| |
| |
| |
Verantwoording
| |
| |
Op 1 februari 1911 vroeg Couperus aan zijn uitgever Veen of hij naast de reeds voor dat jaar geplande bundel Antieke verhalen nog een bundel feuilletons en verhalen wilde uitgeven. Als Veen er niet voor voelde, zou hij de bundel elders aanbieden.Ga naar voetnoot1 De uitgever antwoordde: ‘Ongaarne zie ik natuurlijk dat je met je boeken naar een ander gaat [...]. Er komen [...] dit jaar reeds twee boeken van jeGa naar voetnoot2 en heusch, kerel, dat is al veel voor Nederland in één jaar. Om er nu nog een derde bij te geven zou bepaald de markt overvoeren zijn.’Ga naar voetnoot3 Volgens Veen had de boekhandel geen zin in de bundels en hij gaf Couperus de raad een nieuwe roman te schrijven in plaats van reeds gepubliceerde feuilletons en verhalen te bundelen. Couperus reageerde op 17 februari 1911: ‘Je zachte jeremiade heb ik mogen ontvangen: we zullen dus maar niet meer denken over “nog een bundel” voor dit jaar. Alleen had ik gaarne, dat je dit goed begreep: ik schrijf geregeld feuilletons en kleine verhalen (ik moèt wel leven van mijn pen) voor Vaderland en Gr. Nederland en ik zoû gaarne geregeld die verhalen nog eens willen herdrukken, al is het maar voor een modest honorarium.’Ga naar voetnoot4
Drie maanden later kwam het tot een breuk tussen Couperus en Veen. Volgens Couperus had de uitgever hem in een brief van 4 mei 1911 ‘bespottelijke’ voorstellen gedaan voor de uitgave van
| |
| |
de roman Antiek toerisme en enkele bundels feuilletons.Ga naar voetnoot5 Daarop wendde Couperus zich tot uitgeverij Van Holkema en Warendorf te Amsterdam. Hij kende deze uitgeverij goed. Zij gaf sinds januari 1903 het tijdschrift Groot Nederland uit, waarvan Couperus redacteur was.
Op 13 juni 1911 sloot Couperus een contract met Van Holkema en Warendorf. Hij verkocht toen het volledig auteursrecht van Antiek toerisme en van twee bundels feuilletons en verhalen voor ƒ 1000, -.Ga naar voetnoot6 Ruim een jaar later, toen de relatie met Veen hersteld was, zou Couperus bekennen dat hij de drie boeken ‘voor een prikje’ had verkocht.Ga naar voetnoot7 Een ervan was de bundel Schimmen van schoonheid. Hij werd in augustus 1912 door Van Holkema en Warendorf gepubliceerd.
| |
Bronnen
Voorzover ons bekend, zijn van de verhalen in Schimmen van schoonheid de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:Ga naar voetnoot8
A. voorpublikaties in tijdschriften:
‘De nacht van Ishthâr’. Het vaderland 9 september 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Het raadsel’. Het vaderland 2 september 1911, Eerste Avondblad, p. 1-2. |
‘Frynè’. Het vaderland 24 september 1910, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
| |
| |
‘De apotheoze’. Groot Nederland 8 (1910). Dl. 11 [juli], p. 32-38. |
‘De gladiator’. Het vaderland 17 september 1910, Eerste Avondblad A, p. 1. |
‘De naumachie’. Groot Nederland 8 (1910). Dl. 11 [juli], p. 13-31. |
‘De doop’. Het vaderland 11 juni 1910, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De meditatie’. Het vaderland 22 oktober 1910, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De obsessie’. Het vaderland 20 januari 1912, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Uit de jeugd van San Francesco van Assisi’. Groot Nederland 5 (1907). Dl. 11 [december], p. 613-629. |
‘De bezitting van Messer Donato’. Het vaderland 29 oktober 1910, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘De samenzwering’. Groot Nederland 10 (1912). Dl. 1 [maart], p. 289-298. |
‘Benvenuto’. Groot Nederland 9 (1911). Dl. 1 [juni], p. 633-648. |
‘Maskers, liefde, wraak en bloed’. Het vaderland 22 juli 1911, Eerste Avondblad A, p. 1-2. |
‘Lucrezia’. Groot Nederland 9 (1911). Dl. 1 [juni], p. 649-657; dl. 11 [september], p. 253-286. |
‘Het laatste venijn’. Het vaderland 29 juli 1911, Eerste Avondblad, p. 1.Ga naar voetnoot9 |
‘De laatste ure’. Het vaderland 19 augustus 1911, Eerste Avondblad, p. 1. |
B. een uitgave in boekvorm: Louis Couperus: Schimmen van schoonheid. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [augustus] 1912. De gebonden exemplaren verschenen in een getekende band waarvan de ontwerper niet bekend is.
Weliswaar is er geen correspondentie tussen Couperus en Van Holkema en Warendorf over de produktie van Schimmen van
| |
| |
schoonheid overgeleverd, maar het staat vast dat de tijdschriftpublikaties van de feuilletons en verhalen als kopij hebben gediend voor de boekuitgave. Een aantal zetfouten komt zowel in Het vaderland en Groot Nederland als in de boekuitgave voor. Deze fouten moeten uit de krant en Groot Nederland zijn overgenomen en door Couperus over het hoofd zijn gezien. Bovendien had Couperus de gewoonte de nummers van Het vaderland zorgvuldig te bewaren om ze bij bundeling van de feuilletons als kopij naar de uitgever te sturen.Ga naar voetnoot10 Verder ligt het voor de hand dat Van Holkema en Warendorf als uitgever van Groot Nederland de desbetreffende nummers van het tijdschrift naar de drukker heeft gestuurd.
Couperus heeft zelf de proeven van de boekuitgave gecorrigeerd, want de volgorde van de verhalen en de wijzigingen in de tekst van de bundel ten opzichte van de tijdschriftversies kunnen onmogelijk aan de zetter of de corrector van de drukkerij (of van de uitgeverij) worden toegeschreven. Couperus had trouwens de gewoonte de proeven van de voorpublikaties en van de eerste druk van zijn boeken zelf te corrigeren. Er zijn geen aanwijzingen dat hij voor de eerste druk van Schimmen van schoonheid van deze gewoonte is afgeweken.
Daarentegen bemoeide Couperus zich vrijwel nooit met de correctie van herdrukken. Dit zal hij zeker ook niet gedaan hebben met de aparte uitgave van het verhaal ‘Lucrezia’ die in oktober 1920 verscheen bij uitgeverij Em. Querido te Amsterdam. Deze uitgave werd gepubliceerd in De Literaire Luxe-reeks. Het welverzorgde boekje was verkrijgbaar in vier verschillende uitvoeringen: ingenaaid, in linnen gebonden, in groen leer, en in peau de suède.Ga naar voetnoot11
De herdruk van ‘Lucrezia’ is ongetwijfeld zonder enige bemoeienis van Couperus tot stand gekomen. Enige zetfouten uit de
| |
| |
versie in Schimmen van schoonheid zijn ongewijzigd overgenomen en daarnaast bevat de herdruk een aantal nieuwe zetfouten. Het boekje kon bovendien verschijnen zonder Couperus' toestemming, omdat hij in 1911 het auteursrecht van Schimmen van schoonheid had verkocht aan Van Holkema en Warendorf, in die tijd het moederbedrijf van uitgeverij Querido.Ga naar voetnoot12
Van de oplage en verkoop van Schimmen van schoonheid zijn geen cijfers bekend. Volgens Van Booven was de bundel in 1930 uitverkocht.Ga naar voetnoot13
| |
Tekstkeuze
Voor deze uitgave van Schimmen van schoonheid is de eerste en enige tijdens Couperus' leven verschenen druk als basistekst gekozen: hij vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van het exemplaar van de eerste druk dat zich bevindt in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 966 c53).
| |
Correcties
In de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woordvoor-woord vergelijking van de tijdschriftversies van de verhalen in Schimmen van schoonheid met die van de eerste druk, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde lezing gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in de tijdschriftversie voorkomt.Ga naar voetnoot14
| |
| |
9,33 |
poëemen/poeëmen* |
12,18 |
Ishthâr, de/Ishthär, de |
18,5 |
raadsel.../raadsel.., |
19,20 |
cameeën/cameëen* |
23,15 |
ontsteeg/onsteeg* |
27,16 |
stad:/stad, mozaïek: |
40,16 |
al/als |
41,10 |
die Aquilius/de Aquilius |
42,20 |
quadriremen/quadiremen* |
43,23/24 |
gehurkt, of/gehurkt (gehurkt of, gn) |
44,13 |
gewapende,/gewapende |
45,10 |
allen./allen, |
45,19 |
patricische/pratricische |
48,13 |
Rhodezische/Rodhezische |
51,10 |
vier-en-twintig/vier-entwintig |
51,11 |
liburnae;/liburnae |
51,31 |
katapulten/katupulten* |
51,32 |
katapulten/katupulten* |
52,33 |
met/men (en gn) |
72,22 |
voelde/voedde* |
92,21 |
hij sprak met zijn vader, hij sprak met zijn moeder;/hij sprak met zijn moeder; |
94,31 |
troostte/trooste* |
96,18/19 |
crucifix. Het was, boven het eenvoudige altaar, een eenvoudig houten crucifix, geschilderd/crucifix, geschilderd |
97,6/7 |
onverstaanbaar/onverstoorbaar* |
100,12 |
duldde/dulde* |
110,3 |
Doorluchtigheid,/Doorluchtigheid |
116,7 |
Giuliano/Giuliano's |
116,16 |
is/het is |
| |
| |
120,30 |
‘Palle!’,/‘Palle!’* |
121,9 |
Mediceïsche/Medicëische* |
121,9 |
Dom,/Dom |
124,9 |
beroeringen./beroeringen, |
125,4 |
de/de mètGa naar voetnoot15 |
125,27 |
Apulejus/Apelejus |
125,30 |
lunetten/Iunetten |
129,15 |
‘ben venuto’/‘Benvenuto’ |
129,33 |
Madonna/madonna* |
130,20 |
helpt/help* |
131,16 |
al/als |
154,19 |
hield/hielp* |
154,28 |
vóor/voor |
164,24 |
troostten/troosten |
174,27 |
koste/kostte* |
174,28 |
koste/kostte* |
183,3 |
melancholieën/melancholiëen* |
186,30 |
fladderden./fladderden, |
195,33 |
omlijstten/omlijsten* |
198,3 |
a.d./ao.do.* |
202,13 |
zegevierende/zegenvierende |
| |
Variamen
De eerste druk van Schimmen van schoonheid vertoont ten opzichte van de tijdschriftpublikaties van de verhalen de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de eerste druk gegeven; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgt de vroegere tijdschriftversie.
7,9 |
hief de Toren van Bel de < hief zich de Toren van Bel met de |
8,29 |
aan die van Assur < aan Assur |
10,2/3 |
over de landen van < over |
| |
| |
12,1 |
die hier < hier |
12,28 |
gelijk < als |
13,8 |
blankten < geurden |
15,18 |
dralende < wachtende |
17,16 |
opdat < omdat |
18,12 |
welft < weeft |
21,5 |
haakte < wrong |
30,12/13 |
met Etruskische < Etruskiesch |
32,1 |
naar < nu naar |
33,31 |
omhoog < op |
34,13 |
wentelden...< wentelden om.... |
34,21 |
om eindelijk < om |
37,33/34 |
dien vetten < den vetten |
42,29 |
treurig < haastig |
43,18 |
met de lijsten < van de lijsten |
46,32 |
aan...: < aan...en... |
49,19 |
dronken, of zij < dronken of |
49,34 |
of een < of er een |
53,10 |
Sicilianen < Siciliaansche |
56,30 |
bemachtigen < vinden |
57,29 |
haar < hun |
65,9 |
gedacht had < had gedacht |
67,18 |
de heerscheres < heerscheres |
68,2 |
zonscherm < purperen zonscherm |
68,19 |
kussen < purperen kussen |
69,9 |
getuigden < getuigden zeer zeker |
69,32 |
antiek < heidensch |
70,32 |
gebedeboek < missaal |
71,7 |
haar boek < het missaal |
71,24/25 |
kraken hoorde den olympieschen < het kraken hoorde, de olympiesche |
71,30/31 |
historie-schrijver < historikus |
72,22 |
zich < hem |
75,12 |
vroeg Galla < zei Galla |
77,8 |
boograam < raam |
| |
| |
81,5 |
Ook u < Ook gij, |
81,5 |
ook u < ook gij |
81,29 |
Otto < Hij |
82,4 |
verorberen < verslinden |
82,11 |
zijn geen bloedroode luchten < is geen bloedroode hemel |
88,22 |
tenger-fijn < tenger-klein |
89,9 |
groote < grootste |
92,34 |
wapens, op een geharnast < wapens op geharnast |
94,29 |
ziekten < ziekte |
98,20 |
Francesco < hij |
99,34 |
beminnelijk. Hij < beminnelijk. Hij is altijd zacht en beleefd. Hij |
103,17 |
ik terug < ik hem terug |
105,28 |
hij, < hij plotseling, |
117,25 |
plooien < vouwen |
117,25 |
vouwen < plooien |
121,20 |
dat < dat er |
122,1 |
ruw < ruw bij |
122,1 |
beet hij < hij beet |
124,23 |
en de prikkelend groene aroom < en er waren de prikkelend groene aromen |
125,12 |
slank < slank en |
125,35 |
Thans < Thans heet |
126,18 |
neêr < weêr |
128,4 |
open aan < open het keurs aan |
128,4/5 |
rozigheid < rozigheid daarvan |
129,18 |
nog niet < niet nog |
130,29 |
u, als u zich < u zich, als u u |
132,7 |
in het < in |
133,3 |
dat < dan |
133,10 |
niets meer en niemand < niets en niemand meer |
133,25 |
van < met |
134,31 |
als < dan |
135,7 |
je je < je |
| |
| |
135,8 |
waar je al < al |
136,19/20 |
halsketting. Benvenuto < halsketting en Benvenuto |
136,32 |
en vraag < en vraag mij |
137,8 |
zeide: < zeide tot Lucrezia: |
143,14 |
De gemaskerde < De twee gemaskerde |
143,15 |
tafel < tafeltje |
143,18 |
de roode < die roode |
145,6 |
blikken < oogen |
146,35 |
tapijtwerk, < een tapijtwerk; |
148,26/27 |
Cesare!!
Zij < Cesare!!
- Maar mijn kind!!
Zij |
149,28 |
plas < meer |
150,11 |
de < het |
150,11 |
plas < meer |
151,20 |
berggeesten < bergdemonen |
152,13 |
waar uit < uit welken |
153,28 |
Het witte hoofd der vrouw < Het hoofd der witte vrouw |
153,32 |
parelend < parele |
154,29 |
vrouwen, < vrouwen en |
155,16 |
de groote, < groote |
157,29 |
En < Want |
159,31/32 |
want Alfonso's vader [...] had zijn dochter geweigerd < nadat Alfonso's vader [...] zijn dochter geweigerd had |
160,8 |
beide < de beide |
165,23 |
rood-en-wit < blauw-en-geel |
176,17 |
gezonken < gevallen |
176,33 |
overzijde < andere zijde |
177,13 |
oppergewaad < opperkleed |
180,19 |
maar < en |
182,20 |
zaten < zaten, gemaskerd, |
183,22 |
moeder < o moeder |
| |
| |
188,11 |
Ferrara < Ferrara verder |
188,25 |
edeldames < eeredames |
190,6 |
markgravin < hertogin |
191,17 |
den < haar |
195,12 |
Kasteel, < Palazzo de'Diamanti |
195,25 |
overhoesd < overdekt |
195,28 |
een < een zeer |
196,11 |
van haar < harer |
196,19 |
plaats < Domplaats, |
196,20 |
Kasteel < hertogelijk paleis |
196,27 |
Kasteel < paleis |
196,28 |
de kerkers < den kerker |
197,1 |
Kasteel < paleis |
197,12 |
Kasteel < Palazzo de'Diamanti |
197,14 |
om haar heen < voor het paleis |
201,16/17 |
de òp glanzende < der òpglanzende |
206,29 |
vrome, < vrome en |
206,33 |
den < dien |
| |
Afbrekingstekens
In deze nitgave van Schimmen van schoonheid moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
17,3 |
karbonkele- |
75,9 |
keizerin- |
18,17 |
blauw- |
77,18 |
Duitsche- |
18,27 |
zilver- |
108,17 |
knape- |
51,30 |
over- |
127,13 |
ilex- |
59,32 |
Fucinus- |
128,33 |
Jupiter- |
67,8 |
marmer- |
192,12 |
Castel- |
71,30 |
historie |
206,17 |
en- |
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet. |
-
voetnoot1
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie. Ed. H.T.M. van Vliet. Utrecht/Antwerpen, [1987]. p. 125.
-
voetnoot2
-
Antieke verhalen bij Veen en Korte arabesken bij de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur (Wereldbibliotheek) te Amsterdam. Beide bundels verschenen in maart 1911.
-
voetnoot3
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 126.
-
voetnoot4
- Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 127-128.
-
voetnoot5
- Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 129-133.
-
voetnoot6
- Het contract bevindt zich in het Letterkundig Museum te Den Haag.
-
voetnoot7
- [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen/Amice; Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ed. F.L. Bastet. 's-Gravenhage, 1977. 2 dln. Dl. 1: 1890-1902. Dl. 11: 1902-1919. In: Achter het boek 12 (1973), afl. 1/3 en 13 (1974), afl. 1/3. Dl. 11, p. 128.
-
voetnoot8
- Op de achterkant van blad 57 van het kladhandschrift van Aan den weg der vreugde (1906) staat in het handschrift van Elisabeth Couperus de onvoltooide openingszin van ‘Uit de jeugd van San Francesco van Assisi’. Op de achterkant van blad 95 staan de doorgestreepte titels ‘De Heilige van Assisi’ en ‘Francesco Benardone van Assisi’.
-
voetnoot9
- Dit verhaal werd in 1922 nog eens afgedrukt in het Kerstnummer van De Amsterdammer met tekeningen van Otto Verhagen. (Louis Couperus: ‘Het laatste venijn’ In: De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland nr. 2375, Kerstnummer 1922, p. 53-54. Blijkens een noot onder het verhaal is de tekst overgenomen uit de bundel Schimmen van schoonheid.
-
voetnoot10
- Vgl. Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/ Antwerpen, 1987. p. 25-26.
-
voetnoot11
- Vgl. A.L. Sötemann: Querido van 1915 tot 1990; Een uitgeverij. Amsterdam, 1990. p. 34.
-
voetnoot12
- Vgl. A.L. Sötemann: Querido van 1915 tot 1990, p. 21. 48.
-
voetnoot13
- H. van Booven: Leven en werken van Louis Couperus. Met een nawoord van F.L. Bastet en een register op titels en personen. 's-Gravenhage, 1981. [Fotomechanische herdruk van de eerste druk: Velsen, 1933.] p. 212.
-
voetnoot14
- De inhoudsopgave van Schimmen van schoonheid is in deze uitgave voorin geplaatst. Niet overgenomen zijn de asterisk waarmee elf titels in de inhoudsopgave van de eerste druk zijn gemarkeerd en de opmerking onder de laatste titel: ‘De met een * geteekende Schetsen verschenen in Het Vaderland.’
Het jaartal 1505 in het verhaal ‘Lucrezia’ (p. 185) is onjuist. Deze feitelijke onjuistheid is overeenkomstig de uitgangspunten van de Volledige Werken niet verbeterd. Vgl. Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus, p. 81-82.
-
voetnoot15
- Waarschijnlijk was ‘mèt’ een zetinstructie in de marge van de drukproef, die per vergissing in de tekst van het verhaal is opgenomen.
|