| |
| |
| |
Verantwoording
| |
| |
Van eind maart tot half september 1922 verbleef Couperus als ‘speciaal correspondent’ van de Haagsche post in Japan. Zijn reisbrieven over dat land werden van september 1922 tot mei 1923 in de Haagsche post gepubliceerd.Ga naar voetnoot1 Couperus deed in Japan ook ideeen op voor een aantal verhalen, waarbij hij zich onder meer liet inspireren door prenten van de Japanse kunstenaars Utamaro en Hokusai, en door oude Japanse volksverhalen en legenden.
Na zijn terugkeer in Nederland schreef hij onder de titel ‘Het snoer der ontferming’ vijfentwintig schetsen en korte verhalen die Japan tot onderwerp hadden. Ze werden in vijf maandelijkse afleveringen van april tot augustus 1923 in Groot Nederland gepubliceerd. Het verhaal ‘De koelie’, dat oorspronkelijk geen deel uitmaakte van het handschrift van ‘Het snoer der ontferming’, verscheen in oktober 1923 in Groot Nederland als zesentwintigste hoofdstuk van de serie.
Daarnaast schreef Couperus vier ‘Japansche legenden’. Deze verschenen tussen 29 april en 1 juli 1923 als wekelijks feuilleton in Het vaderland.
Het was ongetwijfeld Couperus' bedoeling de schetsen van ‘Het snoer der ontferming’ en de Japanse legenden ook gebundeld uit te geven. Door zijn overlijden op 16 juli 1923 is hij niet meer toegekomen aan de voorbereiding van een dergelijke uitgave.
| |
Bronnen
Voorzover ons bekend, zijn van de verhalen uit de bundel Het
| |
| |
snoer der ontferming en Japansche legenden de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:
A. een volledig manuscript van Het snoer der ontferming van de hand van Couperus, dat zich bevindt in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (sig. c.383 h.i en c.383 h.i ‘Novellen’). Het handschrift bestaat uit twee gedeelten. Het eerste gedeelte telt 119 gelinieerde vellen van eenzelfde (folio)formaat die voor het grootste gedeelte in paarse inkt, eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot2 Het is als volgt samengesteld: een ongenummerd blad, waarvan het onderste deel is afgescheurd, met het opschrift ‘Het Snoer der Ontferming’, een ongenummerd blad met het opschrift ‘Japansche Prenten’,Ga naar voetnoot3 en genummerde bladen 2-9, 9a-118.
Het tweede gedeelte bestaat uit 14 gelinieerde vellen van eenzelfde (folio)formaat, die eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot4 Het is als volgt samengesteld: een ongenummerd blad met het opschrift ‘De Koelie’ en genummerde bladen 2-14.Ga naar voetnoot5 De bladen zijn beschreven in zwarte inkt. Het verhaal ‘De koelie’ maakt geen deel uit van het handschrift van ‘Het snoer der ontferming’: het heeft niet de verzameltitel, geen hoofdstuknummer en de titel staat gecentreerd bovenaan het blad, terwijl de titels van de hoofdstukken van ‘Het snoer der ontferming’ rechts onder het hoofdstuknum- | |
| |
mer staan. Ook is het verhaal langer dan de hoofdstukken van ‘Het snoer der ontferming’.
Couperus heeft de eerste versie van de verhalen zonder veel onderbrekingen op papier gezet; de ductus is regelmatig, maar de ductus van het ‘Voorspel’ verschilt van de overige bladen; ook de ductus van het verhaal ‘De koelie’ wijkt af. Couperus heeft in dezelfde inktkleur en in potlood veel doorhalingen, verbeteringen en toevoegingen in de tekst aangebracht.Ga naar voetnoot6 De tekst van het handschrift wijkt inhoudelijk vrijwel niet af van de gepubliceerde versie van de verhalen. Meestal gaat het om kleine, vooral stilistische, varianten.
De handschriften vertonen geen sporen van de zetterij, zoals zwarte vegen en vouwen in het papier. Ze hebben derhalve niet als kopij voor Groot Nederland gediend: ze zijn overgetypt.
B. een onvolledig typoscript van Het snoer der ontferming, dat zich bevindt in het Letterkundig Museum (sig. c.383 a.3).Ga naar voetnoot7 Het bestaat uit 122 ongelinieerde bladen van eenzelfde (folio)formaat, die in paarse inkt eenzijdig zijn getypt. Het is als volgt samengesteld: een ongenummerd blad met het door Couperus in potlood doorgestreepte opschrift ‘Japansche Prenten’, en genummerde bladen 2-17, 17a-103, 117-134.Ga naar voetnoot8 Van het ‘Voorspel’ en het verhaal ‘De koelie’ ontbreekt een typoscript. Couperus heeft het typoscript tot blad 66 (het slot van hoofdstuk xxi ‘De spiegel’) in paarse inkt en in potlood gecorrigeerd, waarbij hij ook veranderingen heeft aangebracht ten opzichte van de oorspronkelijke, handschriftelijke versie. In het gehele typoscript zijn ook correc- | |
| |
ties in potlood aangebracht, in een ons onbekende hand. Het typoscript heeft als kopij gediend voor de publikatie in Groot Nederland.Ga naar voetnoot9
C. een onvolledige drukproef van Groot Nederland, die zich bevindt in het Letterkundig Museum (sig. c.383 d.4). De proef bestaat uit dertig bladzijden octavo. Het eerste blad is ongenummerd en heeft het opschrift ‘Het snoer der ontferming’; de overige bladen zijn genummerd 2-30. De bladen bevatten de tekst van de publikatie in het augustusnummer 1923 van Groot Nederland (de hoofdstukken xxiii-xxv). Couperus heeft de eerste elf bladzijden gecorrigeerd, in paarse inkt. De onvolledig gecorrigeerde drukproef is na het overlijden van Couperus in juli 1923 niet meer aan de redactie van Groot Nederland verzonden: de correcties zijn in de gepubliceerde tijdschriftversie niet overgenomen.
D. tijdschriftpublikaties:
‘Het snoer der ontferming’. Groot Nederland 21 (1923). Dl. 1[april-juni], p. 377-386 (‘Voorspel’, i-x), p. 544-562 (xi-xv), p. 698-714 (xvi-xx); dl. 11 [juli], p. 61-94 (xxi-xxii). De overige publikaties van ‘Het snoer der ontferming’ in Groot Nederland zijn na Couperus' overlijden verschenen; hij heeft de drukproeven daarvan niet gecorrigeerd: Groot Nederland 21 (1923). Dl. 11 [augustus/oktober], p. 190-219 (xxiii-xxv), p. 404-419 (xxvi).Ga naar voetnoot10
‘De sneeuwfee; Japansche legende van ouderliefde’. Het vaderland 29 april 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Rijzende-Maan-Zilverzacht; Japansche legende van weemoed’. Het vaderland 13 mei 1923, Ochtendblad B, p. 1.
| |
| |
‘Gompachi en Komurasaki; Japansche legende van hartstocht i-iv’. Het vaderland 27 mei-17 juni 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘De bittere wijsgeer; Japansche legende van wijsheid’. Het vaderland 24 juni-1 juli 1923, Ochtendblad B, p. 1.
Van de vier verhalen in Het vaderland is geen handschrift of typoscript overgeleverd. Couperus heeft de kopij ervan geleverd, maar het is niet zeker of hij ook de drukproeven zelf heeft gecorrigeerd. Hij stond er overigens wel altijd op de proeven van de voorpublikaties van zijn werk te corrigeren.
Eind oktober 1923 ontving mevrouw Couperus een verzoek ‘Het snoer der ontferming’ in boekvorm te mogen uitgeven: ‘Juist vernam ik, dat de reisbrieven uit de Haagsche Post onder den titel “Oostwaarts” bij Uitgevers Mij Leopold te Den Haag zijn of zullen verschijnen. Nu blijft alleen over “Het Snoer der Ontferming” uit Groot Nederland als roman uit te geven en zou ik daaromtrent gaarne spoedig Uw plannen en honorarium willen vernemen.’Ga naar voetnoot11 Het is ons niet bekend, wie haar dit voorstel deed.Ga naar voetnoot12 In mei 1924 sloot mevrouw Couperus een contract met Nijgh & Van Ditmar te Rotterdam voor de boekuitgave van Het snoer der ontferming, ‘waaraan toegevoegd zal worden een serie Japansche novellen, waarvan de tekst-grootte overeenkomt met pl. m. 2600 regels kolom Vaderland’.Ga naar voetnoot13 De kopij moest voor 1 juli 1924 worden ingeleverd; mevrouw Couperus ontving bij inlevering een honorarium van ƒ1000,- voor een eerste oplage van 1500 exemplaren. Voor elke nieuwe oplage van 1500 exemplaren zou zij ƒ500,- ontvangen. De bundel Het snoer der ontferming en Japansche legenden verscheen in november 1924 bij Nijgh & Van Ditmar's
| |
| |
Uitgevers-maatschappij te Rotterdam. De oplage van de eerste druk van Het snoer der ontferming was 1500 exemplaren.Ga naar voetnoot14
De titel Het snoer der ontferming en Japansche legenden is waarschijnlijk niet door Couperus zelf gekozen. Omdat de titel echter sinds 1924 in alle literatuurgeschiedenissen en bibliografische overzichten van Couperus' werk is gebruikt, hebben wij gemeend deze vertrouwde titel te moeten handhaven.Ga naar voetnoot15
| |
Tekstkeuze
Voor deze uitgave van Het snoer der ontferming en Japansche legenden zijn de voorpublikaties in Groot Nederland van april tot juli 1923 van ‘Het snoer der ontferming’ (hoofdstuk i-xxi) en de voorpublikaties van de vier ‘Japansche legenden’ in Het vaderland als basistekst gekozen; van de overige hoofdstukken van ‘Het snoer der ontferming’ die in augustus en oktober 1923 in Groot Nederland zijn verschenen, is het handschrift als basistekst gekozen. De genoemde voorpublikaties en handschriften vertegenwoordigen de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij van de voorpublikaties geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van de desbetreffende nummers van Groot Nederland en Het vaderland, en van de desbetreffende handschriften die zich bevinden in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (sig. c.383 h.i).
| |
Correcties
In de tekst van deze uitgave van Het snoer der ontferming en Japansche legenden zijn, mede op grond van een woord-voor-woord
| |
| |
vergelijking van achtereenvolgens het overgeleverde handschrift met het typoscript en van het typoscript met de tijdschriftpublikatie (en in voorkomende gevallen met de door Couperus gecorrigeerde drukproef), de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde versie gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing van de tijdschriftpublikatie of het handschrift. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij voorkomt in alle genoemde versies. Indien dit niet het geval is, wordt van de hoofdstukken van Het snoer der ontferming ook de lezing van het handschrift (h) vermeld, en in voorkomende gevallen ook de lezing van het typoscript (t).Ga naar voetnoot16
9,11 |
klein en nietig/klein nietig (klein nietig t, klein en nietig h) |
11,21 |
dichteressen,/dichteressen (dichteressen t, dichteressen, h) |
12,27 |
schrijfgerei/schrijfgerij* |
13,16 |
duidelijk./duidelijk, (duidelijk, t, h) |
14,2 |
boom/boomen (boomen t, boom h) |
14,3 |
krinkelen/krinkelden (krinkelen t, h) |
14,6 |
Bodhisattwa/Bodhisatwa* |
14,10 |
godheid, uw kunst,/godheid, (godheid, t, godheid, uw kunst, h) |
14,10 |
gij!,/gij! (gij! t, gij!, h) |
14,23 |
hoogmoedig/hoogvaardig (hoogvaardig t, hoogmoedig h) |
15,3 |
schrijfstift/schriftstift* |
16,14 |
rivier/rkvier (rivier t, h) |
| |
| |
17,1 |
Boeddha's dan/Boeddha's (Boeddha's t,Ga naar voetnoot17 Boeddha's dan h) |
17,3 |
rotsblokken/rostblokken (rotsblokken t, h) |
17,12 |
polijstte/polijste* |
17,32 |
polijstte/polijste* |
20,5 |
na/nu (nu t, na h) |
20,26/27 |
schuitjes [...] meisjes,/schuitjes, [...] meisjes (schuitjes, [...] meisjes t, schuitjes [...] meisjes, h) |
21,8 |
Langen/langen* |
22,9 |
van zachtste/zachtste (zachtste t, van zachtste h) |
23,6 |
gefiedeld/gefiedelt (gefiedelt t, gefiedeld h) |
23,29 |
ziet buigende [...] toe/zich buigende [...] over (zich buigende [...] over t, ziet buigende [...] toe h) |
23,32 |
convolvulusrank/convolvulussrank (convolvulusrank t, h) |
24,2/3 |
kooitje van groene bamboe-stijltjes. Dat is een kooitje/kooitje (kooitje t, kooitje van groene bamboe stijltjes. Dat is een kooitje h) |
25,19 |
niet/niet, (niet t, h) |
29,17/18 |
teekenaar,/teekenaar (teekenaar, t, h) |
32,20 |
even/weêr (weer t, even h) |
33,14 |
vormde/vormden (vormden t, vormde h) |
33,28 |
ik weet/weet ik (weet ik t, ik weet h) |
34,6 |
mijmeren,/mijmerend (mijmeren t, h) |
34,16 |
Kyoto/Kioto (Kyoto t, h) |
34,30/31 |
plooi-golvende kimono-gewaden/plooi-golvende-kimono-gewaden (plooi-golvende kimono-gewaden t, h) |
35,25/26 |
‘hemelblauw-zwarte’/‘hemelsblauw-zwarte’ (‘hemelblauw-zwarte’ t, h) |
35,27 |
en aan/aan (aan t, en aan h) |
| |
| |
35,31 |
vijverlandschap/vijverlandscnap (vijverlandschap t, h) |
36,4 |
copieën/copieeën (copieën t, h) |
36,6 |
‘citroen-geel-gouden’/citroen-geel-gouden* |
36,25 |
dat/door (dat t, h) |
36,31 |
vindt/vind* |
37,12 |
oirans/Oirans, (Oirans, t, Oirans h) |
37,22 |
vaak/maar (maar t, vaak h) |
37,27 |
zwaar,/zwaar (zwaar, t, h) |
38,14 |
licht glorie-glanzend/licht-glorie glanzend (licht-glorie-glanzend t, licht glorie-glanzend h) |
40,35/41,1 |
gekronkeld,/gekronkeld (gekronkeld, t,Ga naar voetnoot18 gekronkeld h) |
41,13 |
Ik/âk (Ik t, h) |
42,3 |
ge,/ge (ge, t,Ga naar voetnoot19 ge h) |
42,13 |
schipper/schipper, (schipper, t, schipper h) |
44,10 |
Ai-ai-ai, joe-joe-joe, ppf-ppf-ppf/Ai; ai; ai, joe; joe; joe, ppf; ppf; ppf (Ai; ai; ai, joe; joe; joe, ppf; ppf; ppf t, Ai-ai-ai, joe-joe-joe, ppf-ppf-ppf h) |
45,11 |
weêr/weer (weer t, h) |
47,3 |
beesten,/beesten (beesten t, beesten, h) |
47,4 |
zich/zîch (zich t, h) |
47,10 |
poëzie/poëzie, (poëzie t, h) |
47,11 |
derde, kijkende/derde en kijkende (derde, kijkende t,Ga naar voetnoot20 derde en kijken h) |
48,10 |
Bodhisattwa's/Bodhisatwa's (Bodhisatwa's t, Bodhisattwa's h) |
49,7 |
Nauwlijks/Naulijks (Nauwlijks t, h) |
50,13 |
wendden/wendde (wendde t, wendden h) |
50,25 |
want dat/want (want dat t, h) |
51,28 |
om/naar (naar t, om h) |
51,28 |
vaak/ook (ook t, vaak h) |
| |
| |
52,24 |
de besneeuwde/besneeuwde (besneeuwde t, de besneeuwde h) |
53,16 |
geleidden/geleidde* |
53,31 |
Yoshiwara - wijk/Yoshiwara-wijk (Yoshiwara-wijk t, h) |
54,13 |
xvi/xv* |
54,14 |
Utamaro's/utamoro's (Utamaro's t, h) |
55,9 |
zoo zacht, zóo/zoo zàcht, zoo (zoo zacht, zóo t,Ga naar voetnoot21 zoo zacht, zoo h) |
55,14 |
begoocheling/begoocheling, (begoocheling t, h) |
55,19 |
dichteressen/dichtressen (dichteressen t, h) |
56,20 |
xvii/xvi* |
56,22 |
Tempel/tempel (Tempel t, h) |
58,4 |
ach,/ach (ach t, ach, h) |
59,1 |
Gichelende en/Gichelende (Gichelende t, Gichelende en h) |
59,4 |
kwade-kanspapiertjes/kwade kanspapiertjes (kwade-kanspapiertjes t, h) |
59,7 |
xviii/xvii* |
60,27 |
gelaat is dat als van een/glans is die van een een (glans is die van een t, gelaat is dat als van een h) |
61,6 |
omgekomen/ongekomen (ongekomen t, omgekomen h) |
61,16 |
als/de (de t, als h) |
61,20 |
achtergrond/acntergrond (achtergrond t, h) |
61,29 |
geschiedt:/geschiedt; (geschiedt: t, h) |
61,33 |
prenten,/prenten (prenten, t, h) |
63,19 |
druk/indruk (druk t, h) |
64,24 |
Ik/Ik zal (Ik zal t, Ik h) |
64,32 |
reikt/reikte (reikt t, h) |
65,12 |
nutteloos,/nutteloos (nutteloos, t, h) |
65,21 |
Kumagai/Kumgai (Kumagai t, h) |
65,27 |
gruwelijk/gruselijk (gruwelijk t, h) |
| |
| |
65,30 |
Wie/Die (Die t, Wie h) |
65,34 |
vóor/voor (vóor t, h) |
66,1 |
rustig,/rustig (rustig t, rustig, h) |
66,14 |
Bodhisattwa's/Bodisatwa's* |
67,1 |
xix/xviii (xiii t, xix h) |
67,11 |
mensch/menschen (menschen t, mensch h) |
67,33 |
voorzichtigjes/voorzichtjes (voorzichtigjes t, h) |
68,19 |
zijn/tijn (zijn t, h) |
69,21 |
heiligdommen/heiligdoommen (heiligdommen t, h) |
69,25 |
glas-ijl/glasijl (glasijl t, glas-ijl h) |
70,28 |
sericaria,/sericaria (serkaria, t, h) |
71,1 |
xx/xix (xx t, h) |
71,21 |
Sabbath-nacht/Sabbath, nacht (Sabbath-nacht t, h) |
71,29 |
sluierslippen/sluiers slippen (sluierslippen t, h) |
72,33 |
te/de (te t, h) |
73,15 |
wringende/wiegende (wiegende t, wringende h) |
73,32 |
verstijven de/verstijvende* |
73,34 |
waarvan/waar (waarvan t, h) |
75,13 |
en/in (in t, en h) |
76,2 |
maagdehart/maagdenhart (maagdenhart t, maagdehart h) |
77,4 |
chamaecyparis-hout/chameacyparis-hout (chamaecyparis-hout t, h) |
77,18/19 |
heen geroepen/heen (heen geroepen t, h) |
77,20 |
achtte/achten (achtten t, achtte h) |
77,21 |
in/aan (aan t, in h) |
78,18 |
beurende/bevende (bevende t, beurende h) |
78,29 |
kunnen/kunenGa naar voetnoot22 (kunnen t, h) |
79,16 |
gebouwde/gebouwd (gebouwd t, gebouwde h) |
80,13 |
goden!,/goden! (goden! t, goden!, h) |
80,35 |
Liefde./Liefde (liefde, t, h) |
81,16 |
als/een (een t, als h) |
| |
| |
82,18 |
wereld- en hemeldrang/wereld-en-hemeldrang (wereld-en-hemeldrang t, wereld- en hemeldrang h) |
82,24 |
wel van licht overvol/vol van licht, overvol (vol van licht, overvol t, wel van licht overvol h) |
83,32 |
naar/maar (naar t, h) |
84,7 |
voor/van (van t, voor h) |
84,34 |
vervoering/vervoeringen (vervoeringen t, vervoering h) |
85,24 |
jonge/ - jonge |
87,10 |
gitten, glanzige/gitten glanzende |
88,6 |
toen/oen |
88,18 |
papieren/purperen |
88,34 |
storten/sorten |
89,10 |
dergelijke/dergelijke, |
89,12 |
zonsopgang/zonsondergang* |
90,1 |
toeriepen en -wuifden/toeriepen en wuifden |
91,22 |
Groote/groote |
91,27 |
verklaart/verklaarde |
92,3 |
woord;/woord, |
92,15 |
voort/voor |
92,17 |
Muroto,/Muroto |
92,35 |
onttooveren/onttooverden, |
94,26 |
knie/knieën |
95,32 |
dat de/door de |
96,11 |
wil/willen* |
97,30 |
‘Dai-Butsu!’/Dai-Butsu!* |
97,35 |
‘-Butsu!’/‘Dai-Butsu’ |
99,3 |
geraakte/geraakt |
101,19 |
op weg/op weêr |
101,27 |
terwijl/terwijl, |
101,27 |
verklotste/verkloste |
102,1 |
vroeg,/vroeg |
102,18 |
eere/èere |
104,6 |
vaal, vaag/vaal |
104,7 |
vaag vale/nog vale |
| |
| |
104,24 |
zwarte, hier en daar ijle/dichte, hier en daar zwarte, ijle |
105,15 |
schrijfgerei/schriftgerei |
105,17 |
naam?/naam? [nieuwe regel] - Umi-San. |
106,14 |
verrukking./verrukking |
106,27 |
Umi-San/Umi-Szn |
108,1 |
niet geweigerd/geweigerd*Ga naar voetnoot23 |
109,15/16 |
kloostercel. [...] antwoordde:/kloostercel: [...] antwoordde. |
109,18 |
wel wil/wel |
109,19 |
kracht,/kracht |
110,11 |
weelderige/weelderig |
112,1 |
stroomen gestuwd/stuwing |
112,17 |
en/en, |
113,9 |
en zingt/zingtGa naar voetnoot24 |
113,10 |
seconden/de uren |
113,15 |
Nirwâna/Nirwana |
113,17/18 |
thee-huis/theehuis |
113,22 |
thee-huis/theehuis |
113,24 |
Kiyohime/KiyoGa naar voetnoot25 |
113,30 |
thee-huis/theehuis |
114,4 |
haar/hare |
116,17 |
verkwikkenden/verkwikkend |
117,15 |
zong,/zong |
117,17 |
thee-huis/theehuis |
117,21 |
iutons;/futons, |
118,17 |
vermillioenen/vermillioene |
119,11 |
door klonk/doorklonk |
119,17 |
Hikata-rivier/Hikata rivier |
119,20 |
zonsopgang/zonsopgang, |
119,23 |
koortsigen/koortsige |
| |
| |
119,33 |
thee-huis/theehuis |
120,14 |
mijn/de |
122,4 |
Zekerlijk/Natuurlijk |
122,12 |
nachte-zwart/nachte zwart |
122,19 |
klokke-huis/klokke huis |
122,33 |
klokke-huis/klokke huis |
123,2 |
tampte/kampte |
123,10 |
thee-huis/theehuis |
124,1 |
Bodhisattwa's/Bodisattwa's |
124,2 |
thee-huis/theehuis |
124,9 |
vermillioen;/vermillioen, |
127,3 |
gevluchte/gevluchtte |
127,9 |
naam!, /naam! |
130,25 |
was geweest/was, geweest |
130,33 |
Taikô/Taiko |
131,32 |
gevleid/gevlijd |
134,3 |
immer/nimmer |
135,29 |
rotssteen - /rotssteen, |
137,10 |
aestheet/aestheet, |
137,35 |
knaap,/knaap |
139,2 |
onafhankelijke/onafhankele |
139,21 |
chryzanthen/chryzanten |
140,6 |
aardschheid/aardscheid |
142,25 |
middagzon/middagzon̑ |
143,3 |
gecreëerd/gecreeerd |
145,21 |
hem/hij |
145,24 |
aestheet/estheet |
146,30 |
bied/bid |
147,26/27 |
die [...] glansden/dit [...] glansde |
149,20 |
Westen,/Westen |
149,28 |
òf [...] òf/òf [...] of |
150,1 |
daimyo's/daymio's |
150,6 |
daimyo/daymio |
150,14 |
breidden/breiden |
151,6 |
be-ambten/be-amten |
| |
| |
151,16 |
mannen,/mannen |
151,19 |
daimyo's/daymio's |
157,12 |
minder,/minder |
157,14 |
Tera/Thera |
157,27 |
huif./huif, |
157,28 |
En:/En, |
157,30 |
En:/En, |
158,6 |
doorzocht - /doorzocht, |
158,14 |
Tera/Thera |
159,7 |
Tera/Thera |
160,11 |
Tera/Thera |
162,5 |
iedere/iedere zich |
164,15 |
Toen rukte/Toen, rukte |
172,8 |
verduidelijkt/verduidelijkte |
177,4 |
neêr/neer |
182,16 |
knaapsken/knaapksken |
184,29 |
wilt/wit |
186,7 |
harstvlam/hartsvlam |
186,21 |
harstvlammen/hartsvlammen |
186,28 |
stam,/stam. |
188,9 |
voet,/voet |
189,22 |
samurai/Samurai |
191,5 |
eindelijk!,/eindelijk! |
193,8/9 |
gitlussige/gitlustige |
194,5 |
vloekten/voekten |
195,31 |
zoû/zoù |
198,16 |
dadelijk/dadeijlk |
199,25 |
hartstochtelijk/hartochtelijk |
199,33 |
samen./samen |
200,15 |
Klasse/klasse |
202,3 |
Maar hoe/Maar |
202,20 |
feestmaal,/feestmaal |
203,4 |
breng/brengt |
203,33 |
zelfs/zelfst |
204,13 |
stond/stonds |
| |
| |
204,31/32 |
gerechtsdienaren/gerechtsdienarens |
205,16 |
Bodhisattwa's/Bodhisathwa's |
205,17 |
Jizo/Iizo |
206,3 |
zomerdag,/zomerdag |
206,12 |
eigenlijk/eigenlk |
207,3 |
Wijsgeer/Wijsweer |
207,14 |
de/de de |
210,10 |
meditatie/medetatie |
210,20 |
verwekten/verwekken |
211,12 |
Wijsgeer/wijsgeer |
213,8 |
Wijsgeer/wijsgeer |
213,30 |
weêrschijningen/wêerschijningen |
| |
Varianten
De basistekst (tijdschriftpublikaties) van Het snoer der ontferming en Japansche legenden vertoont ten opzichte van de vroegere versies (typoscript en handschrift) de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de basistekst gegeven; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgen de vroegere versies van het typoscript (t) en het handschrift (h).Ga naar voetnoot26
9,8 |
boezem < vrouweboezem h |
11,1 |
1 < 1. Japansche Prenten h |
11,6 |
bloeiende < bloesemde [lees: bloesemende] h |
11,19 |
opgestikt < overstikt h |
11,24 |
gloeiend < zeer hGa naar voetnoot27 |
12,23/24 |
weêrschijn < weêrschijnen h |
12,28 |
zware < roode h |
13,12 |
waterlelies < waterlelie h |
13,26 |
flitsenGa naar voetnoot28 < schichten h |
| |
| |
14,30 |
en < en uw h |
15,13 |
toen < wen h |
15,24 |
winterkoû < winterwind h |
15,32/33 |
verplantte de hovenier < verplantten de hoveniers h |
15,34 |
pavillioentje < pavillioen h |
17,31 |
eerder < eerder of later h |
17,34 |
Zoo Jizo niet zelve < Of Jizo zal zelve t < O Jizo zal zelve h |
18,9 |
vrome rotsblokken < vrome, gestapelde rotsblokken h |
18,9 |
zich < van h |
19,15 |
versmalt < vernauwt h |
19,20 |
tot < met h |
19,20/21 |
een brug < een boog h |
19,21/22 |
dubbelbrug < dubbelboog h |
20,19 |
zijn < diens t, h |
20,27 |
en < te nemen en h |
22,11 |
bloesems < bloemen h |
22,15 |
hare sluiers < hunne sluiers h |
22,27 |
hij < zij t, h |
22,27 |
der < van de h |
23,20 |
gebonden < gehouden h |
24,30 |
om < aan h |
25,1/2 |
Maar [...] Amida. < ontbreekt h |
25,5 |
die < trap die t, h |
26,5 |
dien < hem t, h |
27,2 |
rustiger, naar zij dachten, te gaan < rustig te gaan h |
27,19 |
aan [...] ietsGa naar voetnoot29 < om [...] hem iets h |
28,12 |
overbrugt < overbuigt h |
29,8 |
achter weêr < achter t, h |
30,17 |
regenmantels, met < regenmantels en h |
30,29 |
scherpe < sterke h |
31,8/9 |
gericht < gerecht t, h |
| |
| |
32,32 |
ontstemd < boos t, h |
34,3 |
gestapeld < gestapeld te liggen h |
34,5 |
enkele doen < enkel weten t, h |
34,19 |
lang < boog t, h |
34,25 |
toen < toch h |
36,13 |
overheersching < slavernij h |
36,18 |
geschoven,Ga naar voetnoot30 < geschoven en h |
36,27 |
zijn zij niet meer, < zien wij niet meer h |
37,6 |
brekende < simpele h |
37,8-10 |
O, gij [...] Nirwâna < ontbreekt h |
37,25 |
en < met h |
37,27 |
dit < dat h |
38,4 |
stralen < stralen in welke zij stond h |
38,15/16 |
schemer, met < schemer in h |
38,21 |
met < die is met h |
38,24 |
in < in de h |
38,25 |
dat < zij t, h |
39,3 |
want < en t, h |
39,5 |
zielsverhuizing, om < zielsverhuizing en h |
39,27/28 |
stralenkrans < een stralenkrans h |
39,28 |
het < haar h |
40,14 |
voor < van h |
41,21 |
zaal < salon t, h |
41,30 |
blanke, maarGa naar voetnoot31 < blanke, h |
42,16 |
tweede < derde h |
43,2 |
tweede < derde h |
43,28/29 |
den tweeden < de derde h |
43,32 |
een < zijn h |
43,33 |
een < zijn h |
45,23 |
viesGa naar voetnoot32 < vreemd h |
| |
| |
45,32 |
gekleed < gekleed werd h |
46,2 |
tweede < derde h |
46,27 |
dit < dat h |
47,3 |
had gezegd < wist h |
47,23 |
kimono < oude kimono h |
47,26 |
tweede < derde h |
47,28 |
faam < naam t, h |
49,1 |
Mikan < Mikan was een jonge priester, en de hooge-priester was nooit tevreden over hem. Mikan h |
50,11 |
het < het er h |
50,13 |
glimlachten zij < glimlachten h |
51,14 |
inGa naar voetnoot33 < voor h |
52,8 |
haar eigen < haar haar eigen h |
52,11 |
was < nu was h |
52,16 |
beider < hun beider h |
53,32 |
afschuwelijkheid < afschuwwekkendheid h |
54,16 |
Huizen < Huizen [noot:] Vergelijk Edmond de Goncourts: ‘'Utamaro’.Ga naar voetnoot34 h |
54,27 |
getooide < de getooide h |
55,31 |
den herfst < herfst h |
55,35 |
haren zijn < haren t, h |
56,16 |
ure < nacht t, h |
59,9 |
Hier < Dit h |
59,10 |
zijn < zij zijn h |
59,26 |
minnaressen < vrouwen h |
59,32 |
als < die is als h |
60,19 |
breed staan de < breed t, h |
61,15 |
als < die zijn als h |
61,16 |
of < of die zijn h |
62,2 |
breed < met t, h |
62,10 |
van < aan h |
| |
| |
63,18 |
bulktGa naar voetnoot35 < brult h |
64,17 |
beveel < bid t, h |
65,4 |
snikt < weent h |
65,8 |
jeugdigen < zeer jeugdigen h |
65,12 |
roekeloos < noodeloos h |
66,3 |
gebaren de < gebarende h |
66,5 |
zegt < meent h |
66,25 |
waarover < waarboven h |
66,25 |
waarop < waarboven h |
66,28 |
aan een < aan wat eenmaal waren helden, een h |
67,7 |
verdurender < verdurender zijn h |
67,10 |
ezel < het zij ezel h |
67,11 |
eenmaal < want eenmaal h |
67,12 |
het < aan het h |
67,14 |
en een < of een h |
68,29 |
met < van h |
69,1 |
op < over h |
69,2 |
dagen < dagen; dan, zie, is het van donker blanker geworden h |
69,4 |
leeft < léeft, niet anders dan een mensch leeft h |
69,7 |
de wormpjes < het wormpje h |
69,12 |
moerbeziebladeren < maar geheele moerbeziebladeren h |
70,2 |
waarom < dat t, h |
70,24 |
vergeve < vergeve het hem h |
71,11 |
deGa naar voetnoot36 < deze h |
71,25 |
overal < overal af h |
71,26 |
winterhemel < witten hemel h |
72,12 |
omGa naar voetnoot37 < uit h |
| |
| |
72,35 |
niet < met meer h |
73,1 |
hare < hunne h |
73,4 |
alle < alle de h |
73,14 |
vossen < geestes-vossen t, h |
73,29 |
dierelijf < vosselijf h |
73,34 |
scherp < scherper h |
74,19 |
de jonge Ama < Ama h |
74,32 |
vier schotelen < die zijn vier schotelen h |
75,23/24 |
duisterende tempelruimte < duisterende tempel h |
76,11/12 |
bedreigenGa naar voetnoot38 < bedringen h |
76,23 |
nieuwsgierig < nieuwsgierig, o goddeloos nieuwsgierig h |
76,27 |
bedreigen < bedringen h |
76,33 |
waart < waadt h |
77,18 |
heen < heen geroepen t, h |
78,2 |
nooit een < nooit h |
82,5 |
zoo < zoo dartel, h |
82,25 |
stralen; o wàren hare stralen < straling, o wàs hare straling h |
83,8 |
van haar < harer h |
83,21 |
toch < toch ook h |
83,26 |
van < om h |
86,11 |
ouders < vader h |
86,27 |
tuchtiging < tuchtiging bij tuchtiging t, h |
86,34 |
Vroege < Vroegste t, h |
87,8 |
kersenboomen, met, < kersenboomen, opkijkende in de schoonheid der rozige en wittere bloesemsneeuw, die vrouwen met h |
87,9 |
poppelijven < groote poppelijven h |
87,15 |
maar < maar niet h |
87,20 |
om < van t, h |
87,26 |
niet anders dan < wat anders de als t < niet anders dan als h |
| |
| |
88,8 |
gerezen < verrezen h |
88,30 |
streek < weer t < weg h |
89,12 |
ging hij < ging h |
89,25/26 |
dansende, daar < dansende en t < dansende h |
90,3 |
voorouder < voorvader h |
90,18 |
alleenen < alleen; h |
91,15 |
ik < ik, oude man h |
91,30 |
is < is te h |
92,4 |
zegen volle < zegevolle h |
92,33 |
gezegend < gezegend, gezegend h |
92,34 |
ging de grijsaard voort < ging voort t < ging voort de grijsaard h |
93,21 |
zelve en < zelve; en t < zelve; zij h |
93,30 |
grijze lakensGa naar voetnoot39 < grijs gewatteerde lakens h |
94,4 |
uit < voor h |
94,26 |
spannende < met spannende h |
95,6 |
punt < piek t, h |
97,5 |
dien < wien h |
100,6 |
binden < vast binden h |
100,12 |
Jongste < Jongste gij h |
101,21 |
winteravond < winterdag h |
102,11 |
te turen < naar het Oosten te turen h |
103,33 |
niet < ooit h |
106,21 |
behulp < hulp h |
107,20 |
En < Maar t, h |
108,27 |
om te < te t, h |
109,27/28 |
een harde < harde t, h |
111,2 |
borst < borsten h |
111,3 |
zachte < zoete h |
111,19 |
te < het h |
| |
| |
| |
Afbrekingstekens
In deze uitgave van Het snoer der ontferming moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
11,20 |
email- |
11,26 |
camelia- |
19,2 |
Dai- |
22,22 |
licht- |
30,25 |
water- |
32,11 |
thee- |
33,2 |
thee- |
34,9 |
camelia- |
35,21 |
in- |
37,28 |
samurai- |
42,4 |
morgen- |
60,28 |
en- |
68,1 |
blanke- |
72,21 |
chryzopraze- |
73,10 |
vossinne- |
78,29 |
Ama- |
80,32 |
samen- |
81,4 |
Gedachten- |
81,30 |
Uzume- |
87,1 |
midden- |
91,24 |
Kobo- |
93,17 |
Umi- |
98,26 |
Boeddha- |
100,9 |
camelia- |
100,26 |
Umi- |
101,6 |
Kobo- |
103,4 |
Umi- |
104,10 |
Umi- |
105,9 |
priester- |
105,13 |
tempel- |
109,2 |
Umi- |
109,10 |
Umi- |
110,5 |
lussen- |
110,20 |
Umi- |
113,17 |
thee- |
121,34 |
Hikata- |
129,8 |
bleek- |
134,2 |
no- |
134,15 |
thee- |
136,5 |
kakemono- |
138,9 |
O- |
155,21 |
Hakone- |
160,1 |
schuim- |
173,6 |
magnolia- |
190,32 |
ge- |
191,23 |
Gloeiende- |
191,30 |
Lelie- |
193,31 |
Lelie- |
196,9 |
Lelie- |
198,3 |
Chineesch- |
198,7 |
Lelie- |
200,3 |
Gloeiende- |
201,14 |
Lelie- |
201,21 |
be- |
211,13 |
Ashitaka- |
212,30 |
en- |
230,17 |
kwade- |
| |
| |
Op p. 114, 126, 141, 157 valt het einde van de pagina samen met een witregel.
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet.
|
-
voetnoot1
- Vgl. de ‘Verantwoording’ in: Louis Couperus: Nippon. Amsterdam/Antwerpen, 1992. Volledige Werken Louis Couperus [dl.] 48. p. 223-226.
-
voetnoot2
- De bladen 19, 22-27, 49-55, 57-58, 70-72 zijn van een andere papiersoort; op de achterkant van de bladen 19 en 22 staat een nummer (3 en 2) en in potlood een gedeelte van de kladversie van het laatste feuilleron van de reeks ‘Met Louis Couperus in Japan’ (Haagsche post 5 mei 1923); op de achterkant van blad 41 staat in de hand van mevrouw Couperus een aanzet van een passage uit dezelfde reeks; op de achterkant van blad 67 staan aantekeningen van Couperus voor het verhaal ‘Nishiki, dat is Oranje-appel [...]’ en verwijzingen naar Edmond de Goncourts boek Outamaro (1891); op de achterkant van de bladen 66, 68-69 staat in het handschrift van mevrouw Couperus een afschrift van enkele passages uit de reeks ‘Met Louis Couperus in Japan’.
-
voetnoot3
- De titel luidde eerst: ‘Japansche Prenten in Woord’. De laatste twee woorden zijn door Couperus met potlood doorgestreept.
-
voetnoot4
- Op de achterkant van het eerste blad staat een tekening in potlood.
-
voetnoot5
- Op blad 5 staat de aantekening: ‘Akari-no-Tera Lamp v/d Tempel Kamo Wilde Eend’.
-
voetnoot6
- De hoofdstukken x (‘Verwaaide lelie's’), xi (‘Dorre bladeren en pijnnaalden’) en xii (‘De kimono's’) bij voorbeeld waren oorspronkelijk respectievelijk getiteld: ‘Verfijningen 1-11’ en ‘De Twaalf Uren der Groene Huizen’.
-
voetnoot7
- Op de achterkant van het eerste blad staat in de hand van Couperus de naam en het adres van de typiste: ‘Mej. N. van Genderen Stort. Ieplaan 64’. Zij ontving dertig cent per getypt vel (op blad 103 van het typoscript, na het slot van hoofdstuk xxiii, staat een berekening: van een voorschot van ƒ40,-restte na 106 bladen à dertig cent nog ƒ8,20).
-
voetnoot8
- Na nummer dertien, waar de typiste zich vergiste en verder nummerde met 16, zijn de juiste nummers tot en met blad 103 in potlood aangebracht.
-
voetnoot9
- Op blad 40 van het typoscript staat, in een ons onbekende hand: ‘Juni-aflev. Proef L. Couperus Hotel De Engel Steeg. (Gelderland)’.
-
voetnoot10
- Het verhaal ‘De koelie’ is misschien door Couperus, maar waarschijnlijker door zijn vrouw of door de redactie van Groot Nederland als hoofdstuk xxvi van ‘Het snoer der ontferming’ gepubliceerd. In het tijdschrift stond bij het verhaal de aantekening: ‘Dit is het laatste stuk van zijn hand dat ons Louis Couperus naliet.’
Het gedicht met de beginregel ‘Ik wil slechts de Seconde’ uit hoofdstuk xxv (‘De aestheet’) komt ook voor in Couperus' feuilleton ‘Intieme impressies vii’, gepubliceerd in Het vaderland van 18 maart 1923.
-
voetnoot11
- Niet ondertekende, getypte brief, gedateerd 26 oktober 1923, in het Letterkundig Museum (sig. c.383 b3b).
-
voetnoot12
- Het voorstel werd wellicht gedaan door uitgeverij Van Holkema & Waren-dorf, bij wie Couperus' eerste bundel Proza in november 1923 verscheen.
-
voetnoot13
- Een exemplaar van dit contract is in bezit van uitgeverij Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam (een tweede exemplaar bevindt zich in de Couperus-collectie van het Letterkundig Museum).
-
voetnoot14
- Volgens de opgave uit het contract. Tot en met december 1924 werden van de bundel 878 exemplaren verkocht, tot en met december 1925 1034 exemplaren. De afrekeningen van Nijgh & Van Ditmar met mevrouw Couperus, waaraan deze cijfers zijn ontleend, zijn in bezit van uitgeverij Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam.
-
voetnoot15
- Het verhaal ‘De koelie’ is, evenals in de eerste druk van de bundel, als zesentwintigste hoofdstuk van ‘Het snoer der ontferming’ opgenomen.
-
voetnoot16
- Het typoscript is na p. 85 (in deze editie) niet door Couperus gecorrigeerd; het is daarom verder in de vergelijking niet betrokken. De lezing van het handschrift is vanaf p. 85 niet apart in de lijst opgenomen als het de correcte lezing heeft.
Van p. 113-165 heeft het handschrift gediend als basistekst; de correcties op p. 113-125 zijn mede aangebracht volgens Couperus' aanwijzingen in het door hem gecorrigeerde deel van de overgeleverde drukproef.
-
voetnoot17
- In het typoscript is na het woord ‘Boeddha's’ een ruimte opengelaten en met potlood een vraagteken gezet; Couperus heeft dit bij de correctie over het hoofd gezien.
-
voetnoot18
- De komma is door Couperus in het typoscript toegevoegd.
-
voetnoot19
- De komma is door Couperus in het typoscript toegevoegd.
-
voetnoot20
- De verandering is door Couperus in het typoscript aangebracht.
-
voetnoot21
- De verandering is door Couperus in het typoscript aangebracht.
-
voetnoot22
- In een voor deze editie gebruikt exemplaar van Groot Nederland staat door een verschuiving in het zetsel een ‘g’ voor het woord ‘kunen’.
-
voetnoot23
- Couperus heeft in het handschrift het woordje ‘niet’ abusievelijk geschrapt.
-
voetnoot24
- De correcties op p. 113-125 zijn aangebracht volgens Couperus' aanwijzingen in de door hem gecorrigeerde drukproef.
-
voetnoot25
- Vanaf p. 115 luidt de naam in het handschrift en de drukproef ‘Kiyohime’; in de drukproef heeft Couperus de naam tot die regel telkens veranderd in ‘Kiyohime’.
-
voetnoot26
- De door Couperus niet geautoriseerde (want ongecorrigeerde) lezing van het typoscript vanaf pagina 85 is in de lijst opgenomen om aan te geven welke varianten zijn ontstaan door verkeerd overgetypte woorden.
-
voetnoot27
- Couperus veranderde in het handschrift het woord ‘zeer’ in ‘vreemd’.
-
voetnoot28
- Op de plaats van het woord ‘schichten’ is in het typoscript een woordruimte opengelaten; bij de correctie van het typoscript vulde Couperus het woord ‘flitsen’ in.
-
voetnoot29
- In het typoscript stond: ‘aan [...] hem iets’; Couperus schrapte vervolgens het woord ‘hem’.
-
voetnoot30
- In het typoscript was het woordje ‘en’ vergeten; Couperus voegde vervolgens een komma toe.
-
voetnoot31
- Couperus voegde in het typoscript het woord ‘maar’ toe en hij schrapte de komma.
-
voetnoot32
- In het typoscript stond het woord ‘nieuw’ in plaats van ‘vreemd’; Couperus veranderde dit vervolgens (zonder zijn handschrift te raadplegen) in ‘vies’.
-
voetnoot33
- In het typoscript stond het woord ‘uit’ in plaats van ‘voor’; Couperus veranderde dit vervolgens in ‘in’.
-
voetnoot34
- Couperus heeft wel het nootcijfer bij Huizen geschrapt.
-
voetnoot35
- In het typoscript stond het woord ‘breekt’ in plaats van ‘brult’; Couperus veranderde dit vervolgens in ‘bulkt’.
-
voetnoot36
- In het typoscript stond het woordje ‘den’ in plaats van ‘deze’; Couperus veranderde dit vervolgens in ‘de’.
-
voetnoot37
- In het typoscript stond het woordje ‘in’ in plaats van ‘uit’; Couperus veranderde dit vervolgens in ‘om’.
-
voetnoot38
- In het typoscript stond het woord ‘bedriegen’ in plaats van ‘bedringen’; Couperus veranderde dit vervolgens in ‘bedreigen’.
-
voetnoot39
- De typiste kon het woord ‘gewatteerde’ niet lezen en liet op die plek een woordruimte open.
|