Koninginne des Hemels komen neêr leggen...
Want deze theorie van heilige maagden is wel eene der allergrootste schoonheden, die wij in Ravenna zullen zien. Zij is in de plaats gekomen van de Arianische voorstellingen, die, nà Theodorik, de aartsbisschop Agnellus deed verwijderen. Deze maagden dateeren uit de zevende eeuw. Zij voeren ons dus even, éen oogenblik, uit de Gothische periode naar de volgende Byzantijnsche jaren, en ik weet nergens, noch in Rome, noch in Venetië, noch waar ook, een mozaïek-wonderschoonheid te noemen, die gelijk zoû zijn aan dezen stoet van martelaressen, in witte en gouden tint, de glans der mozaïekblokjes verhoogd door den weêrschijn van het parelmoêr. Deze stoet, daar boven aan die fries van het middenschip, is de glorie dezer kerk. Wie kijkt er naar dien ànderen stoet, van martelaren, die ter andere zijde pendant vormen en eveneens hunne martelkronen komen aanbieden, aan Jezus Christus... Onze blikken blijven geboeid door die edele vrouwen, ginds aan die hooge fries... Zij gaan, in hare verheven bevalligheid, langs de palmboomen, die rijzen op den achtergrond. Men heeft haar zekere eentonigheid verweten in gebaar en houding, in koloriet. Voor mij is die eentonigheid de treffende zekerheid, dat de kunstenaar zich bewust was van de schoonheid, die hij schiep. Deze eentonigheid vermoeit ons niet, zij is een trotsche zelfbewustheid... Zie, langzaam schrijden de gelukzalige maagden voort, onder de palmboomen... Teeder, gratieus, fijn en edel, zijn zij als zusters, die elkander gelijken. En hoe belang wekkend is niet voor hem, die in de détails van kunst na speurt de geschiedenis van die détails, een nauwkeurige beschouwing van de kleederdracht dier edele maagden! Zij vertoonen ons zeér nauwkeurig de Byzantijnsche kleederdracht van die dagen en wel mogen wij zeggen: van die eeuwen... Er bestond destijds een ‘mode’, als zij heden bestaat, maar zij veranderde niet zoo snel; zij duurde jaren, ja, het is misschien niet te bout te verzekeren, dat zij in de hoofdlijnen zekerlijk wel eeuwen duurde. Want de Byzantijnsche kleederdracht, die deze maagden ons vertoonen, is in hoofdlijn de zelfde der antieke Romeinsche vrouw: stola of ondergewaad,