Psyche
(1992)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Verantwoording | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Couperus begon in augustus 1897 aan Psyche. Hij verbleef toen te Heidelberg. In een pension daar ontmoette hij het Nederlandse echtpaar Kan. Toen Couperus hen over zijn sprookje vertelde, zou mevrouw Kan hem de naam Emeralda voor de boze zuster van Psyche aan de hand hebben gedaan.Ga naar voetnoot1 Begin oktober schreef Couperus aan zijn uitgever L.J. Veen: ‘Ik ben druk bezig aan het schrijven van een symboliek sprookje: Psyche, dat heel aardig wordt. Het zoû zeer geschikt zijn om door onze symbolieke jongere artisten geïllustreerd te worden...’Ga naar voetnoot2 Ruim een maand later was Psyche voltooid. Couperus stelde Veen voor contact op te nemen met Toorop, want het sprookje leende zich volgens hem goed voor een geïllustreerde uitgave.Ga naar voetnoot3 Op 19 november 1897 schreef Couperus aan Toorop: ‘Veen sprak U reeds van Psyche, en ook ik neem de vrijheid Uw aandacht te vestigen op mijn sprookje, dat in Januari in de Gids verschijnt. Het zoû mij een groote vreugde zijn zoo U er motief ter illustratie in vond, en zoo wij er samen een mooi boek van konden maken. Terwijl ik er aan schreef, heb ik dikwijls aan U gedacht, en ik geloof bijna zeker, dat U er iets in vinden zal. ‘Bij zoo iets komt altijd de “geldkwestie”, maar ik hoop, dat deze opgelost zal kunnen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
‘Mag ik hopen, dat U mij eens schrijft als U Psyche gelezen heeft?’Ga naar voetnoot4 Dezelfde dag liet Couperus aan Veen weten: ‘Toorop zoû Psyche wel mooi kunnen doen. Ik hoop van harte, dat wij het eens kunnen worden. Als ik rijk was, zoû ik zoo gaarne U Psyche voor niets afstaan om er een prachtig boek van te maken! Maar nu, al geeft de critiek mij ook altijd de reputatie van in “weelde” te leven, mag ik dat niet doen. Die “weelde” is maar erg betrekkelijk en sluit dit jaar met een flink te kort! ‘Ik kan nog niets zeggen van grootte: ziet u maar zelve in Januari, in den Gids; dan kunnen wij ook over het honorarium praten.’Ga naar voetnoot5 Eind november beloofde Toorop aan Veen het nieuwe werk van Couperus in De gids te zullen lezen en daarna met de uitgever over illustraties te komen spreken.Ga naar voetnoot6 Couperus probeerde inmiddels Veen voor het plan te winnen: ‘Psyche is uitstekend geschikt voor prachtwerk: het is een sprookje, en, al zeg ik het zelf, een mooi dingetje. Ik zoû er ook dolgaarne iets heel moois van maken, waar het zich uitstekend toe leent, beter dan een van mijn andere werken. Als nu die lamme geldkwesties maar niet tusschen beide moeten komen! Ik zoû er ook gaarne aan den eenen kant een opoffering voor doen, maar aan den anderen kant moet ik den laatsten tijd zoo rekenen, en ik ben dus in een tweestrijd. Enfin, wij zullen zien, en afwachten tot U in Januari zelve oordeelen kunt.’Ga naar voetnoot7 Begin december 1897 schreef Couperus aan zijn vriend Jhr. Ram: ‘[...] als je Psyche gelezen hebt, vertel je me eens netjes en uitvoerig, wat je er van vindt. Maar stel je verwachtingen niet te hoog. Het is een sprookje, een aardigheid, meer niet.’Ga naar voetnoot8 Een week later had Couperus de laatste proeven van De gids ontvangen en kon hij Veen inlichten over de precieze omvang van Psyche. Om | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
de ‘prachtuitgave’ mogelijk te maken wilde hij Veen enige vrijheid geven en niet onmiddellijk een vast honorarium vragen. Maar dan moest hij wel kunnen rekenen op het honorarium van de tweede druk van Wereldvrede in 1898: ‘Zoo U hier kans toe zag, zoû ik U geheel vrij spel met Psyche geven en U zeggen: maak er in binnen- en buitenland van wat U kan, en geef mij ervan wat U mogelijk is, en bedenk zelve de condities etc. Ik hoop, dat het slot van de affaire mij dan niet al te veel tegenvalt. In alle gevalle wil ik het wel eens probeeren om iets heel moois van Psyche te maken.’Ga naar voetnoot9 Veen moest Couperus teleurstellen: Wereldvrede was nog lang niet aan een herdruk toe. Daarop trok Couperus zijn aanbod in en vroeg hij voor Psyche een honorarium van ƒ1200,-. Toen de uitgever niet antwoordde, schreef Couperus hem op 30 januari 1898: ‘Ik hoor nog maar niets van U omtrent Psyche etc! Is U al met Toorop in onderhandeling? Op mijn brief, dien ik hem [...] schreef, werd ik niet vereerd met een antwoord. Ik kan dus niet zeggen dat zijn eerste optreden tegenover mij - of liever niet optreden - zeer innemend was. Ik ben zoo bitter weinig gewend geen antwoord te krijgen op mijn brieven! Hoe gaan Uw onderhandelingen met hem? Als ze niet glad gaan, zoû ik hem laten schieten. Ik vind in die dingen: graag of niet. Mocht U met Toorop niet klaar komen, wat zoû U dan denken van Bauer? Bauer is eigenlijk toch nog fijner en delicater. Ik krijg vele brieven over Psyche van vriendelijke bewonderaars. Misschien zal U wel gauw tot een gewonere editie ook moeten overgaan, daar sommigen mij nu al schrijven, dat ze een geillustreerde niet willen hebben! U ziet, er zijn vele smaken in de wereld.’Ga naar voetnoot10 Toorop was na lezing van Psyche zeer enthousiast over het sprookje. Hij schreef aan Veen: ‘Heel gaarne wil ik dan voor U die teekeningen voor Psyche maken. De maat 13 bij 18 c.M. is echter nog al erg klein en kan ik de koppen der figuren die er in voorkomen niet groot genoeg teekenen om er een impressie en stemming in te brengen die ik zou willen. [...] | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
‘Nu zal ik heel gaarne de grootste teekening willen maken 26 bij 36 c.M. Als ik U nu voor de 5 grootste teekeningen fl. 200 per stuk rekent [sic] en voor de andere 5 kleinere fl. 175. Vindt u dit goed? Ik geloof dat ik u wat prijs betreft zeer laag gesteld heb. ‘U kunt dan zeker wezen dat ik de teekeningen met heel veel liefde en zeer compleet zal behandelen. ‘Tevens zal ik U om de twee maanden b.v. eene teekening afleveren en soms b.v. twee kleineren inplaats van één groote. Of u kunt het regelen zooals u wilt. Vindt u dit goed?’Ga naar voetnoot11 Voor Veen was een geïllustreerde uitgave van Psyche onder deze voorwaarden veel te kostbaar. Hij zag van het plan af. Toorop reageerde zeer teleurgesteld. In een uitvoerige brief van februari 1898 probeerde hij Veen alsnog over te halen: ‘Zeer tot mijn spijt vernam ik uit uwen brief dat U geen prachtwerk voor Psyche wilt laten maken. Ik schreef er gisteren juist de heer Couperus over. Het is wel wat laat dat ik hem over dit zoo mooi te illustreren werk schreef, maar ik stelde het iedere keer uit. Ik weet niet waarom, maar zeker wel door de drukte van dezen laatsten tijd [...]. Doch het spijt me wel moet ik u nog eens zeggen dat U er niet toe over kan gaan om een stuk of 8 à 10 illustraties te laten maken van die mooie [...] beelden die in Psyche voorkomen. Ik had dit met erg, erg veel genoegen gedaan. Ik kan niet begrijpen dat u er niet toe overgaat, maar als een internationale uitgave met lithografieën U te duur uitkomt, laat u mij dan teekeningen maken. Het is bepaald een uitmuntend, heerlijk stuk werk voor mij, want er zijn brokken in Psyche die mij zeer suggereeren om er heerlijk aan te werken. Dan moet u de teekeningen maar bewaren en er mooie flinke reproducties van laten maken, U zou desnoods nog de reproducties later als photo's kunnen plaatsen [...]. ‘Psyche wordt met heel veel enthousiasme door het publiek gelezen en het is jammer erg jammer, zeg ik u nog eens als u het niet doet. ‘Ik ken trouwens ook geen tweede werk in onze hollandsche | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
literatuur, die zich zoo goed voor mij te illustreren laat als Psyche. [...] ‘Nu U moet er maar nog eens over na denken. [...] Nu kan ik me nog met Psyche bezighouden, maar in de zomer trekt het buitenzijn en de heerlijke kleuren mij altijd zoo aan [...].’Ga naar voetnoot12 Veen stelde Couperus op de hoogte van de mislukte onderhandelingen met Toorop. Hij vroeg wat Couperus dacht van één tekening in de uitgave. Couperus, die acht tekeningen al te weinig vond, antwoordde: ‘Eén teekening voor in het boek heb ik liever echter niet. Ik zal U zeggen, waarom. Gaf Toorop eene serie van teekeningen, dan zoû zijne kunst zich denkelijk wel harmonieeren naar de mijne, en zou het boek een geheel worden. Geeft hij er echter eéne, dan wordt dit perse een hors d'oeuvre, en een speciale opvatting van hem. Hij kan zich dan onmogelijk inwerken in het geheel. Ik kan mij vergissen, maar zoo zie ik het voor me.’Ga naar voetnoot13 Vervolgens informeerde Veen Toorop over het standpunt van Couperus. Toorop wilde zich nog steeds niet neerleggen bij Veens negatieve beslissing: ‘Het spijt mij verbazend dat ik die teekeningen voor Psyche niet kan beginnen ofschoon ik er reeds eenige krabbels van gemaakt heb. U vindt de prijs te hoog, die ik U vraag voor de tien teekeningen, maar waarlijk het is zeer laag in vergelijking met andere teekeningen [...]. ‘Ik wil die 10 teekeningen voor Psyche graag maken, en u moet ze dus ook maar nemen. Ik zal U veel tijd geven om de betaling te arrangeeren zooals u wilt. Wat heeft u er voor over? Zeg mij dat maar royaal met de waarde der teekeningen in aanmerking genomen.’Ga naar voetnoot14 Veen liet zich echter niet overhalen. Eind februari 1898 vroeg Couperus aan Veen het contract op te maken. Hij wilde voor iedere herdruk van Psyche een honorarium van ƒ800,-. Volgens hem ontving hij veel brieven over Psyche: ‘[...] het schijnt al veel succes te hebben. Het is ook een aardig, frisch dingetje: de menschen moeten het nu alleen niet al te diep | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
opvatten: zoo diep is het heelemaal niet...’Ga naar voetnoot15 In het contract, dat gedateerd is 1 maart 1898, zijn de honoraria voor de eerste druk en de herdrukken vastgesteld overeenkomstig Couperus' wensen.Ga naar voetnoot16 De boekuitgave van Psyche, zonder illustraties, verscheen in november 1898 bij L.J. Veen te Amsterdam. Frans Netscher besprak Psyche in De Hollandsche revue. Volgens hem symboliseerde het bos van Bacchus in het sprookje het Rijk van de Toekomst. Hij achtte het onjuist dat Couperus Bacchus, ‘de God van het wijnslempen en van de naakte Bachanten en Nymfen, de God van het zinnelijk genot’ tot koning van de Toekomst had gemaakt.Ga naar voetnoot17 Couperus reageerde geïrriteerd: ‘Ik las zoo juist de Hollandsche Revue over Psyche, het doet me plezier dat je er veel goeds in vindt. Maar een opmerking moet mij uit de pen: Wat kan je toch haastig en slordig lezen! Bacchus, koning van de toekomst!!!! Beste Frans, hoe kom je er aan! Offerde je zelve aan Bacchus, toen je dat schreef? Het bosch van Bacchus is een episodisch rijk en geen toekomst. En als je nog eens goed leest, vindt je de toekomst wel waar ik die bedoeld heb. Door die vergissing, beste kerel, vervalt natuurlijk de heele opmerking omtrent mijn symboliek. Maar hoe kan je ook zoo iets neerzetten!!! En dan Eros koning van de toekomst, die je je denkt. Je meent natuurlijk Charitas, koningin of zoo iets dergelijks. [...] Zeg peccavi voor je bijna niet te vergeven slordigheid.’Ga naar voetnoot18 Psyche werd een van Couperus' best verkochte en meest populaire boeken. Toen Couperus zich begin februari 1915 weer in Den Haag vestigde en kort daarna begon aan een serie voordrachten uit eigen werk, las hij geregeld en met succes voor uit Psyche.Ga naar voetnoot19 | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
In 1916 verklaarde Couperus tegenover André de Ridder Psyche te rekenen tot het kleine gedeelte van zijn werk waarvan hij nog steeds ‘werkelijk’ hield.Ga naar voetnoot20 De criticus Herman Robbers karakteriseerde het sprookje in 1919 als een boek ‘in koude opgewondenheid geschreven’.Ga naar voetnoot21 Couperus reageerde met een open brief ‘Aan Herman Robbers’: ‘Psyche echter - hoe koud gij dit vindt omdat u het zintuig ontbreekt er de warmte van te voelen - werd door de Nederlandsche paedagogen waardig gekeurd der rijpende jeugd onder oogen te worden gebracht op verschillende inrichtingen van onderwijs: geeft u dat misschien te denken?’Ga naar voetnoot22 | |||||||||||||||||||||||||||||||
BronnenVoorzover ons bekend, zijn van het sprookje Psyche de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:Ga naar voetnoot23 A. een voorpublikatie in De gids 62 (1898). Dl. 1 [januari], p. 1-96. B. een uitgave in boekvorm: Louis Couperus: Psyche. Amsterdam, L.J. Veen, [november 1898]. Met een bandtekening van Jan Toorop.Ga naar voetnoot24 De eerste druk van Psyche is gezet naar de tijdschriftpublikatie. Op 1 maart 1898 liet Couperus aan Veen weten: ‘Psyche kan naar | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
De Gids nagedrukt worden.’Ga naar voetnoot25 Veen kocht het januari-nummer van De gids en zond het als kopij naar drukkerij Thieme. Deze antwoordde op 29 maart: ‘Het werk van Couperus nemen wij aan [...] voor U te zetten en te drukken, formaat, uitvoering en letter als bijgaande proefpagina “Psyche”, welke het werk een omvang zal doen verkrijgen, met inbegrip van voorwerk, van ongeveer 12 vel druks [...].’Ga naar voetnoot26 De produktie van het boek verliep voorspoedig. Het werd in een week gezet. Couperus stuurde de gecorrigeerde proeven op 16 april 1898 terug, zonder verzoek om een revisie.Ga naar voetnoot27 Op 11 mei vroeg Thieme aan Veen zo snel mogelijk papier voor het boek te sturen.Ga naar voetnoot28 Het boek werd waarschijnlijk in juni afgedrukt.Ga naar voetnoot29 Half mei 1898 schreef Toorop aan Veen: ‘Ik zal met genoegen [...] een band teekenen voor Psyche.’Ga naar voetnoot30 Op 22 juni beloofde hij de band ‘tegen 10 Juli’ te sturen. Maar Toorop had meer tijd nodig. Veen ontving de tekening pas eind juli of begin augustus. Vervolgens werd zij bij binderij Brandt ten behoeve van de bandstempel overgetrokken. Op 14 september schreef Toorop aan Veen: ‘Aan Psyche heb ik een groote toer van overal in die overgetrokken teekening veranderingen te maken. De kop van Psyche is nog het lastigste te veranderen. Op een ander keer zal ik het maar zelf in 't zwart maken. Zal u spoedig alles zenden [...].’ Toorop adviseerde Veen de zelfde kleur geel linnen te kiezen als gebruikt was voor de omslag van het tijdschrift In den nevel dat Toorop een jaar eerder had ontworpen.Ga naar voetnoot31 De tekening en de belettering zouden als proef | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
in zwart en in blauw moeten worden gedrukt: ‘Het blauw zal het meest voldoen.’ Begin oktober stuurde binderij Brandt twee modelbanden.Ga naar voetnoot32 Toorop vroeg twee nieuwe proefdrukken te maken. Na ontvangst daarvan schreef hij dezelfde dag aan Veen: ‘Ik vind zwart heel mooi en dit soort donker blauw heel leelijk. Ik bedoelde het blauw lichter. De kop van Psyche hindert mij erg. U moet maar nog eens dat licht-blauw laten drukken doch ietsje donkerder zooals ik eerst bedoeld heb. Dan kunt u laten drukken zwarte en blauwe exemplaren.’ De nieuwe blauwe proefdruk beviel Toorop evenmin; hij raadde Veen aan ‘alles in zwart te drukken.’ Deze raad heeft Veen niet opgevolgd. Hij heeft zwarte en blauwe exemplaren laten maken. Toorop gaf na de ontvangst van zijn exemplaren van het boek in november 1898 toch weer de voorkeur aan de zwarte exemplaren.Ga naar voetnoot33 Couperus was niet enthousiast over de band: ‘Toorop is mij dezen keer wat tegengevallen.’Ga naar voetnoot34
De oplage van de eerste druk van Psyche was waarschijnlijk 1500 à 2000 exemplaren.Ga naar voetnoot35 De verkoop verliep zeer succesvol. Aan het eind van 1898 had Veen nog 600 exemplaren in voorraad.Ga naar voetnoot36 In februari 1899 dacht Veen reeds aan een herdruk. Aan Couperus schreef hij: ‘Vindt U goed dat wanneer Psyche dit jaar zal[?] herdrukt worden, dat ik de correctie maar hier laat doen? Ik weet niet zeker of het dit jaar zal gebeuren, maar misschien wel.’Ga naar voetnoot37 Couperus antwoordde: ‘1e druk Psyche is zeer goed gedrukt: ik | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
herinner mij geen drukfout en als de revizie en correctie dus nauwgezet gebeurt, hoeft U mij geen proef te zenden. -Ga naar voetnoot38 Veen was van plan in de tweede druk van Psyche een tekening van Toorop op te nemen. In november 1898 was hij al met Toorop overeengekomen dat deze een tekening zou maken. Hierover berichtte hij in februari 1899 aan Couperus: ‘Voor 2e druk Psyche had ik idee om de teekening die ik van Toorop kocht maar nog niet ontving, te laten reproduceeren. Ik weet natuurlijk niet of dit mogelijk is, maar mocht het zijn dan geeft dit voor den 2en druk wel iets aardigs.’Ga naar voetnoot39 Begin februari had Toorop beloofd de tekening ‘binnenkort’ te sturen, maar op 12 mei liet hij Veen weten: ‘Het spijt me geweldig dat ik u zoolang op een teekening heb laten wachten. Ik was er eenigen tijd geleden aan begonnen en nu met al de drukte mijner verhuizing [...] is uwe teekening niet heel goed geworden en heb ik maar verscheurd, doch zal een andere maken of wilt u tot 1 September wachten [...].’Ga naar voetnoot40 Veen antwoordde: ‘De reden dat ik nogmaals naar die teekening vroeg, was dat ik denkelijk dit najaar een nieuwe druk zal moeten geven van Psyche en was het mijn idee geworden om wanneer die teekening voor het doel geschikt was, deze als plaat voor in den nieuwen druk te geven. [...] Enfin, dit plan kan nu niet doorgaan [...].’Ga naar voetnoot41 Op 7 juli 1899 vroeg Veen prijsopgave bij Thieme voor een herdruk van Psyche. Blijkbaar had hij het plan voor een uitgave met een illustratie toch niet opgegeven, want hij gaf een groot formaat op: 22 × 28,5 cm. Thieme moest het boek zetten uit ‘een flinke letter’ zodat het boek 9 à 10 vel zou worden.Ga naar voetnoot42 Tien dagen later gaf Veen opdracht met het zetten van Psyche te beginnen.Ga naar voetnoot43 Eind augustus ontving Thieme een partij papier voor het boek, maar die was niet toereikend. Op 11 september schreef Thieme: | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
‘Voor Psyche wacht ik nog steeds op het te kort komend papier [...].’Ga naar voetnoot44 Inmiddels had Toorop zijn tekening gereed. Hij vroeg de tekening zo spoedig mogelijk te reproduceren. Veen antwoordde op 16 september: ‘De teekening ontving ik en vind ze mooi. Wat was uw idee nu voor de reproductie. ‘Voor een lithographie zou het mooi zijn dat U ze op steen teekende, want de lithograaf zou er toch niet uit halen wat er in zit. Voor een autotypie, dus gephotografeerd op zink, is ze wel geschikt en veronderstel dan ook dat dit uwe bedoeling is geweest daar ook de grootte zoo uit komt. Ik heb voor deze editie van Psyche geen specialen band laten teekenen; gewoon een titel zonder tirlanteintjes [sic] op een glad vlak. Eenvoudig maar goed.’Ga naar voetnoot45 Toorop adviseerde: ‘Het best is maar om de teekening van Psyche te laten reproduceeren in photozincografie. Om dit in lithografie over te brengen is zeer moeilijk.’ Veen liet door Boeken kunstdrukkerij v/h Roeloffzen-Hübner & Van Santen te Amsterdam een autotypie (cliché) maken van de tekening van Toorop en hij gaf Thieme opdracht op de titelpagina van het boek ‘lithografie’ te veranderen in ‘teekening’.Ga naar voetnoot46 De tweede druk van Psyche werd in oktober afgedrukt. De oplage was 1500 exemplaren. Veen liet door Tenthoff 500 exemplaren innaaien en door Brandt 500 exemplaren binden. De overige 500 werden in plano bewaard.Ga naar voetnoot47 De nieuwe uitgave op groot formaat met een tekening van Toorop verscheen in november 1899. Toorop vond de reproduktie ‘bijzonder mooi’ en volgens Veen viel zij algemeen in de smaak.Ga naar voetnoot48 Deze tweede druk op groot | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
formaat, die gezet is naar een exemplaar van de eerste, verschilt aanzienlijk in blad- en zetspiegel. Couperus ontving voor de herdruk het overeengekomen honorarium van ƒ800, -.Ga naar voetnoot49 In september 1900 liet Veen nog eens 100 exemplaren van de tweede druk door Brandt binden.Ga naar voetnoot50 Ruim twee jaar later informeerde Couperus naar een eventuele volgende druk van Psyche.Ga naar voetnoot51 Veen had echter nog voldoende exemplaren in voorraad.Ga naar voetnoot52 In februari 1903 schreef hij aan Couperus: ‘Ik zal Psyche, hoewel nog niet uitverkocht in de dure Editie dit najaar maar in het oude formaat herdrukken [...].’Ga naar voetnoot53 Uiteindelijk gaf hij pas in juni 1904 Thieme opdracht Psyche te herdrukken in het formaat van de eerste druk.Ga naar voetnoot54 Veen vroeg Couperus of hij de proeven van de nieuwe druk wilde corrigeren. Maar Couperus vond dat niet nodig: ‘Psyche... ik geloof, dat als de corrector goed oplet, het in zijn geheel kan worden nagedrukt. Ik herinner er mij geen fouten in. Zend mij dus maar geen proeven ervan.’Ga naar voetnoot55 Veen antwoordde op 5 juli 1904: ‘Ik zal Psyche hier laten nazien en hoop dat er geen fouten zullen blijven staan, want ik heb altijd liever dat de auteur ze ook naziet, want als er fouten blijven staan dan krijgt de corrector op zijn kop.’Ga naar voetnoot56 Op dezelfde dag liet hij Thieme weten: ‘[...] Psyche kunt ge ook wel bij je corrigeeren, want de auteur doet het niet zooals hij mij heden schrijft, daar er in den eersten druk geen fouten staan; dus gaat het wel door jelui. Ik wil wel een proef nog hebben van den titel en de twee laatste vellen.’Ga naar voetnoot57 De derde druk van Psyche werd in augustus 1904 afgedrukt en | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
in oktober ontving binderij Tenthoff de omslagen voor de ingenaaide exemplaren.Ga naar voetnoot58 De oplage was 2000 exemplaren, waarvan Veen in oktober 1904 750 exemplaren liet innaaien en 500 exemplaren binden.Ga naar voetnoot59 De nieuwe druk verscheen in november 1904 in de handel. Hij is gezet naar een exemplaar van de eerste druk en gecorrigeerd door de corrector van Thieme. De letter en de bladspiegel zijn gelijk aan die van de eerste druk. Maar de derde druk telt twee bladzijden minder. Veen had Thieme opdracht gegeven deze bladzijden in te lopen. Daarmee bespaarde hij een half vel omdat ook de advertentiebladzijden achterin de eerste druk in de derde druk zijn vervallen. Het verschijnen van de derde druk van Psyche viel vrijwel samen met de start van de uitgave van de serie Werken van Couperus. Psyche werd als deel 1 in de serie opgenomen. Het sprookje was toen verkrijgbaar in de band die Toorop voor de eerste druk had gemaakt, en daarnaast te koop in de speciaal voor de gehele serie door H.P. Berlage Nzn ontworpen band, en in losse afleveringen van ƒ0,50 per stuk. In 1908 verscheen een Engelse vertaling van Psyche met twaalf tekeningen van Dion Clayton Calthrop.Ga naar voetnoot60 Veen kocht het recht om deze twaalf tekeningen te reproduceren en in oktober 1908 gaf hij de firma Van Leer in Amsterdam opdracht ‘goede reproducties’ te maken.Ga naar voetnoot61 Begin april 1909 werden door binderij Brandt 250 exemplaren uit de nog voorradige plano's van de derde druk van Psyche met de reprodukties van de illustraties van Calthrop in een nieuwe blauwe band gebonden. In december 1913 gaf Veen | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
opdracht nog eens 200 exemplaren in de ‘band met plaatje’ te binden.Ga naar voetnoot62 Waarschijnlijk naar aanleiding van Couperus' lezingen uit eigen werk, waaronder Psyche, stuurde Veen op 14 augustus 1915 een exemplaar van de derde druk van Psyche aan de Zuid-Holl. Boek- en Handelsdrukkerij met de opdracht voor een herdruk. Enkele dagen later bestelde hij banden bij Brandt met de bandtekening van Toorop maar in een andere kleur dan de eerste druk.Ga naar voetnoot63 De nieuwe druk werd pas in februari-maart 1916 gezet. Veen had al eerder besloten de herdruk op twee verschillende formaten te laten afdrukken: 800 à 1000 exemplaren op het ‘gewone’ octavoformaat van de eerste en de derde druk, en 4000 exemplaren op het kleine formaat van Veen's Gele Bibliotheek, een serie van kleine, goedkope, gebonden boekjes. Eind maart 1916 gaf Veen opdracht de nieuwe druk af te drukken op de afgesproken twee formaten. De uitgever bracht ze na elkaar als vierde en vijfde druk in de handel. De exemplaren op het gewone formaat verschenen als vierde druk in mei 1916.Ga naar voetnoot64 Hij is een vrijwel regel-voor-regel herdruk van een exemplaar van de derde druk. De exemplaren op klein-formaat verschenen in maart 1917 als vijfde druk in de serie Uren van Ontspanning.Ga naar voetnoot65 Deze is dus van hetzelfde zetsel gedrukt; alleen is in verband met het afwijkende formaat het zetsel opnieuw over de, nu kleinere, bladzijden verdeeld, daarna weer ‘gekooid’ en afgedrukt. Op het bandje staat, in verkleinde vorm, | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
eveneens Toorops bandtekening in een opnieuw afwijkende kleur. De beide oplagen van de nieuwe druk zijn geheel identiek.Ga naar voetnoot66 Ze zijn, evenals de vorige herdrukken van Psyche, zonder enige bemoeienis van Couperus tot stand gekomen. De goedkope uitgave van Psyche was blijkbaar zeer succesvol. In juli 1918 verscheen opnieuw een herdruk. Deze zesde [= vijfde] druk is een vrijwel regel-voor-regel herdruk van de kleine uitgave van de vijfde [= tweede oplage van de vierde] druk. Op 25 december 1917 schreef Couperus aan Veen dat Bernard Reith, tekenleraar aan de h.b.s. te Winterswijk, een serie tekeningen voor Psyche had gemaakt. Couperus vond ze ‘bizonder mooi’ en drong erop aan ze te gebruiken voor ‘een prachtuitgave in Engelschen stijl’.Ga naar voetnoot67 Veen ontving de tekeningen begin 1918. Hij vond ze erg goed, maar de tijden waren niet gunstig voor een geïllustreerde uitgave. De prijzen van papier en van clichés waren door de oorlogssituatie enorm gestegen. Hij stelde aan Reith voor de tekeningen te verkopen en het verder aan hem over te laten wanneer hij ze zou gebruiken.Ga naar voetnoot68 Reith vroeg voor de tekeningen ƒ500,-, maar ging uiteindelijk akkoord met ƒ275,- direct en nog eens ƒ125,- als de toekomstige uitgave een succes zou zijn.Ga naar voetnoot69 Veen heeft deze uitgave niet meer gemaakt: hij overleed op 20 september 1919. Een geïllustreerde uitgave van Psyche met tekeningen van Reith verscheen pas in 1927. | |||||||||||||||||||||||||||||||
TekstkeuzeVoor deze uitgave van Psyche is de eerste tijdens Couperus' leven verschenen druk als basistekst gekozen: hij vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van het exemplaar | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
van de eerste druk dat zich bevindt in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 1462 b 19). | |||||||||||||||||||||||||||||||
CorrectiesIn de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woordvoor-woord vergelijking van de tijdschriftversie van Psyche met die van de eerste druk, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde versie gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing van de eerste druk. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in de tijdschriftversie voorkomt.Ga naar voetnoot70
| |||||||||||||||||||||||||||||||
VariantenDe eerste druk van Psyche vertoont ten opzichte van de tijdschrift-versie de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de eerste druk | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
vermeld; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgt de vroegere tijdschriftversie.
| |||||||||||||||||||||||||||||||
AfbrekingstekensIn deze uitgave van Psyche moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen. Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet. |
|