Duizende vreemdelingen stroomden toe.
Het kind verdwaalde ver van vader tusschen
De menigte en werd door een Epidamniër,
Een koopman, opgenomen, die het meê nam
Naar Epidamnus. Maar de vader, toen
Hij 't kind verloren had, stierf van verdriet, na
Weinige dagen te Tàrentum. Toen nu
Dit werd gemeld te Syracuze aan den
Grootvader - dat het kind vermoedlijk was
Geroofd geworden, en de vader was
Gestorven - gaf de grootvader den naam van
't Verloren broêrtje aan 't andre kind: zoo veel
Hield hij van 't eerste; 't andre noemde hij dus
Menaechmus, zoo als 't eerste heette en òok hij
Zèlve. Ik heb dien naam gemaklijk kunnen
Onthouden want ik was aanwezig toen 't kind
Met veel lawaai eens werd vermaand. Vergist u
U niet: de beide broêrs heetten Menaechmus.
Nu gaan we, rts!, naar Epidamnus om
U alles uit te leggen. Indien dus éen
Van u een boodschap heeft voor iemand in
Durazzo (want Durazzo is het oude
Epidamnus) kan hij die mij opdragen,
En zonder complimenten, maar moet me eerst
't Geld geven voor die boodschap; zònder 't geld
Blijft 't maar bij praatjes en...geeft hij mij 't geld,
Dan wordt het nog veel erger...! Maar ik keer
Terug van waar ik uit ging en we blijven
Er nu: te Epidamnus. Wel, die koopman
Van wien 'k u sprak, die 't eene kind geroofd had,
Was rijk maar kinderloos en nam 't geroofde
Knaapje als zijn zoon aan, deed hem trouwen met
Een rijke vrouw, benoemde 'm tot zijn erfg'naam,
En stierf. Zijn erfg'naam erfde een gróot vermogen.
Nu komt zijn tweelingbroêr, die immers woont