Ongepubliceerd werk
(1996)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd12 VerantwoordingAan elk deel van de Volledige Werken is een aparte verantwoording toegevoegd. Zij bestaat uit de volgende vaste onderdelen: a. Een korte inleiding waarin de ontstaansgeschiedenis van het werk wordt beschreven. De belangrijkste bron hiervoor vormt de correspondentie Couperus-Veen. Als Couperus zich later nog in brieven aan derden of in andere bronnen over het werk heeft uitgelaten, worden deze uitspraken niet volledig opgenomen. Voorzover Couperus' uitspraak een reactie is op een recensie van het werk, wordt deze kort samengevat. Maar voor het overige blijft de receptiegeschiedenis buiten beschouwing. b. Een bibliografische beschrijving van de primaire bronnen van het werk en hun onderlinge afhankelijkheid. Van de handschriften worden vermeld: de plaats waar het wordt bewaard, de signatuur, het aantal bladen, wie het heeft gemaakt en of het een kopijdan wel een kladhandschrift is. Alle gegevens die in het archief-Veen te vinden zijn over het honorarium, de produktie, de oplage en de verkoop van de boekuitgaven, zijn opgenomen. De gegevens over de produktie zijn onder andere van belang voor de vaststelling van de autorisatie van de tijdens Couperus' leven verschenen drukken. Zoals eerder is opgemerkt, zien wij af van een uitvoerige beschrijving van de boekbanden. Alleen de oorspronkelijke band van de eerste druk wordt, indien bekend, vermeld. Als er in het archief-Veen corres- | |
[pagina 485]
| |
pondentie met de ontwerper van die band is overgeleverd, worden de relevante gegevens daaruit overgenomen.Ga naar voetnoot201 c. Een verantwoording van de tekstkeuze. Hierbij wordt niet alleen aangegeven welke druk als basistekst is gekozen, maar ook van welk (bibliotheek)exemplaar voor de editie gebruik is gemaakt. Als de basistekst een tijdschriftpublikatie is, ontbreekt een vermelding van het gebruikte exemplaar. d. Een lijst van correcties. Niet vermeld worden: in de basistekst voorkomende letters en interpunctietekens van een verkeerd type of corps, kapotte letters en interpunctietekens, en plaatsen waar het zetsel is verschoven, tenzij daardoor tekstuele onduidelijkheid is ontstaan en een editorische beslissing met mogelijk inhoudelijke consequenties vereist is.Ga naar voetnoot202 Maar verder zijn alle correcties opgesomd die na de tekstvergelijking en na het kritisch onderzoek van de basistekst op grond van het formele en het inhoudelijke criterium zijn aangebracht. Bij de correcties worden ook de oorspronkelijke, foutieve lezingen vermeld. Daardoor is de gebruiker van de editie in staat de basistekst te reconstrueren en de editorische ingrepen te evalueren. We erkennen dat dit laatste voor de gebruiker niet altijd even gemakkelijk zal zijn, omdat niet elke correctie apart wordt gemotiveerd. Evenmin wordt aangegeven of de correctie volgens het formele dan wel het inhoudelijke criterium is aangebracht. Als het gaat om een evidente zetfout van het type ‘puperen’ in plaats van ‘purperen’ of als de lezing in een van de voorafgaande versies een voor de hand liggende oplossing geeft voor een raadselachtige, onzinnige lezing in de basistekst, zullen de reden en de aard van de editorische ingreep duidelijk zijn. Maar soms hebben wij na zorgvuldige afweging een correctie aangebracht. | |
[pagina 486]
| |
Het zou te ver voeren in al deze gevallen een min of meer uitvoerige motivering toe te voegen. In plaats daarvan zijn in deze Algemene verantwoording de gevolgde editieprincipes en de praktische toepassing daarvan zo volledig mogelijk beschreven. e. Een lijst van varianten. Zoals gezegd, is het dikwijls niet uit te maken of een afwijkende lezing in de basistekst een fout van de zetter of een auteursvariant is. Dit probleem doet zich vooral voor, als vergeleken met de voorafgaande versies in de basistekst een woord of een zin ontbreekt, zonder dat een onzinnige lezing is ontstaan. Volgens het inhoudelijke criterium wordt elke plausibele lezing in de basistekst ongewijzigd overgenomen. Maar daarmee is uiteraard de onzekerheid over sommige van die lezingen niet verdwenen. Voor een juiste beoordeling van de geëditeerde tekst van de Volledige Werken is het van essentieel belang dat de gebruiker van de editie kan beschikken over een overzicht van de tekstuele problemen die zich bij de uitgave van Couperus' werk voordoen. Daarom is in elk deel van de editie een selectief variantenapparaat opgenomen. Hierin wordt geen volledige documentatie van de tekstgeschiedenis van het werk gegeven. Het variantenapparaat dient uitsluitend ter verantwoording van de geëditeerde tekst en is derhalve selectief van aard.Ga naar voetnoot203 Om een te subjectieve selectie te vermijden hebben we het apparaat niet beperkt tot de ‘belangrijkste’ varianten of tot de ‘probleemgevallen’ waarin geen onderscheid gemaakt kan worden tussen een fout van de zetter en een verandering van Couperus. In het variantenapparaat worden alle woordvarianten vermeld die de voorafgaande versie(s) ten opzichte van de basistekst vertonen.Ga naar voetnoot204 Niet opgenomen zijn: schrijf- en zetfouten, doorgehaalde | |
[pagina 487]
| |
lezingen in de kopij- en kladhandschriften,Ga naar voetnoot205 spelling- en interpunctievarianten en vormvarianten zonder betekenisverschil, zoals ‘eene-een’, ‘hare-haar’, ‘heur-haar’, ‘ze-zij’, ‘behoeft-hoeft’, ‘overwinning-verwinning’, ‘heel-geheel’, ‘zoo'n-zoo een’, ‘gewreekt-gewroken’, ‘de-den’, ‘uitspreiden-uit spreiden’, ‘van daag-vandaag’, enzovoort. Een uitzondering is gemaakt voor veranderingen in de woordvolgorde, hoewel zij meestal geen betekenisverschil tot gevolg hebben. Vermoedelijk zijn veel omzettingen onbewust door de zetter aangebracht en door Couperus bij het doorlezen van de proeven niet opgemerkt. Een aanwijzing hiervoor is dat de desbetreffende lezingen in de basistekst door de verandering van de woordvolgorde meer overeenkomen met de spreektaal. Bijvoorbeeld: - Ik dacht aan Kos, mijn vaderland, en of ik het ooit wel weêr zoû zien. (Antiek toerisme in Groot Nederland). | |
[pagina 488]
| |
We hebben gemeend dit soort veranderingen in het variantenapparaat te moeten opnemen, omdat we niet kunnen bewijzen dat ze aan de zetter moeten worden toegeschreven en omdat Couperus' specifieke woordvolgorde een van de belangrijkste stijlkenmerken van zijn werk is. De correcties en de varianten worden in de editie gepresenteerd in de vorm van een ‘gelemmatiseerd’ apparaat. De opzet hiervan is als volgt: 1. Alleen dat gedeelte van de leestekst wordt aangehaald dat gecorrigeerd is of dat verschilt van de lezing in de vroegere versie(s). 2. Ervóór staan een paginacijfer en een regelnummer, die verwijzen naar de plaats in de editie waaraan de aanhaling is ontleend. Bij de regeltelling worden de hoofdstuk- en paragraafnummers en de regels puntjes of streepjes meegerekend, de regels wit niet. 3. De aanhaling wordt bij de correcties gevolgd door een ‘Duitse komma’ (/) en bij de varianten door een naar links gericht haakje (<), dat de betekenis heeft van ‘ontstaan uit’. 4. Na de ‘Duitse komma’ volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing in de basistekst. Na het haakje volgt de variante lezing van de vroegere versie(s). Bijvoorbeeld: 113,25 sterren/sterenDeze vermelding betekent: de lezing ‘sterren’ in regel 25 van bladzijde 113 in de editie is een gecorrigeerde zetfout; in de basistekst stond op die plaats ‘steren’. 204,34 om < voor Deze vermelding betekent: de lezing ‘om’ in regel 34 van bladzijde 204 in de editie luidde in de vroegere versie van het werk: ‘voor’. 5. Als de (zet)fout ook in de vroegere versie(s) voorkomt en vandaaruit in de basistekst is overgenomen, wordt een asterisk (*) toegevoegd: | |
[pagina 489]
| |
113,25 sterren/steren* 6. Als er meer dan één geautoriseerde versie is overgeleverd en ze zijn alle in de tekstvergelijking betrokken, worden de versies met behulp van siglen onderscheiden.Ga naar voetnoot206 Bijvoorbeeld in het geval van Eline Vere: 113,25 sterren/steren (sterren d2, d1, v) of: 7. Als het woord ‘sterren’ of ‘om’ in de desbetreffende regel van de leestekst tweemaal voorkomt, zijn een of meer ‘steunwoorden’ toegevoegd om duidelijk te maken om welke van de twee het gaat: 113,25 flonkerende sterren/flonkerende steren 8. Van deze ‘steunwoorden’ wordt ook gebruik gemaakt om aan te geven dat bepaalde woorden in de basistekst of in de vroegere versie(s) ontbreken: 115,31 knipte met < knipte daarna met of: 9. Bij de correctie van interpunctietekens wordt ook het onmiddellijk aan het interpunctieteken voorafgaande woord vermeld: | |
[pagina 490]
| |
88,11 vroeg:/vroeg. of:De laatste twee vaste onderdelen van de verantwoording in elk deel van de editie zijn: f. Een lijst van afbrekingstekens in de editie die als koppelteken gelezen moeten worden. Sinds het verschijnen van de door Bowers verzorgde Centenary Edition of the Works of Nathaniel Hawthorne is het, zeker in Amerika, min of meer gebruikelijk geworden een dergelijke lijst in een kritische editie op te nemen. Zij is nodig om correct citeren uit de tekst van de editie mogelijk te maken. Bovendien kan zij bij een herdruk van de editie of bij een nieuwe uitgave van het werk op basis van de editie tijdrovend zoekwerk voorkomen. Daarom mag deze lijst in geen enkele wetenschappelijk verantwoorde proza-editie ontbreken.Ga naar voetnoot207 Men kan volstaan met een eenvoudige opsomming, zoals: 13,35 archi- g. In noten bij de verantwoording worden de gebruikte secundaire bronnen vermeld en worden, indien nodig, specifieke editorische beslissingen en bepaalde tekstuele problemen in de basistekst toegelicht. |
|