| |
| |
| |
Verantwoording
| |
| |
Eind maart 1923 sloot Couperus een contract met uitgeverij Van Holkema en Warendorf over een boekuitgave van zijn verspreid gepubliceerde verhalen en feuilletons in twee bundels, onder de titel Proza. In de daaropvolgende maanden selecteerde Couperus de kopij voor de eerste bundel. Na zijn dood in juli 1923 werd de correctie van de proeven gedaan door zijn vrouw. De bundel verscheen in november 1923, met een ‘Voorrede’ die Couperus nog zelf had geschreven.
Op 4 oktober 1923 vroeg Van Holkema en Warendorf aan mevrouw Couperus de kopij te sturen voor de tweede bundel: ‘Heeft U daarvoor al iets gevonden? Het was de bedoeling dat het tweede deel ook nog dit jaar uitkwam, doch wij kunnen het ook laten wachten tot 1924.’Ga naar voetnoot1 De contractueel overeengekomen tweede bundel verscheen in augustus 1924. Enkele maanden later stelde mevrouw Couperus de uitgever voor nog een derde bundel te maken. Maar de uitgever wilde hierover pas later een beslissing nemen. Op 17 april 1925 liet hij aan mevrouw Couperus weten: ‘Zooals wij U beloofden, zouden wij op de uitgave van een derden bundel Proza later terug komen, wanneer wij op de hoogte waren van de resultaten van verleden jaar. Dit is nu het geval en het spijt ons zeer, dat wij U moeten schrijven dat deze resultaten van dien aard zijn, dat wij waarlijk geen derden bundel op dezelfde wijze kunnen uitgeven.
‘Wij honoreerden de bundels ieder met ƒ 1000, -. Wanneer het U wenschelijk voorkomt om ook een derde bundel te laten verschijnen, willen wij dit voor U gaarne doen, maar dan moet het honora- | |
| |
rium ƒ 500, - bedragen. Misschien kunt U echter elders betere voorwaarden krijgen, en misschien heeft een andere uitgever een practischer plan van uitgave. Wij hopen dit zeer voor U en geven natuurlijk alle vrijheid om denzelfden titel te gebruiken.’ Mevrouw Couperus probeerde de uitgever over te halen een hoger honorarium te betalen, maar deze was daartoe niet bereid: ‘Na ontvangst van Uw schrijven hebben wij de uitgave van de bundels “Proza” nog eens nauwkeurig nagegaan en wij kunnen U de verzekering geven, dat deze uitgave misschien eerst over eenige jaren zoover komt, dat de kosten ervan gedekt zijn. Het is ons dan ook onmogelijk U voor een derden bundel, die vanzelf weer minder debiet zal hebben, meer dan ƒ 500, - honorarium aan te bieden. Wij geven gaarne toe dat het niet veel is en wij nemen het U heelemaal niet kwalijk wanneer U eerst elders betere condities tracht te bedingen.’Ga naar voetnoot2 Op 8 mei 1925 verklaarde mevrouw Couperus zich akkoord met het geboden honorarium. De uitgever vroeg vervolgens de kopij te sturen, want hij wilde de bundel nog in het najaar van 1925 uitbrengen. Mevrouw Couperus stuurde op 4 juni de kopij en corrigeerde in de maanden daarna de proeven. De bundel verscheen in november 1925 bij Van Holkema en Warendorf te Amsterdam.
De tweede en derde bundel Proza zijn geheel door mevrouw Couperus verzorgd: zij maakte de selectie, bepaalde de volgorde en stelde de kopij samen en corrigeerde de proeven. Zij is daarbij naar eigen inzicht te werk gegaan. Er waren slechts summiere en zeer voorlopige aantekeningen van Couperus voor de samenstelling van een bundel Kleine Schetsen en een bundel Korte Humoresken. Deze aantekeningen dateren waarschijnlijk uit 1920:Ga naar voetnoot3
Kleine Schetsen |
|
De Vrijers |
De Windhond |
De dood van Julianus |
De Gymnozofisten |
De Boodschapper |
De Twee Schilders |
Van het Burggraafje |
Dionysia |
Een Sofistische Lezing |
| |
| |
Korte Humoresken
Bloemlezing uit de H. Postjes'
(Twee dozen met H. Postjes van '16 en '17)
De eerste bundel Proza had Couperus, net als zijn andere verhalenbundels, zorgvuldig samengesteld. Hij selecteerde inhoudelijk verwante teksten en nam de serie ‘Romeinsche portretten' integraal en in de oorspronkelijke volgorde op. Mevrouw Couperus daarentegen handelde meer naar de letter van Couperus’ ‘Voorrede’ in de eerste bundel, waar hij het had over een verzameling ‘van verschillende schakeering’ en een ‘handvol min of meer bonte steenen’.Ga naar voetnoot4 Zij bracht zeer verschillende teksten bijeen, in een willekeurige volgorde, waarbij zij vooral lijkt te hebben gestreefd naar afwisseling. Zo nam zij series als ‘Epigrammen’. ‘Wonderlijke historiën’, ‘Intieme impressies’, enzovoort niet als serie op, maar verspreidde ze over de twee bundels. Daarmee zijn de samenhang en volgorde van de oorspronkelijke publikaties geheel verloren gegaan.
Opvallend genoeg heeft mevrouw Couperus in de derde bundel het feuilleton ‘Mijn zooveelste’ opgenomen. Couperus had het geselecteerd voor de tweede bundel Van en over mijzelf en anderen, maar op dringend verzoek van Veen besloot hij het niet te herdrukken.Ga naar voetnoot5 Verder selecteerde zij voor de derde bundel het mysterie-spel ‘Imperia’, terwijl het copyright daarvan niet bij haar berustte. Blijkbaar was zij vergeten dat Couperus het spel, samen met de sonnettenreeks ‘Endymion’, in 1905 aan Veen had geschonken in ruil voor een aanzienlijk honorarium voor De berg van licht.Ga naar voetnoot6
De twee door mevrouw Couperus verzorgde bundels Proza zijn dus noch wat de samenstelling, noch wat de tekst betreft door
| |
| |
de auteur geautoriseerd. Zij kunnen daarom niet als basis dienen voor een uitgave in de Volledige Werken Louis Couperus.
In dit deel zijn alle teksten opgenomen die Couperus niet zelf heeft gebundeld. Van sommige staat het vast dat hij ze op enig moment wel had willen bundelen, maar daarvoor geen medewerking kreeg van zijn uitgever; van andere is het aannemelijk dat hij ze had willen opnemen in de met Van Holkema en Warendorf overeengekomen tweede bundel Proza; van weer andere is het onbekend of hij ze ooit had willen bundelen. Tot de eerste groep behoren in ieder geval de sonnettenreeks ‘Endymion’, het feuilleton ‘Mijn zooveelste’, de reeks ‘Epigrammen’, de toneelstukken ‘De schoone slaapster in het bosch’, ‘Imperia’, ‘Aristodemos’ en ‘De tweelingbroeders’.Ga naar voetnoot7
Voor de volgorde van de verspreide publikaties zijn drie uitgangspunten gehanteerd. In de eerste plaats is er een hoofdindeling gemaakt naar genre: poëzie, proza en toneel. Verder zijn binnen elk van deze afdelingen de teksten chronologisch geordend. En ten slotte zijn alle series als serie gehandhaafd in de volgorde van de oorspronkelijke publikatie. De twee laatste uitgangspunten zijn soms strijdig, als Couperus naast een samenhangende serie elders een afzonderlijk feuilleton of verhaal heeft gepubliceerd. In dat soort gevallen is de losse tekst geplaatst na de serie.
Niet opgenomen zijn door Couperus mede ondertekende, maar niet door hem opgestelde, ingezonden brieven. Verder is de ingezonden brief in De Nederlandsche spectator van 15 januari 1898 niet opnieuw opgenomen: hij heeft betrekking op Metamorfoze en is om die reden afgedrukt in de Verantwoording achterin deze roman.Ga naar voetnoot8 Evenmin is opgenomen de ‘Voorrede’ van Couperus in de roman IJdel geld, een vertaling gemaakt door zijn vrouw van
| |
| |
de roman Vain fortune door George Moore. Couperus' tekst bestaat uit niet meer dan de inleidende en de afsluitende alinea bij enkele brieven van George Moore aan zijn vrouw.Ga naar voetnoot9
| |
Bronnen
Voorzover ons bekend, zijn van de ongebundelde gedichten, feuilletons, verhalen, losse bijdragen en toneelstukken de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:
A. manuscripten; van de volgende teksten is een klad- of kopijhandschrift van de hand van Couperus bewaard gebleven:Ga naar voetnoot10
‘Sonnet xi Incantatie Van een Stervenden Genius’: door Couperus als bijdrage geschreven in het liber amicorum van Bona Garzes, gedateerd: ‘Florence 6.12. vi’; in particulier bezit.Ga naar voetnoot11
‘Meditatie over het mannelijk toilet’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/17).
‘De twee paar tweelingen’: onvolledig kopijhandschrift, bestaande uit vijf foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-5, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/12).
‘Van en over mijne lezingen’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 1-3; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/19).
‘Hollandsche braafheid’, ‘Kastanjeboomen’, ‘Nijdige vriend’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die
| |
| |
eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 23, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/14).
‘Zuiver Nederlandsch’, ‘Cosmopolitisme’, ‘Flauw zijn’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-2a, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/14).
‘Margriet’, ‘Persgeheim’, ‘Lelies en tulpen’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/14).
‘Raadsel’, ‘Eén grein waardelooze levenswijsheid’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/14).
‘Hoe, wie, of wat?’, ‘Het blonde bed’, ‘De vierde’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/14).
‘Lichte dagen’, ‘Nog eens zuiver Nederlandsch’, ‘Ongeregeld leven’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/14).
‘Jij en U’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
| |
| |
‘Parfum’, ‘Reputatie’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; alleen het vierde blad is genummerd; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Scheveningen’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Portret’: kopijhandschrift, bestaande uit drie foliovellen Hollands papier, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Beeldspraak’, ‘Maison’: kopijhandschrift, bestaande uit vier foliovellen Hollands papier, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Boodschappen in Den Haag’: kopijhandschrift, bestaande uit drie foliovellen Hollands papier, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Kind-van-zijn-tijd’: kopijhandschrift, bestaande uit drie foliovellen Hollands papier, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Het drukke leven’: kopijhandschrift, bestaande uit drie foliovellen Hollands papier en een strook, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
| |
| |
‘Winkel-Fransch’, ‘Zenuwen’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Strooien hoeden’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Dames en Vrouwen’, ‘Had je me maar’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Het Publiek’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Regeerings-spelling’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Litteratuur en “fruitfarm”’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Blague’, ‘Reklame’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
| |
| |
‘Over de kritiek’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Op tooneelspelschrijfkunst’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘De Meester in de litteratuur’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘De vreemdeling in het Hollandsche huis’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Bioscoop’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Litteraire ijdelheid’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/2 en 76 d 4/21).
‘Onze boeken’, ‘Lichtbesparing’: kopijhandschrift, bestaande uit twee gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; alleen het tweede blad is genummerd; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Terug naar de Middeneeuwen’: kopijhandschrift, bestaande
| |
| |
uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Wanneer ik werk’, ‘Boek af’, ‘Parazieten’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Op den roman en den interviewer’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Op de Anonymi’: kopijhandschrift, bestaande uit vijf gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-5, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/21).
‘Het behekste dorp’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/16).
‘Het kasteel, dat er niet was’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/16).
‘De badkamer’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/16).
‘De gasten’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde fo- | |
| |
liovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/16).
‘Het getal’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste en het vierde blad zijn ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/16).
‘Nieuwe jeugd en oude ondervinding’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/16).
‘Een praatje met mijn lezer’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/8).
‘De pessimist-prediker’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/2).
‘De groote schat’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/8).
‘De moderne hoofdzonden’: kladhandschrift, bestaande uit dertien gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, 3a, 2-3, 2-3, 2-3, de eerste bladen zijn telkens ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/18); onvolledig kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde
| |
| |
foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Herinneringen aan de lente’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/14).
‘Buiten i’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Buiten iv’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Buiten vi’: kopijhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Hooikist-idylle’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/7).
‘De cykloop’: kladhandschrift, bestaande uit drie gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-3, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘De vrijers’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde
| |
| |
foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘De gymnosofisten’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Julianus' laatste ure’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Een sofistische lezing te Rome’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Querido's “Koningen”’: kopijhandschrift, bestaande uit veertien gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-5, 5a-9, 9a-12, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/4).
‘De geheimzinnige boodschapper’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/20b).
‘De twee schilders’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd geble- | |
| |
ven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/10).
‘De windhond’: kopijhandschrift, bestaande uit zeven gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-7, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/20c).
‘Dionysia’: kladhandschrift, bestaande uit zes gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-6, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘De standjeszoeker’: kladhandschrift, bestaande uit zes gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-6, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Hoe een roman wordt geschreven’: onvolledig kladhandschrift, bestaande uit vijf gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-6; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 2).
‘Kracht en behendigheid in het Alhambra’: onvolledig kopijhandschrift, bestaande uit vijf gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-5, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 2).
‘De heilstaat’: kladhandschrift, bestaande uit vijf gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt;Ga naar voetnoot12 ze zijn genummerd 2-5, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
| |
| |
‘Het Athletikon’: kopijhandschrift, bestaande uit zes gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-6, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
‘Het verkeerde leven’: kladhandschrift, bestaande uit zes gelinieerde foliovellen, die gedeeltelijk eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt, op de achterkant van de bladen 4, 5, 6 staat het eerste deel van het onvoltooide verhaal ‘Theagenes’; ze zijn genummerd 2-6, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 2).
‘Met Louis Couperus in London-season v: kopijhandschrift, bestaande uit negen gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte en paarse inkt; ze zijn genummerd 2-3, 3a-8, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/16).
‘Met Louis Couperus in London-season vi: kopijhandschrift, bestaande uit acht gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-8, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/20).
‘Safar en Ali’: onvolledig kladhandschrift, bestaande uit tien gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2, 6-13, het eerste blad is ongenummerd gebleven; kopijhandschrift, bestaande uit vijftien foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-15, het eerste blad is ongenummerd gebleven; de handschriften bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/6).
‘Amalazwinthe en Bobby’: kopijhandschrift, bestaande uit zes gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met paarse inkt; ze zijn genummerd 2-6, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (c. 383 h. 1).
| |
| |
‘Inleiding tot de voorstellingen van De tweelingbroeders’: kopijhandschrift, bestaande uit vijftien gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-15, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/19).
‘Plautus' Menaechmi’: kopijhandschrift, bestaande uit vier gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-4, het eerste blad is ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 4/19).
‘De tweelingbroeders’: onvolledig kladhandschrift, bestaande uit zes gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn niet door Couperus genummerd; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 76 d 3/8, tussen vellen van het kladhandschrift van ‘Kantekleer’); kopijhandschrift, bestaande uit 56 gelinieerde foliovellen, die eenzijdig zijn beschreven met zwarte inkt; ze zijn genummerd 2-44, 44-51, de eerste vijf bladen zijn ongenummerd gebleven; het handschrift bevindt zich in de Koninklijke Bibliotheek (sig. 76 d 4/19).
B. tijdschriftpublikaties:
‘Eros i-ii’, ‘Alba i-iv’ onder de verzameltitel ‘Romeinsche Sonnetten’. Groot Nederland 1 (1903). Dl. i [mei], p. 517-522.
‘Endymion i-liv’. Groot Nederland 2 (1904). Dl. i [februari], p. 129-144 (i-xiv); dl. 1 [maart], p. 280-288 (xvii-xxv); dl. 1 [april], p. 420-436 (xxvi-xlii); 4 (1906). Dl. i [juni], p. 613-624 (xliii-liv).
‘Sonnetten i-xi’. Groot Nederland 4 (1906). Dl. ii [augustus], p. 125-135.
‘Nacht i-iii’. Groot Nederland 4 (1906). Dl. ii [augustus], p. 136-138.
‘Sonnetten i-vi’. Groot Nederland 4 (1906). Dl. ii [september], p. 289-294.
‘Sonnetten i-iii’. Groot Nederland 4 (1906). Dl. ii [oktober], p. 477-479.
| |
| |
‘Sonnetten i-x’, ‘Stervende knaap’, ‘Ik ben de wandlaar...’. Groot Nederland 5 (1907). Dl. i [januari], p. 49-60.
‘Laatste schemer’. Groot Nederland 5 (1907). Dl. i [juni], p. 688.
‘Sabijnsche-maagdenroof’. Groot Nederland 6 (1908). Dl. i [april], p. 381.
‘Nachten i-viii’. Groot Nederland 6 (1908). Dl. i [mei], p. 505-512.
‘Een ster’. Nederland 40 (1888). Dl. iii [november], p. 299-317.
‘Zermatt’ onder de verzameltitel ‘Schetsen en silhouetten van steden’. De locomotief 59 (1910), nr. 214 (17 september), Eerste blad, p. 1.
‘Mijn zooveelste’. Het vaderland 4 oktober 1913, Eerste Avondblad A, p. 1-2.
‘Meditatie over het mannelijk toilet’. In: Kleeding en de man. Uitgave van de Magazijnen ‘Nederland’ (Kattenburg & Co.) bij de opening van het nieuwe gebouw Spuihoek Spuistraat te 's-Gravenhage. Den Haag, [september] 1915, p. 7-12.
‘De twee paar tweelingen’. Haagsche post 2 (1915), nr. 90 (18 september), p. 9.Ga naar voetnoot13
‘Aan mevrouw M.v.d.K., Puntdichteres’. Haagsche post 2 (1915), nr. 91 (25 september), p. 11.
‘Van en over mijne lezingen’. Het vaderland 24 december 1915, Eerste Avondblad A, p. 1.
‘Trouwring’, ‘Y, Ÿ en IJ’, ‘Voordeur’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 123 (6 mei), p. 381.
‘Hollandsche braafheid’, ‘Kastanjeboomen’, ‘Nijdige vriend’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 124 (13 mei), p. 401.
‘Zuiver Nederlandsch’, ‘Cosmopolitisme’, ‘Flauw zijn’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 125 (20 mei), p. 421.
| |
| |
‘Margriet’, ‘Persgeheim’, ‘Lelies en tulpen’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 126 (27 mei), p. 441.
‘Raadsel’, ‘Eén grein waardelooze levenswijsheid’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 127 (3 juni), p. 461.
‘Hoe, wie, of wat?’, ‘Het blonde bed’, ‘De vierde’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 128 (10 juni), p. 481.
‘Lichte dagen’, ‘Nog eens zuiver Nederlandsch’, ‘Ongeregeld leven’ onder de verzameltitel ‘Opmerkingen van geen waarde’. Haagsche post 3 (1916), nr. 129 (17 juni), p. 501.
‘Epigrafische inleiding’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 130 (24 juni), p. 521.Ga naar voetnoot14
‘Jij en U’, ‘Ontroering’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 131 (1 juli), p. 541.
‘Parfum’, ‘Reputatie’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 132 (8 juli), p. 561.
‘Scheveningen’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 133 (15 juli), p. 581.
‘Portret’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 134 (22 juli), p. 601.
‘Beeldspraak’, ‘Maison’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 135 (29 juli), p. 621.
‘Boodschappen in Den Haag’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 136 (5 augustus), p. 641.
‘Kind-van-zijn-tijd’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 137 (12 augustus), p. 663.
‘Het drukke leven’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 138 (19 augustus), p. 683.
‘Moderne litteraire verdiensten’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 139 (26 augustus), p. 703.
‘Op de ondergaande zon’, ‘Reinheid’, ‘Pakjes maken’, ‘Politie- | |
| |
agent’, ‘Zuidelijke politie-agent’, ‘Bouwstijl’, ‘Aschman’, ‘Epigram op de fotografie’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen over Noorden en Zuiden’. Haagsche post 3 (1916), nr. 140 (2 september), p. 723.
‘Winkel-Fransch’, ‘Zenuwen’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 141 (9 september), p. 747.
‘Strooien hoeden’, ‘Rekeningen’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 142 (16 september), p. 771. ‘Dames en Vrouwen’, ‘“Had je me maar” of: “Hadt je me maar”’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 143 (23 september), p. 795.
‘Het Publiek’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 144 (30 september), p. 823.
‘Regeerings-spelling’, ‘Cursus Prof. Bolland’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 145 (7 oktober), p. 851.
‘Larensche manieën’, ‘Pierrot’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 146 (14 oktober), p. 879.
‘Litteratuur en “fruitfarm”’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 147 (21 oktober), p. 907.
‘Blague’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 148 (28 oktober), p. 931.
‘Over de kritiek’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 149 (4 november), p. 955.
‘Reklame’, ‘Op tooneelspelschrijfkunst’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 150 (11 november), p. 984.
‘De Meester in de litteratuur’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 151 (18 november), p. 1013.
‘De vreemdeling en het Hollandsche huis’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 152 (25 november), p. 1039.
‘Bioscoop’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 153 (2 december), p. 1069.
‘Litteraire ijdelheid’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haag- | |
| |
sche post 3 (1916), nr. 154 (9 december), p. 1101.
‘Onze boeken’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 155 (16 december), p. 1128.
‘Terug naar de Middeneeuwen’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 156 (23 december), p. 1160.
‘Lichtbesparing’, ‘Wanneer ik werk’, ‘Boek af’, ‘Parazieten’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 3 (1916), nr. 157 (30 december), p. 1192.
‘Op den roman en den interviewer’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 4 (1917), nr. 165 (24 februari), p. 198.
‘Op de Anonymi’ onder de verzameltitel ‘Epigrammen’. Haagsche post 4 (1917), nr. 168 (17 maart), p. 276.
‘Het behekste dorp’ onder de verzameltitel ‘Wonderlijke historiën 1’. Haagsche post 4 (1917), nr. 158 (6 januari), p. 10.Ga naar voetnoot15
‘Het kasteel, dat er niet was’ onder de verzameltitel ‘Wonderlijke historiën ii’. Haagsche post 4 (1917), nr. 159 (13 januari), p. 34.
‘De badkamer’ onder de verzameltitel ‘Wonderlijke historiën iii’. Haagsche post 4 (1917), nr. 160 (20 januari), p. 62.
‘De gasten’ onder de verzameltitel ‘Wonderlijke historiën iv’. Haagsche post 4 (1917), nr. 161 (27 januari), p. 91.
‘Het getal’ onder de verzameltitel ‘Wonderlijke historiën v’. Haagsche post 4 (1917), nr. 162 (3 februari), p. 119.
‘Nieuwe jeugd en oude ondervinding’ onder de verzameltitel ‘Wonderlijke historiën vi’. Haagsche post 4 (1917), nr. 164 (17 februari), p. 170.
‘Een praatje met mijn lezer’. Haagsche post 4 (1917), nr. 166 (3 maart), p. 233.
‘De pessimist-prediker’. Haagsche post 4 (1917), nr. 167 (10 maart), p. 249.
‘De groote schat’. Haagsche post 4 (1917), nr. 169 (24 maart), p. 308.
‘De moderne hoofdzonden; Eene fantazie, uit te vieren en op te voeren in vijf tafereelen i-v’. Haagsche post 4 (1917), nr. 170 (31 maart), p. 338 (i); nr. 171 (7 april), p. 368 (ii); nr. 172 (14 april),
| |
| |
p. 398 (iii); nr. 173 (21 april), p. 426 (iv); nr. 174 (28 april), p. 456 (v).
‘Herinneringen aan de lente’. Haagsche post 4 (1917), nr. 175 (5 mei), p. 485.
‘Evolutie’. Haagsche post 3 (1917), nr. 176 (12 mei), p. 513.
‘De gemankeerde zelfmoord’. Haagsche post 4 (1917), nr. 177 (19 mei), p. 541.
‘Buiten i’. Haagsche post 4 (1917), nr. 178 (26 mei), p. 570.
‘Buiten ii’. Haagsche post 4 (1917), nr. 179 (2 juni), p. 598.
‘Buiten iii’. Haagsche post 4 (1917), nr. 180 (9 juni), p. 626.
‘Buiten iv’. Haagsche post 4 (1917), nr. 181 (16 juni), p. 654.
‘Buiten v’. Haagsche post 4 (1917), nr. 182 (23 juni), p. 682.
‘Buiten vi’. Haagsche post 4 (1917), nr. 183 (30 juni), p. 706.
‘Hooikist-idylle of het idee van den kolonel’. Haagsche post 4 (1917), nr. 198 (13 oktober), p. 1092 en 1089.
‘De tooveressen; Tweede Idylle van Theokritos’. Groot Nederland 16 (1918). Dl. 1 [februari], p. 191-196.
‘De cykloop; Elfde Idylle van Theokritos’. Groot Nederland 16 (1918). Dl. 1 [mei], p. 500-502.
‘De vrijers’ onder de verzameltitel ‘Antiquiteiten i’. Het vaderland 1 september 1918, Ochtendblad B, p. 1.
‘De gymnosofisten’ onder de verzameltitel ‘Antiquiteiten ii’. Het vaderland 15 september 1918, Ochtendblad B, p. 1-2.
‘Vitruvius’ Tien boeken over de bouwkunst' onder de verzameltitel ‘Antiquiteiten iii’. Het vaderland 20 oktober 1918, Ochtendblad B, p. 1-2.
‘Julianus' laatste ure’. Groot Nederland 17 (1919). Dl. 1 [februari], p. 172-177.Ga naar voetnoot16
‘Een sofistische lezing te Rome’. Groot Nederland 17 (1919). Dl. 1 [februari], p. 178-183.Ga naar voetnoot17
‘Querido's “Koningen”’. Groot Nederland 17 (1919). Dl. 1 [april], p. 460-469.Ga naar voetnoot18
| |
| |
‘De geheimzinnige boodschapper’. De telegraaf 8 februari 1920, Derde Blad, p. 9.
‘De twee schilders’. De telegraaf 29 februari 1920, Derde Blad, p. 9.
‘De windhond’. De telegraaf 22 maart 1920, Avondblad, Derde Blad, p. 9.
‘Dionysia’. De telegraaf 10 april 1920 (en opnieuw, maar ditmaal door Couperus gecorrigeerd, op 8 mei 1920), Avondblad, Derde Blad, p. 9.
‘De standjeszoeker’. De telegraaf 22 juni 1920, Avondblad, Derde Blad, p. 9.
‘De kunst te leven’. De telegraaf 10 juli 1920, Avondblad, Eerste Blad, p. 2.
‘De hacienda’. De telegraaf 27 juli 1920, Avondblad, Eerste Blad, p. 2.
‘Hoe een roman wordt geschreven’. Haagsche post 7 (1920), nr. 344 (31 juli), p. 1227 (‘Gratis Bijvoegsel Letterkundig Overzicht’).
‘Kracht en behendigheid in het Alhambra’. Haagsche post 7 (1920), nr. 345 (7 augustus), p. 1275.
‘De heilstaat’. De telegraaf 15 augustus 1920, Tweede Blad, p. 7.
‘Nog eens worstelen’. Haagsche post 7 (1920), nr. 347 (21 augustus), p. 1335.
‘Het Athletikon’. De telegraaf 12 september 1920, Eerste Blad, p. 2.
‘Het verkeerde leven’. De telegraaf 25 september 1920, Avondblad, Eerste Blad, p. 2.
‘Met Louis Couperus in Parijs; Oude geliefde plekjes. Terug naar Holland’. Haagsche post 8 (1921), nr. 388 (4 juni), p. 957.
‘Met Louis Couperus in London-season i’. Haagsche post 8 (1921), nr. 390 (18 juni), p. 1053.
‘Met Louis Couperus in London-season ii’. Haagsche post 8 (1921), nr. 391 (25 juni), p. 1101.
‘Met Louis Couperus in London-season iii’. Haagsche post 8 (1921), nr. 392 (2 juli), p. 1149.
‘Met Louis Couperus in London-season iv’. Haagsche post 8 (1921), nr. 393 (9 juli), p. 1199.
‘Met Louis Couperus in London-season v’. Haagsche post 8 (1921), nr. 394 (16 juli), p. 1247.
| |
| |
‘Met Louis Couperus in London-season vi’. Haagsche post 8 (1921), nr. 395 (23 juli), p. 1295.
‘Met Louis Couperus in London-season vii’. Haagsche post 8 (1921), nr. 397 (6 augustus), p. 1383.
‘Met Louis Couperus in London-season viii’. Haagsche post 8 (1921), nr. 398 (13 augustus), p. 1431.
‘Met Louis Couperus in London-season ix’. Haagsche post 8 (1921), nr. 399 (20 augustus), p. 1483.
‘Chineesche en Thibetaansche kunst’. Haagsche post 8 (1921), nr. 400 (27 augustus), p. 1526.
‘Safar en Ali’. Haagsche post 8 (1921), Extra Kerstnummer, p. 25-30.
‘Amalazwinthe en Bobby’. Het vaderland 25 februari 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Historische portretten’. Het vaderland 25 maart 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies i’. Het vaderland 28 januari 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies ii’. Het vaderland 4 februari 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies iii’. Het vaderland 11 februari 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies iv’. Het vaderland 18 februari 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies v’. Het vaderland 4 maart 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies vi’. Het vaderland 11 maart 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies vii’. Het vaderland 18 maart 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies viii’. Het vaderland 1 april 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies ix’. Het vaderland 8 april 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies x’. Het vaderland 15 april 1923, Ochtendblad B, p. 1.
| |
| |
‘Intieme impressies xi’. Het vaderland 22 april 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies xii’. Het vaderland 6 mei 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies xiii’. Het vaderland 20 mei 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Intieme impressies xiv’. Het vaderland 8 juli 1923, Ochtendblad B, p. 1.
‘Een woord van herdenken’. Groot Nederland 12 (1914). Dl. ii [oktober], p. 513-514.
‘Open brief’. Het vaderland 10 juni 1914, Eerste Avondblad A, p. 1.
King Albert's book (bijdrage). Ed. T.M.H. Caine. Londen, 1914, p. 284.
‘Voorrede’. In: P. Baroja: Op een dwaalweg. Vert. E. Couperus-Baud. Amsterdam, L.J. Veen, [november] 1915, p. vii-viii.
‘De komedianten’ (Ingezonden brief). Het vaderland 15 januari 1917, Tweede Avondblad, p. 2.
‘Straatschenderij’. Het vaderland 31 juli 1918, Avondblad B, p. 4.
‘Een woord van hulde aan Willem Kloos’. De nieuwe gids 34 (1919). Dl. i [mei], p. 648-649.
‘Aan Herman Robbers’. Groot Nederland 17 (1919). Dl. i [juni], p. 700-702.
‘Aan Willem Mengelberg’. Willem Mengelberg, Gedenkboek 1895-1920. Den Haag, Martinus Nijhoff, 1920. p. 213-214.
‘Foreword’. In: A. Kartini: Letters of a Javanese Princess. Translated from the original Dutch by Agnes Louise Summers. New York, Alfred A. Knopf, 1920.Ga naar voetnoot19
‘Over den Burgemeester van Amsterdam en de Nederlandsche Letterkundigen’. Het vaderland 3 maart 1923, Avondblad A, p. 1. ‘Couperus zegt dank’. Haagsche post 10 (1923), nr. 496 (23 juni), p. 886.
| |
| |
De schoone slaapster in het bosch. Den Haag, F.J. Weygand & Co., [1885]. p. 3-40.Ga naar voetnoot20
‘Imperia; Een mysterie-spel van de vijf zonden’. Groot Nederland 2 (1904). Dl. i [juni], p. 633-637 (‘Proloog aan den toeschouwer’); dl. ii [juli], p. 36-52 (‘Eerste tafereel. De pelgrim’); dl. ii [september], p. 286-308 (‘Tweede tafereel. De sabbathnacht’); dl. ii [november], p. 544-567 (‘Tusschenspel. De wallen van het paradijs’); dl. ii [december], p. 671-696 (‘Vierde tafereel. Het aardsche imperium’).Ga naar voetnoot21
‘Aristodemos’. Groot Nederland 6 (1908). Dl. i [juni], p. 633-674; dl. ii [juli], p. 44-74.
‘Plautus' Menaechmi’. Groot Nederland 14 (1916). Dl. ii [juli], p. 62-65.
‘Inleiding tot de voorstellingen van De tweelingbroeders 1-11’. Het vaderland 23 december 1916, Eerste Avondblad B, p. 2; 30 december 1916, Tweede Avondblad A, p. 1-2.
‘De tweelingbroeders’. Dramatisch Bijvoegsel van Groot Nederland 14 (1916). Dl. ii [juli], p. 3-76.
| |
Tekstkeuze
Voor deze uitgave van Couperus' ongebundeld werk zijn de eerste en enige tijdens zijn leven verschenen publikaties in kranten en tijdschriften als basistekst gekozen. Deze vertegenwoordigen de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan zelf gecorrigeerd.
| |
Correcties
In de tekst van deze uitgave van Couperus' ongebundeld werk zijn, mede op grond van een woord-voor-woord vergelijking van de overgeleverde handschriften (h) met de tijdschriftpublikaties, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde lezing gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, fou- | |
| |
tieve lezing van de eerste publikatie. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in de overgeleverde handschriften voorkomt. Indien dit niet het geval is, wordt ook de lezing van het handschrift (h) vermeld.
27,13 |
glorifiëeren/glorifieëren |
48,5 |
thermen/termen |
49,6 |
jong,/jong |
53,5 |
plats!,/plats! |
59,3 |
roosstaketsel/roosstaketstel |
76,14 |
zeeëruischen/zeëeruischen |
80,11 |
cinnamoom/cinamoom |
83,12 |
antiek'/antiek |
93,16 |
melancholieën/melancolieën |
95,17 |
vi/ix |
108,16 |
Fiesole.../Fiesole.. |
122,10 |
maliënkolder/malieënkolder |
123,8 |
ténor-léger/tenor-leger |
123,30 |
hoe/hoe, |
124,17 |
tweelingstarren/tweelingsstarren |
128,16 |
neêrblaakten/nêerblaakte |
131,13 |
Dan,/Dan |
132,17 |
ooit/nooit |
136,10 |
naar/maar |
137,26 |
verder,/verder |
139,4 |
geïllustreerde/geillustreerde |
139,5 |
prentbriefkaarten,/prentbriefkaarten |
140,27 |
café's/cafe's |
141,13 |
poëtiescher/poëtieser |
141,26 |
geoefenden/geoefendsten |
142,24 |
vorst,/vorst |
147,23 |
nijdaste/nijddaste |
148,22 |
‘Roman in twee deelen’/Roman in twee deelen |
148,27 |
dan/van |
150,5 |
de 'generale/'de generale |
153,6 |
modern-mannelijk/modern mannelijk* |
| |
| |
153,9 |
modern-mannelijk/modern mannelijk (modern-mannelijk h) |
153,26 |
moderniteit/moderniteit, (moderniteit h) |
155,13 |
vrij wel/vrijwel (vrij wel h) |
155,23 |
Dikwijls,/Dikwijls (Dikwijls, h) |
155,27 |
tartten/tarten (tartten h) |
155,31 |
dag,/dag (dag, h) |
157,6 |
New-York/Newyork (New-York h) |
157,15 |
daarbij/dadelijk (daarbij h) |
158,5 |
van/met (van h) |
159,3 |
nìet/ni t (nìet h) |
159,30 |
Jan/Henk (Jan h) |
160,9 |
tweelingbroeders/tweelingsbroeders (tweelingbroeders h) |
162,16/17 |
gelegenheden. Hier was een heél bizondere gelegenheid./gelegenheden. (gelegenheden. Hier was een heél bizondere gelegenheid. h) |
163,15 |
afgegaan!/afgegaan!' |
163,26 |
gelijke/gelijk |
165,26 |
meê/meè (meê h) |
166,4 |
èn Roelvink èn/ èn Roelvink en* |
171,28 |
hiermeê/hiermeè (hiermeê h) |
172,18 |
nijdaste/nijddaste* |
173,27 |
wellustigjes/wel eens (wellustigjes h) |
174,5 |
's nachts,/'s nachts ('s nachts, h) |
174,25 |
een/eeen (een h) |
175,11 |
‘flauwste’/‘flauwiteiten’ (‘flauwste’ h) |
175,29 |
Théophile Gautier/Theophile Gauthier* |
178,5 |
sprookjesprinsje/sproookjesprinsje (sprookjesprinsje h) |
178,18/19 |
-Appolinaris/ - Appolinaris* |
178,24 |
naár/naar (naár h) |
179,2 |
Car-sta-stil/Car-sta-stil (car-sta-stil h) |
179,5 |
doe-aan-nè/Doe-Aan-Nè (doe-aan-nè h) |
180,24 |
meér/meêr* |
181,4 |
Genuszmittel/Genüszmittel (Genuszmittel h) |
| |
| |
183,9 |
lange-/lange- (lange- h) |
183,17 |
Post'/Post (Post' h) |
183,19 |
zoû/zou (zoû h) |
184,25 |
zijn,/zijn (zijn, h) |
185,16 |
ziel./ziel: (ziel. h) |
189,23 |
jij-en-jou-spelen/jij-en-jou spelen* |
191,19 |
verzoeken/verzekeren (verzoeken h) |
192,4 |
viole-teederheden/violeteederheden (viole-teederheden h) |
192,14 |
reinheid!,/reinheid! (reinheid!, h) |
192,18 |
stronkeboeketten/stronke boeketten (stronkeboeketten h) |
194,15 |
élégance/elégance* |
194,17 |
élégance/elégance* |
195,19 |
Eenzaamheid/eenzaamheid (Eenzaamheid h) |
196,18 |
dieper/diepen (dieper h) |
197,11 |
het/'t (het h) |
197,12 |
reproductie/productie (reproductie h) |
197,20 |
zeldzame/zeldzaam (zeldzame h) |
197,29 |
trotschelijk/troostelijk (trotschelijk h) |
198,26 |
spade,/spade* |
204,27 |
Brahmaan/Bhramaan* |
205,25 |
me:/me;* |
206,30 |
Oudheid/oudheid (Oudheid h) |
207,24/25 |
morgenflânerie/morgen flânerie (morgenflânerie h) |
208,6 |
het/'t (het h) |
208,13 |
je/ge (je h) |
208,21 |
siësta/sièsta (siësta h) |
209,24 |
tot/tot, (tot h) |
215,27 |
Vaderland/vaderland (Vaderland h) |
216,5 |
er,/er (er, h) |
216,20 |
zat. (Ik/zat: (ik* |
216,30 |
toch haastige/dat haastige (toch haastige h) |
217,3 |
meê nemen/mee nemen (meênemen h) |
217,5 |
meê nemen/mee nemen (meênemen h) |
| |
| |
218,13 |
[alinea] Neen/Neen ([alinea] neen h) |
218,17 |
weêr/weer (weêr h) |
219,17 |
krijgen...!/krijgen..!* |
219,26 |
bij...?/bij..? (bij. h) |
219,26 |
Hàdt/Hàd (Hàdt h) |
221,5 |
dweilen/dwijlen* |
221,10 |
dweilen/dwijlen* |
221,25 |
dweilen/dwijlen* |
221,26 |
Bet;/Bet: (Bet; h) |
221,31 |
dweilende/dwijlende* |
222,12 |
dweilen/dwijlen* |
222,21 |
‘Hadt [...] maar!’/‘Hadt [...] maar! (Hadt [...] maar! h) |
222,23 |
verdedigen/verdedigen,* |
223,3 |
zeggen:/zeggen; (zeggen: h) |
224,17 |
[alinea] Het/Het ([alinea] Het h) |
225,9/10 |
society-stukje/society stukje (society-stukje h) |
225,27 |
, die/ die (, die h) |
225,29 |
correct. Door/correct: door (correct: Door h) |
225,35 |
Publiek/publiek (Publiek h) |
226,5 |
Publiek/publiek (Publiek h) |
228,21 |
dragen,/dragen; (dragen, h) |
232,30 |
ik/is |
232,18/19 |
gedegenereerde/gedegeneerde |
235,18 |
ontstaat/ontstond (ontstaat h) |
235,25 |
fou-rire,/fou-rire (fou-rire, h) |
236,19/20 |
tegen...over...stellen/tegen..over..stellen (tegen...over...stellen h) |
237,11/12 |
vriend, zeg ik - om [...] zetten -;/vriend, - zeg ik - om [...] zetten; (vriend, zeg ik - om [...] zetten -; h) |
238,1 |
bezielingsvuur;/bezielingsvuur: (bezielingsvuur; h) |
239,22 |
bewust,/bewust (bewust, h) |
240,2 |
voor/van (voor h) |
240,12 |
- Neen/Neen (- Neen h) |
240,21 |
zenuwachtig/zenuwachachtig |
241,6 |
theaterdirekteur./theaterdirekteur..* |
| |
| |
241,12 |
Stùkken/Stukkèn* |
242,18 |
tooneel-litteratuur.../tooneel-litteratuur - (tooneel litteratuur...h) |
242,22 |
dan/dan..(dan h) |
244,3 |
Maar.../Maar..(Maar....h) |
244,15 |
eens:/eens;* |
245,17 |
ga/gaat (ga h) |
246,4 |
Ach/Ach,* |
248,5 |
nijdaste/nijddaste* |
249,16 |
)/), () h) |
249,27 |
alleen.../alleen..(alleen...h) |
251,9 |
zooveel/zoo vele (zooveel h) |
252,6 |
begeleidde/begeleidden (begeleidde h) |
252,29 |
Van/van (Van h) |
252,35 |
Van/van (Van h) |
253,1 |
doe.../doe..(doe....h) |
253,1 |
)./)* |
253,5 |
notaris:/notaris. (notaris: h) |
253,23 |
geadresseerd/geadresseerd, (geadresseerd h) |
258,7 |
gepriegel/gepriechel* |
258,11 |
hand,/hand; (hand, h) |
258,18 |
kristallizeeren/kristallizeêren* |
258,19 |
gepriegel/gepriechel* |
259,11 |
schrijvers/chrijvers (schrijvers h) |
260,8 |
andere/andre (andere h) |
260,10 |
schrijvers geestes- of humorbloed/schrijvers- geestes of humorbloed (schrijvers geestes- of humorbloed h) |
260,24 |
en,/en (en, h) |
261,4 |
hevige oogenblik/oogenblik (hevige oogenblik h) |
261,14 |
eéns/eens (eéns h) |
262,10 |
tendenz-novelle/tendenz-novellen (tendenz-novelle h) |
262,31 |
mummelend/meesmuilend (mummelend h) |
264,28 |
Opera/opera (Opera h) |
266,3 |
Anonymi!/Anonym! (Anonymi! h) |
269,2/3 |
slaan. Toen uit schoorsteen na schoorsteen sloeg een |
| |
| |
|
blauwe vlam/slaan (slaan. Toen uit schoorsteen na schoorsteen sloeg een blauwe vlam h) |
269,6 |
nachtgeschemer/nachtg schemer (nachtgeschemer h) |
271,9 |
Kasteel/kasteel (Kasteel h) |
271,21 |
Verleden/verleden (Verleden h) |
272,2 |
ramen/amen (ramen h) |
272,11 |
Verleden/verleden (Verleden h) |
272,27 |
Kasteel/kasteel (Kasteel h) |
272,34 |
Kasteel/kasteel* |
275,2 |
schoot/schoof (schoot h) |
275,16 |
de waringins/de de waringins (de waringins h) |
278,16 |
groeten/groetten* |
278,18 |
v/ontbreekt* |
278,26 |
toch/weêr (toch h) |
279,1 |
Getal/getal (Getal h) |
279,2 |
Getal/getal* |
280,2/3 |
zichtbare/onzichtbare (zichtbare h) |
280,20 |
èn/en (èn h) |
281,11 |
vi/ontbreekt (vi h) |
281,27 |
wapens, trofeeën/wapentrofeeën (wapens trofeeën h) |
282,11 |
somber - /somber, - (somber - h) |
282,19 |
ben/bij (ben h) |
283,14 |
weêrlegde/weerlegde (weêrlegde h) |
283,24 |
weten.../weten..(weten...h) |
283,34 |
levenswijs...!/levenswijs..! (levenswijs...h) |
284,8/9 |
schitterend...[+ streepjeslijn]/schitterend...(schitterend...[+streepjeslijn] h) |
285,5 |
‘lieve-beste’-righeid/‘lievelbeste’-righeid (‘lievebeste’-righeid h) |
285,10 |
-doorvoering/doorvoering (-doorvoering h) |
285,11 |
Speenhoff/Speenhof* |
285,16 |
bezorgd,/bezorgd (bezorgd, h) |
286,20 |
De/de (De h) |
287,14 |
àf en in/àf in (àf en in h) |
288,25 |
spitsboogramen/spitsbo gramen (spitsboogramen h) |
| |
| |
289,4 |
zonder ziekte en lijden!!/‘zonder ziekte en lijden.’ (zonder ziekte en lijden!! h) |
289,8 |
Leven/leven (Leven h) |
289,8 |
zoo zeggen/zeggen (zoo zeggen h) |
289,16 |
Oorlog/oorlog* |
290,11/14 |
[witregel] De [...] zingt:/De [...] zingt: ([witregel] De [...] zingt: h) |
291,4 |
toch lang/lang toch* |
294,10 |
koning;/koning. (koning; h) |
294,18 |
zag:/zag (zag: h) |
294,19 |
Vloot/vloot (Vloot h) |
294,35 |
zeggen...?/zeggen..?..(zeggen...? h) |
298,1 |
Vier/vier (Vier h) |
298,21 |
nu!,/nu! (nu! h) |
298,26 |
hebt/heb* |
299,19 |
hetaeren/hetaêren (hetaeren h) |
300,24 |
op/in (op h) |
301,2 |
ge-installeerd/ge-instal leerd (ge-installeerd h) |
304,10 |
Gothische/Gotische (Gothische h) |
305,25 |
grimlachte/glimlachte (grimlachte h) |
306,15 |
de Màchtigste/de machtigste (de Màchtigste h) |
307,33 |
knielen/kiezen (knielen h) |
308,2 |
Gulzigheid!!/Gulzigheid..(Gulzigheid!! h) |
312,7 |
keep-sake-beeldje/keep-sake-beeldje (keep-sake-beeldje h) |
312,14 |
kinderleesboekversjes/kinderboekjes (kinderleesboekversjes h) |
314,9 |
huwelijksdrama's/huwelijsdrama's |
320,19 |
villa-tjes/villatjes (villa-tjes h) |
321,24 |
beetje/week (beetje h) |
322,27 |
oogsten/oogsen (oogsten h) |
323,31/32 |
leeuwerikgetwetter/leeuwerikgetretter |
324,9 |
dan/dag |
326,3 |
praatgrage/praatgrâge |
329,30 |
dansgewaden - /dansgewaden* |
| |
| |
330,3 |
beangstigends aan/beangstigends (beangstigends aan h) |
330,26 |
weêrhield/weêrhielden |
334,10/11 |
-meisjes/stadsmeisjes (-meisje h) |
337,21 |
door,/door (door, h) |
338,5 |
de Mondaine/Mondaine (de Mondaine h) |
338,5 |
Bernhardt/Bernhard* |
338,22 |
meer/meeer (meer h) |
340,27 |
huisknecht,/huisknecht (huisknecht, h) |
340,30 |
lezer - /lezer..(lezer - h) |
343,13 |
capitonneeren/capitoneeren* |
346,26 |
brengen...!/brengen..! |
348,24 |
o/o, |
350,1 |
Verhevene!/Verhevene?! |
350,27 |
Heerscheresse!,/Heerscheresse! |
351,19 |
zee:/zee. (zee: h) |
359,20 |
hebben!/hebben?* |
362,13 |
Wijze/Wijzen* |
363,9 |
nuttelooze/nutteloozen* |
363,23 |
wint/kent (wint h) |
364,1 |
de wijsheid/der wijsheid* |
364,5 |
willen/wilen (willen h) |
364,⅞ |
zon en kijk in de zon/zon (zon en kijk in de zon h) |
365,21 |
gewaarwording/gewaarwoording* |
367,2 |
gek!'/gek!'’ (gek!' h) |
367,7 |
Gymnosofisten,/Gymnosofisten* |
368,3 |
J/I |
368,4 |
Oudheid,/oudheid* |
368,12 |
Vitruvius/Vitruvius, |
370,5 |
Pythagoras/Phythagorus |
370,26 |
(ordinatio,)/(ordinatio) |
373,16 |
omwalde/onwalde |
376,3 |
Galilieeër/Gallileeër* |
379,14 |
lever.../lever..(lever...h) |
379,22/23 |
praefectus-praetorio/praepectus-praetorio (praefectus-praetorio h) |
| |
| |
380,30 |
Rijk, in wie/in Rijk, wie (Rijk, in wie h) |
380,34 |
hijgde./hijgde: (hijgde. h) |
381,19 |
v/ontbreekt (11 h) |
382,21 |
weêr/weer (weêr h) |
382,34/35 |
een Grieksch/Grieksch (een Grieksch h) |
383,16 |
niet/net (niet h) |
384,28 |
beschouwen!/beschouwen? (beschouwen! h) |
385,2 |
astrologen/atrologen (astrologen h) |
385,7 |
moederschoot,/moederschoot (moederschoot, h) |
386,26 |
planeten?'/planeten?* |
386,30/31 |
verleiden laten/verleiden (verleiden laten h) |
388,10 |
Antinoüs/Antinoiis (Antinoüs h) |
391,27 |
verheugd - /verheugd, (verheugd - h) |
392,7/8 |
zonverzade/zonverzaadde* |
393,25 |
verzade/verzaadde* |
394,15 |
woord,/woord (woord, h) |
395,4 |
stad - /stad, (stad - h) |
395,30 |
berokkend/betrokkend (berokkend h) |
396,7 |
volken - /volken,* |
396,2-5 |
dat vóór [...] er na geschapen worden/dat, na [...] er in geschapen worden zullen* |
397,12/13 |
kunstbeöordeelaars/kunstbeoordeelaars (kunstbeöordeelaars h) |
397,21 |
compozitie rijke/compozitie-rijke (compozitie rijke h) |
398,27 |
Palestina/Palastina (Palestina h) |
399,29 |
négligeable/negligeable* |
400,8 |
Nietzsche/Nietsche* |
401,5 |
leven/leven, (leven h) |
401,6 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
401,17 |
Vijfde/Vijfde, (Vijfde h) |
401,18 |
laatste/laatsten (laatste h) |
401,19 |
geestelijke,/geestelijke (geestelijke, h) |
402,6 |
nijdasserig/nijddasserig* |
402,14 |
zich, schuinoogend, af,/zich, schuinoogend af,* |
402,17 |
dood./dood: (dood. h) |
| |
| |
402,19 |
vrouwe/vrouw (vrouwe h) |
402,19 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
402,23 |
Vrouwe/Vrouw (Vrouwe h) |
402,24 |
geschilderd,/geschilderd (geschilderd, h) |
402,24 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
402,27 |
Vaders/Vaders, (Vaders h) |
402,29 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
402,33 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
402,35 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
403,9 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
403,17 |
onthoudt!/onthoudt, (onthoudt! h) |
403,25 |
- Orton/Orton (- Orton h) |
403,28 |
kaars-doorflakkerde kamer/kaarsdoorflakkerdekamer (kaars-doorflakkerde kamer h) |
403,28 |
het te/het (het te h) |
403,32 |
Gekruizigde/Gekruisigde (Gekruizigde h) |
403,35 |
Zoû/Zôu (Zoû h) |
404,1 |
Raymond;/Raymond, (Raymond; h) |
404,4 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
404,6 |
zoû/zou (zoû h) |
404,6 |
zoû/zou (zoû h) |
404,14 |
Orton?/Orton (Orton, h) |
404,17 |
hoû/hou (hoû h) |
404,17 |
hoû/hou (hoû h) |
404,18 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
404,24 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
404,24 |
wende/wendde (wende h) |
404,25 |
weêr/weer (weêr h) |
405,8 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
405,25 |
zoû/zou (zoû h) |
405,28 |
zoû/zou (zoû h) |
405,31 |
woû/wou (woû h) |
405,34 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
406,1 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
406,1 |
weêr/weer (weêr h) |
| |
| |
406,4 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
406,7 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
406,8 |
weêr/weer (weêr h) |
406,10 |
zoû/zou (zoû h) |
406,13 |
meê/mee (meê h) |
406,24 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
406,34 |
weêr/weer (weêr h) |
407,1 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
407,11/12 |
en met een langen, hongerig snorkenden snoet. Zij zoogde hare zes biggen./Zij zoogde hare zes biggen. En zij had een langen, hangerig snorkenden snoet. (en met een langen, hongerig snorkenden snoet. Zij zoogde hare zes biggen. h) |
407,18 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
407,26 |
meê/mee (meê h) |
407,30 |
zoû/zou (zoû h) |
407,33 |
weêr/weer (weêr h) |
407,34 |
Yseult/IJseult (Yseult h) |
408,2 |
Oude/oude (Oude h) |
408,6/7 |
zag er brommig uit, knokig en knoestig/zag er brommig oud, knokig en knoestig uit,* |
409,9 |
was/wat (was h) |
409,31 |
slaven/drie slaven (slaven h) |
410,3 |
oven/over (oven h) |
412,4 |
schilderen/schlderen (schilderen h) |
412,15 |
jij/jq (jij h) |
413,7 |
Pompeïaansch/Pompeïaansche (Pompeïaansch h) |
413,25 |
Tertius/Tertins (Tertius h) |
413,30 |
muziekspeeltuig/muziek- en speeltuig (muziekspeeltuig h) |
413,32 |
Oude/oude (Oude h) |
414,10 |
Jonge/jonge (Jonge h) |
416,8 |
was,/was (was, h) |
416,10 |
Moeder/heilige Moeder (Moeder h) |
416,10 |
Sente Marië/Sente-Marië (Sente Marië h) |
| |
| |
417,34 |
spannende/spannend (spannende h) |
418,20 |
Gawein/Garwein (Gawein h) |
420,7 |
Marië/Marie (Marië h) |
420,12 |
Welschoone/Welschoon (Welschoone h) |
420,23 |
die/die, (die h) |
421,2 |
Gawein,/Gawein (Gawein, h) |
421,16 |
Marië/Marie (Marië h) |
421,20 |
Venusberg/Venuberg (Venusberg h) |
421,22 |
buiten/Buiten (buiten h) |
423,20 |
waren/ware (waren h) |
424,20 |
[alinea] De/De ([alinea] De h) |
426,17 |
stellen-voor/stellen voor (stellen-voor h) |
427,17 |
‘pompeia’-/‘pompeia’, (pompeia - h) |
427,19 |
Gorgô! - /Gorgô! (Gorgo! - h) |
428,16 |
Faunen/Pannen (Faunen h) |
428,17 |
Silenen/Silenen, (Silenen h) |
429,12 |
schijnbaar/schijnbare (schijnbaar h) |
429,14 |
zoû/zou (zoû h) |
429,19 |
weêr/weer (weêr h) |
430,3 |
teenen/beenen (teenen h) |
430,6 |
zoeken/zoeken, (zoeken h) |
430,10 |
moet/moest (moet h) |
430,27 |
weêr/weer (weêr h) |
430,28 |
onweêrhoudbaar/onweerhoudbaar (onweêrhoudbaar h) |
431,11 |
verontwaardigd,/verontwaardigd (verontwaardigd, h) |
431,27 |
zoû/zou (zoû h) |
432,2 |
standjes-zoeken/standjes zoeken (standjes-zoeken h) |
432,7 |
moreel,/moreel (moreel, h) |
432,15 |
een/'n (een h) |
432,16 |
zoû/zou (zoû h) |
432,23 |
zoû/zou (zoû h) |
432,27 |
weêr/weer (weêr h) |
432,34 |
het/'t (het h) |
433,8 |
lekte/lokte* |
| |
| |
433,33 |
zoû/zou (zoû h) |
434,13 |
zoû/zou (zoû h) |
435,10 |
[alinea] Een/Een |
437,13 |
zoû/zou |
437,23 |
Weylen,/Weylen |
440,5 |
snoekgezicht,/snoekgezicht |
441,11 |
het/'t |
442,10 |
weêr/wêer |
445,15 |
weêr/weer |
450,14 |
weêr/weer |
451,7 |
aller-/aller - (aller- h) |
451,14 |
telkens/telkens, (telkens h) |
452,26 |
zoû/zou (zoû h) |
456,18 |
zoû/zou (zoû h) |
456,21 |
[alinea] Nu/Nu ([alinea] Nu h) |
456,28 |
zoû/zou (zoû h) |
457,8 |
den/een (den h) |
457,31 |
niet/meer (niet h) |
458,6 |
staat/stond (staat h) |
458,13 |
waarmeê/waarmee (waarmeê h) |
459,9 |
zoû/zou |
459,11 |
zoû/zou |
459,12 |
zoû/zou |
463,33 |
het/Het |
463,33 |
immers/immer |
464,4 |
elkaâr/elkaar (elkaâr h) |
464,29 |
Verleden/verleden (Verleden h) |
466,25 |
Corinthische/Corintische |
466,27 |
donker tapijt/donker-tapijt |
468,4 |
kystos/kestos (kystos h) |
468,13 |
allen/alleen (alleen h) |
469,3 |
Lipara/Liparië (Lipara h) |
469,17 |
af,/af (af, h) |
469,17 |
zoû/zou (zoû h) |
469,19 |
heuvel,/heuvel (heuvel, h) |
| |
| |
469,20 |
palestra,/palestra (palestra, h) |
470,3 |
Leêgloopers/Leegloopers (Leêgloopers h) |
470,23 |
statuen/statuten (statuen h) |
471,17/18 |
school, oefen-, kamp- en sportplaats/school-oefen-kamp- en sportplaats (school, oefen-, kamp- en sportplaats h) |
472,20 |
zoû/zou (zoû h) |
472,25 |
vrijheid/Vrijheid (vrijheid h) |
473,26 |
dat/dat, |
474,3 |
wereld,/wereld (wereld, h) |
474,9/10 |
onderbewustzijn/onbewustzijn (onderbewustzijn h) |
474,26 |
zoû/zou |
475,22 |
kleeding - /kleeding- (kleeding van h) |
475,23 |
geweven/gewenen, (geweven h) |
475,34 |
geheel/geheeel (geheel h) |
476,5 |
het/'t (het h) |
476,17 |
het/'t (het h) |
476,35-477,1 |
hebben/heben (hebben h) |
477,3 |
hebben/heben (hebben h) |
477,10 |
Levenskunst/Levenkunst |
480,4 |
zoû/zou |
480,14 |
l'Algérie.../l'Algérie.. |
481,20 |
verstond -,/verstond, |
483,32 |
zoû/zou |
484,21 |
zoû/zou |
485,19 |
zoû/zou |
485,20 |
hoû/hoô |
487,4 |
zoû/zou |
487,18 |
zoû/zou |
487,27 |
gegalonneerden/gegaloneerden |
490,27 |
Voor/Van |
491,11 |
name?)./name?) |
492,9 |
Haag-Hoek/Haag - Hoek |
492,9/10 |
Haag-Hoek/Haag - Hoek |
| |
| |
494,26 |
de F.S.'s/de F.S's |
495,14 |
B.,/B. |
495,33 |
Laat/Laas |
500,32 |
waarmeê/waarmêe |
500,33 |
speelde',/speelde' |
505,24 |
weêr/weer |
507,3 |
diligence/dilligence |
508,23 |
Westhall/Westthall |
508,26 |
villa-tje/villatje |
510,10/11 |
Vertegenwoordiger/vertegenwoordiger (Vertegenwoordiger h) |
512,6 |
afteekende./afteekende (afteekende. h) |
512,13 |
topazen licht/topazenlicht (topazen licht h) |
516,7 |
[alinea] Elk/Elk ([alinea] Elk h) |
518,31 |
gasten.../gasten..(gasten...h) |
519,23 |
paleis aan/paleis, om (paleis aan h) |
519,25 |
Hrmsw./Hrmsw (Hrmsw. h) |
520,2 |
dinnerparty's - /dinnerparty's (dinnerparty's - h) |
520,4 |
naam/den naam (naam h) |
521,3 |
Hrmsw./Hrmsw (Hrmsw. h) |
521,22 |
Hrmsw./Hrmsw (Hrmsw. h) |
522,5 |
neêr/nêer (neêr h) |
522,16 |
Verandering/verandering (Verandering h) |
523,15 |
weêr/wêer |
525,17/18 |
Embankment/Embankement |
526,18 |
‘John o'London’/John o'London |
530,10/11 |
Boeroeboedoer/Boeroboedoer |
534,12 |
strekten/strekken |
539,5 |
Verleden./Verleden: |
539,21 |
Harwich-Hook/Harwich - Hook |
542,9 |
silhouetjes/silhoutjes |
542,11 |
periode:/periode. |
545,8 |
Birma/Birzma |
546,5 |
blauwe/vlakke (blauwe h) |
546,10/11 |
affodillen/affodille* |
| |
| |
547,18 |
veel/wel* |
548,32 |
kijken,/kijken (kijken, h) |
550,18 |
zelfs/zeep, (zelfs h) |
550,29 |
met/meê (met h) |
552,17 |
weg,/weg (weg, h) |
554,12 |
witte/witte,* |
557,2/3 |
beurten/beurte (beurten h) |
558,8 |
zanden/zanden, (zanden h) |
560,15 |
Seeing/Seeïng (Seeing h) |
563,3 |
zeker,/zeker (zeker, h) |
563,10 |
Bobby./Bobby (Bobby. h) |
564,11 |
zagen/zagens (zagen h) |
564,21 |
Neen./Neen, (Neen. h) |
564,25 |
worden./worden* |
567,17 |
Bosporus/Bosforus |
568,24 |
Feidias/Fedias |
569,8 |
vierhonderdduizend/vierhonderduizend |
569,11 |
Romeinen/Romenen |
573,10/11 |
Den Haag/den Haag |
573,30 |
zoû/zou |
573,31 |
vóor/vór |
574,18 |
zoû/zou |
575,5 |
Den Haag/den Haag |
575,22 |
München/Munchen |
575,24 |
hoû/hou |
576,27/28 |
‘loukoumes’/‘loukoumes’, |
578,2 |
is - /is, |
578,8 |
allerintelligentste/allerintelligenste |
579,28 |
Dat/'Dat |
580,12 |
hè/hé |
580,15 |
hè/hé |
580,19 |
hè/hé |
580,25 |
zoû/zou |
580,26 |
eigenlijk/eigelijk |
581,3 |
verder/verdr |
| |
| |
581,6 |
hè/hé |
581,7 |
leven./leven, |
584,12 |
dilettantische/dilletantische |
587,9 |
Craftsman,/Craftsman |
587,16 |
bovenlijf/bovenlijg |
588,13 |
boksen/hoksen |
591,5 |
gelukkig/gelukig |
594,28 |
gevoel,/gevoel |
595,30 |
étonnés/étonné's |
596,29 |
bedenkselen/bedekselen |
598,18 |
Poëzie/Poezië |
598,20 |
Noodlot/noodlot |
599,14 |
étonnés/étonné's |
599,14/15 |
‘Tricotrin’!/‘Tricotrin!’ |
601,21 |
Lagerlöf/Lagerlöff |
601,29 |
zeventien-d'eeuwsche/zeventien d'eeuwsche |
602,14 |
Den Haag/den Haag |
603,35 |
Lagerlöf/Lagerlöff |
604,8 |
tusschen/tuschen |
605,12 |
eerste/eerst |
606,22 |
mogen/moge |
610,2 |
gedachte/gedachtte |
611,7 |
Bodhisattwa's/Boddhisattwa's |
613,7 |
ontmoetten/ontmoette |
613,14 |
het/'t |
613,23 |
meest/meeste |
613,32 |
‘prinsesjes’/‘prinsesje’ |
613,33 |
wordt/worden |
617,9 |
Den/den |
618,19 |
stemming/stemning |
620,22 |
het/'t |
621,2 |
een/'n |
621,29 |
zijn./zijn.' |
622,16 |
vertelling/vertelling, |
625,16 |
verrassing!,/verrassing! |
| |
| |
626,11 |
Den/den |
626,14 |
raadt/raad |
629,10 |
koesterde/koesteren |
630,11 |
dan/den |
630,13 |
blaast/blaas |
631,1 |
boomklimmers/boomklimers |
631,15 |
springt/spring |
636,13/14 |
aanhalingsteekens/aanhalingteekens |
638,10 |
weêr/wéér |
643,5 |
wat/was |
646,2 |
weêr/weer |
646,3 |
-pasta/pasta |
646,6/7 |
kousen (sokken),/kousen, (sokken) |
646,18 |
etc. etc./etc etc. |
647,26 |
zoû/zou |
648,17 |
weêr/weer |
649,15 |
zelven,/zelven |
651,13 |
melancholieën/melancholieëen |
651,31 |
neêr/nêer |
652,24 |
Buysse/Buijsse |
654,14 |
vrienden,/vrienden |
654,15 |
meê/mee |
654,22 |
zoû/zou |
655,17 |
zoû/zou |
655,18 |
zoû/zou |
655,21 |
zoû/zou |
663,16 |
vergaloppeerd/vergallopeerd |
672,12 |
Lagerlöf/Lagerlöff |
685,8 |
u!/u |
688,27 |
beê/bêe |
689,9 |
beê/bêe |
696,5 |
jagers,/Jagers |
698,24/25 |
koninkrijk/koningrijk |
705,3 |
'k/'t |
706,26 |
Acht'r/Achtr' |
| |
| |
716,25 |
bang.../bang..,. |
719,23 |
staartuitzwepende/staaruitzwepende |
719,26 |
haasten/haastten |
719,26/27 |
griffioenen/griffoenen |
720,11/12 |
Michaël/Michael |
725,27 |
gij/gijt |
770,24 |
geven/gevend |
774,20 |
lichten/lichtten |
778,1 |
melodieën/melodiën |
785,7 |
Hoor,/Hoor,. |
789,15 |
weêr/wêer |
795,16 |
zelv':/zelv: |
800,2/3 |
Litanieën/Litaniën |
805,6 |
vijf.../vijf.,. |
810,11 |
laat/laat, |
817,9 |
blijk'/blijk |
826,18 |
mijn/zijn |
830,26 |
kind!/kind? |
831,6 |
ondankbaar/ontdankbaar |
833,25 |
Druope/Dkuope |
835,26 |
nog/noch |
836,31 |
Ithóme/Ithome |
839,31 |
Ithóme/Ithome |
841,24 |
docht'r/dochtr' |
860,31 |
Sprènkelden/Spènkelden |
861,5 |
weêrklinkt/weërklinkt |
861,22 |
Vàlt'/'Vàlt |
686,16 |
verzaamlen./verzaamlen |
872,6 |
zij/zie |
873,23 |
verwaardigd/vervaardigd |
877,9 |
gezellinne/gezelinne |
880,24 |
neêrvalt/neérvalt |
884,11 |
Verwachtend/Verachtend |
885,15 |
schildwacht/Schiltwacht |
888,33 |
dáar/dâar |
| |
| |
891,25 |
ziet/niet |
897,15 |
heen/heên |
900,12 |
Aeputiden/Aepituden |
901,29 |
verhindert/verhinderd |
905,24 |
Allergeschiktst/Allergeschikst |
905,25 |
alleròngeschiktst/alleròngeschikst |
906,9 |
zoû/zou |
908,22 |
was/wars |
912,26 |
meer?/meer |
914,2 |
Ithóme's/Ithomes |
915,17 |
Ga!/Ga |
915,25 |
wekte/wekte, |
923,5 |
weêr/weèr |
923,21 |
neêr/neér |
928,3 |
matrone/matrona (matrone h) |
928,25 |
Pinturicchio/Pinturrichio* |
931,3 |
Plautus'/Plautus (Plautus' h) |
931,12/13 |
twee-en-een-halve/twee-en-een halve* |
931,25 |
dìt/dit (dìt h) |
933,14 |
Zie,/Heel (Zie, h) |
933,19 |
weidsche,/weidsche* |
933,35 |
zelve en/zelve (zelve en h) |
935,4 |
proscaenium/proscenium* |
935,10/11 |
Oidipos/Oidipes (Oidipos h) |
936,1 |
na:/na (na: h) |
936,13 |
'burger/burger* |
936,18 |
kan...'/kan...* |
936,22 |
toe...'/toe...* |
936,35 |
der/de |
937,8 |
veertig-duizend/veertig duizend (veertigduizend h) |
937,6 |
velarium/velarium* |
938,16 |
avond/avond, (avond h) |
938,18 |
straat/strand (straat h) |
939,22 |
-muil/ - muil (-muil h) |
941,3 |
reëelere/reeëlere* |
| |
| |
941,12 |
daarom/daarom (daarom h) |
942,12 |
rond/voor (rond h) |
932,17/18 |
première!,/première!* |
947,16 |
'k,/'k ('k, h) |
948,7 |
Tàrentum/Epidamnus* |
948,15 |
gemaklijk/gemakklijk (gemaklijk h) |
949,22 |
make'/maken (make' h) |
950,11 |
Pasteien/Pastijen (Pasteien h) |
959,13 |
vast./vast (vast. h) |
960,20 |
vaart,/vaart. (vaart, h) |
964,26 |
cylindrus/Messenio* |
965,15 |
goedig,/goedig (goedig, h) |
966,9 |
woede/hoede (woede h) |
966,18 |
messenio/Messenoi (Messenio h) |
966,25 |
bij/bij,* |
967,11 |
messenio/Messeno (Messenio h) |
971,6 |
Zoû/Zou (Zoû h) |
974,12 |
om/om, (om h) |
975,3 |
arm,/arm. (arm, h) |
977,11 |
was/wa (was h) |
977,27 |
Herk'les,/Herk'les* |
978,7 |
je/je, (je h) |
980,33 |
goden,/goden* |
980,34 |
Alle/Allen (alle h) |
981,8 |
verneem'/verneem, (verneem' h) |
981,20 |
ontstal/onstal (ontstal h) |
982,24 |
spreken,/spreken., (spreken, h) |
982,26 |
Óf/Of (Óf h) |
982,26 |
òf/of (òf h) |
983,6 |
loopt/loop (liep h) |
984,28 |
menaechmus/Menachmus (Menaechmus h) |
985,1 |
menaechmus/Menachmus (Menaechmus h) |
989,19 |
dat/dan (dat h) |
990,23 |
leen ook/leen (leen ook h) |
992,27 |
nù eerst/nu eerst (nù eerst h) |
| |
| |
993,24 |
huis,/huis,, (huis, h) |
995,5 |
menaechmus sosicles/menaechmus* |
996,7 |
vraag,/vraag (vraag, h) |
1000,2 |
vader,/vader (vader, h) |
1002,13 |
onschuldge/onschuldge, (onschuldge h) |
1004,30 |
plotseling/ploseling (plotseling h) |
1004,31 |
ga,/ga (ga, h) |
1005,25 |
plots'ling/plot'sling (plots'ling h) |
1007,12 |
Menaechmus/Menaaechmus (Menaechmus h) |
1007,29 |
menaechmus/menaechmus (Menaechmus h) |
1008,14 |
Menaechmus/Menachmus (Menaechmus h) |
1009,10 |
zotte-/zotte (zotte- h) |
1009,23 |
hebt/heb* |
1010,2 |
is?/is* |
1011,17 |
laten,/laten (laten, h) |
1013,19 |
Waarom/Zeg! Waarom (Waarom h) |
1014,20 |
blijft!/blijft, (blijft! h) |
1014,32 |
houden!/houden? (houden! h) |
1019,27 |
bent/ben* |
1019,34 |
Menaechmus/Menachmus (Menaechmus h) |
1021,12 |
menaechmus/Menaehmus (M. h) |
1023,1 |
menaechmus/Menaehmus (Menaechmus h) |
1023,3 |
Tàrentum/Tarèntum (Tárentum h) |
1023,5 |
gebracht./gebracht* |
1024,18 |
grootvâ/grootvâder (grootvâ h) |
1026,23 |
week./week.?* |
1026,30 |
sestertiën/sestertieën* |
| |
Varianten
De publikaties in de kranten en tijdschriften vertonen ten opzichte van de overgeleverde handschriften (h) de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de publikatie gegeven; na het ‘ontstaan-uitteken’ (<) volgt de vroegere handschriftversie.
153,17/18 |
nagedachtenisse, of < nagedachtenisse, |
| |
| |
153,18/19 |
Renaissance-brokaat, of < Renaissance-brokaat, |
154,9 |
middenplooi, in < middenplooi, |
154,12 |
heelen < hàlven |
155,1 |
de < die |
155,9 |
gasten < gekleede of ongekleede gasten |
155,21 |
voor < van |
155,22 |
in < tusschen |
155,22 |
tusschen < in |
155,35 |
ons er < er ons |
155,35 |
herbergen < verbergen |
156,1 |
meê < in |
156,7 |
toch zoo < zoo |
156,10 |
vinden < hebben |
157,7/8 |
ze met hun vieren wandelden, [...] zaten < je met hen vieren wandelde [...] zat |
157,23 |
en even frisch-mannelijk < van éven frisch-mannelijke gelaatskleur |
158,4 |
type < fyziek |
158,9 |
leventje < sleurtje |
158,11 |
wereldhandel < wereldgeldhandel |
158,17 |
koning, < koning van, |
158,17 |
meer van < meer, |
158,31 |
een toeschouwer < de toeschouwers |
158,33 |
Henk en Jan < Jan en Henk |
159,6 |
elkander < elkander nu |
159,15 |
ledemaat, - < ledemaat-maat, |
159,18 |
pas < vooral |
159,28 |
millimeter < minimaal |
160,3 |
u vergist u < u vergist zich |
160,5 |
schatjes < schalkjes |
160,5 |
o zooveel < steeds |
160,16/17 |
de winkels van Parijs een ideaal < de Rue de la Paix een ideaal |
160,22 |
van hunne < hunner |
160,24 |
zeer < veel |
| |
| |
160,34/35 |
kwam echter < was eerst |
161,4 |
omvangen < overrild |
161,9/10 |
de meesten der < meestal de |
161,19/20 |
groote-hôtel-ruimte < groote-hôtel-nacht |
162,15 |
deftige < degelijke |
170,22 |
illuzie < illuzie. Wijken de vaderlanders terug in een illuzie |
170,25 |
denken < denken en doen |
170,25 |
in < vast in |
171,1 |
letterkundigen < kunstenaars |
171,7 |
zijn geboortegrond eens jarenlang < eens jaren lang zijn geboortegrond |
171,11 |
u dat < dat u |
172,7 |
hernam [...] vriend < keurde [...] vriend af |
172,10 |
heel wat < heél veel |
172,10 |
lezers < lezer |
172,16 |
deed, met < deed |
173,6 |
wordt < vormt |
174,13 |
zijn. < zijn. Heusch. |
174,22 |
heusch < bewust |
175,30 |
wie al < waar àl |
176,8 |
wie < waar |
176,17 |
over < aan |
177,27 |
een < uw |
177,27 |
met < van |
179,11/12 |
op zijn beurt het [...] raadsel < het [...] raadsel op zijn beurt |
179,19 |
pot bier < pot |
180,8 |
dingen bestel < dingen koop |
180,19 |
wel werk < wèl werken |
181,11 |
aan uw roman < uw roman |
181,12 |
met haàr < samen |
181,29 |
Is dat < Is het |
182,3 |
vreemd, zoo vaag < vreemd |
182,9 |
ze Nederlandsch zuiver < u zuiver Nederlandsch hoort |
| |
| |
182,20 |
geen van beiden < geen van allen |
182,30 |
kussens < matrassen |
183,3 |
zwoelen zomer < zwoele lente |
185,13 |
naar bed gaat en opstaat < opstaat en naar bed gaat |
185,16 |
bosch < bosch en steeds dien eenen, zelfden dag in de week zijn vriendinnetje opzoekt |
185,24/25 |
om [...] te leven < aan [...] leven |
186,8/9 |
slapen, goed slapen < slaapt, maffen |
186,12 |
doffe < suffe |
186,18 |
inlichtingen < inlichting |
190,23 |
in de < de |
190,24 |
met < van |
190,25 |
met < van |
191,9 |
Ontroering < ontbreekt |
191,22 |
ge? < ge? Ende zoo maakt men reclame voor zichzelven. |
191,28 |
verfijning. De < verfijning. In de Renaissance droegen de vrouwen geparfumeerde handschoenen |
192,19 |
van [...] naar < langs [...] en |
192,25/26 |
den [...] groenen parfum < de [...] groene geur |
193,9 |
al < ook al |
193,11 |
geweest < geroemd |
193,13 |
vuile nagels < zwarte nagels |
193,23 |
veilig < moeilijk |
193,32 |
schijn is < schijnt |
193,32 |
voor < aan |
194,20 |
's Zondags ten minste < ten minste 's Zondags |
195,4 |
en uit < en |
197,19 |
neêrslachtigheid, om < neêrslachtigheid, van twijfel, van mistroostigheid, om |
200,6 |
Barenbeek < Klarenbeek |
200,25 |
invoeren en < invoeren: |
201,4 |
op- of aanmerkingen < op-, aanmerkingen |
201,7/8 |
‘chique’ of ‘chic’ < ‘chic’ of ‘chique’ |
202,21 |
dat < die |
| |
| |
202,24 |
‘crèm’ < ‘crèm’ lint |
203,13 |
van avond dus / dus van avond |
203,21 |
móet er < moèt ze |
204,7 |
of wie < of op wie |
204,29 |
daarbij niet belangrijk genoeg < daar nìet belangrijk genoeg voor |
205,15 |
redetwisten < discusjeeren |
205,21 |
ge < u |
205,29 |
het 'Epische < ons Epiesch |
206,9 |
te behoeven < behoeven |
207,17 |
dadelijk < dadelijk weêr |
207,32 |
is < zit |
208,21 |
mag < mag er |
216,9 |
ziekte < volksziekte |
216,32 |
van waar < waarvan |
217,6 |
dat < dit |
217,7 |
hen < hen toch |
217,15 |
die mannelijke, < de mannelijke |
217,29 |
verwelken < verweeken |
217,32 |
staan; < stonden; |
218,9 |
weken < weekjes |
218,32 |
van hoeden < ‘hoeden’ |
219,5 |
zien te troosten < troosten |
220,2 |
een < de |
221,3 |
omtrent < in |
221,27 |
parlevink < spreek |
222,20 |
hare < zijn |
223,20 |
meer < vreemd |
223,24 |
kenbaar < kunnen kenbaar |
225,21 |
is voor [...] toch wel < is toch voor [...] wel |
226,13 |
in < toe |
227,30 |
om spelling < spelling |
228,2 |
te aanvaarden < aanvaard |
233,2/3 |
charmante, jonge man < charmante jongen |
234,5 |
die jeugdige < o die jeugdige |
| |
| |
234,15/16 |
gunstig te < te |
234,16 |
overtuigd < ook overtuigd |
234,28 |
een veefokkerij kunnen voegen < kunnen voegen een veefokkerij |
234,29 |
eigenaar-administrateur < eigenaar-opperadministrateur |
235,4 |
kinderlijk blijde < kinderlijke |
235,17 |
voelen < te voelen |
236,2 |
Noodlot, met God < Noodlot, met zijn eigen verdriet, met zijn eigen vreugde, met God |
236,5 |
iets van smàrt < soms iets van smàrt |
238,20 |
wat < ooit |
238,31 |
rechts van...< rechts, nu, |
239,5 |
er werkelijk < er |
239,24 |
en < tot |
240,21 |
zenuwachtig bent. < zenuwachtige haast hebt, als je auto je wacht, als je je kleedt, als je vier, vijf kattenbelletjes te pennen hebt of als je breken wilt met je laatste liefde, op je allerlaatste rendez-vous. |
240,27 |
toegelaten wilde < wilde toegelaten |
241,3 |
terwijl < hoewel |
241,32 |
met < naar |
243,20 |
uw < u |
243,32 |
hand < bleeke hand |
245,17 |
voor < voor dat |
245,19 |
alsof < of |
245,20 |
smachtende hen < smachtende om |
245,24/25 |
laatste...Zàl je het doen??
- Ja < laatste...
- Neen, meneer...
- Zàl je het doen??
- Ja |
245,29 |
hóe ik een roman moet schrijven < hoe een roman te schrijven |
246,27 |
in huis niet met anderen < immers niet met anderen |
| |
| |
246,31 |
bestegen de trap < stegen den trap op |
247,22/23 |
Jaarsma's en < Jaarsma's, |
248,25 |
portier en noch < portier; dak noch |
249,9 |
ge zelfs < ge |
250,14 |
zwaarwichtige < zwaarwichtigere |
250,15 |
‘straatleven’ < het ‘straatleven’ |
250,22 |
regen < de regen |
251,12 |
immers gewerkt onder < naam gemaakt onder |
251,21 |
zeide, fier opstaande < zeide zelfs, opstaande |
251,33/34 |
onze voornamen < onzen voornaam |
251,34 |
voorletters < voorletter |
252,1 |
die < de |
252,16 |
niet een beetje. < niet? |
253,31 |
me < je |
254,23 |
meê < meer |
254,25 |
uitgevers < uitgevers: niet dien onzer schrijvers |
254,26 |
soepel < dun |
255,15 |
stort, < neêr stort |
257,3 |
van [...] Middeneeuwen < der [...] Middeneeuw |
257,18 |
of < of weêr |
257,22 |
deze < de |
259,13 |
‘Kopie’ is < ‘Kopie’, dat is item zooveel waard, ja zelfs wel een kontrakt...‘Kopie’ is |
259,29 |
den boekwinkel < de boekwinkels |
260,24 |
kunnen < weten |
262,15 |
nog < nu nog |
262,18/19 |
zal [...] moeten < die [...] zal moeten |
263,18 |
dat < dit |
266,18 |
wijze < (reclame-)manier zeér |
268,10 |
van < aan |
268,22 |
de huisjes < huisjes |
269,25 |
zag ik < ging |
269,34 |
boeregerei; < boeregerei van |
270,3 |
ganzen, < ganzen, die, |
270,4 |
zittend < zaten |
| |
| |
270,4 |
komiek < ironiesch |
270,10 |
om < rondom |
271,8 |
in de < de |
271,17 |
onwezenlijkheid < onwezenlijkheid, van wazig omnevelde onwerkelijkheid |
271,25 |
groote < moede |
271,26 |
grauwe, grijze man < grauwe grijzaard verscheen en |
271,29 |
grauwe, grijze man < grauwe grijzaard |
271,31 |
grijze man < grijzaard |
272,2/3 |
grijze man < grijzaard |
272,14 |
door < met |
273,3 |
verder < lager |
274,24 |
wit gehoofddoekt < gehoofddoekt |
275,12 |
waardoor < waaruit |
275,18 |
wiens < wiens oogen alles zagen, als een groot glanzend hoofd, wiens |
276,34 |
hun < De |
277,12 |
maar op < maar over |
278,3 |
dat < dit |
279,6 |
het Getal er < uw Getal u |
279,13 |
terug de niet < uit de o soms |
279,30 |
kunnen raden < raden |
279,31 |
feiten < daden |
279,34 |
voor < van |
280,11 |
leugenen < leugen |
280,15/16 |
Ik zie het en weet het < Ik zeg het u niet |
280,31 |
Dàar < Ja |
280,32 |
vijftien < veertien |
282,8 |
mijn eigen < mijn |
282,30 |
zijn < dien |
283,12 |
hij dof < hij |
283,17 |
je! < je! Ik benijd je!! |
284,16/17 |
ik hem < ik het hem |
285,23 |
om < voor |
286,4 |
veel < erg veel |
| |
| |
286,25 |
weldadiger < er weldadigers |
286,32 |
van < vol van een |
287,2 |
u, al < u, hoor, al |
288,5 |
op < over |
288,7 |
ydelheden...< ydelheden...Het is al ydelheit. Hij was een koning en ik ben het niet en heb dus meer recht het te zeggen: Ydelheyt der ydelheden... |
289,12 |
wagen < doen |
292,2 |
geschiedde < ongeveer geschiedde |
293,2 |
en een < en |
293,7 |
beheerd, < beheerd en |
293,9 |
koning < oude koning |
294,3 |
gespaard zijn < zijn gespaard |
294,9 |
op den koning toe < toe op den koning |
298,24 |
schenen mij < schenen |
298,27 |
volgende < in rang volgende |
298,27/28 |
dat is wat een mooie vrouw < dat is de Zinnezucht. |
299,5 |
Imperia: vindt je haar niet prachtig...? < de Zinnezucht!! |
300,13 |
voor de < voor alle |
300,28 |
hier niet < niet hier |
301,7 |
oogenblik < oogenblik nog |
301,12 |
ouderwetsch < echt ouderwetsch |
303,16 |
die < de |
304,15 |
niet < nog niet |
305,28 |
zag het < zag nu |
306,8 |
gebaar < gebaar nu |
306,13 |
dan een < dan |
306,14 |
hij < hij daar |
306,27 |
je < de |
307,19 |
bad < ik bad |
308,4 |
èn de < de |
310,20 |
slechts < zelfs |
320,10 |
‘campagne’. Wij < ‘campagne’. Tout-à-fait la campagne! extazieerden zij zich. En wij |
| |
| |
321,6 |
menschen < vrienden |
321,11 |
van St. Silvestre < naar St. Silvestre, |
321,12/13 |
Loire, mèt < Loire, dat ze drie weken in den zomer bewoonden maar dàn met |
329,6 |
‘groentjes’ < ‘groentjes’ en de ‘grijsjes’ |
329,26 |
kanaaltje, < kanaaltje en |
334,19/20 |
die uit zaaien ging < die ging uit zaaien |
335,8 |
terrein < feestterrein |
338,6 |
acht hoogstens tien < zes, hoogstens acht |
338,34 |
Veertien < Tien |
339,26/27 |
ontkennend < bevestigend |
339,33 |
Mondaine-Quand-Même! < Mondaine! |
340,3 |
glimlachten < glimlachten wel |
340,7 |
bij < van |
340,18 |
vijanden en vijandinnen < vijandinnen en vijanden |
341,23 |
antiek < het antieke |
341,30 |
er voor < voor |
342,2 |
uit oogpunt < uit het oogpunt |
342,14 |
lezing < term |
343,13 |
double one's en < double one's of |
343,16 |
satijnen hooikisten < hooikisten |
356,32 |
mooiste < schoonste |
358,10 |
of [...] of < en [...] en |
360,9 |
toch wel < toch |
360,9 |
flinke < krachtige |
360,15 |
zetten < te zetten |
360,18 |
Wij zijn zelf < Wij zijn |
361,23 |
nog oudere < een jongere |
362,19 |
schenen noch < schenen nauw |
362,33 |
den < dien |
364,9 |
de heel oude < een heel oude, gebaarde |
364,9/10 |
die roerloos op één been < die op één been |
365,13 |
kristalhelder < kristalklaar |
366,4/5 |
ziekten [...] gaan < ziekte [...] gaat |
367,20 |
ter < tot |
| |
| |
367,28/29 |
Uit Strabo's Geografia Lib xv. < ontbreekt |
368,1 |
iii < Antiquiteiten vi |
374,10 |
[reekstitel ontbreekt] < Antiquiteiten 1 |
374,12 |
ure < Uren |
376,4 |
lucht < luchten |
378,25 |
hem omwolkende < hem rond omwolkende |
381,20 |
[reekstitel ontbreekt] < Antiquiteiten 11 |
385,12 |
heil < ziel |
385,27 |
een hemellichaam < hemellichaam |
386,15/16 |
verwijderde < ver verwijderde |
390,18/19 |
Welke redakteur zoû zoo bar zijn < Hoe als redakteur zoo bar te zijn |
392,16 |
eeuwen geleden < eeuwen |
392,27 |
scheppen wat < scheppen dat wat |
394,2 |
leek < eerste |
394,6 |
des scheppers < der scheppers |
394,31 |
hoog < hoogst |
395,15 |
harer < hunner |
395,24 |
zijn < die |
395,24 |
onder < van |
396,1 |
zijn < waren |
396,22 |
woelenden en < woelenden, |
397,24 |
soms zalig < zalig |
397,26 |
en zuivere < en |
397,29/30 |
bruin, driftig [...] en misschien het doorwazen, dat < bruin is en misschien alleen waast het door, dat alleen |
398,20 |
moet < moest |
399,18 |
bij < aan |
399,21 |
Regeering < Regeering des lands |
400,17 |
dóén < doèt |
400,17 |
die < haar |
402,17 |
om < voor |
402,21 |
met < onder |
404,3 |
schaterlachte < schaterde |
404,5 |
prevelde < stamelde |
| |
| |
405,31 |
Nu < Hm |
406,10 |
niets < niets van je |
406,29 |
bulderde < beval bulderend |
406,35 |
verstild en verstomd < verstomd |
407,12 |
zoo'n < zoo |
407,14 |
den stalknecht < de stalknechts |
407,18 |
den knecht < de knechts |
408,10 |
Nou < Hm |
409,17 |
werd < was |
410,5 |
ziedende < uitzwetende |
410,9 |
een < den |
410,12 |
wien?...< waàr? |
410,13/14 |
zweetkamertje? zeide Tertius < zweetkamertje? |
410,24 |
dat < die |
411,14 |
nagebootst < geïmiteerd |
411,16 |
op < van |
412,4 |
Nieuwe < Jullie, nieuwe |
413,14/15 |
eetkamertje < eetzaaltje |
413,17 |
rozenfestoenen < rozenfestoen |
413,18 |
rozenfestoenen < rozenfestoen |
414,15 |
vlakken < vakken |
415,1 |
de windhond < Mediaevaliteiten 1. De Windhond |
415,16 |
gepeinzen < gepeins |
418,9 |
dat ook < het lang |
418,10 |
hij was < was hij |
418,17 |
en < en zij |
419,11 |
kijkende < wijzende |
419,11 |
oogen < vinger |
419,12 |
helle < hal |
419,14 |
toch < wel |
419,17 |
was < geworden was |
419,23 |
vrouwe < schoone vrouw |
419,26 |
beval hem < hem beval |
420,34/35 |
vier, op < vier van |
422,5 |
Verklaring [...] < ontbreekt |
| |
| |
424,7 |
teekenende < etsende |
424,11/12 |
geboorte. [alinea] Wie bevroedt < geboorte: wie denkt er aan |
424,14 |
nog de brutale symbolen < hoog-op de fallos, de symbolen |
424,30 |
optocht < feest. Het is toch een optocht |
424,34 |
doet < het doet |
425,8 |
niet! < niet! |
|
- ...Wil of niet! |
425,24 |
weet er nu < denkt er aan |
425,25/26 |
weet er van, wie weet er van! < denkt er aan, wie denkt er aan? |
425,33 |
snoetjes < steedsche gezichtjes |
425,35 |
weêr < daar |
426,8/9 |
door ezelen en muilezelen getrokken en met al de knechten en meiden < met al de knechten en meiden en door ezelen en muilezelen getrokken |
426,33 |
gestegen < af |
426,34 |
tronies < gezichten |
428,6 |
onder hen < onzer |
428,15 |
tusschen de schuimende, < met de immense |
428,16 |
getorst door < zoo gedragen in optocht tusschen |
428,17 |
feesters < feeststers |
429,9 |
dat < dat zeker |
429,16 |
doorpeild < doorgrond |
430,3 |
Borgh Vermeylen < Borgh |
430,8 |
onderbewusten < onbewusten |
430,9 |
sterke < sterkere |
430,11 |
bewonderenswaardige kracht < groote zielskracht |
430,30 |
u [...] te douwen < u, [...] douwen |
431,13 |
dacht < dacht hij, |
431,16 |
mij < mij en |
431,21 |
Ware [...] bedelaar < Als [...] bedelaar ware |
431,22 |
hij had hem zeker < had hij dien |
432,6 |
gekregen te hebben < reeds te hebben gekregen |
| |
| |
432,8 |
want de vent reageerde er op < iets meer zelfs dan dat |
432,11 |
in zijn [...] vond < vond in zijn [...] |
432,12 |
blik < blikken |
432,13 |
verschiet < verschiet. Maar was zalig te moede en zielsgelukkig |
432,16 |
intens < wel |
432,16 |
mogelijk was < kon |
432,21/22 |
die zelfde < die |
432,22 |
straat, < straat, of |
432,25 |
zoeken. Die vreemde Karel! < zoeken. |
432,27 |
van zijn < zijner |
432,33 |
twaalf < zeven |
432,35 |
op < met |
432,35- |
van streek bracht < verheftigde |
433,1 |
|
433,8 |
die korte, hevige < zijn |
433,10 |
op de rolloxen van het trottoir < in het publiek |
433,11 |
of in < of |
433,12 |
bekende < kennis |
433,12/13 |
zoo een woordenwisseling in tram of theater < in tram of theater, zoo een woordenwisseling |
433,14 |
te < een te |
433,19 |
of < en |
433,20 |
noodlotteling < voorbijganger |
433,25 |
Na [...] rustig < Weken kon hij wel eens rustig zijn na het standje |
433,31 |
met < van |
434,3 |
het koppig < koppig |
434,3 |
meisjes-wang < meisjeswangen |
434,5 |
stond de tijd in het teken der duurte < waren de tijden duur |
434,10 |
was op Karel < op Karel was |
434,11 |
als hij op haar, < als zij op hem |
434,12 |
schakeering < nuance |
434,23 |
hoogloopend standje < standje |
| |
| |
434,24 |
liep < was |
434,26 |
standje er om < standje |
434,26/27 |
was beslissend. < liep heel hoog en |
434,35 |
buitenland, baantjesloos, < buitenland |
435,2 |
en < maar |
435,3 |
mis. In < mis; en in |
435,5 |
werd < was |
435,5 |
weêr < steeds weêr |
435,6 |
aller < van alle |
435,7 |
afraakten < afraakte, voor weken, voor maanden lang |
435,8 |
na enkele weken, een < een hevig |
435,9 |
dit is < het geweest is |
435,9 |
tevredener < gelijkmoediger |
435,9 |
gevoelt < er na gevoelt |
435,11 |
dit < dat |
435,11 |
een < maar een |
435,15/16 |
beslommeringen < belemmeringen |
435,17 |
toch < toch wel |
435,20 |
sadisten < àllen sadisten |
450,14 |
weêr glooien en dalen < harmoniesch dalen |
450,19 |
den < voor den |
450,20 |
ook weêr < ook |
450,25 |
doemen en doomen < doomen |
450,27 |
zijn < uw |
451,10 |
op [...] critizeeren < het [...] te critizeeren |
451,12 |
leelijk < leelijk of vet |
451,14 |
te < zoo te |
451,34 |
nog te beelden < op te schrijven |
452,3 |
dan < als |
452,11 |
een < den |
452,12 |
‘gang’ < loop |
452,13 |
heldin. Niet < heldin en dit niet |
452,29 |
laat < laat als een surprise aan doet en veel te laat |
452,31 |
ik < ik nog |
| |
| |
453,6 |
te zeer onder < onder uit |
453,8 |
zijner < van zijn |
453,9 |
van het boek < des boeks |
453,12 |
werk < scheppingen |
453,12/13 |
en hij beter doet zijn < en dat hij beter doet zijne |
453,19 |
schrijver < romanschrijver |
453,19 |
verheugd < gelukkig |
453,23-25 |
Ik heb [...] geschreven, maar verzeker u niet, dat ik reeds [...] schreef < Als ik oprecht mijn meening mag zeggen, zoû ik zeggen, dat ik [...] heb geschreven. Maar niet verzeker ik u, dat ik [...] geschreven heb |
453,27 |
met de centen. Mij in < met achter mij in mijn oor |
453,30 |
Maar ik schreef < En hoewel ik absoluut niet onverschillig voor geld ben en het best gebruiken kan, schreef ik |
453,31 |
en wèl < maar schreef |
453,33 |
dat < het |
453,33 |
vreemd, < vreemd wat was dat |
454,1-5 |
als gewillig werktuig van dat Andere...zoû [...] heeft. < gewillig werktuig te zijn van dat Andere en romans te schrijven, zoû ik niet weten wat te antwoorden. Er is misschien te verrichten. |
454,5-9 |
kunstwerk maar [...] maken < kunstwerk. Een romanschrijver is niet meér dan een kunstenaar, àls hij het is. Er is misschien iets hoogers en beters te doen op de wereld dan een werk van litteraire kunst te schrijven. Een kunstenaar is eigenlijk niet meer dan een kind, dat zich amuzeert iets na te maken |
454,9/10 |
hem zegt te doen < hem suggereert na te maken |
454,12 |
al is het misschien < en misschien is het lang |
454,12/13 |
Duidelijker herinner ik mij niet < Ik herinner mij niet duidelijker |
454,17 |
dat ik dit weet < dat dit goèd is |
454,17 |
Nu geloof ik wel < Ik geloof wel, |
454,19/20 |
er zich zelf tevreden op verhoovaardigen. Hij moet |
| |
| |
|
het vergeten. En alleen < tevreden in zich er om verhoovaardigen, hij moet alleen |
454,21 |
schrijft of zàl schrijven < schrijft of is hij in de leêge periode na de voleindiging aan wat hij schrijven zal |
454,22 |
pen of een < pen op een papier of over een |
454,23/24 |
zich zijn werk bewust is < zijn werk zich schept |
454,25/26 |
geschreven romans < romans |
455,3 |
ook veel < ook heel veel |
455,12 |
van grooter belang < van grootere schoonheid en de prettige opwinding van grooter belang |
455,16 |
groepen < groep |
455,24 |
brons. < brons. [alinea] Maar nogmaals, ik wil het boksen niet kleineeren. Deze beide sporten der mannelijke handtastelijkheid, deze beide sporten van aanval en verweer, beiden nog over uit palestra en gymnazium der Oudheid, hebben in onze oogen recht van bestaan om, wat het boksen betreft, nut, het worstelen betreft, schoonheid. Waarom woont dan het fashionabele Haagsche publiek - en in Engeland is het zelfde - wel een bokswedstrijd bij in den Dierentuin maar niet een worstelwedstrijd in de Boekhorststraat? Waarom heeft het populair gepette publiek in de Boekhorststraat de overhand? Raadsel! Ik constateer slechts een feit maar breek daarbij gaarne een lans voor de sport, die mij als toeschouwer het liefst is: het worstelen. Zeker, het worstelen kan hooger geheven worden uit de minder gunstige omstandigheden, waarin het dikwijls verkeert maar dit is een vicieuze cirkel: als de omstandigheden, die het worstelen omringen, gunstiger waren, zoû het worstelen ook dadelijk zich verheffen tot hoogere waardigheid onder de verschillende sporten. |
455,26 |
groene < spinazie-groene |
455,27 |
landschapje < landschap |
456,2/3 |
geschilderde water van het coquette vijvertje < water van het geschilderde vijvertje |
| |
| |
456,6 |
te kleine tooneeltje < kleine podium |
456,8 |
doen < doet |
456,10 |
zulk krachtig beweren < zulke krachtige bewering |
456,13 |
de dames < onze dames |
456,17 |
weêrgeef < schrijf |
456,17 |
van < over |
456,25 |
ziet wie in < ziet men, als men in |
456,26 |
afsta. < afsta. [alinea] Men kan, als men liefhebber is, een ideaal stellen aan het worstelen. Dit ideaal is mij in het Alhambra nog niet bereikt maar toch geniet ik er zeer van het betrekkelijke en het bereikte. Een ideaal is wel eens wreed. In de opera wordt ons ideaal wreed als wij meenen, dat een zanger of zangeres, te oud en te dik is geworden, om van stemslijtage niet te spreken; wel, in het worstelwedstrijdperk is het ideaal ook wreed tegen den worstelaar, die met de meerdere jaren het vet niet wist van zijn spieren te houden. Maar ik geloof nog niet, dat de Staat bereid is aan een worstelaar een pensioen toe te kennen zoo ruim als aan een minister of een letterkundige en voór dat dit gebeurt, wil ik den worstelaar, die reeds jaren strijds achter zich heeft, niet van het podium dringen, tusschen de spinazie-groene en azuren coulissen heen. Als ik alleen maar zeggen mag, dat de jeugdige of in rijpe mannelijkheid bloeiende athleet in het worstelperk mijn bijbedoelinglooze aandacht heeft. |
456,33 |
hatelijke < leelijke |
457,1 |
meestal kunst < meestal de kunst |
457,5 |
gezien < toen gezien |
457,5 |
die < de |
457,5 |
serieuze < prima |
457,6 |
bedoelde < noemde |
457,8 |
was < waren |
457,9 |
een godin, < er godin |
457,12 |
zien. < zien en wat ik zoo interessant vond op te letten |
| |
| |
|
was dit: het publiek, het populair gepette publiek, dat anders wel bar van herrie houdt, van jouwen en hoe!-roepen, als de worstelaars zich niet beheerschen, vindt zulk werk toch eigenlijk het allermooist!! Ja, al de jongens van de Boekhorststraat vonden dien streng klassieken kamp toch veel mooier en namen zulk werk dankbaar, meer au serieux dan die wel amuzante dolle driften, van het boos gebaren en zich ongepermitteerde trucs veroorlooven, van enkele zich nièt beheerschende maar ook nooit tot de favorieten behoorende andere worstelaars. Misschien zoû het publiek zich niet zoo luidruchtig geamuzeerd <-hebben> als dat meer clownachtige ontbrak maar aan den andere kant weten die zelfde toeschouwers drommels goed wat goed, zuiver, en eerlijk worstelen is en waardeeren zij het met donderende juichingen. |
457,13 |
toch aardig < zoo aardig |
457,14 |
eigenlijk < toch eigenlijk |
457,20 |
zich te recht < zich |
457,24 |
als < als door |
457,25 |
als < als door |
457,28 |
wordt, < wordt of als de wedstrijd onbeslist blijft, |
457,29 |
hij als moreele overwinnaar < hij |
457,29 |
palmtak < palm |
457,30 |
getroost < wel getroost |
457,33-35 |
ziel, waaronder wellicht behoort juist [...] leggen. < hart...juist [...] leggen! |
457,35 |
geperst < gedrukt |
458,1 |
centenaarzwaar [...] noem < kolossaal [...], dat weegt als een centenaar, noem |
458,2 |
roerend met mij eens, < met mij roerend eens |
458,4 |
won hij < wòn hij toch |
458,5 |
publiek < gepette publiek |
458,13 |
de < zijn |
458,14 |
zijner vaak zwaardere < der |
| |
| |
458,15 |
het < zijn |
458,16 |
de lucht in, < in de lucht |
458,21 |
ergernis: < boosheid op. |
458,24-26 |
of boksen, als [...] raakt. [alinea] Tot < boksen, tot |
458,28 |
De < Die |
458,30 |
bokser. < bokser. Daantje heeft even gebokst |
458,30 |
mocht < mòcht |
458,30 |
hier niet zijn < niet |
458,33 |
de bedorven-jongen < die bedorven jongen |
468,11 |
zwarte tricotje < zwart onderbroekje |
468,17 |
Liparië is < Liparië |
468,17 |
land < land, lag en ligt, |
468,19 |
op onze < op |
469,7/8 |
verdwenen - Albrecht Dürer protegeerde het nog - < verdwenen |
469,14 |
het < en het |
469,28/29 |
Na keuring en examen wordt hij toegelaten. Vreemdelingen zijn uitgesloten. < Geen vreemdelingen. |
469,31 |
knapen < knapen, na keuring, |
470,7 |
zijn, om < zijn |
470,10 |
aardrijkskunde < aardrijkskunde, sterrenkunde, eenige natuur- en scheikunde |
470,26 |
voornamere jongelieden < jongelieden uit de hoogere standen |
471,1 |
zijn niet < niet |
471,7 |
met telkens andere ploegen < telkens met andere athletengroepen |
471,13 |
volgnummer < nummer |
471,17 |
ge mij? < ge? |
471,20 |
wel < dan wel |
471,21 |
niet eens < niet |
471,23 |
ook natuurlijk < natuurlijk ook |
471,25 |
van < van het |
471,31 |
ge < u |
471,32 |
Herakles, die < Herakles |
| |
| |
471,34/35 |
de Parisiennes < een Parisienne |
472,10 |
lichaamsoefening < oefening |
472,11 |
vreedzamen strijd en edele mededinging < vreedzame mededinging en vreedzamen strijd |
472,13 |
ik < ik in |
472,14 |
dezen winter < den winter |
472,15 |
Den Haag < ons lieve Den Haag |
472,21 |
er in beide < er |
472,25 |
eer, < goeds |
472,28 |
uitbeelden < kunnen uitbeelden |
472,29 |
Niet altijd. In de Boekhorststraat niet altijd, wèl < Niet altijd in de Boekhorststraat, wel |
472,31/32 |
rasverbeteraar < rasverbeteraar en instandhouder |
472,33 |
Veel is < Trouwens, er is veel |
474,5 |
opgebeld < opgetelefoneerd |
474,11/12 |
te midden, of liever aan het eind der vele < aan het einde, te midden van de |
474,25-27 |
waarbij [...] voelen < terwijl ik in de paradijslegende een waarheid gevoel |
475,1 |
tusschen de < tusschen die |
475,9/10 |
geniale, maar mizerabele < mizerabele |
475,12 |
wij [...] hebben < wij |
475,22 |
kleeding - < kleeding van |
475,23 |
bladerfestoen en vijgeblad - < van bladerfestoen, |
475,26 |
naar < tot |
475,27 |
neêr naar < naar |
475,30 |
ons < en |
475,31 |
blijven bergen < bergen |
475,31 |
een < het |
475,32 |
zijn geweest < geweest zijn |
475,35 |
aannemen < ook aannemen |
476,1 |
kan < kàn ik |
476,2/3 |
tint, en materie < kleur of materie |
476,3 |
vrouw, een man of < man, van een vrouw of van |
476,20 |
der < van de |
| |
| |
476,25 |
dadelijk < al |
476,27 |
deuren, < deuren en |
510,28 |
voor < om |
510,29 |
voor onze < om die |
510,29/30 |
In het buitenland < Eindelijk |
511,16 |
daarna < erna, |
513,7 |
à-peu-près < allusie's |
513,11 |
nog < nog zoo |
513,21-23 |
kwamen, ten minste [...] hall! < kwamen. |
516,26 |
kunt voorstellen < voor kunt stellen |
517,8 |
Dus < Ja |
518,28 |
een onzer hooge staatslieden < onze Minister van Buitenlandsche Zaken |
519,6/7 |
ouderwetsche namen < ouderwetschen naam |
519,18 |
toontje, een tintje < tintje, een toontje |
519,23 |
Ik denk < Je denkt |
521,22 |
charmant < een schat |
522,14 |
Russische ballet, < Russische ballet, tijdens het gedans en de snerpende Jazz-muziek voor het pauwidool in Savoy: |
546,12 |
blanke < blauwe |
549,15 |
aan < tot |
549,35 |
doch < toch |
551,19 |
daar < dat |
551,34 |
2. Rivier. < noot ontbreekt |
552,2 |
moê-er < meer moê |
555,15 |
wel < veel |
555,21 |
Zoo < Nu |
555,26 |
tulbandje < tulbandjes |
556,19 |
voor < om |
557,15 |
verbetert < betwetert |
559,6/7 |
heele karavanen [...] beladen, halen van heinde en verre...< halen karavanen [...] beladen...! |
562,8 |
En < En met |
564,6 |
dat < maar dat |
| |
| |
565,4 |
dezen < haar |
565,8 |
ben geworden < kan worden |
927,9 |
het geen ik niet betwijfelen wil < het geen mij onbekend is |
928,29 |
ons < u |
929,7 |
schrijvers < auteurs |
930,3 |
als < nu |
930,4 |
een < den |
930,10 |
der < dier |
930,18 |
ook nog klein-menschelijke < klein-menschelijke |
930,19 |
vol < van |
930,33 |
over-toeschouwer < overbuurman |
931,17 |
eeuwen < eeuwen en eeuwen |
933,30 |
de twee < die |
934,3 |
daar < hoor, |
934,6 |
Zeer < Ziet, |
941,28 |
handeling < handeling nu |
942,14 |
is < was |
943,10 |
bijwerk en de dans < bijwerk van dans en bijwerk |
943,27 |
genoemde < genoemde nu |
947,10 |
meestal < veelal |
947,22 |
tweelingen < een tweeling |
947,22 |
maar < en |
948,11 |
Gestorven - < Gestorven, |
948,23 |
die mij < mij die |
949,9 |
Soms < Een |
950,7 |
kerel < jongen |
950,16 |
is wat ik eet < dat is wat 'k eet |
955,23 |
minnarij < hoererij |
956,24/25 |
Jij rekent [nieuwe regel] Niet meê. < Jij hebt [nieuwe regel] Geen nummer. |
957,16 |
zachte < zoete |
959,26 |
vàst. En verder? < vàst. |
962,14 |
verbrassen < verdommen |
962,29 |
zeggen: tot Menaechmus < zeggen: |
| |
| |
966,23 |
kent < weet |
967,2 |
Herk'les, wel < Herkules, |
971,6 |
jou dan < jou |
971,27/28 |
zegt, ja [nieuwe regel] En amen, als ik < zegt, [nieuwe regel] Gelijk, als ik zoo |
974,10 |
geloof ik < ik geloof |
975,12 |
die arme < de ärme |
977,20 |
wijst op < wijst |
978,8 |
Slachten, jou < Purperen |
979,12 |
Gezegd < Gedaan |
979,21 |
Wel, natuurlijk < Natuurlijk |
979,24 |
Waar < Maar waar |
980,8 |
toch < dan |
981,15 |
een deerne < zijn meid |
983,7 |
zoo < zoo duidelijk |
983,31 |
maar < hier |
991,22 |
'k Zal < Ik zal haar |
994,13 |
voor < zoo voor |
995,27 |
Ja, ja < Ja, ja, ja, ja |
998,5 |
in < met |
999,10 |
Wat < Wat is dat voor |
999,30 |
kist en kast < kiste' en kasten |
1000,9 |
tot Menaechmus < ontbreekt |
1001,6 |
bent, zeg < bent |
1001,32 |
ter zijde < ontbreekt |
1002,7 |
in geveinsde waanzinsvervoering < ontbreekt |
1002,26 |
ter zijde < ontbreekt |
1003,3 |
ter zijde < ontbreekt |
1003,6 |
in vervoering < ontbreekt |
1003,20 |
ter zijde < ontbreekt |
1003,22 |
in vervoering < ontbreekt |
1004,17 |
met jou < met |
1005,8 |
Hoort < Zegt |
1007,18 |
je 'm < je |
1010,10 |
Doe < Nu, doe dan |
| |
| |
1010,12 |
drie weken lang < gedurende drie weken |
1010,31 |
Bereiden < Alles bereiden |
1012,4 |
werk en < werk, |
1012,6 |
kwade < slechte |
1013,7 |
grootsten < allergrootsten |
1014,13 |
doen op hun vier < laten op hun |
1014,33 |
slaven vluchten < ontbreekt |
1016,26 |
hier, niet waar < hier |
1016,28 |
wonderlijk < zoo wonderlijk |
1016,32 |
wien < die |
1019,16 |
tot Menaechmus Sosicles < wijst Menaechmus den Geroofde |
1019,18 |
dacht...< dacht...(wijst op M. Sosicles) |
1019,19 |
zijn. Ja, ja < zijn |
1021,3 |
zoo [nieuwe regel] Elkaâr < die [nieuwe regel] Zoo op |
1021,5 |
En dan < En |
1022,6 |
zoo < als |
1023,4 |
in al < in |
1023,5 |
toen < werd |
1023,19 |
Hoe veel < Als 'k m' herinner |
1024,11 |
broêrtje, o mijn < broêrtje, |
1025,11 |
de < die |
1025,17 |
Erotium < De meid |
1025,17 |
aan haar < bij haar aan |
1027,17 |
tot publiek < ontbreekt |
| |
Afbrekingstekens
In deze uitgave van Couperus' ongebundeld werk moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
150,1 |
werk- |
171,30 |
voorjaars- |
153,3 |
been- |
178,4 |
miniatuur- |
155,7 |
rok- |
191,6 |
proza- |
156,11 |
absoluut- |
194,16 |
Ge- |
161,19 |
hôtel- |
203,10 |
Boîte- |
162,29 |
en- |
204,19 |
mijn- |
| |
| |
215,18 |
Amatrice- |
397,31 |
proza- |
221,22 |
sekse- |
400,8 |
romantiesch- |
221,35 |
schoonmaakster- |
400,17 |
sine- |
224,7 |
domme- |
415,2 |
Tafel- |
224,17 |
Verkade- |
420,20 |
hazelnoot- |
225,9 |
society- |
429,18 |
kort- |
227,31 |
en- |
432,12 |
van- |
228,35 |
Eau- |
437,21 |
bachelor- |
233,24 |
kort- |
444,18 |
catalpa- |
236,22 |
Pierrot- |
447,21 |
mane- |
249,24 |
minder- |
448,3 |
hacienda- |
251,29 |
principe- |
456,5 |
Alhambra- |
252,12 |
familie- |
457,10 |
structuur- |
255,32 |
kinds- |
469,15 |
Staats- |
259,14 |
geschreven- |
480,15 |
journalist- |
286,1 |
klein- |
489,23 |
Nederlandsch- |
315,4 |
stok- |
492,9 |
Haag- |
316,12 |
executeur- |
495,19 |
Three- |
319,9 |
dame- |
496,15 |
eerste- |
325,10 |
moederlijkheid- |
496,33 |
sake- |
325,19 |
grijs- |
501,14 |
Homburg- |
330,13 |
van- |
504,23 |
dag- |
330,17 |
vaderlandsch- |
505,25 |
Hyde- |
333,29 |
buiten- |
505,26 |
cut- |
334,8 |
van- |
508,16 |
East- |
334,33 |
boere- |
508,27 |
menschen- |
335,4 |
en- |
509,24 |
de- |
339,2 |
Quand- |
514,29 |
Oscar- |
340,13 |
de- |
516,7 |
in- |
342,18 |
hoofd- |
530,8 |
dinner- |
361,20 |
van- |
530,20 |
winst- |
375,5 |
met- |
532,31 |
season- |
382,11 |
leeraar- |
533,4 |
godsmensch- |
390,9 |
zeden- |
533,9 |
Devonshire- |
395,2 |
na- |
534,30 |
ge- |
| |
| |
537,23 |
party- |
614,28 |
mane- |
538,17 |
Isis- |
617,12 |
Zuid- |
542,11 |
mensch- |
620,15 |
'would- |
543,21 |
schilderij- |
621,15 |
grand- |
544,19 |
offer- |
625,30 |
barnsteen- |
548,28 |
aâm- |
627,21 |
lente- |
556,19 |
hem- |
630,13 |
Noord- |
556,30 |
Sidi- |
639,23 |
conversatie- |
559,19 |
Sidi- |
640,2 |
salon- |
561,22 |
be- |
640,6 |
‘esprit’- |
566,4 |
imperator- |
643,4 |
werelddeel- |
569,18 |
ge- |
646,27 |
gewoon- |
576,25 |
zalig- |
742,7 |
en- |
588,32 |
be- |
774,17 |
spirale- |
591,4 |
hoû- |
927,19 |
komedie- |
592,12 |
of- |
928,20 |
qui- |
597,20 |
employé's- |
931,12 |
een- |
601,25 |
administratie- |
942,21 |
courtizane- |
605,16 |
proza- |
944,3 |
jeune- |
613,5 |
Tasik- |
944,31 |
siparium- |
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet.
|
-
voetnoot1
- De brieven van Van Holkema en Warendorf aan mevrouw Couperus bevinden zich in het Letterkundig Museum te Den Haag.
-
voetnoot3
- De aantekeningen zijn in zwarte inkt geschreven op een blaadje dat zich bevindt in het Letterkundig Museum te Den Haag (sig. c. 383 h. 3 ‘Aantekeningen’).
-
voetnoot4
- Louis Couperus: Proza; Eerste bundel. Ed. H.T.M. van Vliet e.a. Amsterdam/ Antwerpen, 1995. Volledige Werken Louis Couperus [dl.] 46. p. 7.
-
voetnoot5
- Vgl. Louis Couperus en L.J. Veen, Bloemlezing uit hun correspondentie. Utrecht/ Antwerpen, 1987. p. 147-149.
-
voetnoot6
- Vgl. Couperus en Veen: Bloemlezing uit hun correspondentie, p. 110-111.
-
voetnoot7
- Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen/Amice; Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ed. F.L. Bastet. 's-Gravenhage, 1977. 2 dln. Dl. l. 1: 1890-1902. Dl. 11: 1902-1919. In: Achter het boek 12 (1973), afl. 1/3 en 13 (1974), afl. 1/3. Dl. 1, p. 86; dl. 11, p. 23, 56, 61, 65, 98-99, 155, 190, 200, 206.
-
voetnoot8
- Vgl. Louis Couperus: Metamorfoze. Ed. Karel Reijnders e.a. Utrecht/Antwerpen, 1988. Volledige Werken [dl.] 13. p. 273-274.
-
voetnoot9
- Vgl. George Moore: IJdel geld. Vertaald door Mevrouw Louis Couperus. Met eene Voorrede van Louis Couperus. Amsterdam, L.J. Veen, 1895. p. v-viii.
-
voetnoot10
- De kopijhandschriften zijn te herkennen aan de vouwen in het papier, aantekeningen van de zetter en zwarte vegen die op de zetterij zijn ontstaan.
-
voetnoot11
- Vgl. voor een facsimile: F.L. Bastet: De wereld van Louis Couperus. Amsterdam, 1991. p. 114.
-
voetnoot12
- Op de achterkant van de bladen 2, 3 en 4 staan 5, 6 en 7 van de kladversie van het verhaal ‘De binocle’.
-
voetnoot13
- Onder het kopje ‘Prijsverhalen der “Haagsche Post” - Herfstmaand 1915’ stond een aantekening van de redactie: ‘Dit verhaal, en “Hot water” van Cyriel Buijsse, dat de volgende week wordt geplaatst, blijven buiten mededinging. Zij worden gevolgd door de 25 Vertelsels die naar de beide uitgeloofde prijzen dingen.’
-
voetnoot14
- In de Haagsche post van 1 juli 1916 verscheen een erratum op dit feuilleton.
-
voetnoot15
- In de Haagsche post van 13 januari 1917 staat een erratum op dit feuilleton.
-
voetnoot16
- De verzameltitel ‘Antiquiteiten’ is niet in Groot Nederland opgenomen.
-
voetnoot17
- De verzameltitel ‘Antiquiteiten’ is niet in Groot Nederland opgenomen.
-
voetnoot18
- Op pagina 598 staat een erratum (‘Van de redactie’) op deze recensie.
-
voetnoot19
- Dit voorwoord komt gedeeltelijk overeen met ‘Intieme impressies viii’. Het vaderland 1 april 1923.
-
voetnoot20
- Louis Couperus (tekst) en Virginie la Chapelle (muziek).
-
voetnoot21
- In Groot Nederland staat onder het laatste tafereel: ‘Wordt Vervolgd’.
|