in de handel gebracht. Elke bundel was gesplitst in twee, apart gepagineerde, deeltjes. De tien deeltjes waren ook los verkrijgbaar.
| |
Bronnen
Voorzover ons bekend, zijn van de feuilletons in de bundels Van en over alles en iedereen de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd;Ga naar voetnoot13
| |
| |
A. manuscript van ‘De kathedraal van Barcelona’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn Dagboek lxvii’: kopijhandschrift van de hand van Couperus, bestaande uit vijf gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-5, het eerste blad is ongenummerd gebleven, op de achterkant ervan staat: ‘Feuilleton voor 26 April N.B Geen proef zenden wegens onzeker adres. Verzoeke te corrigeeren aan Het Vaderland zelve, zeer nauwkeurig volgens manuscript, met in acht name van spelling en interpunctie. En te vragen aan een der heeren litteraire redakteurs een laatsten blik op de proef te slaan. LC’; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (sig. c. 383 h. i).
B. voorpublikaties in tijdschriften:
‘Naar Rome’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek iv’. Het vaderland 21 januari 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Het pension’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek v’. Het vaderland 28 januari 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De Gesù’ en ‘Thee in Excelsior’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek vi’. Het vaderland 4 februari 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Bij Pier Pander’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek vii’. Het vaderland 11 februari 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Biagio’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek viii’. Het vaderland 18 februari 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘San-Saba’ en ‘Palazzo Massimo’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek ix’. Het vaderland 25 februari 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De straat’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek x’. Het vaderland 4 maart 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Aragno’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xi’. Het vaderland 11 maart 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Pincio’, ‘Villa Borghese’, ‘Zoölogische tuin’ en ‘Villa Madama’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xii’. Het vaderland 18 maart 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘San Paolo en Tre-Fontane’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit
|
| |
| |
mijn dagboek xiii’. Het vaderland 25 maart 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Giulio’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xiv’. Het vaderland 1 april 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De Uil’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xv’. Het vaderland 8 april 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De Villa van Hadrianus’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xvi’. Het vaderland 15 april 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De opera’ en ‘De cinematografo’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xvi [= xvii]’. Het vaderland 22 april 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Heilige Week’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xvii [= xviii]’. Het vaderland 29 april 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Mijn vriend Jan te Rome’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xx’. Het vaderland 13 mei 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Worstelwedstrijd’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxi’. Het vaderland 20 mei 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De Hollandsche schilders’ onder de verzameltitel ‘Beeldhouw-, bouw- en schilderkunst in Italië viii’. Het vaderland 26 april 1911, Eerste Avondblad B, p. 1. |
‘De tentoonstelling in de Terme Diocleziane’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxii’. Het vaderland 27 mei 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De expozitie in Castel S. Angelo’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxiii’. Het vaderland 3 juni 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De expozitie op de Piazza d'Armi’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxiv’. Het vaderland 10 juni 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Afscheid van Rome’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxv’. Het vaderland 17 juni 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
| |
| |
‘De wolken der goden’. Het vaderland 24 juni 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Wonen of niet wonen?’. Het vaderland 8 juli 1911, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Diverse pluimages’ onder de titel ‘Van en over vogels’. Het vaderland 1 juli 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Aan den boord van het meer’. Het vaderland 15 juli 1911, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘De teedere dingen’. Het vaderland 5 augustus 1911, Eerste Avondblad, p. 1. |
‘Klein-cosmopolis’. Het vaderland 12 augustus 1911, Eerste Avondblad, p. 1. |
‘Het onoverkomelijk verschil’. Het vaderland 23 september 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De angst’. Het vaderland 16 september 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Midzomerloomtes’. Het vaderland 26 augustus 1911, Eerste Avondblad, p. 1-2. |
‘Licht en donker’. Het vaderland 30 september 1911, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Begin en einde’. Het vaderland 14 oktober 1911, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Terug in Florence’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxvi’. Het vaderland 4 november 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Zondag’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxvii’. Het vaderland 11 november 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Stemming op straat’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxix’. Het vaderland 25 november 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Fiesole’ en ‘Op de toren’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxii’. Het vaderland 16 december 1911, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘De Medici i-iii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek
|
| |
| |
xxxiv-xxxvi’. Het vaderland 30 december 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 6 januari 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 13 januari 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Dingen van Florence i-ii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxx-xxxxi’. Het vaderland 9 maart 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 16 maart 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Madonna della Stella’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxi’. Het vaderland 9 december 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Florentijnsche nachten’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxiv’. Het vaderland 11 januari 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Prato’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxv’. Het vaderland 25 januari 1913, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Bella Napoli’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxvii [= xxxvi]’. Het vaderland 10 februari 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Palermo, la Felice’ en ‘Taormina’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxvii’. Het vaderland 17 februari 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Syracuze’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxviii’. Het vaderland 24 februari 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Messina’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxix’. Het vaderland 2 maart 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. ‘Terug in Venetië’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxxiv’. Het vaderland 27 april 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Rondom den Campanile’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxxv’. Het vaderland 4 mei 1912, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Feest van San Marco’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxxvi’. Het vaderland 11 mei 1912, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Lido’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek
|
| |
| |
xxxxvii’. Het vaderland 18 mei 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Schimmen van Venetië’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek li’. Het vaderland 15 juni 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Bibelots van Venetië’ en ‘De Pozzi’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek xxxxviii’. Het vaderland 25 mei 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Restaurant-emotie's’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lii’. Het vaderland 22 juni 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Van de drijvende dingen...’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek liii’. Het vaderland 29 juni 1912, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Verona’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxiii’. Het vaderland 23 november 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘“Lachend dorpje”’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek liv’. Het vaderland 13 juli 1912, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘De Hollanders in het Glaspalast’. Het vaderland 9 augustus 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Bronzen-beeldenspel’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lv’. Het vaderland 20 juli 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Terug in München’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lvi’. Het vaderland 27 juli 1912, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘“Circe”’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lvii’. Het vaderland 3 augustus 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Münchner potpourri i-ii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lviii en lx’. Het vaderland 10 augustus 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 24 augustus 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Rubens’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lix’. Het vaderland 17 augustus 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Wagner's tekst van Der Ring des Nibelungen i-ii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxi-lxii’. Het vaderland 7
|
| |
| |
september 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 14 september 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Barcelona’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxvi’. Het vaderland 19 april 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De kathedraal van Barcelona’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxvii’. Het vaderland 26 april 1913, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘Tarragona’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxviii’. Het vaderland 10 mei 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Valencia’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek LXIX’. Het vaderland 17 mei 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Còrdoba’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxx’. Het vaderland 24 mei 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Sevilla’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxi’. Het vaderland 31 mei 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Sol y sombra’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxii’. Het vaderland 7 juni 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Palmas y pitos’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxiii’. Het vaderland 14 juni 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Granada’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxiv’. Het vaderland 21 juni 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De Alhambra i-ii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxv-lxxvi’. Het vaderland 28 juni 1913, Eerste Avondblad A, p. 1; 5 juli 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Wie de Alhambra bewoonden i-iv’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek l [= lxxvii]-lxxx’. Het vaderland 12 juli 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 26 juli 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 2 augustus 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 16 augustus 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Het Escorial’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxi’. Het vaderland 23 augustus 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Toledo’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxii’. Het vaderland 30 augustus 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
| |
| |
‘De legende van Roderik i-ii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxiii-lxxxiv’. Het vaderland 13 september 1913, Eerste Avondblad A, p. 1; 20 september 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Avila’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxv’. Het vaderland 27 september 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘El Greco i-ii’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxvi-lxxxvii’. Het vaderland 11 oktober 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 18 oktober 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Burgos en de Cid’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxviii’. Het vaderland 25 oktober 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De Cid ii-iv’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxix-lxxxxi’. Het vaderland 1 november 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 8 november 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2; 15 november 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Murillo’ onder de verzameltitel ‘Bladen uit mijn dagboek lxxxxii’. Het vaderland 22 november 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
Couperus ontving in de regel van zijn feuilletons in Het vaderland een proef die hij zelf corrigeerde. Alleen als hij moeilijk of helemaal niet te bereiken was, werd de proef door de redactie gecorrigeerd. Zo zal een deel van de Spaanse feuilletons op de krant zijn gecorrigeerd, getuige Couperus' aantekening op het kopijhandschrift van ‘De kathedraal van Barcelona’. Couperus vertrok half maart 1913 naar Barcelona. Zijn reis door Spanje duurde tot begin juni.Ga naar voetnoot14
C. uitgave in boekvorm:
Louis Couperus: Van en over alles en iedereen. Amsterdam, L.J. Veen, [juni 1915]. 10 dln. 5 of 10 bdn. Deel i: Rome i en ii; deel ii: Genève, Florence i en ii; deel iii: Sicilië, Venetië, München i en ii; deel iv: Van en over mijzelf en anderen. Tweede bundel. Tweede
| |
| |
druk [= Tweede oplage van de eerste druk];Ga naar voetnoot15 deel v: Spaansch toerisme i en ii. Met een bandtekening van K. Sluyterman.Ga naar voetnoot16
De bundels Van en over alles en iedereen zijn gezet naar de publikaties van de feuilletons in Het vaderland. Couperus bewaarde de nummers van de krant zorgvuldig en zond ze als kopij naar Veen. Toen hij in 1913 de kopij van twee bundels stuurde, drukte hij de uitgever op het hart de kopij als ‘goud’ in zijn brandkast te bewaren: ‘Je begrijpt, het zoû heél lastig zijn, al die Vaderlanden van jaren her weêr te vinden.’Ga naar voetnoot17 En hij vroeg Veen ‘schoone’ proeven te zenden: ‘[...] het is maar na te drukken en als het met een beetje zorg gebeurde, heb ik er niet zoo ontzettend veel werk aan, en zie alleen een laatste revizie na.’Ga naar voetnoot18
In november 1912 stuurde Couperus de kopij voor de bundel feuilletons die hij volgens het contract van juni 1912 aan Veen nog verschuldigd was. Toen hij een jaar later met Veen de uitgave van een serie van vijf bundels was overeengekomen, zond hij in november van dat jaar de kopij voor twee bundels. De twee nog ontbrekende zouden ‘spoedig’ volgen.Ga naar voetnoot19 Begin januari 1914 ontving Veen de laatste bundels.Ga naar voetnoot20 Een van de vijf bundels, getiteld Van en over mijzelf en anderen tweede bundel, zou eerst apart worden uitgegeven. De serie van vijf zou later worden gepubliceerd onder de algemene titel Van en over alles en iedereen. Verder kreeg elk van de vijf bundels een aparte ondertitel, zoals Rome i/ii enzovoort.Ga naar voetnoot21
Op 6 februari 1914 ontving Couperus de eerste proeven van de apart uit te geven bundel Van en over mijzelf en anderen. Ruim een week later volgde de eerste proeven van de bundel Rome. Coupe- | |
| |
rus was er niet tevreden over; hij had verschillende aanmerkingen:
‘[...] Ieder verhaal natuurlijk met nieuwe bladzijde beginnen, titel in het midden, en niet in eén rits alles maar door drukken.
[...] Geen enkel woord cursief. Ik haat cursief en gebruik het nooit. Die zetter heeft maar te volgen zoo als ik het deed. Dus alles wat de heer zetter op eigen houtje cursief zette, weêr veranderen in de kleine, staande type (hoe heet het?) zoo als in Het vaderland stond.Ga naar voetnoot22 [...]
“Ik corrigeer dan nog maar niet, niet waar, en verwacht een andere proef. Als de heeren zetters zich maar hielden aan wat er staat (en dan nog wel gedrukte copie!) dan hadden zij het minder lastig!”Ga naar voetnoot23 Veen stuurde Couperus' brief ter “overweging en correctie” door naar Thieme en antwoordde Couperus:
Je brief ontving ik en deel wel je opinie dat het zoo gedrukt, niet wordt wat het zeker voor den aparten bundel geschikt is. De drukker was van opinie dat bij de goedkoope uitgave dit zoo moest, maar gaf toe dat voor den grooten bundel het te benauwd is.
Wij kunnen echter twee dingen doen. Het boek afdrukken voor de goedkoope uitgave, zooals het nu gezet is en voor den grooten bundel met fr. Titel en elke feuilleton op nieuwe pagina beginnen. Of wat mij beter lijkt: Elke feuilleton op nieuwe pagina beginnen en geen fransche titel. [...] Voor de goedkoope uitgave is het niet gewenscht dat voor elk artikel een fransche titel komt.Ga naar voetnoot24
Gij kunt in elk geval de vellen corrigeeren en wordt het gedrukt zooals jij besluit dat het zijn moet. Bij jou correctie wordt dan tevens het verloopen in orde gebracht, d.i. de minste onkosten. Laat mij dus even weten.’Ga naar voetnoot25
| |
| |
Couperus wilde beslist dat elk feuilleton op een nieuwe bladzijde zou beginnen: ‘Ge weet, dat ik zelve aanried de goedkoope uitgave heel eenvoudig te maken maar novellen, die niets met elkaar te doen hebben niet op aparte bl: te laten beginnen, vind ik weer heel armoedig.’Ga naar voetnoot26 Couperus beloofde de gezonden proeven te corrigeren, maar hij had nog niet alle vellen ontvangen. Op 16 februari 1914 stuurde Veen vier vellen die nog gezet waren ‘op de oude wijze’ en tegelijk schreef hij aan Thieme: ‘Ik ontvang vel i/iv van Couperus maar nu is dit ook weer op de oude wijze gezet. Ik zond je toch bericht dat elk stuk op een nieuwe pagina moest beginnen. Wij kunnen dat met de revisie doen maar m.i. had je dat reeds met dit deel direct kunnen beginnen.’Ga naar voetnoot27 Enkele dagen later berichtte Veen aan Couperus: ‘De copie van deel Van en over mijzelf en anderen 2 is uitgezet en bedraagt nu 145 à 146 bldz zoodat ik nog ongeveer een 70 bldz moet hebben tot volmaking van dat deel.’Ga naar voetnoot28 Couperus schrok dat hij nog zoveel kopij moest leveren: ‘Dat is wel een heeleboel [...]. Ik had wel gedacht als ze noodig waren 3 of 4 feuilletons te zenden maar nu zijn het er 10! [...]
Enfin, als het zoo moet, zal ik je er ± 10 zenden. Ik heb niet gaarne, dat de bundel niet dat zoû worden wat je je voorstelt, maar...je voorstelling is wel wat alomvattend.’Ga naar voetnoot29 Veen ontving als aanvullende kopij negen feuilletons.
Op 10 maart 1914 schreef Veen aan Couperus dat de drukker een berekening had gemaakt van de kopij van de gehele serie: ‘Van & over mijzelf wordt 13 1/2 vel dus voldoende voor een deel. De gezonden copie er bij gerekend. [...]
Rome 1/2 wordt 12 vel dus misschien met nog een of 2 stukken, voldoende.
Genève, Florence 1/2 wordt 11 1/2 vel dito.
Sicilië, Venetië en München 1/2 wordt 11 1/2 vel dito.
| |
| |
Spaansch Toerisme 1/2 wordt 15 vel. Daar kan dus 1 à 2 vel af.
Gij ziet veel ontbreekt er dus niet aan. Mij dunkt als gij nu Van & Over mijzelf corrigeert dan kan dat deel af gemaakt en verschijnen als aparte bundel.
Geef mij dan even op of van Spaansch toerisme de laatste stukken af kunnen. Ik laat dat dan ook zetten en hebt gij dan het geheel in proef en een beter overzicht.
Van het voorwerk van bundel “Van & over enz” krijgt gij dezer dagen een proef.
Mij dunkt, nu zal je de zaak duidelijk vinden. Met een kleinigheid is het nu te vinden, want ik behoef mij niet zoo angstvallig aan 14 vel per deel te houden maar waar gij zelf die kleine goedkoope uitgave gewild hebt, moet men toch ook zooveel per deeltje geven dat de menschen het goedkoop vinden.’Ga naar voetnoot30 Couperus antwoordde: ‘Je brief brengt mij heusch in verlegenheid. Bij Rome iets te voegen, is mij absoluut onmogelijk: ik heb niets, dat geschikt zoû zijn.
Voor München en Florence zal ik zien een paar feuilletons te zenden.
En Spanje moet dan maar te groot worden want die laatste stukken over Velasquez kunnen er niet af, dat zoû jammer zijn en ik zoû ze niet elders weten te gebruiken.’Ga naar voetnoot31 Veen ging ermee akkoord de bundel Rome op 12 vel te houden: ‘[...] zie het te deelen op de helft ±, m.a.w. dat Rome 1 & Rome 11 ongeveer even groot wordt.
Als München en Florence dan ook ± 12 vel worden, dan ben ik ook tevreden en kan van Spaansch Toerisme niets af, nu dan laten wij dat ook maar.’Ga naar voetnoot32
Eind maart 1914 ontving Couperus de revisieproef van Van en over mijzelf en anderen. Hierin was geen rekening gehouden met zijn uitdrukkelijke wens geen cursief te gebruiken. Daarom vroeg
| |
| |
hij een andere proef te zenden. Veen antwoordde op 4 april: ‘Van den drukker kreeg je een excuusbrief plus de vellen gecorrigeerd zooals gij wenscht.
Gij krijgt nu nog binnenkort 3 vel van Over mijzelf en maakt dat te zamen een deel van ± 13/14 vel, dus mooi in onze berekening.
Bij de andere deelen zal het, hoop ik, ook gaan maar zal mischien wel een enkel feuilleton van deel 1 naar deel 11 moeten verhuizen (altijd als dit kan), opdat er niet te groot verschil in dikte komt tusschen die 2 deelen. Enfin wij kunnen dit afwachten tot alles gezet is. Voorloopig komt het er op aan om den eersten bundel in de wereld te krijgen.’Ga naar voetnoot33
Couperus was inmiddels naar Rome vertrokken, waar hij volgens zijn vrouw aan het ‘vagabondeeren’ was. Zij stuurde de proeven door. Elisabeth Couperus had ze wel willen corrigeren, maar haar man was ‘zoo putteluttig’ dat ze het niet aandurfde.Ga naar voetnoot34 Couperus ontving in Rome een groot aantal proeven, maar niet de nog ontbrekende vellen van de bundel Van en over mijzelf en anderen. Geïrriteerd schreef hij aan Veen: ‘Ik geef je nooit meer 4 of 5 bundels te gelijk want ik word gèk van die proeven, die me overstroomen, terwijl ik niet krijg, die het noodzakelijkst zijn. Ik kan niet zoo methodeloos werken. Als ik de proeven behoorlijk had gehad, was de Bundel reeds lang uit: ik wensch niet liever dan af te maken wat voor mij ligt. Maar dit is om gek te worden. Ik mis nu vel 3 van 112; misschien bij de post verloren: zend mij dit nu dadelijk en dan ook de ontbrekende andere vellen, dan maak ik den Bundel af en zend je alles tot afdrukken want revizie wil ik niet meer hebben al staan er nog de gekste dingen.
[...] Laat dus niet verder de andere bundels drukken: laat ze den eersten eerst af maken: ten minste dat is methode en niet mij maar overwerken tot ik groen en geel zie!’Ga naar voetnoot35 Veen beloofde geen proe- | |
| |
ven meer te zenden totdat de bundel Van en over mijzelf en anderen klaar was. De vijf bundels van de serie waren toen vrijwel geheel gezet. De bundel Spaansch toerisme was in vergelijking met de andere nog steeds te dik. Hij zou 16 vel worden. Daarom stelde Veen voor enkele stukken daaruit te laten vervallen.Ga naar voetnoot36
Veen wilde de serie Van en over alles en iedereen in september 1914 uitgeven en hij vroeg Couperus ‘deel voor deel’ af te werken, dan kon hij ze achter elkaar afdrukken.Ga naar voetnoot37 De apart uit te geven bundel Van en over mijzelf en anderen werd half mei 1914 afgedrukt en bij de binder afgeleverd. Een maand later zond Veen een deel van de kopij van Spaansch toerisme naar Couperus terug. De feuilletons over Velasquez werden uiteindelijk niet opgenomen. Veen heeft nog overwogen er een klein boekje van te maken voor zijn Gele Bibliotheek, maar daarvoor waren ze naar zijn mening niet geschikt.Ga naar voetnoot38 Na deze ingreep in Spaansch toerisme hadden alle deeltjes van de serie ongeveer de juiste omvang.Ga naar voetnoot39
In juni 1916 stuurde Couperus de proeven van de bundel Rome voor afdrukken naar Veen. Deze stelde voor in verband met de losse verkoop van de bundels de hoofdtitel Van en over alles en iedereen te laten vallen. Couperus kon geen begrip opbrengen voor Veens overwegingen: ‘Waarom is de titel nu in eens leelijk?? Ik dacht, dat je de titel juist aardig vondt. Ik voor mij vind de titelbladen nu goed en begrijp niet wat verwarring kan geven. Alleen had ik wel vermeld op de een of andere manier, dat het een serie is. [...] Maar doe in Godsnaam nu maar wat je wilt met die titelbladen. Ik weet het dan niet en wil niets op mijn verantwoording hebben. Is de andere titel dus niet verkoopbaar, ga je gang dan maar...’Ga naar voetnoot40 Veen gaf toe aan Couperus' wens en liet de titel Van
| |
| |
en over alles en iedereen toevoegen op de titelpagina's van de bundels.Ga naar voetnoot41
Op 27 juli 1914 vroeg Veen aan Couperus of er weer een deeltje kon worden afgedrukt: ‘Van de 5 zijn er nu 2 klaar, maar wilde ik wel in Sept. verschijnen.’Ga naar voetnoot42 Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op 1 augustus 1914 hoorde Veen enkele maanden niets meer van Couperus. Hij hoopte de bundels in 1914 klaar te krijgen, maar het was onzeker geworden of ze nog dat jaar zouden verschijnen.Ga naar voetnoot43 Op 8 oktober schreef hij aan Couperus: ‘Waar zit je tegen woordig. Ik schreef reeds een paar kaarten, maar vernam niets. [...] Laat eens wat van je hooren.’Ga naar voetnoot44 Couperus stuurde de proeven van de bundel Genève, Florence, maar zonder de vermelding ‘fiat afdrukken’. Toen hij een revisieproef van de bundel ontving, liet hij Veen weten: ‘Ik had geene revizie bedoeld: de proeven kunnen worden afgedrukt.’Ga naar voetnoot45
Half januari 1915 vroeg Veen aan mevrouw Couperus haar man aan te sporen de proeven van de laatste twee bundels te sturen.Ga naar voetnoot46 Begin februari keerde Couperus met zijn vrouw in Nederland terug. Op 11 maart vroeg Veen hem de twee bundels te sturen, anders zou de verschijning van de serie weer uitgesteld moeten worden.Ga naar voetnoot47 Een week later zond Couperus de proeven. Hij wilde nog een revisie hebben van één feuilleton dat hij had toe- | |
| |
gevoegd.Ga naar voetnoot48 Veen stuurde de proeven door naar Thieme met de opdracht ‘direct’ af te drukken.Ga naar voetnoot49 Eind maart werd ook het vel met het toegevoegde feuilleton voor afdrukken naar Thieme gestuurd. Half april 1915 waren de vijf bundels compleet en afgeleverd bij de binder. De serie Van en over alles en iedereen verscheen in juni 1915. Couperus vond de bundels ‘waarlijk heel mooi en een voudig’. Hij hoopte dat Veen ‘eenig pleizier van deze boekjes’ zou hebben.Ga naar voetnoot50
Het was aan vankelijk de bedoeling in één of in alle bundels van de serie een recent portret van Couperus op te nemen. Daarvoor bestelde Veen enkele afdrukken van de foto die de fotograaf Kaminsky te München in 1913 van Couperus had gemaakt. Op 10 april 1914 stuurde Veen een afdruk van het portret naar Couperus.Ga naar voetnoot51 Deze reageerde zeer verontwaardigd. Volgens Couperus was het een ‘monster-portret’ dat absoluut niet mocht worden gepubliceerd: ‘Als je het geplaatst had, zoû je 10 feuilletons in Het Vaderl. er over gehad hebben!’Ga naar voetnoot52 Hij eiste van Veen een schriftelijke belofte dat hij het portret niet zou gebruiken. Veen antwoordde: ‘[...] natuurlijk uw wil geschiede, maar om te bewijzen dat hier de schuld ligt aan de foto zend ik je deze even. Verscheur deze maar als je deze ook slecht vindt.
Ik zend je er ook bij de twee andere foto's die ik van je fotograaf kocht. Vindt gij die ook af te keuren, dan maar in het geheel geen portret. [...] Ik zal de 4 stuks clichés vernietigen want anders krijgen wij er later nog last van en tien feuilletons over mijn persoon daar schrik ik van maar dan beloof ik je dat ik dan ook
| |
| |
een feuilleton zal schrijven over een schrijver die zoo haatdragend is dat hij een foutje van 14 jaar geleden steeds weer ophaalt.’Ga naar voetnoot53
De uitgave van de bundels in 1915 is de eerste en enige druk van Van en over alles en iedereen die tijdens Couperus' leven verscheen. De oplage was 1300 exemplaren. Op 17 april 1915 gaf Veen aan binderij Tenthoff opdracht 750 exemplaren in te naaien en 550 exemplaren door te sturen naar Brandt en Zn die voor de gebonden exemplaren zorgde.Ga naar voetnoot54 De serie werd in drie uitvoeringen te koop aangeboden: ingenaaid, 500 exemplaren in linnen gebonden en 50 luxe-exemplaren in leer gebonden. De bundels waren verkrijgbaar als serie van 5 of van 10 deeltjes en als 5 of 10 losse boeken. Om de verkoop te bevorderen had Veen een prospectus laten drukken in een oplage van 50.000. Een deel daarvan zond hij naar Nederlands-Indië.Ga naar voetnoot55 In 1914 had hij Couperus om een aanbiedingstekst gevraagd, maar deze was toen juist druk bezig met de proeven van de bundels: ‘Wat de prospectus betreft, maak iets zelf, heusch ik heb het al zoo eeuwig druk en dat nog in mijn zoogenaamde vacantie. Zeg dat een herdruk van de Vaderlandjes, die zeer bemind zijn en door allen gaarne gelezen worden, wel opnieuw zullen worden gelezen in een goedkoope editie. Ik heb zeer veel succes met die feuilletons dus je kan daar over opsnijden als je wilt, beter dan ik het zelve kan.’Ga naar voetnoot56
Op 15 september 1915 informeerde Couperus naar de verkoop van de serie Van en over alles en iedereen en vroeg hij of Veen bereid
| |
| |
was het volgende jaar ‘iets dergelijks’ uit te geven. Volgens Couperus werd er dikwijls in kiosken en aan stations naar de boekjes gevraagd die echter ‘schitterden door absolute afwezigheid.’Ga naar voetnoot57 Veen antwoordde: ‘De deeltjes zijn door den Boekhandel heel aardig gekocht en moeten wij nu merken of ze ook verkocht werden (door de reizigers). Dat ze niet aan de Spoorboekhandels liggen, is waarlijk onze schuld niet. Dat is een monopolie en zij wilden er niet aan en dan kan je praten als Brugman, het geeft niets.’Ga naar voetnoot58 Veen wilde geen serie meer uitgeven. Wel was hij bereid losse bundels, desnoods in kleine deeltjes, te publiceren.
Tussen de exemplaren van de bundels Van en over alles en iedereen zijn, voorzover we hebben kunnen nagaan, geen tekstuele verschillen.
| |
Tekstkeuze
Voor deze uitgave van Van en over alles en iedereen is de eerste en enige tijdens Couperus' leven verschenen druk van de bundels als basistekst gekozen. Deze vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling van de bundels is gebruik gemaakt van de exemplaren die zich bevinden in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag.
De tweede bundel Van en over mijzelf en anderen (1914) die in 1915 als deel iv in de serie Van en over alles en iedereen voor de tweede maal werd uitgegeven, is in dit deel van de Volledige Werken niet opnieuw opgenomen. Zie hiervoor deel 27: Van en over mijzelf en anderen (1989).
| |
Correcties
In de tekst van deze uitgave van Van en over alles en iedereen zijn, mede op grond van een woord-voor-woord vergelijking van de
| |
| |
tijdschriftpublikaties van de feuilletons met de eerste druk van de serie bundels Van en over alles en iedereen, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde lezing gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in de tijdschriftversie voorkomt. Indien dit niet het geval is, worden alleen bij de feuilletons waarvan een handschrift bewaard is gebleven ook de lezingen van het handschrift (h) en van de tijdschriftpublikatie (v) vermeld. Hierbij is de volgorde v, h aangehouden, omdat de tijdschriftpublikatie van de feuilletons als kopij heeft gediend voor de eerste druk van de bundels.Ga naar voetnoot59
18,12 |
schud/schudt* |
19,12 |
waard/waad |
20,2 |
* * */geen afscheidingsteken |
23,1 |
‘centraal’(!)./‘centraal’(!)* |
23,11 |
Rome,/Rome |
23,32 |
hen/hem |
26,34 |
is,/is. |
27,24 |
sina's-appel/sina's-apper* |
29,12/13 |
deze overdadige pracht is tòch mystiek; zij/deze overdadige pracht is tòch mystiek; deze overdadige pracht is tòch mystiek; zij |
36,19 |
beeldhouwwerk/beelhouwwerk |
| |
| |
36,23 |
spontaneïteit/spotanëiteit* |
41,4 |
verlaten en,/verlaten, en |
41,25 |
Geluk/geluk |
41,34 |
‘in-de-courant-zetter’/‘in-de-courantzetter’ |
42,7 |
ieder/iedere |
44,8 |
arm)/arm). |
44,15 |
als Biagio/als Biago |
52,16 |
reeds/ginds |
57,20 |
flâneer/flaneer |
57,23 |
Sibyllen/Sybillen |
61,1 |
entr'acte.../entr'acte,.. |
61,27 |
klappaaien/klapaaien |
62,29 |
‘cornacchie’/‘cornachie’ |
66,32 |
lezers,/lezers |
69,2 |
bewonderen/bewonder |
69,7 |
glaasjes/glaasjes- |
70,18 |
geweest.../geweest,.. |
71,25 |
Emanuel/Emmanuel |
72,21 |
den/een |
75,20 |
Barbaar, stelde/Barbaar-, stelde |
77,8 |
geleidt/geleid* |
77,15 |
eigen-rijtuig!!]/eigen-rijtuig!!)] |
82,1 |
fuori/fuore* |
84,6 |
zeggen/zeggen |
86,6 |
groenen/groeien |
86,9 |
maakte/maakten* |
93,1 |
zich éens/éens |
98,32 |
heb/hebt* |
101,11 |
elkaâr/elkâar |
101,23 |
willen/wil* |
103,21 |
rug...)./rug...)* |
107,26 |
hoofd.../hoofd,.. |
108,6 |
immens,/immens. |
113,13 |
héele/kéele |
123,22/23 |
reuzebaziliek/reuzebazilliek |
| |
| |
128,23 |
de/'de |
136,18 |
niet./niet?* |
138,25 |
met/men |
139,17 |
Pruisiesch/Pruissiesch* |
139,28 |
-beenen/beenen |
139,31 |
ernst,/ernst |
140,21 |
zelfs/zelf |
141,2 |
Italiaan.../Italiaan.,. |
141,9 |
broêr/broer |
146,6 |
is;/is, |
146,9 |
met hèm/mèt hem |
147,1 |
wijde/weide |
149,15 |
smaak/smaaak |
150,4 |
cauchemars/chauchemars |
152,31 |
Spalato/Spàlato |
155,28 |
suggestief/sugestief* |
157,4 |
neër/neér* |
159,4 |
Italië/Italie |
160,18 |
historische/historìsche |
161,7 |
leerlingen/leerllngen |
162,19 |
officiëele/officieële (officieele v) |
163,9 |
vluchtte, vluchtte,/vluchtte, vluchtte |
168,32 |
mijn/mijn mijn |
171,2 |
heb het/het |
171,15 |
verbergen:/verbergen; |
173,12 |
banende/badende |
181,7 |
moê/moe |
187,5/6 |
portier-tuinman/portiertuinman |
189,31 |
misschien/misschen |
191,14 |
poëtiesch,/poëtiesch |
192,22 |
het aan/aan |
194,16 |
omdat/omdat, |
196,26 |
menschheid/menscheid |
196,27 |
zwaluw is,/zwaluw, is* |
197,13 |
vogel-van-de-wereld/vogel-van-de wereld |
| |
| |
198,5 |
lag/lang |
198,13 |
droom:/droom. |
199,1-5 |
wakker...
En omdat [...] zeggen...
musschen/ |
|
wakker...
musschen
En omdat [...] zeggen... |
204,7 |
halfronden/halfrondden* |
204,16 |
zijn...?/zíjn...? |
206,4 |
tooverschrijn/tooverschijn |
206,19/20 |
baldakijn-allee/baldakijnen alle |
207,4 |
zomerlicht/zonnelicht |
209,1 |
met/met de |
211,10 |
harst-aromen/harts-aromen* |
212,4 |
vegingen/vergingen |
213,2 |
zie, zei/zei, zei |
220,29 |
Franschman-/Franschman, - |
220,32 |
mevrouw die-en-die,/die-en-die, |
221,1 |
Franschman/Fanschman |
221,10 |
niet op/op |
224,19 |
flâneer/flaneer* |
225,4 |
de/de |
225,30 |
onoverkomelijke/onverkomelijke |
227,13 |
ontmoeten/ontmoetten |
228,30 |
om,/om; |
234,13 |
om.../om.,. |
234,25 |
weêrschijnen/wêerschijnen |
237,19 |
verlichten/verlichtten |
240,2 |
is/ìs |
242,1 |
Luna-Park, giet/Luna- giet Park, giet |
243,4 |
duisterder/duisterer* |
243,7 |
meer, er/meer en |
244,25 |
bronsbruin/bronst bruin |
244,26 |
niet/nie- |
| |
| |
245,26 |
ergens.../ergens.., |
254,34 |
in/ìn |
255,27 |
achter,/achter |
259,6 |
men niet/men |
260,2 |
vol.../vol.,. |
268,3 |
zelfs/zelf* |
276,33 |
gehandhaafd/gehandhaaft* |
278,32 |
Piero/Piero* |
279,16 |
deze/dezen* |
280,23 |
Alessandro/Allessandro |
281,5 |
gehuwd/gehuwd, |
282,11 |
beroemdste/beroemste |
282,12 |
delle/della |
283,1 |
van de/van |
283,12 |
de Zwarte/dé Zwarte |
284,22 |
krijgsmanroem zijns vaders/krijgsmanroems zijns vader |
284,26 |
zoû/zou* |
287,21 |
Francesco/Franceso |
289,22 |
vertoont/vertoond |
291,12 |
ter/ten |
291,23 |
typiesch/tipiesch |
292,8 |
Euridice/Euridicie |
294,14 |
des Derden/de Derden |
294,16 |
verwikkelingen/verwikkingen |
295,27 |
voorwaarde/voorwaarden |
297,9 |
groezelige/groezelige, |
303,15 |
Fiorenza's/Florenza's |
305,7 |
haal!)/haal!).* |
308,5 |
priëel/prieël |
309,21 |
goudbrokaat,/goudbrokaat |
314,6 |
vóort/vóor |
316,2 |
bevindt/bevind |
317,26 |
December/Decembēr |
318,15 |
flâneeren/flaneeren |
| |
| |
318,17 |
‘waarheen?’./‘waarheen?’* |
318,22 |
een/eens* |
318,30 |
ge,/ge. |
320,21 |
naar/maar |
320,33 |
‘mannen’,/‘mannen’. |
321,15 |
gemakkelijker/gemakkelijk* |
321,26 |
Bohême. Want Bohême/Bôheme. Want Bôheme* |
322,4 |
daarboven;/daarboven: |
322,25 |
Italië/Italie |
322,26 |
werd.../werd,.. |
323,16 |
'30/30 |
323,24 |
Libyë/Lybië |
332,26/27 |
ge héel/gehéel |
333,17 |
verlaten.../verlaten.., |
333,26 |
stad./stad* |
335,9 |
gaan.../gaan.., |
338,17 |
elkaâr/elkâar |
340,29 |
zitten/ziten |
341,28/29 |
herkennen/herkenen |
342,15 |
haneveêren/hanevêeren* |
343,9 |
dan/den |
343,11 |
etc./etc.. |
343,21 |
Taormina/Taormia |
343,22 |
‘allerhöchst-herrschaftlichen’/‘allerhöchst-herschaftlichen’ |
345,11 |
rust,/rust. |
346,6 |
Michiel/Michel* |
346,6 |
De Ruyter/De Ruiter |
348,34 |
Spreek/Speek |
353,18 |
ruïnes/ruìnes |
354,13/14 |
melancholie, droeve/melancholiek droeve |
356,21 |
en,/en |
357,9 |
rechts.../rechts,.. |
358,24 |
architekt,/architekt |
361,25 |
zagen,/zagen. |
| |
| |
362,1 |
hen/hem |
364,1 |
beeldhouwwerk/beeldbouwwerk |
365,11 |
voort,/voort. |
369,8 |
wederom,/wederom |
369,16 |
aan/àan |
369,17 |
voerden/voerden, |
373,8 |
verplettere,/verplettere,. |
373,14 |
geloovig,/geloovig |
374,26 |
dat/dan |
376,29 |
in de/in |
382,6 |
bij/hij |
383,16 |
lag/lagen |
383,29 |
nevellicht,/nevellicht. |
384,29/30 |
Weêr varen wij over de lagune, heen en weêr...Wij varen door/Weêr varen wij door |
388,8 |
Venetië's/Venetie's* |
389,23 |
schrijvers/schijvers |
392,14 |
hoogverraad/hoog verraad |
393,9 |
Faliero/Falieri* |
393,14 |
heldhaftige/helfhaftige* |
393,24 |
verfijndste/verfijnste |
394,12 |
op roepen/roepen |
395,13 |
brillante/brilliante |
398,26 |
mooiïgheidje, hem/mooïigheidje, hem |
399,20 |
dell'/del'* |
401,1 |
andere/ander |
403,13/14 |
restaurant/restraurant |
404,4 |
restaurant/restraurant |
405,4 |
kip S.G./kip. S.G. |
405,10 |
nog al/nog |
406,1 |
niet/niét |
406,5 |
komende,/komende. |
406,11 |
wilt??/wilt?? |
406,23 |
S.G.-gerechten/S.-G.-gerechten |
407,31/32 |
niet-gerokten/niet gerokten |
| |
| |
408,2 |
‘soigné’/‘sogné’ |
409,3 |
rezerveeren.../rezerveeren.. |
409,4 |
in-een/in een |
411,6 |
verraste/verrastte* |
412,1 |
zelfs/zelf |
413,15 |
visschen/vissehen |
417,14 |
als/al |
420,27 |
Lope/Lopez* |
420,30 |
groote/grooto |
420,33 |
ontroeren:/ontroeren; |
422,22 |
menschenmassa's,/menschenmassa's |
424,13 |
geloofik,/geloof, |
424,26 |
ik,/dat ik, |
425,2/3 |
het kleine/het |
426,29 |
hebben./hebben, |
430,20 |
theatraal/theadraal |
431,13 |
weêr/weér |
432,15 |
‘Jan/Jan* |
432,19 |
Wiggers.’/Wiggers.* |
433,1 |
‘Ach/Ach* |
433,1 |
das!!’/das!!* |
433,15 |
‘Jan’,/'Jan,* |
433,16 |
'dat/dat* |
433,22 |
Marie/Maríe |
435,22 |
***/geen afscheidingsteken |
436,2 |
bronzen-beeldenspel/bronzen-beeldensprel |
436,29 |
mauzoleum,/mauzoleum |
439,16 |
bronzen-beeldenspel/bronzenbeeldenspel |
439,22 |
als/al |
440,15 |
behalve/behalve, |
440,18 |
voorvaderen/voovaderen |
440,25 |
waarop,/waarop |
443,13 |
voel,/voel. |
444,3 |
villegiatura/villigiatura* |
445,14 |
Lanen/Lanen. |
| |
| |
446,2/3 |
hygiënische/hygiënsche |
446,10 |
weêr/weer |
446,29 |
moderne,/moderne. |
448,3 |
ving.../ving,.. |
449,17 |
tweeërlei/tweeêrlei |
451,26 |
op/op de |
451,30 |
Aïaia's/Aïaias' (Aiaias' v) |
453,1 |
Italië/Italie |
455,8 |
toneelspel,/toneelspel |
456,20 |
***/geen afscheidingsteken |
456,21 |
begonnen/begon* |
457,22 |
Dolomieten/Domolieten |
461,22 |
onontkenbare/onontkoombare |
461,24 |
innige,/innige |
465,6 |
‘geleistet’./‘geleistet’* |
466,28 |
Münchner/Müncher |
467,31 |
uit/in |
467,32 |
Duitscher/Duitschers* |
468,3 |
Beiersch/Beijersch* |
468,10 |
Spiel/Spiel, |
468,27 |
hiëratiesch/hieratiësch* |
472,8 |
beminde/beminde, |
473,10 |
armoedige,/armoedige |
474,3 |
Apokalyptische/Apokalytische |
474,9 |
Droomer/Droomen |
474,15 |
Heidensch,/Heidensch |
476,16 |
Overvloeds./Overvloeds, |
478,31 |
Snorri/Snorro* |
478,35 |
Nibelungen/Niebelungen* |
480,4 |
Noordsch-Germaanse/Noorsch-Germaansche |
480,4/5 |
Noordsche/Noorsche |
480,8 |
Noordschen/Noorschen |
480,31 |
Noordsche/Noorsche |
480,34 |
Noordsche/Noorsche |
481,21 |
godenfamilie/godenfamillie |
| |
| |
483,28 |
interessanter/interessant |
483,30/31 |
Noordsche/Noorsche |
484,2 |
antwoord/antwoordt |
484,13 |
roepen:/roepen; |
486,3 |
Hunding/Hünding* |
486,15 |
Brünnhilde/Brunnhilde |
486,26 |
Noch für ihres Schosses Frucht!/Noch für ihres Schosses Frucht! Noch fûr ihres Schosses Frucht! |
488,22 |
‘Walküre’/‘Walküre’, |
488,23 |
‘Götterdämmerung’/Götterdämmerung* |
489,35 |
heroïsche/heroïschē |
494,14 |
cosmopolitische/cosmopolistische* |
496,30 |
caballeros/caballero's* |
498,4 |
schaduw/schaduw, |
499,7 |
dance-girls/dance girls |
500,17 |
jour,/jour (jour, v, h) |
501,25 |
Galileeër/Gallileiër (Gallileiër v, Gallileeër h) |
503,19 |
hen/hem* |
505,5 |
zoû/zou |
505,21 |
scheî/schei |
507,20 |
ik mij/ik |
507,26 |
kilometerboekjes/kilometerboekje |
509,15 |
interessant/interressant |
511,19 |
Capilla/Cappilla* |
512,19 |
inodoro/inodore* |
513,10 |
noch eene/noch eens |
513,26 |
gedijt/gedijdt* |
514,12 |
Chr.)./Chr.) |
514,20 |
hardnekkige/handnekkige |
515,29 |
woelig/woelìg |
517,27/28 |
fonteine-stralen/fonteine-stalen |
519,25 |
tot de/tot dē |
521,5 |
aanschouwde./aanschouwde, |
522,10 |
mudejar-stijl/mudejar stijl |
522,17 |
Arabiesch/Arabiësch |
| |
| |
523,1 |
incrustatie/incustatie (incrustazie v) |
523,27 |
Alcâzar-tuinen/Alcazâr-tuinen |
524,1 |
hôtel/hotel* |
525,19 |
zwaait.../zwaait.. |
525,33 |
Alcâzar/Alcazâr |
527,4 |
bekend/bekent |
528,8 |
verwelkomd/verwelkomt |
528,26 |
altijd),/altijd)* |
529,9 |
Desamparados/Desemparados (Desenparados v) |
529,30 |
de Tenorio/Tenorio |
531,12 |
mooi./mooi, |
531,24 |
daar/dat |
532,24 |
schoonmaakster/schoomaakster |
532,25 |
En/Er |
532,29/30 |
Verschrikkelijke/Verschikkelijke |
535,10 |
mogelijke/mogelijk |
537,22/23 |
onwaardeerbaar/onwaardeerbaar, (onwaardeerbaren v) |
538,27 |
alles-vermogend/allesvermogend |
538,34 |
poëzie/poëzië |
539,8 |
weêr/wêer |
540,10 |
dan/dat |
541,6 |
Indië/Indië, |
542,20 |
lachlust/lachtlust |
542,24 |
Artillero.../Artillero.. |
543,5 |
wapperen/waperen |
544,15 |
gebeurt/gebeurd* |
545,29 |
banderilleros/banderilleros, |
546,18 |
had/was |
546,26 |
geste./geste.. |
546,34 |
werden/worden* |
547,20 |
betaald/betaalt |
552,15 |
vluchten/vluchtten* |
552,29 |
heerlijkheid./heerlijkheid, |
554,5 |
Alhambra,.../Alhambra,,... |
559,1 |
zoèken/zoekèn |
| |
| |
559,26 |
Verleden/verleden |
560,26 |
honderd-vijf-en-twintig/honderd-vijf-en twintig |
567,5 |
Leeuwenhof/Leeuwen hof* |
572,18 |
vizioen/vizoen |
572,20/21 |
tweede-gezicht/tweede gezicht |
578,25 |
Spaansche/Spaaasche |
584,4 |
armen/ramen |
585,24 |
in/ln |
586,1 |
geloof,/geloof |
586,13 |
wordt/word |
586,18 |
Almunecar/Almuneçar |
586,28 |
Historie/historie |
586,31 |
Santo/Santo |
588,11 |
glorie/glorïe |
588,23 |
Afgezanten./Afgezanten, |
590,14/15 |
daarna met tienduizend ruiters en een leger van veertigduizend man./daarna met tienduizend man. |
591,4 |
wringend./wringend |
592,4 |
onttroonde/onttroondde |
594,15 |
fladderen/vladderen |
595,2 |
glorifieerden/gloriefieerden |
596,34 |
er/en |
601,27 |
de/di |
609,23 |
mooi./mooi, |
609,34 |
verdwijnende,/verdwijnende |
610,4 |
Middeneeuwschen/Middeneeuwscher* |
610,22/23 |
grinnikende/grinnekende |
610,32 |
zwarte/zware |
612,26 |
is./is, |
618,4 |
wetten,/wetten. |
620,4 |
Gothischen/Gotischen |
621,1 |
poëem/poeëm |
621,7 |
poëem/poeëm |
623,14 |
dubbele/dubbbele |
623,34 |
zaal/zaal,* |
| |
| |
623,36 |
niet...?)./niet...?)* |
625,22 |
vizioen/vizoen |
628,2 |
Avila/Avilla |
628,13 |
Enrique Larreta/Enrico Larrete* |
628,13 |
de/di* |
629,2 |
de/di* |
629,30 |
riep:/riep; |
630,26 |
Zij/Zjj |
632,7 |
Mendès'/Mendè's |
632,9 |
Jesus/Jezus |
633,12 |
zinnen/zinnen, |
633,13 |
lucht./lucht |
634,20 |
Muéveme,/Muéveme. |
634,29 |
beloofdet,/beloofdet |
635,2 |
mij./mij, |
635,7 |
hoop,/hoop |
636,18 |
zenuwzieke zin/zenuwziekte, zin |
642,4 |
zijn/zijn |
648,26 |
beul.../beul,.. |
651,26 |
-rijkjes/rijkjes |
658,12/13 |
schilden./schilden* |
658,18 |
zijn/zijn |
662,4 |
vermeld/vermeldt |
663,25 |
heetten/heeten |
667,17 |
dochters/dochter |
668,32 |
dat/dát |
671,24 |
Ximena/Xinema |
675,29 |
Arragon/Arrragon |
683,1 |
e/et* |
683,27 |
bewonderen/bewondere |
| |
Varianten
De eerste druk van de serie bundels Van en over alles en iedereen vertoont ten opzichte van de overgeleverde handschriften (h) en ten opzichte van de tijdschriftpublikatie (v) de hieronder vol- | |
| |
gende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de eerste druk gegeven; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgen de vroegere tijdschriftversie en in voorkomende gevallen de handschriftversie.
[9],1-13 |
voorrede < ontbreekt |
13,1 |
naar rome < ontbreekt |
14,8 |
te < in |
14,33 |
vale < vuile |
15,9 |
den Toren < de Quattro Torre |
15,16 |
den Toren. < de Quattro-Torre... |
15,34/35 |
zee, in den dorren < zee; de dorre |
21,10 |
morgen, in Rome, < morgen... |
25,22 |
voor < van |
28,21 |
en metaal < en van pracht |
30 |
datering ontbreekt < 2 Januari. |
36,5 |
weet < zièt |
36,18 |
kan < kan mij |
36,30 |
zelfs < zelfs hier |
41,30 |
u < het u |
50,1 |
fel < hel |
52,32 |
u dat? < u? |
53,32 |
ouden < hoogen |
58,13 |
of < en |
58,15/16 |
tintelende < tinkelende |
59,29 |
geleerd om te staan in een < geleerd te staan, te staan in een |
61,28 |
in < in de |
62,12 |
doet de < doet |
82,15 |
om hare materie < om hare afmetingen en hare materie |
82,30 |
en < en als |
83,7 |
dat < dat de |
95,16/17 |
Giulio. - Je < Giulio.
Ik kijk hem aan. Hij bedoelt dat hij...geld voorschiet, dat hij woekeraar is geworden... |
|
-Je |
| |
| |
101,33 |
waarover < over welke |
104,30 |
in mist < in nevel en mist |
105,21 |
ik < ik u |
105,28 |
den < op den |
106,27 |
Maar, neen, < Maar zelfs |
107,5 |
met < in |
107,23 |
vloeide < vloeide het |
108,34 |
tot hier < hier |
111,8 |
zich behoefden < ooit zich behoefden |
112,14 |
peignoir < peignoirs |
117,20 |
hebben zijn < zijn |
117,26 |
En < Maar |
118 |
naschrift ontbreekt <
Naschrift |
|
Maar nù ben ik toch blij ook even te kunnen zeggen, dat die groote film van de Società Cines, van Rome, die niet meer of minder geeft dan de Gerusalemme Liberata van Tasso...prachtige dingen heeft gegeven met de weêrgave van strijdende kruisvaarders en woeste volksmassa's! Verbàzend bravi! En het heeft mij erg geamuzeerd, de mannen van Jeruzalem te zien repeteeren door die zelfde massa's en kruisvaarders in...de Campagna, bij de Via Appia! Het was soms heusch...of het ècht was!! |
129,3 |
Antiek Toerisme < Antieke Toeristen |
130,7 |
ik u < ik |
131,15 |
en < en aan |
132,20 |
huppen in < huppen uit |
133,31 |
heldere < hellere |
134,3 |
lijsters < meerlen |
134,12 |
lijsters < meerlen |
138,24 |
akteurs en < akteurs en ambtenaren en |
139,29 |
de emotie < de emotie, de emotie |
140,22 |
laat < laat mij |
143,4 |
van < voor |
| |
| |
143,27 |
In 1911, te Rome. < ontbreekt |
144,34 |
dichte < vochte |
147,30 |
en < en van |
148,27 |
en < en toch |
148,28 |
kant en < kant, bont en |
149,29 |
tintelend < tinkelend |
151,27 |
In 1911. < ontbreekt |
154,26 |
herinner ik mij < kèn ik |
161,16 |
dan...< dan...dan... |
168 |
erratum ontbreekt <
Erratum |
|
Ik neem de gelegenheid tebaat een correctie te maken in Dagboekblad xxii: Terme Diocleziane. De zetter, wien ik mijn vuist toon! - heeft daar gezet in plaats van mijn vrouw...mijn vriend, (vierde kolom), zoodat het geheele feuilleton een beetje is gaan rammelen! Want mijn vriend bevond zich op zee, terwijl ik, alleen met mijn vrouw, den weêrgegeven dialoog voerde op de Expozitie. Vond de lezer dus ook, dat het feuilleton ‘rammelde’, dan leze hij het over...met de correctie. Terwijl ik verder den zetter niet meer toorn...maar hem een compliment maak, dat hij meestal zoo mooi mijne hiëroglyfen ontcijfert... |
169,4/5 |
wel eenige sentimentaliteit < wel eenig sentiment, misschien wel eenige sentimentaliteit |
170,12 |
de nomaden < de nomaden: de nomaden |
171,30 |
ge < ge wel |
173,23 |
hare < hunne |
173,24 |
hare < hunne |
174,9 |
klein < heel klein |
179,24 |
goud < goud, vooral goud |
187,13 |
verlang < smacht |
188,30 |
om ons heen < om ons |
191,1 |
diverse pluimages < van en over vogels |
191,24 |
Zomer 1911. < ontbreekt |
| |
| |
192,19 |
beestjes. De zwanen < beestjes. Dan zijn deze zwanenGa naar voetnoot60 in mama Genève's waterpartij zóo nijdig altijd tegen elkaâr, dat ze altijd om en bij...staart, zal ik maar zeggen, bloedige plekken vertoonen, zoo dat zij ook dàar alles behalve blank zijn...Ja, de zwanen |
193,18 |
zij < de kooien |
193,27/28 |
haviken en gieren < leeuwen en tijgers |
199,30 |
stierf het weg < het stierf weg |
200,32 |
zit en blijft er. < zit er en die blijft er. |
203,25 |
niet zoû < zoû |
204,6 |
coquetteeren zij < en coquetteeren |
204,18/19 |
en naar de diamanten < en naar de wolken en naar de diamanten |
204,28 |
toch zoo < toch |
205,13 |
mijmeringen < mijmering |
211,32 |
hadden < zouden |
218,2 |
intusschen < echter |
222,28 |
zoowel tot woordspeling als tot < zoowel als tot woordspeling, tot |
225,32 |
eigenlijk < werkelijk |
229,15 |
de rotsen < de torens der rotsen |
248,24 |
volgen < volgen op |
250,2 |
ik < ik ook |
253,2 |
oude < oude, oude |
261,5 |
aangedaan < weêr aangedaan |
261,12/13 |
Trovatore < Trovatore, Mefistofele, |
264,26 |
ernstige < ernstigere |
265,13 |
jaren < jaren, jaren |
267,25 |
zwarte, zware < zware, zwarte |
271,32 |
zich < hem |
276,2 |
wel < wel het |
278,33 |
geliefd < zeer geliefd |
279,20/21 |
paleizen, < paleizen en |
| |
| |
286,30 |
opgebouwd < gebouwd |
288,28 |
eens < hier ter plaatse eens |
289,5 |
vooraf gaande mededeelingen < beide vooraf gaande feuilletons |
289,6 |
deze < dit |
291,31 |
en vele < vele |
292,23 |
alle < alle de |
294,21 |
is als < is |
295,8 |
van < beide van |
295,14 |
deftig < deftig en |
295,22 |
drijft < drijft er |
300,16 |
welke < en welke |
303,29 |
wel òok < òok wel |
304,23 |
over de < over |
309,20 |
duizende < duizende, duizende |
311,25 |
cel < kleine cel |
313,25 |
Minerva < Mars |
314,19 |
wordt bemind < wordt bewonderd en wordt bemind |
315,7 |
in hare < in het gebaar harer |
320,18 |
geen < wat |
331,23 |
als te < als |
335,29 |
nog < van nog |
335,31 |
Want < Maar |
342,19 |
hun < hare |
343,4 |
deze schetsen < dit feuilleton |
344,6 |
ziet men < men ziet |
344,14 |
verliefd met < verliefd van |
344,15 |
haar < zich met haar |
345,8 |
fluweel, en < fluweel, terwijl |
345,14 |
niets < niets anders |
346,23 |
gemakkelijk < gemakkelijker |
350,20 |
dat < wat |
350,28 |
die < de |
351,19 |
ving aan haar te veranderen < veranderde haar |
| |
| |
353,7 |
zeer < zeker |
353,11 |
blauwe < blauwende |
353,22 |
aardbeving < aardbeving, een aardbeving |
354,32 |
gehuild, < gehuild, gehuild |
355,24 |
overmorgen < dan overmorgen |
357,12 |
Kind! Wat < kind! Wat ben ik toch flauw en nerveus! Wat |
358,22 |
van < in van |
363,11 |
blinkend < blindend |
365,17 |
rustende < uit rustende |
365,18 |
hun < even hun |
365,28 |
ééne enkele < ééne enkele, eene enkele |
368,19 |
klauwen < de voorklauwen |
384,35 |
dan de tien < dan tien minuten, dan de tien |
391,23 |
ruwe < de ruwe |
392,5 |
tot lagune < en lagune |
399,1 |
die aan < aan |
400,13 |
slijmerige < vlijmerige |
412,9 |
had dan < had |
414,30/31 |
schip scheen < scheepje meer scheen |
416 |
noot ontbreekt < Wij herinneren er, met name de Indische bladen aan, dat nadruk van deze feuilletons verboden is. |
419,4 |
niet < nog niet |
437,35 |
voor < van |
446,6 |
verblindend < verblindend, schitterend |
451,22 |
omdat < omdat zijn |
452,32 |
afgespeeld < gespeeld |
456,1/2 |
münchner potpourri 1 < ontbreekt |
463,14 |
van < van zijne |
467,7 |
men zich < ge |
470,2 |
een < mijn |
473,17 |
een < er een |
475,22/23 |
na voor < na |
477,10 |
golven van < golven in |
| |
| |
480,16 |
naar < naar de |
485,18 |
grootheid < grootheid en grootschheid |
489,1 |
zulke < zulk een |
498,13 |
is er < is |
500,10/11 |
te bewijzen < te doen bewijzen v, h |
501,29 |
reeds duistere < de reeds duistere h |
502,13 |
bouwmeester [...] bouwde < bouwmeesters [...] bouwden h |
502,19 |
hij, in zonde geboren, slechts < hij in zonde geboren is, slechts v, h |
506,15 |
feuilletons < je feuilletons |
510,13 |
zelfs niet < niet zelfs |
511,10 |
herinneren < herinnerden |
514,5 |
wij zien < zien wij |
514,7 |
wij kunnen < kunnen wij |
515,2 |
strepen < streken |
516,17 |
of niet minder < of minder |
517,25 |
windend < wendend |
519,11 |
in < met duizende bloemen in |
519,23 |
Poort der Vergeving < Poort der Palmen |
522,6 |
mozaïeken < marmeren, mozaïeken |
522,7 |
door < in |
522,8 |
door < in |
523,30 |
is ons < is voor ons |
524,22 |
is steeds < steeds |
525,18 |
een < den |
528,31 |
volgen < volgden |
529,7/8 |
bij voorbeeld < bij voorkeur |
530,16 |
zijn < geven |
532,31 |
Maria Padilla, die < Maria Padilla, zijn maîtresse, die |
537,2 |
talmen < blijven |
539,14 |
lucht < lichte lucht |
540,4 |
toch < toèn |
541,9 |
die < de |
547,32 |
De < Die |
| |
| |
549 |
naschrift ontbreekt < ***
Telegraphisch mijn eersten dank aan allen die mij den tienden Juni tot een meer dan gewonen feestdag maakten. - Louis Couperus.Ga naar voetnoot61 |
551,26 |
en het is nù < en is het nú |
553,30 |
een Sleutel < den sleutel |
554,5 |
de Alhambra,...Ga naar voetnoot62 < de Alhambra,...de Alhambra, |
554,29 |
6 Jan. < 2 Jan. |
558,6 |
in en < in en geven onzen stok af en |
559,9 |
Mohammed v, maar van Mohammed v is < Mohammed v - Mohammed v, die gedwongen was mèt den heiligen Ferdinand tegen zijn eigene geloofsbroeders te strijden - en zoo weemoedig was om zijn overwinning, dat hij overal in de Alhambra liet aan brengen die spreuk: Er is géen Overwinnaar dan God! Maar van den weemoedigen overwinnaar zelven - wiens spreuk wij frisch zien in gedrukt in het nieuwe stuc, met de sierlijke Arabische letter - van Mohammed v isGa naar voetnoot63 |
559,32/33 |
wanneer ik wel hier het Verleden omhoog had zien rijzen, met den Moorschen heerscher, die dezen hof heeft gesticht? Wanneer < wanneer ik Mohammed v hier had zien zitten, droef, vol berouw, omdat hij, ter redding van Granada, aan Ferdinand den Heilige zelve had voorgesteld zijn vazal, zijn vriend, zijn bondgenoot te zijn? Wanneer |
559,34 |
zuilen < zuilen hier |
560,34/561,1 |
het devies der Moorsche heerschers van Granada: < de weemoedspreuk van Mohammed v: |
561,29 |
gedachte < gedaante |
| |
| |
561,33 |
hij niet, om < hij, met om |
562,23 |
was - < waren, |
562,23 |
ontstond < waren, |
563,9 |
door afstammelingen van < door |
563,12 |
Mozaraben-hal < Mudejaren-hal |
567,27 |
in de < in die |
568,7 |
jacht, een toernooi < jacht, en toernooi |
569 |
naschrift ontbreekt < Aan mijne Lezers. |
|
-Ik meen allen, die zoo beminnelijk waren mij met den 10n Juni geluk te wenschen, te hebben geantwoord. Vele brieven en briefkaarten echter werden mij gezonden naar Spanje en dwaalden mij achterna. Zoo er wellicht brieven verloren gingen en den schrijver dus geen antwoord gewerd, verzoek ik hem vriendelijk dit wel te willen reclameeren en zal het mij aangenaam zijn ook hèm te bedanken voor zijne vriendelijkheid. L.C.Ga naar voetnoot64 |
573,11 |
zich < hem |
573,33 |
Sedert voeren zijne nakomelingen deze spreuk in hun heraldiek devies. < ontbreektGa naar voetnoot65 |
575,19 |
waakte. < waakte over haar kind. |
577,11 |
wraakzucht < wraak |
577 |
naschrift ontbreekt < Naschrift. Een rectificatie, die ik schuldig ben, is deze:
In mijn opstel De Alhambra i heb ik eene verwarring gemaakt tusschen Mohammed i en Mohammed v. Mohammed i is de stichter van de Alhambra en de overwinnaar van Sevilla, die uit riep: Er is geen overwinnaar dan God! Hij was de tijdgenoot van Ferdinand, die in latere jaren werd heilig verklaard, en leefde in de dertiende eeuw. Mohammed v leefde meer |
| |
| |
|
dan een eeuw later en bouwde zich den Myrtenhof. Hij had echter, met zijne voorvaders, als devies aan genomen den spreuk van den eersten Mohammed en zoo geschiedde het, dat, om de bogen van den Myrtenhof, die spreuk zich rondt en...dat uw feuilletonist zich vergiste. Hij vraagt zijn lezers nederig vergiffenis. |
578,3 |
Begonnen, < Daar ik nu eenmaal begonnen ben, |
578,14 |
worden kan < kan worden |
585,6 |
zeker < zeer zeker |
592,17 |
Jij < Gij |
592,18 |
je < uw |
592,20 |
Chico < haar Chico |
593 |
errata ontbreken < Errata. In het vorige feuilleton was het een vos en geen ros, die, als noodlottig dier, Boabdil ongeluk spelde; in feuilleton lxxvii (en niet l) hebben de Abencerragen samen gezworen en niet gezweerd(!).Ga naar voetnoot66 |
594,24 |
Want < Maar |
595,29 |
een Vijfden < den Vijfden |
597,22 |
hemelkoepel < den hemelkoepel |
598,9 |
galante < elegante |
606,29 |
als toen < toen |
609,26 |
is, dat Toledo < is, dat wij weten, dat Tolédo |
611,3 |
blauwen < bleek blauwen |
612,16 |
ziet < zag |
623,2 |
dat weêr < dat |
623,5 |
weder < verder |
624,22 |
wimpels < de wimpels |
627,12 |
in boete om < in boete om Florinda, in boete om |
628,26 |
op de < op |
629,32 |
middernacht < de middernacht |
637,23 |
der < toe der |
638,24 |
wolkenlucht. < wolkenlucht aan. |
| |
| |
643,8 |
in < van |
649 |
erratum ontbreekt < Erratum. In het vorige feuilleton, zes regels vóor het einde, leze men zelfportretten voor: zelfs portretten.Ga naar voetnoot67 |
658,17 |
geld: < geld. Léenen het geld: |
660,3 |
den hemel < hemel |
Afbrekingstekens
In deze uitgave van Van en over alles en iedereen moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
22,29 |
centrale- |
120,4 |
en- |
26,19 |
'geen- |
127,4 |
links- |
27,19 |
'geen- |
128,4 |
klokke- |
32,21 |
de- |
128,7 |
Grand- |
33,28 |
groot- |
129,18 |
gewoon- |
34,13 |
in- |
129,22 |
ge- |
34,16 |
amuzant- |
134,3 |
lente- |
43,21 |
assurantie- |
142,4 |
oud- |
46,19 |
evening- |
142,21 |
Greco- |
47,17 |
twee- |
143,11 |
Sant'- |
49,7 |
verdiepingen- |
147,7 |
volle- |
52,8 |
stuc- |
149,33 |
Klein- |
70,5 |
sigarette- |
156,28 |
centrale- |
90,14 |
collega- |
161,11 |
Bibliotheek- |
104,23 |
scirocco- |
162,14 |
burcht- |
108,16 |
exedra- |
165,10 |
Sant'- |
110,22 |
opera- |
187,5 |
portier- |
113,30 |
opera- |
205,9 |
Mont- |
117,1 |
entrée- |
206,19 |
baldakijn- |
117,12 |
kleine- |
214,24 |
Nieuw- |
117,18 |
nieuwe- |
215,35 |
bont- |
117,32 |
heerlijk- |
217,20 |
vloo- |
118,12 |
kleine- |
221,11 |
nationaliteiten- |
| |
| |
231,33 |
Mont- |
424,17 |
blauw- |
239,10 |
du- |
430,7 |
kracht- |
239,25 |
maan- |
432,30 |
avond- |
239,27 |
Luna- |
432,33 |
en- |
243,21 |
arkade- |
445,29 |
Augustus- |
248,26 |
huizen- |
446,12 |
mode- |
259,11 |
zijde- |
447,5 |
vrouwe- |
269,5 |
heilige- |
450,20 |
baroque- |
283,32 |
en- |
451,22 |
zes- |
291,23 |
Medici- |
452,23 |
opera- |
292,10 |
Medici- |
453,2 |
ultra- |
300,26 |
Zijde- |
454,3 |
ultra- |
312,14 |
Lieve- |
454,21 |
liefde- |
316,13 |
Koningen- |
455,12 |
schouw- |
317,4 |
theater- |
456,10 |
sardijne- |
321,4 |
theater- |
456,11 |
zalm- |
322,5 |
Italo- |
457,22 |
chaise- |
323,19 |
Ain- |
457,25 |
dames- |
326,13 |
grammatica- |
457,29 |
eerste- |
334,1 |
diamant- |
465,19 |
compozitie- |
334,17 |
trotsch- |
466,24 |
verleiders- |
336,27 |
alabast- |
467,19 |
zware- |
344,24 |
lava- |
468,2 |
Boeren- |
361,26 |
den- |
473,6 |
niet- |
363,4 |
Renaissance- |
475,28 |
Silenos- |
363,5 |
heiligen- |
476,21 |
jeugd- |
365,32 |
koffie- |
485,31 |
Wotan- |
381,29 |
Grand- |
486,8 |
dochter- |
388,12 |
en- |
489,27 |
pretentie- |
393,3 |
en- |
498,18 |
eenvoudig- |
394,23 |
veldheer- |
498,34 |
tingel- |
397,25 |
twee- |
499,12 |
limpia- |
399,21 |
Drie- |
507,30 |
ole- |
405,9 |
restaurant- |
508,2 |
algebra- |
424,14 |
Mont- |
519,15 |
morgen- |
| |
| |
523,26 |
en- |
617,3 |
Artur- |
526,5 |
moskee- |
620,3 |
Visi- |
538,12 |
merinos- |
620,19 |
Visi- |
539,27 |
indrukken- |
639,25 |
groen- |
542,21 |
à- |
650,21 |
Westminster- |
566,12 |
purper- |
651,27 |
Visi- |
572,20 |
tweede- |
672,19 |
en- |
579,32 |
Ali- |
677,18 |
Murillo- |
582,1 |
natuurlijk- |
680,1 |
drie- |
596,31 |
Renaissance- |
683,29 |
slopjes- |
602,8 |
verveling- |
|
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door z w o gesubsidieerd project, onder redactic van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet. |
-
voetnoot1
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie. Ed. H.T.M. van Vliet. Utrecht/Antwerpen, [1987]. p. 134.
-
voetnoot2
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 136.
-
voetnoot3
- Een exemplaar van dit contract is in bezit van Veen, uitgevers te Utrecht en een bevindt zich in de Couperus-collectie van het Letterkundig Museum.
In september 1910 was bij L.J. Veen een bundel feuilletons en verhalen verschenen onder de titel Van en over mijzelf en anderen.
-
voetnoot4
- Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen/Amice; Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ed. F.L. Bastet. 's-Gravenhage, 1977. 2 dln. Dl. 1: 1890-1902. Dl. 11: 1902-1919. In: Achter het boek 12 (1973), afl. 1/3 en 13 (1974), afl. 1/3. Dl. 11, p. 122-123.
-
voetnoot5
- Brief aan Couperus in het archief-Veen (Letterkundig Museum).
-
voetnoot6
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 139-140.
-
voetnoot7
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 141.
-
voetnoot8
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 144.
-
voetnoot9
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 145.
-
voetnoot10
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 145, 146.
-
voetnoot11
- Brief aan Couperus, gedateerd 10 december 1913, in het archief-Veen.
-
voetnoot13
- De tweede bundel Van en over mijzelf en anderen die als deel iv deel uitmaakt van de serie Van en over alles en iedereen blijft hier verder buiten beschouwing. Zie voor de samenstelling en de bibliografische beschrijving van deze bundel: Louis Couperus: Van en over mijzelf en anderen. Utrecht/Antwerpen, 1989. Volledige Werken Louis Couperus [dl.] 27.
-
voetnoot14
- Vgl. F.L. Bastet: Louis Couperus; Een biografie. Amsterdam, 1987. p. 434-440.
-
voetnoot15
- Vgl. Louis Couperus: Van en over mijzelfen anderen. Utrecht/Antwerpen, 1989. Volledige Werken Louis Couperus [dl.] 27.
-
voetnoot16
- Deze bandtekening was door Sluyterman in 1912 gemaakt voor Uit blanke steden onder blauwe lucht.
-
voetnoot20
- Brief van Veen aan Couperus, gedateerd 8 januari 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot21
- Vgl. [Louis Couperus]: Amice, p. 148-149.
-
voetnoot22
- Couperus bedoelt romein-gespatieerd dat in Het vaderland werd gebruikt om woorden nadruk te geven.
-
voetnoot24
- Met ‘Franse titel’ bedoelt Veen een aparte bladzijde met alleen de titel van het feuilleton en met een blanco achterkant.
-
voetnoot25
- Brief, gedateerd 9 februari 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot28
- Brief, gedateerd 20 februari 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot30
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 147-148.
-
voetnoot31
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 148-149.
-
voetnoot32
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 149.
-
voetnoot36
- Brief, gedateerd 17 april 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot37
- Brief, gedateerd 20 april 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot38
- De vier feuilletons werden later gebundeld in Prozar?? Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, 1923, p. 185-206.
-
voetnoot39
- Brief, gedateerd 24 juni 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot41
- Brief aan Couperus, gedateerd 2 juli 1914, in het archief-Veen. Eind april 1915 vroeg Veen nog aan Couperus of hij de titel Van en over alles en iedereen ook op de band en het omslag van de bundels wilde. Volgens Veen zou dat ‘niet zoo aardig staan’ en was het ook niet nodig, omdat de lange titel van de serie op de titelpagina's van de bundels was gedrukt. (Brief, gedateerd 29 april 1915, in het archief-Veen.) Enkele dagen later hebben Veen en Couperus elkaar in Amsterdam gesproken. Couperus zal bij die gelegenheid te kennen hebben gegeven dat hij de titel van de serie ook op de band en het omslag wilde.
-
voetnoot42
- Brief, gedateerd 27 juli 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot43
- Brief aan Couperus, gedateerd 12 september 1914, in het archief-Veen.
-
voetnoot46
- Brief, gedateerd 12 januari 1915, in het archief-Veen.
-
voetnoot48
- [Louis Couperus]: Amice, p. 173. De briefkaart is in de editie-Bastet onjuist gedateerd op 7 in plaats van 17 maart 1915.
-
voetnoot49
- Brief, gedateerd 17 maart 1915, in het archief-Veen.
-
voetnoot52
- [Louis Couperus]: Amice, p. 160. Op 4 oktober 1913 had Couperus onder de titel ‘Mijn zooveelste’ een feuilleton gepubliceerd waarin hij Vcens uitgave van zijn roman Herakles op ironische wijze bekritiseerde. (Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 221-222.)
-
voetnoot53
- Brief, gedateerd 20 april 1914, in het archief-Veen. Het ‘foutje’ is de verandering van de in het ‘salon’ die de corrector van Thieme in de roman Langs lijnen van geleidelijkheid (1900) op eigen gezag had aangebracht. Couperus was hierover zeer verontwaardigd en kwam er later herhaaldelijk op terug.
-
voetnoot54
- Brieven aan Tenthoff en Brandt en Zn in het archief-Veen.
-
voetnoot55
- Brief aan Thieme, gedateerd 24 maart 1915, in het archief-Veen.
-
voetnoot56
- [Louis Couperus]: Amice, p. 159-160. Een exemplaar van het prospectus bevindt zich in de bibliotheek van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels (U.B. Amsterdam). In het prospectus is ter aanbeveling van de serie een passage afgedrukt uit de recensie van de tweede bundel Van en over mijzelf en anderen in de NRC van 24 juni 1914. De titel van de serie is volgens het prospectus: Van en over mijzelf
en iedereen.
-
voetnoot57
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 153.
-
voetnoot58
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 156.
-
voetnoot59
- In deze editie zijn de inhoudsopgaven van de bundels samengevoegd tot één en voorin geplaatst. De tweedeling van de bundels is niet overgenomen. Zij heeft geen inhoudelijke functie, maar ze is aangebracht met het oog op de uitgave in twee losse deeltjes.
Niet verbeterd zijn de door Couperus consequent fout gespelde naam ‘Arragon’ in plaats van ‘Aragon’ en het woord ‘duenna’ in plaats van ‘dueña’ (p. 454). De werkwoordsvorm ‘gaf’ in r. 21 van p. 594 is een congruentiefout van het type dat bij Couperus dikwijls voorkomt. Hij hangt samen met het gebruik van de samentrekking. In r. 3 van p. 661 ontbreekt ‘hij’; waarschijnlijk is het onderwerp weggelaten (samengetrokken) omdat deze zin gelezen moet worden als samentrekking met de voorafgaande. De lezing ‘gebleken’ in r. 31 van p. 675 lijkt een zetfout voor ‘gebleven’. Maar de twee overgeleverde versies van het feuilleton hebben beide ‘gebleken’, en deze lezing is niet per se onzinnig.
-
voetnoot60
- In Het vaderland staat de zetfout ‘zwaren’
-
voetnoot61
- Dit naschrift is in Het vaderland vet gedrukt. Op 10 juni 1913 was Couperus vijftig jaar geworden.
-
voetnoot63
- Zie het ‘Naschrift’ hierna, p. 729-730.
-
voetnoot64
- Op 10 juni 1913 was Couperus vijftig jaar geworden. Van half maart tot begin juni 1913 had hij een reis door Spanje gemaakt.
-
voetnoot66
- Errata bij de feuilletons ‘Wie de Alhambra bewoonden i en i’ in Het vaderland.
-
voetnoot67
- Erratum bij het feuilleton ‘El Greco i’ in Het vaderland.
|