Ongepubliceerd werk
(1996)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 481]
| |
samenhangende serie, bijvoorbeeld ‘Beeldhouw-, bouw- en schilderkunst in Italië’, ‘Bladen uit mijn dagboek’, ‘Intieme impressies’ en ‘Epigrammen’. Bij de bundeling van de feuilletons en verhalen zijn de oorspronkelijke series en hun titels meestal niet gehandhaafd. De bundels zijn een bloemlezing uit verschillende series, waarbij zelfs de chronologische volgorde van de eerste publikaties dikwijls niet is gevolgd. Daardoor is het inhoudelijk verband tussen bepaalde feuilletons en verhalen in de bundels verdwenen. Zo volgt in de tweede bundel Van en over mijzelf en anderen het feuilleton ‘Gevraagd: een secretaris...’ ná ‘“Ter uwer verjaring”’, terwijl Couperus in het laatstgenoemde schrijft: ‘Helaas, mijn secretaris bleef weg. Hij is zelfs nooit gekomen, al heb ik hem reeds maanden geleden “gevraagd” niet per advertentie maar per feuilleton.’Ga naar voetnoot194 Het feuilleton ‘Gevraagd: een secretaris...’ verscheen in Het vaderland van 13 april 1912 en ‘“Ter uwer verjaring”’ in Het vaderland van 18 juni 1913. De nogal onzorgvuldige samenstelling van de meeste bundels hangt samen met het soort contracten dat Couperus in 1909, 1912 en 1915 met Veen sloot. Hierin is een honorarium overeengekomen dat gerelateerd is aan de omvang van de bundels. Over de inhoud ervan is niets vastgelegd. Dit is de samenstelling van de bundels niet ten goede gekomen. Het gebeurde geregeld dat Veen na het zetten van de kopij Couperus om meer feuilletons moest vragen, omdat het contractueel afgesproken aantal vellen van de bundel nog niet was bereikt.Ga naar voetnoot195 Couperus was dan genoodzaakt feuilletons uit een andere serie, of feuilletons die hij bij de eerste keuze waarschijnlijk minder geschikt had gevonden, te sturen. De samenstelling van de bundels werd bovendien bemoeilijkt door de beslissing ze ook in twee kleine deeltjes van ongeveer gelijke omvang uit te geven. Het kan niet anders of Couperus moet tijdens de produktie verschillende malen het overzicht zijn kwijtgeraakt.Ga naar voetnoot196 | |
[pagina 482]
| |
We hebben overwogen voor de uitgave van de feuilletons en verhalen in de Volledige Werken niet de bundels te volgen, maar in plaats daarvan de eerste publikatie in krant of tijdschrift. Om een drietal redenen hebben we daarvan uiteindelijk afgezien. In de eerste plaats zou het een te forse ingreep zijn de bundel-identiteit geheel los te laten, omdat als consequentie daarvan ook de bundeltitels van Couperus zouden moeten vervallen, en omdat verscheidene bundels, zoals Korte arabesken, de eerste bundel Van en over mijzelf en anderen, Schimmen van schoonheid, Antieke verhalen en de eerste bundel Proza door Couperus wèl zorgvuldig zijn samengesteld. Verder kan de volgorde van de oorspronkelijke publikaties in krant en tijdschrift niet zonder meer overgenomen worden. Ten dele is hiervoor een andere ordening vereist. Er zijn feuilletons en verhalen die niet tot een serie behoren. Ze zijn dikwijls als afwisseling tussen de onderdelen van een of twee series gepubliceerd. Ook de series zelf wisselen elkaar in de krant af. Bijvoorbeeld in maart 1911 publiceerde Couperus in Het vaderland tussen enkele ‘Bladen uit mijn dagboek’ drie afleveringen van de serie ‘Beeldhouw-, bouw- en schilderkunst in Italië’. De eerste publikaties kunnen dus niet in strikt chronologische volgorde worden gebundeld. Wij zouden de series bij elkaar moeten zetten en de losse feuilletons en verhalen in een aparte groep moeten onderbrengen. In deze situatie is het handhaven van Couperus' bundeling te verkiezen boven een door de editeurs gemaakte ordening. Ten slotte zijn er soms ook belangrijke tekstuele verschillen tussen de oorspronkelijke publikaties en de bundelversies. De tekst in de bundels vormt de laatste geautoriseerde versie. Het zou principieel onjuist zijn deze versie uit te geven in een volgorde die gebaseerd is op de voorpublikaties. Daarom hebben we besloten zowel de tekst als de samenstelling van Couperus' bundels te volgen. Om de nadelen van Couperus' bundeling voor de lezer te ondervangen zijn achterin dit deel twee zogenaamde leeswijzers opgenomen. De eerste is chronologisch en geeft alle publikaties van Couperus in hun oorspronkelijke, chronologische volgorde | |
[pagina 483]
| |
met tussen vierkante haken de vermelding van hun eventuele serietitel en verder van hun vindplaats in de Volledige Werken. Met behulp van deze leeswijzer kan men de feuilletons en verhalen ook in hun oorspronkelijke volgorde en samenhang lezen. De tweede leeswijzer is alfabetisch en geeft alle werken van Couperus in alfabetische volgorde met vermelding van hun vindplaats in de Volledige Werken. Deze leeswijzer dient ter ontsluiting van de 50 delen.
Met opzet is niet gekozen voor een editie bestaande uit een aantal delen van ongeveer gelijke omvang. Zij zou een ongewenste samenvoeging van verschillende werken van Couperus en een onaanvaardbare doorbreking van de identiteit van de verhalenen feuilletonbundels vereisen. In plaats daarvan is elk door Couperus in boekvorm gepubliceerd werk als apart deel van de Volledige Werken uitgegeven.Ga naar voetnoot197 De postuum verschenen werken waarvan de samenstelling nog door Couperus is bepaald, zijn op dezelfde wijze behandeld. Dit geldt niet voor de tweede en derde bundel Proza (1924, 1925). Op 27 maart 1923 sloot Couperus met uitgeverij Van Holkema en Warendorf een contract voor de uitgave van twee bundels proza.Ga naar voetnoot198 Alleen de eerste daarvan heeft Couperus zelf samengesteld. De tweede werd na zijn dood bezorgd door Elisabeth Couperus, die bovendien met Van Holkema en Warendorf overeenkwam nog een derde bundel samen te stellen. Volgens de door ons gebruikte definitie zijn die twee bundels niet geautoriseerd.Ga naar voetnoot199 De daarin verzamelde publikaties zijn samen met het overige door Couperus verspreid gepubliceerde, niet gebundelde werk opgenomen in het deel Ongebundeld werk. In dit deel staat ook de kinderoperette De schoone slaapster in het bosch. De tekst en de muziek van de operette zijn weliswaar in 1885 als brochure verschenen, maar zij kan niet als zelfstandige boekpublikatie beschouwd worden, getuige ook Couperus' voorstel aan | |
[pagina 484]
| |
Veen de operette toe te voegen aan de bundel Williswinde.Ga naar voetnoot200 Het door Couperus niet gepubliceerde, nagelaten werk is in dit laatste deel uitgegeven. De delen van de Volledige Werken zijn genummerd van 1 tot en met 50. De nummering komt overeen met de chronologische volgorde waarin de werken indertijd zijn gepubliceerd. De verschijningsdatum van de boekuitgaven is gebaseerd op de vermelding in het Nieuwsblad voor den boekhandel. |
|