Ongebundeld werk(1996)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Negende tooneel Slavin, Menaechmus Sosicles slavin Hoor, Menaechmus! Erotium zegt, dat zij 't heel lief zoû vinden, Zoo je te g'lijker tijd dit sieraad bij Den goudsmid brengen wilt, opdat hij er Eén ons gewicht aan goud bij voegt en dan Een nieuwen armband er van maakt. menaechmus sosicles Ja dit, En dat: 'k zal doen wat zij maar wenscht! Wàt zij maar wenscht, zal 'k doen, daar kan je op aan! [pagina 979] [p. 979] slavin Zie je niets aan dien armband? menaechmus sosicles 'k Zie alleen, Dat hij van goud schijnt. slavin 't Is de gouden armband, Die, als je zei, je uit de kast van je vrouw Ontstolen hebt. menaechmus sosicles Dat heb 'k, bij Herk'les! nooit Gezegd! slavin Als jij 't je niet herinnert, geef mij Dien armband dan terug! menaechmus sosicles Jawel, jawel! 'k Herinner 't me nu! Zeker, ik heb dien armband Gegeven aan Erotium! slavin Wel, natuurlijk Heb je dat! menaechmus sosicles Waar zijn de bovenarmbanden, Die 'k haar toen ook gegeven heb? slavin Die heb jij Haar nooit gegeven! menaechmus sosicles Zeker, 'k gaf haar die Te g'lijker tijd met deze! slavin Zeg 'k haar dus, Dat je er voor zorgen zal? [pagina 980] [p. 980] menaechmus sosicles Natuurlijk, zeg Haar, dat er voor gezorgd zal worden. 'k Zal Den armband haar terug brengen als ik De palla haar terug breng. slavin En dan, lieve Menaechmus, geef mij toch een paar oorbell'tjes, Van 'n kwart ons goud maar, dan heb 'k altoos pret Je weêr te zien als jij bij ons komt. menaechmus sosicles Wel, Heel gaarne. Geef jij 't goud, ìk zal 't werk dan Betalen. slavin Hè, schiet jij 't me voor, dan krijg jij 't Later terug. menaechmus sosicles Neen, geef jij 't goud. slavin 'k Betaal je 't Dùbbel terug. menaechmus sosicles Maar 'k hèb niets. slavin Doe je 't dan Als je weêr geld hebt? Wensch je nog iets? menaechmus sosicles Zeg haar, Dat ik voor alles zorgen zal...slavin af. ter zijde en zoo Gauw moog'lijk alles voor een prikje van De hand zal doen! Is ze eind'lijk weg? Ja, ze is Weg en de deur is toe. O, dat de goden, Alle de goden mij beminnen, helpen En overladen met weldaden! Maar [pagina 981] [p. 981] Ik moet mij haasten; tijd, gelegenheid Benutten om uit dit oord van verderf weg Te komen. Rep, Menaechmus, je wat jij Je reppen kunt. Ik neem mijn krans mij af En gooi die links, opdat, zoo zij mij volgen, Zij denken, dat ik die kant uit gevlucht ben. Vooruit; ik hoop, dat 'k gauw mijn slaaf te pakken Krijg, dat hij uit mijn eigen mond verneem' Wat goede dingen mij de goden gunnen! haastig af Vorige Volgende