| |
| |
| |
Verantwoording
| |
| |
In mei 1921 bezocht Couperus de hoofdredacteur-eigenaar van de Haagsche post, S.F. van Oss, in zijn kantoor te Den Haag. Bij die gelegenheid stelde Van Oss hem voor als ‘speciaal correspondent’ van de Haagsche post een reis door het Verre Oosten te maken.Ga naar voetnoot1 Op 24 mei bevestigde Van Oss schriftelijk de gemaakte afspraken: ‘Voor de goede orde hebben wij de eer hiermede onze afspraak van heden te bevestigen. Wij zijn overeengekomen dat U ongeveer begin October als speciaal correspondent van de Haagsche Post in gezelschap van Mevrouw, Uw echtgenote een reis zult ondernemen naar Nederlandsch Indië, door enkele der voornaamste Chineesche havens en Japan. Uit die gewesten zendt U ons een niet nader bepaald aantal brieven waarvan U ons het auteursrecht geheel afstaat, met dien verstande dat indien wij later mochten overgaan de Indische en Japansche brieven in boekvorm uit te geven, wij de helft der netto winst op deze uitgave aan U zullen afdragen. Vaststelling van het reisplan laten wij geheel aan U over, eveneens bepaling van het aantal brieven; ofschoon wij hopen dat dit aantal met het oog op de zeer hooge kosten, niet al te klein zal zijn.
‘Wij verzoeken U beleefd elk Uwer brieven aangeteekend te willen verzenden; en verder nemen wij acte van Uw belofte te zorgen voor een flinke sorteering mooie fotografieën of desnoods prentbriefkaarten voor de illustraties in het boek.’Ga naar voetnoot2
Couperus vertrok op 1 oktober 1921 met ‘De Prins der Nederlanden’. Aan het einde van die maand arriveerde hij te Sabang op
| |
| |
Sumatra. Zijn eerste reisbrief was toen al verschenen in de Haagsche post van 22 oktober. Couperus reisde bijna vier maanden door Nederlands-Indië. Half februari 1922 vertrok hij naar Hongkong. Na een verblijf van zes dagen in Balik-Papan op Borneo zette hij zijn reis voort. Hij bleef een week in Hongkong en maakte uitstapjes naar Macao en Kanton waarover hij twee reisbrieven schreef. Half maart vertrok hij via Shanghai met de ‘Empress of Asia’ naar Nagasaki.
Voor zijn verblijf in China en Japan had Couperus een aantal aanbevelingsbrieven van officiële instanties meegenomen. Zo verzocht het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag aan de Nederlandse waarnemend consuls te Shanghai en Hongkong, en aan de Nederlandse ‘Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister’ te Peking Couperus behulpzaam te zijn en bijstand te verlenen. Volgens de brieven begaf Couperus zich ‘naar het land uwer vestiging [...] teneinde van de toestanden aldaar een beschrijving te geven voor het weekblad “De Haagsche Post” [...].’Ga naar voetnoot3 De Japanse ambassade in Londen had voor diverse personen in Tokio aanbevelingsbrieven geschreven, waarin Couperus werd geïntroduceerd als ‘a leading Dutch writer’, op reis door Japan als ‘special correspondent’ van de Haagsche post, ‘widely read amongst the upper classes of the Netherlands’. Doel van zijn reis was volgens deze brieven: ‘[...] to witness with his own eyes the time-honoured civilisation the Far Eastern nations are justly proud of and to reveal for the appreciation of his countrymen the romance and beauty he is confident to enjoy in the surroundings these countries provide.
‘Modern institutions, western erectures of imitation and what not of the sort he abhors. What he really desires to see are the products of art Japan has inherited from the past. [...]
‘I shall therefore be deeply indebted if you will be good enough to afford him such facilities as you may agreeably command in
| |
| |
realizing his hope to see and feel the Old Japan.’Ga naar voetnoot4
Couperus verbleef vier maanden in Japan, waaronder door ziekte gedwongen zeven weken in het International Hospital in Kobe. Begin augustus 1922 vertrok hij vanuit Yokohama met de Franse mail ‘André Lebon’ via Shanghai naar Singapore. Op 23 augustus schreef hij vandaar aan Van Oss: ‘Mijn laatste brief uit het Oosten. Komt vermoedelijk voor mij aan. Ik ontving je laatste schrijven hier. [...]
‘Ik schreef je juist over vermindering van copie, toen ik je brief ontving. Ik heb toch veel aardigs over Japan ook kunnen geven. Ik hoop, dat je tevreden bent over mijn werk. Als de gevierde schrijver een roman schrijft, heeft hij maling aan het publiek maar deze schetsen moesten een zekeren toon en accent hebben en ik heb dus volstrekt geen maling aan je oordeel en hoop van harte, dat het werk was, zoo je verwachtte. Nu, dat mag ik wel gelooven.’Ga naar voetnoot5
Couperus ging half september 1922 aan boord van de ‘Johan de Witt’ waarmee hij op 10 oktober in Nederland terugkeerde. Henri Borel, die Couperus vlak na zijn thuiskomst interviewde, vroeg hem of hij tevreden was over zijn artikelen in de Haagsche post: ‘“Ja”, zeide hij, “je moet niet vergeten: het was geen heelemaal vrij werk, maar een opdracht; het was voor al de duizenden lezers van de Haagsche Post; van Oss, die bij me is geweest, heeft me gezegd: Het is precies geweest wat we van je verwacht hadden, en dat heeft me echt voldoening gegeven. En charmant als ze me behandeld hebben! In Indië, toen ik naar de Japansche hotelprijzen informeerde, begreep ik al dat mijn credietbrief niet uit zoû reiken, ik telegrafeerde toen naar Holland en direct had ik een nieuwen, ik ben zoo royaal en coulant behandeld als je je maar denken kunt, maar mijn grootste satisfactie is toch, dat ze over
| |
| |
mijn werk tevreden zijn. Je zult nu nog maanden lang in de h.p. mijn artikelen lezen, terwijl ik al lang terug ben, want ik ben natuurlijk de h.p., die maar eens in de week verschijnt, vooruit.”‘Ga naar voetnoot6 Couperus' eerste reisbrief uit Japan verscheen in de Haagsche post van 23 september 1922, zijn laatste in de Haagsche post van 5 mei 1923.
De Japanse reisbrieven met de twee feuilletons uit Macao en Kanton werden onder de titel Nippon in mei 1925, bijna twee jaar na Couperus' dood, gebundeld uitgegeven door uitgeverij H.P. Leopold te 's-Gravenhage.Ga naar voetnoot7 Deze uitgeverij was door Van Oss opgericht om de boekuitgave van Couperus' reisschetsen mogelijk te maken. De uitgave van Nippon is zonder bemoeienis van Couperus tot stand gekomen.
| |
Bronnen
Voorzover ons bekend, zijn van de feuilletons in de bundel Nippon de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:
A. een onvolledig manuscript van de hand van Couperus dat zich bevindt in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag (sig. c.383 h.i). Het bestaat uit 96 gelinieerde bladen van eenzelfde (folio)formaat, die voor het grootste deel eenzijdig zijn beschreven.Ga naar voetnoot8 De bladen bevatten negentien feuilletons; ze zijn als volgt genummerd of getiteld: l, li, 52-64, 66, ‘Yoshiwara’, ‘Yoshiwara ii’, 75.Ga naar voetnoot9 Elk feuilleton bestaat uit een
| |
| |
eerste blad met het nummer of de titel en verder genummerde bladen 2-5; alleen het laatste feuilleton bestaat uit 6 bladen, twee met het feuilletonnummer 75, en vier genummerde bladen 2-5.Ga naar voetnoot10
De ductus is in het algemeen regelmatig, behalve die van feuilleton 59: de eerste drie bladen wijken af van de overige bladen. Er zijn in de handschriften betrekkelijk veel doorhalingen en toevoegingen in inkt en soms in potlood. De bladen zijn beschreven in zwarte en blauwe inkt en met potlood. De handschriften vertonen geen sporen van de zetterij, zoals zwarte vegen en vouwen in het papier. We moeten aannemen dat de overgeleverde handschriften van de feuilletons niet als kopij voor de Haagsche post hebben gediend.Ga naar voetnoot11 Waarschijnlijk zijn de handschriften voor de Haagsche post in het net overgeschreven, of overgetypt zoals met het handschrift van Het snoer der ontferming is gebeurd.
B. voorpublikaties in de Haagsche post:
Tussen 9 september 1922 en 5 mei 1923 verschenen 32 feuilletons. De nummering sluit aan op die van de feuilletons uit Nederlands-Indië. Alle feuilletons zijn in de Haagsche post door de redactie voorzien van een of meer titels:
‘Het roode Canton. Oostersche en Westersche cultuur’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus naar Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 454 (9 september), p. 1399.
‘Tempels in Canton. Plaatsbespreking voor het hiernamaals’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus naar Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 455 (16 september), p. 1435.
‘Het land van het uiterste Oosten. De tempel van het Bronzen
| |
| |
Paard’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus naar Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 456 (23 september), p. 1471.
‘De toekomstvoorspelling uit een automaat. Kermis in den tempel’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus naar Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 457 (30 september), p. 1507.
‘De Japansche dynastie stamt van de zongodin. De oorsprong van het Japansche ras’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 458 (7 oktober), p. 1543.
‘Camelia-weelde in den Ooievaar-tuin. Een volk van uitersten’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 459 (14 oktober), p. 1579.
‘De bloeiende kersenbongerds. Het trio van landschap-schoonheden’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 460(21 oktober), p. 1619.
‘Het land der tempels. De vloer, die als de nachtegaal zingt’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 461 (28 oktober), p. 1659.
‘Het land van den mest. Schoonheid te midden van veel leelijks’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 462 (4 november), p. 1699.
‘De pracht van het Nijo-kasteel. De strijd om de macht van het oude Japan. De alles bezoedelende bureaucratie’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 463 (11 november), p. 1739.
‘Kabeltouwen van vrouwenvlechten. Spookbeelden in den tempel. Afternoon tea en oorlogsgeweld’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 464 (18 november), p. 1784.
‘Waarom ik geen pioenroos zag. Japansche nurses’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 465 (25 november), p. 1819.
‘De man, die door een vos bezeten was. Het gebed tot Amida’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 466 (2 december), p. 1859.
‘Het Simiëske type des Japanners. Een Hollandsche boer in een
| |
| |
kimono’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 467 (9 december), p. 1901.
‘Een worstelwedstrijd van vetklompen. De karper als levens-symbool’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 468 (16 december), p. 1941.
‘De berg, die eeuwig duren zal. De legende van de dansende Tennin’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 469 (23 december), p. 1977.
‘De cultuur van dwergboompjes. Karper-filosofie’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 9 (1922), nr. 471 (30 december), p. 2019.
‘Japansche advertenties. Geluk en ongeluk’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 472 (6 januari), p. 10.
‘De groote kunst van Japan in Amerika. Michel Angelo in het land der Rijzende Zon’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 473 (13 januari), p. 43.
‘De roman van Nami-Ko. Een draak van een schoonmoeder’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 474 (20 januari), p. 79.
‘Het feest der poëzie. De poëtische koekoek, die bloed spuwt’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 475 (27 januari), p. 131.
‘Het gat Tokio. Een teleurgesteld toerist’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 477 (10 februari), p. 193.
‘Het land van contrasten. Shopping in een Japansch warenhuis’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 478 (17 februari), p. 239.
‘De stad der graven. Het zeer eerwaardige diepste van het allerdiepste’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 479 (24 februari), p. 264.
‘De schoonheid van Nikko. De trits der beroemde landschappen’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 480 (3 maart), p. 300.
| |
| |
‘Overdadige tempeltooi. De toevlucht der bedrukte zielen’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 481 (10 maart), p. 336.
‘De eeredienst van Amida. Het Nô-spel en onze mysterie-spelen’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 484 (31 maart), p. 446.
‘De blinde prins. Het sprookje van den vos met negen staarten’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 485 (7 april), p. 495.
‘Het sfinx-achtig letterschrift. De kat is de hond, die miauw zegt’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 486 (14 april), p. 520.
‘De stad der nachtlooze paleizen. Het namelooze leed der bewoonsters’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 487 (21 april), p. 557.
‘De schilder der nachtlooze huizen. Het slavinne-leven der geisha’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 488 (28 april), p. 590.
‘Het einde van een lange reis. Sumatra's natuur het schoonst’ onder de verzameltitel ‘Met Louis Couperus in Japan’. Haagsche post 10 (1923), nr. 489 (5 mei), p. 626.
Van de feuilletons die al in de Haagsche post waren verschenen vóór Couperus' terugkeer in Nederland zijn geen handschriften bewaard gebleven. Het is derhalve niet duidelijk welke veranderingen in Couperus' tekst door de redactie van de Haagsche post zijn aangebracht. Het is bekend dat de redactie op eigen gezag in Couperus' teksten heeft geschrapt, indien plaatsgebrek dit noodzakelijk maakte.Ga naar voetnoot12 Uit de verschillen tussen de bewaard gebleven handschriften en de daarmee corresponderende Haagsche post-feuilletons kan worden opgemaakt dat Couperus na zijn terugkeer in Nederland de drukproeven van de nog te verschijnen feuilletons zelf heeft gecorrigeerd. Verschillende wijzigingen in de tekst kunnen onmogelijk aan de zetter of de corrector van de
| |
| |
drukkerij worden toegeschreven. Couperus stond er trouwens altijd op de proeven van de voorpublikatie en de eerste druk van zijn werk zelf te corrigeren. Er zijn geen aanwijzingen dat hij voor de feuilletons in de Haagsche post hiervan is afgeweken.
Over de produktie van de boekuitgave van Nippon zijn geen nadere gegevens bekend. Couperus overleed bijna twee jaar vóór het verschijnen van het boek. De ‘Inhoudsopgave’ voorin is, evenals die in Oostwaarts, zeker niet van de hand van Couperus, maar samengesteld door Van Oss of een van zijn medewerkers. Gezien de ongeautoriseerde status van Nippon is hiervan voor deze editie geen gebruik gemaakt. Alleen zijn de illustraties uit de eerste druk overgenomen. Ze werden door Couperus zelf in Japan met zorg verzameld ten behoeve van de toekomstige boekuitgave. Een deel van de foto's is gemaakt door Couperus' laatste gids in Japan, Kawamoto.
Het is niet zeker of de titel Nippon nog door Couperus zelf is bedacht. Wij hebben echter gemeend de bundeling van de feuilletons wel onder deze vertrouwde titel te laten verschijnen.
De feuilletons in de Haagsche post bevatten niet alle noten die Couperus in zijn handschrift had toegevoegd. Omdat hij ze soms op de achterkant van de bladen had genoteerd, zijn ze waarschijnlijk bij het overschrijven (of overtypen) van de kopij over het hoofd gezien. Het is niet aannemelijk dat Couperus sommige noten in de proeven van de feuilletons heeft geschrapt. Evenmin menen wij dat er in de feuilletons noten met opzet zijn weggelaten. Daarom zijn de ontbrekende noten door ons op basis van de overgeleverde handschriften op de desbetreffende plaatsen in deze editie toegevoegd.
| |
Tekstkeuze
Voor deze uitgave van Nippon zijn de voorpublikaties van de feuilletons in de Haagsche post als basistekst gekozen: zij vertegenwoordigen de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de proeven ervan (gedeeltelijk) zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is ge- | |
| |
bruik gemaakt van uitgeknipte feuilletons die zich bevinden in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag en van exemplaren van de Haagsche post die zich bevinden in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
| |
Correcties
In de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woordvoor-woord vergelijking van de overgeleverde handschriften van Nippon met de tijdschriftpublikaties van de feuilletons, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde versie gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing van de tijdschriftversie. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in het handschrift voorkomt.Ga naar voetnoot13
10,28 |
veel weet/veel er van weet |
13,11 |
Kweilin/Kweilimg |
17,3 |
V/5 |
23,22 |
baaien/haaien |
24,21 |
krinkelen/krinkeren |
26,5 |
heuvel/tempel |
27,5 |
elkaâr/elkaar |
28,3 |
lucks”’/lucks” |
29,13 |
weêr/weer |
29,29 |
Tor-Hôtel/Tor hotel |
30,4 |
Tor-Hôtel/Tor-Hotel |
35,10 |
Japanese/Japanése |
35,11 |
meêsleepen/meesleepen |
| |
| |
35,22/23 |
Renaissances/Renaissainces |
35,26 |
geschreven./geschreven |
35,28 |
laat./laat, |
41,7/8 |
verweren/verweeren |
41,20 |
zoû/zou |
50,27 |
leêg/leeg |
51,3 |
lange/langs |
51,21 |
witroze/uit roze |
52,3 |
zilvergrijs wollig/zilver, grijs-wollig |
52,22 |
rickshaw-mannen/ricksaw-mannen* |
52,25 |
takje/bakje |
53,28 |
groene thee-poeier/groene-theepoeier |
54,10 |
rood-en-blauw, paars-en-zilver/rood en blauw, paars en zilver |
54,22 |
bordje-en-al/bordje en al |
55,25/26 |
Zonschijnweêrglans,/Zonschijnweêrglans |
56,15 |
elkaâr/elkaar |
56,28 |
33.333/33,333 |
57,19 |
verguldsel/vergudsel |
58,17 |
Yoshimitsu,/Yoshimitsu |
58,25 |
meê/mee |
59,16 |
tuinarchitecten/beroemde tuinarchitecten |
60,27 |
wijst/wipt |
61,8 |
jinrikisha/jinriksha |
62,4 |
elkaâr/elkaar |
63,11 |
Japan/Japan. |
64,7 |
Outamaro/Outomaro |
64,12 |
Naudeau/Nandeau |
64,19 |
contoer/lijncontoer |
66,7 |
die/die, |
66,19 |
inbegrepen,/inbegrepen |
67,23 |
nektar/Nektar |
67,34 |
-gehobbeld/gehobbeld |
68,6 |
Naudeau's/Nandeau's |
68,26 |
gedanst/gedansd |
| |
| |
69,20 |
Tokùgawa's/Tekùgawa's |
70,8 |
Tokùgawa's,/Tokùgawa's |
70,19 |
gedakt/gedekt |
70,20 |
diminuendo/diminuende |
72,5 |
schuifdeuren,/schuifdeuren |
72,21 |
traliënde/tralieënde |
72,31 |
waren/was* |
72,31 |
veldheer;/veldheer, |
73,22 |
hebben/heeft |
73,24 |
militairisme/militarisme |
75,8 |
parallel/parellel |
76,5 |
zoû/zou |
76,7 |
hadt/had |
76,12/13 |
sight-seeing/sight-seeïng |
76,17 |
-planken/planken |
76,28 |
reuzentempel/reuzentempl |
77,30 |
Ashikaga-dynastie/Ashikago-dynastie |
78,14/15 |
zit! [alinea] Een/zit! - Een |
79,8 |
leêr/leer |
79,21 |
traditioneele/traditionneele |
80,17 |
van/met |
80,20 |
Yoshimochi/Yosimochi |
80,25 |
Yoshiharu/Yoshihara* |
80,25 |
Yoshimasa/Yosrimasa |
80,26 |
Yoshihisa/Yoshinisa* |
81,14 |
vreemd!,/vreemd! |
81,18 |
familie-aangelegenheden/familie aangelegenheden |
82,4 |
nieuwe/nieuw |
82,20 |
zoû/zou |
83,7 |
weêr/wêer |
83,20/21 |
En pic-nicken/Een picnick-je |
84,5 |
naar...-/naar... |
84,11 |
hôtel/hotel |
84,14 |
hôtel/hotel |
85,11 |
weêr/weer |
| |
| |
86,14/15 |
opwachtten/opwachten* |
86,15 |
neêrviel/neerviel |
86,33 |
verscheurt.’/verscheurt.* |
87,5 |
“paratyfus”’/“paratyfus” |
88,29 |
opnemen...’/opnemen...* |
90,10 |
fladderend/fladderen |
91,20/21 |
maag. [alinea] - Ik/maag. - Ik |
91,28 |
weêr/weer |
92,9 |
knaagde/klaagde |
92,14 |
schreeuwende/schreeuwde |
92,23 |
zoû/zou |
93,5 |
dat hem dat/dat hem |
93,16 |
hun/zijn |
93,18 |
niet meer/niet |
94,10 |
‘nurse’/‘Nurse’ |
95,8 |
zoû/zou (ontbreekt h) |
95,23 |
Zoû/Zou |
96,20 |
hoû/hou |
98,29 |
Polyneziërs/Polynezieërs |
99,31 |
jassen/jasseen |
101,5 |
Pruisisch/Pruissisch |
101,7 |
Pruisische/Pruissische* |
101,12 |
Japanners/Japanneers |
102,29 |
weêr/weer |
103,27 |
wordt/worden |
104,15 |
spikkelkimono's/spikkel kimono's |
104,16 |
achteraan/achterna |
104,29 |
Onishiki/Onishuki |
105,20 |
neêr/neer |
105,21 |
elkaâr/elkaar |
106,8 |
synthetiesch/synthethiesch |
106,12 |
Valleitje/valleitje |
106,33 |
jiu-ji-zu/jui-ji-tsu |
107,13 |
bedekking/bedekking, |
107,17 |
aesthetiek/aesthethiek |
| |
| |
107,27 |
heen, /heen |
107,30 |
khaki-gedost/kaki-gedost* |
107,31 |
er, gedrild/er gedrild, |
108,32 |
wind-opgeblazen,/wind-opgeblazen |
109,27 |
en-/en |
112,28 |
- Wij/Wij |
113,15 |
pelgrimstocht/pelgrimstoocht |
115,1 |
perfekt,/perfekt |
115,19 |
neêrdaalde/neerdaalde |
115,20 |
Apsara/Aspara |
115,23 |
veêren/veeren |
115,25 |
vogelwiekjes-sieraden/vogel-wiekjes-sieraden |
116,2 |
rok’/rok |
116,4 |
Aardemenschen/Aarde menschen |
116,29 |
Zaken,/Zaken |
117,2/3 |
een boot/eee boot |
117,13 |
weêr,/weêr- |
118,19 |
geel-en-zwartkleurige/geel-en zwartkleurige |
119,11 |
dwergboompje/dwergboompjes |
119,23 |
zoû/zou |
120,8 |
hebben,/hebben |
120,15/16 |
gevonden. [alinea] - Business/gevonden. - Business |
121,13 |
paulownia-hout/panlonia-hout |
121,18 |
‘Kawamoto’/‘Kawamoto |
123,10 |
Wat/Wat, |
124,14 |
couranten/conranten |
124,19 |
kleêrmaker/kleermaker |
125,28 |
Juni,/Juni |
126,14/15 |
kersen- of andere boomen/kersen - of andere boomen- |
126,16/17 |
anders zeker lieflijk ware toegeschenen, tegenvalt/ anders zekers lieflijk ware toe geschenen, tegen- zeker lieflijk ware toegeschenen, tegenvalt |
127,4 |
juiste,/juiste |
127,7 |
elkaâr/elkaar |
| |
| |
128,14 |
opengeplooid,/opengeplooid |
129,5 |
onrecht/onrecht, |
129,7 |
wilde ganzen/wilde-ganzen |
130,2 |
Kunst/kunst |
130,8 |
zoû/zou |
130,16 |
maal,/maal |
131,6 |
British Museum/Britsch Muzeum |
131,19 |
aannam/aannamen |
131,29 |
British Museum/Britisch Muzeum |
131,29 |
zoû/zou |
132,14 |
meê/mêe |
132,28 |
Japansche-kunstbeschrijvingen/Japansche kunst-beschijvingen |
133,14 |
in/en |
133,15 |
Horiuji/Horuiji |
134,13 |
vergezelden/veregezelden |
134,17/18 |
tempel - dicht bij/tempel, dicht-bij |
134,25 |
te zelfder/ter zelfde |
134,26/27 |
breede gebaren den hemel beschermen tegen booze duivels en wier breede voeten/breede voeten |
135,1 |
Enriuhon-Yen-Li-Pen/Euriuhon-Yen-Li-Pen |
135,2 |
na Tang-periode/na-Tang periode |
135,14 |
gediadeemde/godiadeemde |
135,23 |
Tang-periode/Tang periode |
136,21 |
Siddhârta/Sidoharto |
136,28 |
Nami-Ko/Nami-Kò |
137,22 |
oorlogsmaterieel/oorlogsmateriaal |
138,8 |
litteraire psychologie/litteraire-psychologie |
138,27 |
weêrgegeven/weergegeven |
139,29 |
beven/leven |
139,31 |
echter/chter |
140,2 |
vooral/ooral |
141,11/12 |
van elkaâr/van elkaar |
142,16 |
licht golvende/lichte, golvende |
143,5 |
stand,/stand |
| |
| |
143,15 |
in./in |
145,22 |
eerste/tweede |
146,3 |
lange/lang |
147,2 |
Japansch,/Japansch |
147,8 |
uitdrukking./uitdrukking: |
147,11 |
dat ‘Ah!’/dat ‘Ah! |
147,24-26 |
bij de allerkortste Japansche versvormen. Het is al als een luid klinkende klok, vergeleken bij de tinkelende/bij de tinkelende |
147,31 |
eeuwen/eeeuwen |
148,9 |
geraffineerde/gerafineerde |
149,10 |
hof-arbiters/hof-arbeiters |
149,22 |
Imperial-Hôtel/Imperial-Hotel |
151,12 |
elkaâr/elkaar |
151,15 |
jassen/jasen |
151,23 |
meê/mee |
152,4 |
Fenollosa/Fenellosa |
152,13 |
Tokùgawa-Shogun/Tokùgama-Shogun |
152,16 |
neêr/neer |
154,2 |
Asakusa-Kwannon/Asakusa-Kwammon |
155,13 |
overdakking/overdekking |
155,25 |
Samurai/Sanurai |
160,21 |
kunnen/kennen* |
160,24 |
van/na |
161,1 |
gepozeerde/geponeerde |
161,17 |
plattelands-huisjes/plattelandshuisjes |
161,29/30 |
plattelands-huisjes/platte-landshuisjes |
162,27 |
paulownia-boomen/pauwlonia-boomen |
164,2 |
elkaâr/elkaar |
165,20/21 |
authentiek/authenthiek |
166,1 |
hevige/heviger |
166,28/29 |
Go-Nai-Naijin/Go-Nai Naijin |
167,3 |
vereeren?’/vereeren? |
169,11 |
kluizenaar/kuizenaar |
169,30 |
Ama-no-Hashidate/Ama-No-Hashidate |
| |
| |
170,4 |
Iemitsu/Iesemitsu |
170,25 |
Iemitsu/Ieseitsu |
172,23 |
schaûw/schaôw |
173,3 |
eischende/eischen |
175,33 |
eigenlijk/eigelijk |
176,15 |
‘shikimi’,/‘shikimi’ |
176,31 |
uitleggen/uitlegt |
177,3 |
rickshaw/rikshaw |
177,8 |
rustig/rustigs |
177,19/20 |
allerbeminnelijkste/allerbeminnnelijkste |
181,3 |
Boeddha/Boedha |
181,6 |
blijve/blijven |
184,27 |
historie/historie- |
185,15 |
zonde-in-voorbestaan/zonde-in voorbestaan |
191,25 |
- Kent/‘Kent |
191,32 |
weêrspiegeld/weerspiegeld |
192,4 |
prinses en/prinses een |
194,15 |
lezen./lezen: |
195,17 |
zoû/zou |
196,8 |
Nô-maskers/Nômaskers |
196,32 |
vreemd/vreemd, |
197,18/19 |
‘in het ootje nemen’/in het ootje nemen |
197,21 |
‘uitgevonden’/uitgevonden’ |
198,6 |
Intusschen,/Intusschen |
199,1 |
meê/mêe |
199,27/28 |
kuruma-mannen/kuruma-mannnen |
201,6 |
bovenkimono,/bovenkimono |
201,26/27 |
branie-gekheid/branie gekheid* |
201,28 |
groote/groot |
202,17 |
groote-steenenpad/groote steenen pad |
202,28 |
zenuwachtiger/zenuwachtig |
202,33 |
in/en |
203,23 |
zelfs/zelf |
204,1 |
O/‘O |
205,9 |
ellende,/ellende |
| |
| |
205,27 |
daarna/daaraan |
206,6 |
sleepende/sleepen, de |
206,10 |
maakte/maakten |
206,21 |
schip,/schip |
207,21 |
O-mon/O-man |
207,29 |
gelijk;/gelijk in |
208,6 |
‘joro’/‘jorol’ |
208,22/23 |
was. [alinea] Zooveel/was. [witregel] Zooveel |
208,24 |
‘futons’/‘futans’ |
209,28 |
eeuwen/eeuween |
209,30 |
weemakende/weêmakende |
210,28 |
op te eten/te eten |
211,3 |
Onderwijl/onderwijl |
211,6 |
meêgekomen/meegekomen |
211,24 |
courtizane,/courtizane |
214,2 |
Dai-Nippon/Dai Nippon |
214,10/11 |
Kamakura;/Kamakura, |
214,19 |
wereld,/wereld |
214,21 |
zoû/zou |
215,28 |
plattelands-hôtels/platte-lands hôtels |
216,13 |
voetkruizing/voetkruizig |
217,14 |
doomden/droomden |
218,7 |
20.000/20,000 |
218,18 |
zelfs/Zelfs |
218,29 |
monsterstaart;/monsterstaart, |
| |
Varianten
De tijdschriftversie van Nippon vertoont ten opzichte van de gedeeltelijk overgeleverde handschriftversie de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de tijdschriftversie vermeld; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgt de vroegere handschriftversie.Ga naar voetnoot14
| |
| |
48,30 |
Ge moet u haasten < Ge moet maken |
50,5 |
Die tijd is < Het is |
50,6/7 |
zich. En alle huisraad en mat < zich en elke meubel en mat |
50,19 |
de hooge vaak heel oude boomen < de hooge boomen |
50,20 |
de Betuwe < onze Betuwe |
50,22 |
zij hebben < hebben |
50,26 |
bierflesschen < bierflesch, |
50,27 |
ben < ben ook |
50,30 |
gaf weêr < teekende |
50,31 |
tot onderschrift < een onderschrift |
50,32 |
saké, te veel < sake |
51,5 |
een artistiek < artistiek |
51,8 |
papieren < papier |
51,11 |
sluiting [...] is < sluitingen [...] zijn |
51,11 |
de < die |
51,14 |
gespleten < gespleten, gevoerde |
51,15/16 |
hooghakkig - naar gelang van schoone of modder-straten-, < hooghakkig- |
51,26 |
de ijsbeer < een ijsbeer |
52,12 |
kersenbongerds en < kersenbongerds, |
52,19 |
ook den gids < den gids ook |
52,20 |
wil doorgaan, < door wil gaan; |
52,24 |
vernieuwd. < vernieuwd. Nieuwe matten ruiken bijna als kersenbloesems. |
53,3 |
kerseboomen < boomen |
53,7 |
Daarbij moet ge < Daarbij, ge moet |
53,13 |
bloemen worden geschikt < bloemen |
53,14 |
die worden gebrand als wierook - < die men brandt, |
53,19 |
die < die toen |
53,25 |
wazemde kronkelend zijn blauwe < wazemde blauwen |
53,26/27 |
theepoeiers < poeiers |
53,28 |
de < die |
| |
| |
53,31/32 |
theepoeier < thee-mélange |
54,18 |
opeten < eten |
54,24-27 |
beroemd onder [...] vreemdelingen. < beroemd en traditioneel in Kyoto. |
54,29 |
golf < binnen[?] golf |
55,2 |
maar < en |
55,3 |
einden in den ether < einden |
55,4 |
den zomer < de lente |
55,6 |
en < of |
55,9 |
Miyajima. < Miyajima.
Ik heb het Trio, dat verspreidt [lees: verspreid] in Japan ligt, nog niet in zijn drie details gezien. Ik zag het nu in de decoratie's van het ballet. Deze decoratie's veranderden bij open doek, zeer kunstig en het verschijnen of verdwijnen van tempels en paleizen deed aan goochelen met verlakte doozen denken. Ik vond het een mooi nummer - het ballet duurde slechts eén uur - voor een revue in Londen en Parijs maar had gehoopt in Kyoto iets meer authentieks te zien. De dansen, die ik te Solo en in Bali gezien had, waren duizend maal mooier dan deze wel lieve en weelderige geisha-vertooning. De muziek der links en rechts in open zijvleugels gezeten zangeresjes en ivoren luiten tokkelende speelsters was voor een Westersch oor wat primitief en eentonig. Eene soliste had een zeer omvangrijke altstem. Zij werd luid door de Japanner geapplaudisseerd. |
55,12 |
namen waren vermeld < namen - vermelden |
55,19 |
strooien koord < koord |
55,19 |
koorden < koorden van touwwerk |
55,25 |
weldra te zien hoop < hoop weldra te zien |
55,29 |
zoo repareert < repareert |
56,5 |
de < deze |
56,6 |
lak < ivoor |
56,6 |
de < deze |
| |
| |
56,6 |
deze stad < Kyoto |
56,24 |
van < der |
56,31 |
zal binnen slepen < binnen zal slepen |
57,3 |
litterair getinte < litterair-gezinde |
57,9 |
zichzelve < zichzelve dus |
57,10 |
je < ge |
57,23 |
elkaâr < op elkaâr |
57,31 |
gestapelde < gepakte |
58,15 |
daarna is < is sedert |
58,21 |
hield steeds < hield |
58,21 |
toch zelve < toch |
58,25 |
ìn en trappen òp < in gaan en trappen op |
59,1 |
exceptie! < exceptie's. |
59,6 |
nu nog < nog |
59,9 |
geplooiden rok-broek < schort-broek |
59,9 |
patroon, wit-blauw, < patroon |
59,18 |
beboscht < beplant |
59,20 |
werkelijk bizonder < werkelijk |
59,27 |
boomen en bloemen niet < maar niet boomen en bloemen |
60,1 |
zijn avondmaal < een avondmaal |
60,3 |
van < voor |
60,3 |
van < voor |
60,3 |
honderden < paar honderd |
60,5 |
Zij gaan eindelijk weg en laten ons de trappen < Zij laten ons eindelijk weg en trappen vrij |
60,15 |
als levende < levende |
60,17 |
kruislings, wijd de knieën in < wijdbeens, kruislings, in |
60,28 |
voldoende eerbiedwekkend < genoeg |
60,28/29 |
andere hand < andere |
61,14 |
het [...] terras < de [...] terrassen |
61,18 |
hebben < zijn |
61,20 |
die geweldige < de immense |
61,21 |
maar met een horizontale balk gegongd wordt < |
| |
| |
|
maar meer geslagen als een gong |
61,25 |
cederplanken vloer kraakt < cederplanken kraken |
61,26 |
zingt < zingen |
63,10 |
nu maar <u nu |
63,23 |
niet meer over < over |
63,30 |
gidsboek < uitstekende gidsboek |
64,29 |
Zij < Maar zij |
64,29 |
stevig, rustiek < zoo stevig |
64,30 |
in Japan < hier |
65,32/33 |
en bloedspoor < en ronddwalen met zijn oude wortels langs wegen en velden en bloedspoor |
66,6 |
in < er |
66,11 |
dames en heeren < heeren en dames |
66,20/21 |
dat als [...] mij, < als [...] mij dat |
66,29 |
rijstvelden < velden |
67,14 |
niet < niet meer |
67,28 |
reukorgaan < neusorgaan |
68,28 |
de < die |
69,12 |
greep < had |
69,20 |
eenige < eerste |
69,26/27 |
aanhangers van den < dien den |
69,30 |
burgeroorlog < burgerstrijd |
70,3 |
spoedig, in 1603, < spoedig (1603) |
70,5 |
houden < hebben |
70,12 |
het < de |
70,16/17 |
steenen lantarens < lantarens |
70,24 |
troonzalen < tooverzalen |
70,30 |
den < die |
71,5 |
of < en |
71,6 |
door de < in door[?] |
71,22 |
deze tempels < die tempels |
71,26 |
pijnnaalden < pijnbladeren |
71,26 |
eschbladeren < eschloover |
72,6 |
gouden < papieren gouden |
72,6 |
die < dat |
| |
| |
72,10 |
deurposten < -deuren |
72,11 |
platen < plakkaten |
72,13 |
lange < lage |
72,16 |
lagere gedeelte < lagere |
72,19/20 |
breede, lage < breede |
72,22 |
ornamentatie < ordonnantie |
72,26 |
achter < over |
72,27 |
maar niet < niet maar |
72,29 |
Shôguns [...] zetelden < Shogun [...] zetelde |
72,29 |
hun < zijn |
73,10 |
hun < thans hun |
73,27 |
vermorst. < vermorst.
De gouden zalen schakelen zich aan elkaâr. Er zijn er zeer beroemde bij, beroemd geworden vooral door een zeker poëtiesch sentimentalisme, dat den Japansche ziel aankleeft. Hier is, bij voorbeeld, de Zaal der Beide Slapende Muschjes. Op het gouden fond is een sneeuwlandschap geschilderd, zeer mooi de donzige sneeuw op het doffe goud en op een besneeuwden tak van den omdonsden boom zitten twee slapende muschjes tegen elkaâr, dicht in de veêren. Het is alleraardigst zoo een minutieus detail, zoo een klein, klein motiefje als van die twee vogeltjes in die groòte statiezaal van goud en het sentiment er om en de betiteling er van schijnt mij innig Japansch te zijn. De slapende muschjes domineeren de geheele zaal en trekken telkens uw blik weêr en het zijn twee nietsjes, twee grauwe, bijna uitgewischte vlekjes. Maar wees verzekerd, dat zij en zij alleen dit vertrek zijne beroemdheid heeft [lees: hebben] gegeven. Zoo is er ook de Zaal van de Natte Reiger op de Voorplecht van een Boot, geschilderd door Naonobu. Uitgewischt zijn de kleuren. Nu ge, om den naam weet, dat de reiger uitdruipt op de heel vaag zich schetsende voorplecht, ziet ge de droppels van zijn hals en vlerken neêr parelen: ge zoudt |
| |
| |
|
anders die fijne stralen water wellicht niet zien. Zoo zijn er de kamers van de Twee Adelaren: zij zitten, elk, aan het einde der gouden wand, waarover een pijnboom zich kronkelt en schijnen te waken: zoo is er de kamer van Waaiers en Chrysantemums, de kamer der Wilde Ganzen. Alle deze zalen en kamers zijn door beroemde schilders gedecoreerd, meest allen door volgelingen van de Kano-School.
Thans ziet ge, tusschen de Togukawa-wapens ook het Wapen van den Mikado, de zestienbladige chrysantemum stralen. |
73,32 |
roept op < evoceert |
74,16 |
prinsen < prinsjes |
74,31 |
nooit < die nooit |
75,3 |
bracht < kwam brengen |
75,9 |
landen < landen en eeuwen |
75,19 |
twee < de twee |
76,3 |
plek < plaats |
76,3 |
identiek herbouwd < herbouwd |
76,7 |
naar het < tot het |
76,12 |
het < de |
76,13 |
door te maken < door te komen |
76,14 |
den < deze |
76,17 |
buitenlui van Kyoto, < buitenlui |
76,23 |
kabeltouw-vlechten < kabeltouwmassa's |
76,28 |
Foei, dat te gelooven! < Foei!! |
76,30 |
u < u reeds |
77,9 |
gebogen < ronden |
78,17 |
eerzuchtige hertogen < een eerzuchtige hertogGa naar voetnoot15 |
78,24 |
groot < zoo groot |
78,28 |
hielden < hulden |
| |
| |
79,7 |
half verteerd < verteerd |
79,24/25 |
en maken als een vierkant langwerpige fondament < als twee vierkant langwerpige vakken |
80,18 |
met een < een |
80,31 |
hoe < dat |
81,3 |
treffend < zulk een |
81,10 |
midden van den vloer, < midden |
81,11 |
bronzen ketel < ketel |
81,12 |
aesthetisch. < aesthetiesch want alles geschiedde in dit eenvoudige pavillioentje aesthetiesch. |
81,13 |
duurde vaak < duurde |
81,21 |
geschud en < gemengd, |
81,21 |
en < aan |
81,22/23 |
thee, rhythmisch kloppend, te doen schuimen < thee te mengen |
81,29 |
bereidde < mengde en zette |
81,30 |
eener < van een |
82,19 |
zoudt < zoudt u |
82,21 |
kakemono's < kimono's |
82,29/30 |
plaatsen in het jaar < in het jaar plaatsen |
83,9 |
voordeed. < voordeed. Zoû hij misschien ziek zijn geworden? |
83,17 |
Wij < Wel, wij |
83,17 |
te gaan < heen te gaan |
83,19/20 |
per auto afdoen < auto's nemen |
83,20 |
dus maar per spoor er heen gaan < er dus maar per spoor gaan |
83,22 |
gids < gids Ijoji |
83,25 |
niet op deze lijn < niet |
83,34/84,1 |
voor ons < ons |
84,4 |
u < ge |
84,11 |
bevloeien < besproeien |
84,13 |
lunchmandje < onaangetast lunchmandje |
84,16 |
gehad. Maar het lunchmandje < gehad en lunchmandje |
| |
| |
84,17 |
kamer < kamer neêr |
84,17 |
lezen... < lezen. En bereken even, dat wij ±ƒ12 aan auto's hebben weggesmeten, dat mij als zuinige jongen, die ik ben, woedend maakt. En zoo hebben wij Nara, beste lezer, het beroemde [xxx], niet gezien... en zullen het ook wel nimmer zien.
Zijn er geen brieven gekomen? Neen, er zijn geen brieven gekomen. Japan is een land zonder posterijen. Ik krijg geen enkelen brief (dit is op twee uitzonderingen wáar.) terwijl ik brieven verwacht uit Holland en Indië. Ik ontvang nooit en nimmer een nummer van de Haagsche Post. Ik vermoed, dat er ergens een post-beambte schuilt, die Hollandsch wil lezen uit de Haagsche Post en die dweept met de Haagsche Post en ze mij niet verder op zendt. Laat mij nog eens herhalen: zoo lang ik reisde in het Uiterste Oosten, ontving ik per post nimmer eén nummer van de Haagsche Post. Soms ontmoet ik barmhartige Hollanders, abonné's op de Haagsche Post en die wel eens een nummer krijgen. Zij toonen het mij en ik kijk naar mijn artikel, als of het het eerste stukje proza was, dat ik schreef. Ik mag het zelfs hoùden! Dank u wel!! Ik heb ook waarachtig een nummer van de Haagsche Post bemachtigd, mèt een van mijn artikels, maar... niet langs den weg van Japansche Posterijen. Enfin, ik zal verdacht[?] zijn. Men zal mijn correspondentie achterbaks houden. Hoorde ik niet, dat in de Hôtels de boy's en de grumpjes allemaal spionnen zijn, die koffers en brieven van vreemdelingen doorzien? Ik weet het niet, lezer, maar dat ik nimmer een brief van u ontvang is mij... een deceptie!
O, ik heb er meerderen! Ik heb er vooral eén heel erge! Ik voel mij zoo rillerig, terwijl ik aan u zit te schrijven en ik zeg het nòg niet aan mijn vrouw. |
85,1 |
die niemand wist precies < die, niemand wist hier, |
| |
| |
85,2 |
mij nu < nu |
85,5 |
Thans < Tevens |
85,6 |
opteekent < beteekent |
85,12 |
en het < het |
86,12 |
Den < Dien |
86,14/15 |
opwachtten en ik op < opwachtten, en waar ik in een snikbui - te veel was van mijn krachten gevergd - op |
86,18 |
weêr af < af |
86,21 |
wel < nu wel |
86,30/31 |
land, [...] bralt? < land? Helaas, reis mijlen ver: iets zal er altijd zijn, dat de goden u onthouden; het geheim is alleen dankbaar te zijn voor wat zij u gunnen. Zij gunden mij de kersenbloesems.
Die zijn uitgebloeid en uitbeschreven... |
86,33 |
mij met < met zijn |
87,3 |
bezeten wordt door een vos < door een vos wordt bezeten |
87,18 |
gespleten < met spleet |
87,19 |
teenen, en < teenen in |
87,20 |
Duitsch. < Duitsch. Een Engelsche beschaving is over haar heen gekomen; wat zijn zij Japansch gebleven. |
87,21 |
den kamer-boy < de boy's |
87,21/22 |
Handa-san en Araya-san genoemd: < genoemd Han-da-San en Arya-San |
87,26-28 |
maar eigenlijk vindt zij al die bonte lappen maar lastig. Zij geeft niet om opschik, zij draagt < maar zij haat al die bonte lappen. Zij draagt |
87,29/30 |
iedere ‘nurse’ < elke nurse |
87,30 |
schijnt te moeten hebben < moet hebben |
87,30/31 |
Haar bruine handen < Hare handjes |
87,31/32 |
een beetje jongensachtige, < mannelijke |
87,32 |
zeer moederlijk < moederlijk |
88,5/6 |
zooals zij mij dat zeide < zoo als zij zeide |
88,10 |
moest < mocht |
88,13 |
worden < wilde worden |
| |
| |
88,21 |
ken < gekend heb |
88,28 |
een poeier < je poeier |
88,33 |
rijst en die van tijd tot tijd verdwijnt < rijst, die verdwijnt |
89,27 |
veel < wel |
90,7 |
na te denken < te denken |
90,20 |
bij < met |
91,1 |
over de witte vlakte woei < de witte vlokken woei |
91,6 |
het theewater < theewater |
91,23 |
de < die |
91,25 |
Zijn oogen < Zijne oogen ook |
91,30 |
ben zelf < ben |
92,3 |
en laklijsten < in laklijsten |
92,5 |
doodsbleek. < doodsbleek. Ik voelde mijn bleekte als een kleur van den dood over mijn wangen huiveren. |
92,17 |
sneeuwjacht < sneeuwnacht |
92,21 |
glipt weg bijna < glipt bijna weg |
92,30/31 |
den bezetene met vurige kolen < met vurige kolen den bezetene |
92,34 |
toch ook < toch nog |
93,23 |
klein meisje < meisje |
93,27 |
in. < in. Ik geloof niet aan God en goden. Toch... toèn... geloofde ik het van mijn neef, dat hij bezeten was.
- En nu?
- Nu geloof ik alleen, dat hij zich heeft aangesteld, of eenvoudig ‘nervous’ was, als wij in het Engelsch zeggen en als de Westerlingen zoo heel erg zijn. Vooral ‘artisten’! lacht zij. Ik moet je temperatuur opnemen...
Zij schrikt[?] en neemt de thermometer.
- Je hebt toch geen meerdere verhoging van mijn vosse verhaal?
Dat schikt nog al. |
93,33/34 |
open geschoven < op een kier |
94,9 |
de zelfde < precies de zelfde |
| |
| |
94,14 |
Intusschen < Onderwijl |
94,18 |
observeeren... < te observeeren!! |
94,19 |
heeft ook gezegd, dat zij niet < heeft gezegd, dat zij ook niet |
94,26 |
er mij < mij er |
95,4 |
misschien < misschien wel |
95,8 |
zoû worden < werd |
95,14 |
daaronder hebben < hebben daaronder |
95,19 |
dien vos < de vos |
95,20-24 |
vrouw: zij [...] tablet. Araya komt binnen. Ik word < vrouw, Arya komt; zij [...] tablet. Ik word |
95,24 |
als < en ben als |
96,6 |
Hongkong en < Hongkong, |
96,15 |
na den trein te hebben doen < die den trein doen |
96,27 |
ongestoord Peking < ongestoord in [xxx] bij Shanghai, Peking |
96,32 |
volk < menschen |
96,32 |
sympathieker < sympathiek |
97,4 |
mij sympathiesch < sympathiesch |
97,13 |
de eeuwen door < sedert eeuwen |
97,14 |
de generaals < die generaals |
97,17/18 |
Muur te gaan < Muur |
97,23 |
achttien < zestien |
97,29/30 |
wil ik toch < wil zich |
97,31 |
achttien < zestien |
98,17 |
De < Alle |
99,1 |
en markiezen < als markiezen |
99,1/2 |
kamer-boy < boy |
99,9 |
schimpwoord < scheldwoord |
99,15 |
paddestoel gelijkende < paddestoel-gelijken |
99,19 |
Het < Dat |
99,28 |
zoû worden verzorgd < verzorgd zoû worden |
100,6 |
leidde. < leidde. Het Oosten is nauwlijks democratiesch. |
100,6 |
machine, het vliegtuig < modernste machine, vliegtuig |
| |
| |
100,7/8 |
een aanstaande hel. < aanstaande hel; hare tandknarsingen zullen dan gelijk zijn aan die de geheele menschheid zal doen hooren als zij tot bewustheid wierd[?]. De geniaalste duivelen zijn er op bedacht geweest ons ten onder te brengen en zij zijn geslaagd. Geluk, edel, groot geluk van volkeren en menschheid, is niet meer van deze ongelukkige aarde, die zich niemand weet waarheen beweegt langs haar tijdelijke spiraal door de eeuwige ruimte, tot zij uit elkander zal barsten. |
100,9 |
ga nu < ga |
100,12 |
bouwen; waarom veredelen < bouwen, vermoedelijk onder Europeesch toezicht. Waarom veredelden |
100,13 |
maar < o neen, maar |
100,20 |
gaatjes < en gaatjes |
100,20 |
niet wat aan < niet, aan |
100,23/24 |
inrichtingen, overstelpend < inrichting is overstelpt |
100,27 |
onze < de onze |
100,34 |
toe. < toe.
Er is altijd gezegd, dat wij Westerlingen het Oosten niet steeds kunnen begrijpen, dat het eén groot Mysterie voor ons is. Ik geloof dat ook. Maar... begrijpen de Oosterlingen, in dit geval de Japanners, ons Westen? In allen gevalle nemen zij er van over alleen wat uiterlijk is en praktiesch materialistiesch. Wat goed is in ons Westen, begrijpen zij dat. Begrijpen zij onze manieren, al zetten zij hun hooge hoed op? Het trof mij telkens, dat een Japanner, die ons wel eens bezoeken kwam, in het hôtel het eérste zitten ging op de beste plaats - sofa of divan - zonder mijn vrouw daar toe gelegenheid te laten. De zelfde Japanner dineerde bij ons en zonder te wachten tot wij hem offreerden, nam hij zelve het (Amerikaansche) menu ter hand en bestelde wat hem toelokte, den boy. Begreep hij geen |
| |
| |
|
oogenblik, dat ons deze manieren choqueerden al verontschuldigden wij ze? Begrijpen zij onze muziek, onze Kunst, onze litteratuur? O, dit alles - het beste van ons - moet voor hen een even gesloten boek zijn als de Oostersche ziel dan [lees: dat] wel eens voor den Westerling is. Wij echter, de edelsten onder ons, pógen te begrijpen, steken onze voelhorens uit: doen zij dat?? |
101,3 |
deze < die |
101,4 |
ik < ik nu |
101,6/7 |
den Japanner < de Japanners |
101,9/10 |
beekje, in een even arme, op < beekje even arm, als Duitsche, op |
101,15 |
na-ge-aapte < nagedane, na-ge-aapte |
101,16 |
land, < land en |
101,16 |
teleurstelling < deceptie |
101,16/17 |
reist, hier verblijft, hier woont < reist en woont |
101,18 |
meer en meer < steeds meer |
101,18 |
geworden < gebleven |
101,18 |
spreek < praat |
101,21/22 |
hun drie immense < hunne immense |
101,23 |
plaats < plaats, die wij niet aandeden |
101,31 |
woord < oordeel |
102,6 |
geen < geen een |
103,6 |
bed < bedje |
103,8 |
gekomen < getogen |
103,11 |
een oogenblik bij den wedstrijd < er een oogenblik |
103,23/24 |
wordt deze gecombineerde herinnering als een beeld dezer monstermannen. < kan ik deze monstermannen bijna vergelijken met deze beelden... |
103,32 |
vroeg < voren |
104,1 |
hier een eitje, wit < hier wat rijst met omelet, wit |
104,2 |
groens, iets < groens en |
104,3/4 |
tusschen, op een onderlaag van blank gekookte rijst < tusschen |
| |
| |
104,11/12 |
gebonden op gebogen rug < op haar gebogen rug |
104,15 |
patroon en model < model en patroon |
104,16 |
verkouden-neuzige < snotneuzige |
104,18 |
naar den leeftijd dempt < naarmate de leeftijd stijgt dempt |
104,26 |
zijn ongeduld < hun ongeduld |
104,26 |
schreeuwen en stampen < stampen en schreeuwen |
105,4 |
naar < van |
105,15/16 |
schuin nijdig in de oogen < nijdig in de blikken |
105,18 |
moeten < mogen |
105,22 |
te leggen < leggen |
105,28 |
overwinnen zal < overwinnaar zal zijn |
105,31 |
de medicijn-fleschjes < medicijnfleschjes |
105,32/33 |
en alle deze voorwerpen krijgt hij < en krijgt deze voorwerpen |
106,15 |
humor of < humor en |
106,16/17 |
dadelijk daarbij < dadelijk |
106,33 |
Daimyo's < daimyo's (prinsen) |
107,11 |
gecapitonneerd en < gecapitonneerd, |
107,12 |
aan < om[?] |
108,7 |
ongeveer van < van ongeveer |
108,10 |
doch < maar |
108,19 |
rood en geel < blauw en rood |
108,24 |
bamboe-paal < paal |
108,26/27 |
zwermen en zwemmen daar < zwermen daar en zwemmen |
108,28 |
gegeven wordt < gegeven |
108,31 |
een < de |
109,2 |
en energiek < van energie |
109,4/5 |
nog vele andere geschenken < geschenken |
109,13 |
opengeschoven < weggeschoven |
109,17/18 |
Zij oók hebben haar feest, maar dan in April; dan krijgen zij ook hare poppen < Zij deelen mede in het poppenfeest: zij hebben oòk hare poppen gekregen |
109,27 |
‘nurses’, ‘sister’ < ‘sister’, ‘nurses’ |
| |
| |
110,1 |
toch < wel |
110,6 |
heeren-kleeding, comfort van < heeren kleeding comfort, met |
110,11 |
onzen < onzen nieuwen |
110,11/12 |
Saga Kawamoto, Yamashiro, Kyoto < Saga, Yamashiro |
110,15/16 |
auto om te vertrekken < automobiel |
110,18 |
consul < Nederlandsche Consul |
110,22 |
aan < van |
110,26 |
en tevens < en |
111,6/7 |
niet mijn levensdagen heb behoeven < niet had mijn levensdagen hoeven |
111,7 |
iets wat < iets, dat |
111,12/13 |
aanwiegelen < aan gevaren |
111,15 |
thee. Export. < thee. |
111,21 |
zie ik < zien wij |
111,26 |
verlaten heeft < heeft verlaten |
111,27 |
is < is er |
111,30 |
dien < wien |
112,8 |
vaak < wel eens |
112,11 |
mooiste < schoonst |
112,20 |
vergoddelijkten < Goddelijken |
113,3 |
Hij < Het |
113,24 |
oude kunst < kunst |
114,5 |
in < tegen[?] |
114,7 |
het stof < de stof |
114,7 |
ongeplaveide wegen < wegen |
114,11/12 |
duizenden Japanners < duizende Japansche boeren |
114,14 |
moderne < modernste |
114,22/23 |
is van zijn land < van zijn land is |
114,24 |
soms wèl < wèl eens |
114,33 |
zoo < nog[?] |
116,13 |
een < en |
116,14 |
wat immers < wat |
117,4/5 |
de aanmaning < het verzoek |
| |
| |
117,20 |
voor Japan goed < goed voor Japan |
117,30 |
van < na |
117,33 |
geel; geel < rood - rood |
118,4/5 |
kamer met eigen glazen verandah ziet < kamer en verandah zien |
118,14 |
leidt hij < leidt |
118,21/22 |
in mij < mij in |
118,27 |
laatste gewaad < laatste |
118,27 |
vereischt. Zelfs in een kamer, louter < vereischt in de buitenlucht, louter |
119,12 |
bessen < besjes |
119,16 |
u dan < u |
119,22 |
dat < het |
120,29 |
later ook nog, < later |
120,30/31 |
restauratie in 1868 < Restauratie, 1868 |
120,31/32 |
een Tokugawa < Tokùgawa |
121,1 |
vrienden en verwanten < verwanten en vrienden |
121,13 |
ge < u |
121,17 |
Hollandsch boek < Hollandsche dictionnaire |
121,17 |
dat < dit |
121,23 |
midden < water[?] |
122,8 |
op < en steeds op |
122,9/10 |
met wat < vol, oud |
122,13 |
geven < gooien |
122,19 |
doen < laten |
122,20 |
ik tot < ik |
124,19 |
alleen, o heeren, kunt ge u goed < alleen kunt gij u, o heeren, goed |
124,25 |
een beleefdheidsvorm < soms beleefdheid, om niet te snel te praten |
125,18 |
maar wij lèven < maar wij, wij leven |
125,32/33 |
En dan de chrysanten kolossaal - maar in serres - < En dat de Chrysantemums dan - maar in serres - kolossaal |
125,34 |
je < ge |
126,2 |
uit < met |
| |
| |
126,5 |
zag uit < zag |
126,12 |
Zijn < Staan |
126,13 |
Dat < Dit |
126,16 |
anders zeker < zeker anders |
126,22 |
eens < eens meer |
126,27 |
kersebloesems < kersenboomen |
128,35 |
er op < er meê |
129,27 |
zijn moet < moet zijn |
130,6 |
invloeden < voorbeelden |
130,14 |
hoeft < hebt |
130,17 |
Nara of Kyoto < Kyoto1)
[noot:] 1. Het muzeum te Nara kon ik door een samenloop van omstandigheden niet bezoeken. |
130,26 |
een < dit |
130,26 |
zien wij < ziet men er |
131,7/8 |
belangrijk werk < belangrijk boek |
131,8 |
Het werk < Dit boek |
131,17 |
opgenomen < aangenomen |
131,18 |
bestaat, vooral < bestaat, nadat zij eeuwen bestaan heeft en de Kano-school vormde; bestaat, vooral |
131,22 |
schoonheid < schoonheden |
131,34 |
in < te |
132,29 |
trouw < vroom |
133,7 |
òf... in < of te |
133,8 |
om < aan |
133,34 |
priester-beeldhouwer < priester |
134,17 |
in < van[?] |
134,32 |
heerschende < overheerschende |
134,33 |
Maar < Want |
135,5 |
de < zeer |
135,7/8 |
eene opvatting des schilders < een voorstelling |
135,14 |
gediadeemde < gediadeemde, aardsche |
137,1 |
geeft < geeft mij |
137,1/2 |
zeggen wil < te zeggen heb |
137,3 |
tijdens den < in de |
| |
| |
137,21 |
levert deze heer < leveren deze heren |
137,22 |
steekt < steken |
137,22 |
zijn < hun |
137,26 |
eenmaal < eenmaal in Japan |
137,27 |
en zij < en |
137,28 |
van < aan |
138,2 |
iedereen < allen |
139,4 |
gekeken < gezien[?] |
140,5 |
afgeluisterd < opgevangen |
140,12/13 |
Nami-Ko, langzamerhand, schijnt < Nami-Ko echter schijnt |
140,14 |
ziekte < ongesteldheid |
140,26 |
is heen < heen is |
140,27 |
die < de |
140,28 |
misschien < wellicht |
140,30/31 |
ingewijde < toegewijde |
141,14 |
verplegen < gaan verplegen |
141,26 |
Enkele < Ik heb deze passage niet kunnen waardeeren, maar zij is toch opmerkelijk in een Japansche, realistische roman. Onhandig bijgebracht als deze Christelijke-Japansche bijfiguur is, completeert zij toch wel des schrijvers serie van realistische portretten. Veel invloed op het wegkwijnende heldinnetje heeft de Christin echter niet. [alinea] Enkele |
142,3 |
Takeo < haar Takeo |
142,14 |
levens, in < levens, op |
142,17 |
teeder < even |
142,18 |
wat < even wat |
143,22 |
kritiek < keuze en kritiek |
143,26 |
uit < in |
144,1 |
om mode, of < òf om mode, òf |
144,2 |
in staat < bekwaam[?] |
144,8 |
schrijven < maken |
144,32 |
in de < de |
145,8 |
in zijn < in de |
| |
| |
145,11 |
zond < vond |
145,11 |
vergeving kreeg < vergeven werd |
145,17 |
de keizer hem < hem de keizer |
146,3 |
in < naar |
146,17 |
helpen < helpen langzamerhand |
146,22 |
allerkortste < kortste |
146,29 |
zegt u van < zegt u |
147,4 |
simpele < bijna simpele |
147,11 |
dat < dit |
147,29 |
Wij < Wij, wij |
147,30 |
van < zij van |
148,12 |
neêr zweefde < zweefde |
148,14 |
van < voor |
148,14/15 |
beseffen < voelen |
148,23 |
is het < is dit |
149,3 |
taal en idee en gevoel < taal, en ideeën en gevoelen |
149,3/4 |
begrijpen. < begrijpen. Het zal ons steeds zijn, als een bries, die ons langs het voorhoofd strijkt en nauwlijks een geur achterlaat... |
149,7 |
in driehonderd < driehonderd |
149,15 |
bosch, < sombere bosch naar |
155,24 |
Gaan wij < Gaat |
155,24 |
zeven-en-dertig < zeven-en-veertig |
155,33 |
zeven-en-dertig < zeven-en-veertig |
156,10 |
dien < wien |
157,10 |
meester < meester Asano, |
157,27/28 |
vlam, en de stokjes telkens < vlam en telkens |
157,28 |
witte < dikke |
158,8 |
die stoffige < deze stoffige |
158,14/15 |
gelukkig niet < niet |
158,15/16 |
Parasols < Je parasols |
158,17 |
te Parijs < in Parijs |
158,18 |
parasol terug < parasol - er was zon maar regen dreigde - terug |
158,20 |
Ingang. < Ingang. En horden, horden Japanners |
| |
| |
|
Europeesch of Japansch gekleed kochten er kimono, jam of tandenborstel en waren blijde met hun Westersch waren huis, à l'instar van Louvre - nu meer in de magazijnen - of Bon Marché in Parijs en Harrod's in London. |
158,25 |
zeu < ze |
158,32 |
zich er < er zich |
159,2 |
gevonden < geoordeeld |
159,8 |
den keizerlijken < een keizerlijken |
159,13 |
Er < Dan |
159,14 |
Chineesch, < Chineesch, en |
159,16 |
autoriteiten < persoonlijkheden |
159,26 |
heerschen. < heerschen. |
|
In de courant lezen wij, dat er tusschen de vele leelijke standbeelden in Tokio wordt opgericht een Boeddhistiesch gedacht monument voor alle ganzen en eenden, dat jaar of meerdere jaren in Tokio ter verorbering geslacht. Die eenden en ganzen waren misschien wel aanstaande Boeddha's. |
159,33 |
zomermaanden < maanden |
160,4 |
openbaring < uiting |
160,17/18 |
gezichten < smoelen |
160,18 |
tandartsen < dentisten |
160,22 |
Yankees < Yankee |
160,24 |
of Oceaan < Oceaan |
161,9 |
sentimentaliteit < dwepende sentimentaliteit |
199,3 |
zeg < antwoord |
199,12 |
stukje < stuk |
199,20 |
en verder < in verder |
199,31 |
aan < om |
199,32 |
met vele lichten < het vele licht |
200,1/2 |
die niet altijd opengeschoven worden < der niet altijd opengeschoven wanden |
200,3 |
broos, die huizen < broos |
200,17 |
dan < als |
| |
| |
200,18 |
geschikt geheel < gerangschikt zijn geheel |
200,21 |
wij < wij nog |
200,24 |
bloemenvazen; < bloemenvaasjes |
202,19 |
in < van |
202,22 |
met < van[?] |
202,24 |
voorouders < voorvaders |
202,27 |
overschreden < overtreden |
203,6 |
bleef < bleef staan |
203,18 |
bewaard < gehouden |
203,21 |
dan tot < dan |
204,12 |
dwong < dwong haar |
204,33 |
regeering? Het < regeering? In dezen trant had reeds deze waard gesproken met velen zijner collega's en zij waren het wel met hem eens. Zij waren allen gesteld op orde, toezicht, regelmatig[?], discipline, deze brave mannen, al waren zij maar waarden van publieke huizen. [alinea] Het |
204,34/35 |
raadslieden. < raadslieden. Er ging een licht voor hen op. Er was iets voor te zeggen: het nachtleven niet bandeloos te laten voortwoekeren in alle mogelijke wijken, maar een zoogenaamde Nachtlooze Stad te stichten, waar de waarden pleizier van hun werk zouden beleven onder toezicht der overheid. Vele contracten zouden elk detail van den toestand regelen, vele papieren, héel lange contracten, ook met de belang hebbende vrouwen zelve, die, arme, niets geen verstand hadden van paperassen en wier zegels - iedere Japanner heeft zijn zegel, dat zijn handteekening is - meestal door tooverij verdwenen uit haar laadje, waar het achteloos bij haar blanketsel lag, zoodra zij haar contract, dat zij nauwlijks verstaan had, gezegeld had. Het verdwenen zegel stempelde dan wel spoedig... een ander, nòg langer contract. |
205,1/2 |
twee [...] beschouwd < die twee [...] beschouwd werd |
| |
| |
205,3 |
steeds < steeds bijna |
205,6 |
schildpadden pinnen < schildpadden |
206,5 |
lang < allen lang |
206,9 |
stralenkrans < vooral stralenkrans |
206,16 |
gloeien < gloeien en er is een atmosfeer van gezelligheid |
206,18 |
kan blijven < blijven kan |
206,23 |
van den < bij den |
206,27 |
wrong < kronen |
207,11 |
dat < dit dat |
207,14 |
vluchtig < vlug |
207,24 |
verloren < verloren gegaan |
208,3 |
of < en |
208,31 |
zouden willen vrij koopen, < vrij zouden willen koopen |
209,10 |
zusjes-in-leed alleen < zusjes-in-leed |
209,20 |
Israëliet < Israelieten |
209,32/210,1 |
met treurige blikken starende < wat treurig blikkende |
210,14 |
of Londen < en London |
210,20/21 |
op een groot feest te Kyoto. Ge < in een groote schare te Kyoto, in het ballet, dat Cherry Blossom-Dance door de Amerikanen wordt geheten. GeGa naar voetnoot16 |
211,7 |
het Westersch < haar |
211,11 |
de geisha dan < dan de geisha |
211,21 |
dat < het |
211,29/30 |
het vreeslijke schrikbeeld < het Schrikbeeld, het vreeslijke Schrikbeeld |
212,8 |
neemt < heeft |
212,13 |
vreemde bloem, die niet is wat zij schijnt < vreemden bloem |
| |
| |
213,6/7 |
landmacht met lauweren bekroond < landmacht, vol lauweren |
213,25/26 |
aan den < voor een |
213,26 |
Haagsche < de Haagsche |
213,27/214,1 |
onderhandeling < onderhandelingen |
214,12 |
nam < toen nam |
214,22 |
in China < van China |
214,23 |
in Japan < van Japan |
214,23 |
Java en Sumatra < Sumatra en Java |
214,24 |
in < om |
214,25 |
in < om |
214,33 |
Maar ook < Maar |
215,24 |
ontziet < aarzelt |
216,16 |
kunstvoorwerp < kunstwerk |
216,22 |
hoog, < duur |
216,28 |
zulk een < zulk |
216,29 |
voor < van |
217,14 |
laag, wit < wit, laag |
217,21 |
tegen < op |
217,33 |
ons zeer < ons eerst |
218,4 |
van allerlei < allerlei |
218,4 |
door < met |
218,12 |
meander < meanders |
218,18 |
mocht ik boete moeten betalen < moet ik boete betalen |
218,28 |
slingerde hij < slingerde hij zijn |
218,31 |
vernielde < vernietigde |
218,33 |
eerst op < eerst |
219,1 |
bleek < scheen |
219,3 |
ontketende < de ontketende |
219,18 |
achter < na |
| |
| |
| |
Afbrekingstekens
In deze uitgave van Nippon moeten de volgende afbrekingstekens als een koppelteken gelezen worden:
7,25 |
patio- |
11,2 |
Tao- |
11,19 |
of- |
11,27 |
Chen- |
12,4 |
Hindoe- |
17,8 |
Yang- |
17,13 |
Yu- |
22,28 |
eerste- |
25,14 |
Shinto- |
25,22 |
Shinto- |
35,29 |
ge- |
39,13 |
Ainu- |
42,5 |
bamboe- |
48,16 |
ge- |
50,21 |
balé- |
51,21 |
roze- |
53,18 |
arbiters- |
53,20 |
thee- |
53,30 |
zwane- |
54,8 |
kimono- |
54,34 |
Ladder- |
56,7 |
Oostersch- |
56,22 |
san- |
58,12 |
Zen- |
60,18 |
Shogun- |
70,8 |
‘vaste- |
76,12 |
‘sight- |
77,4 |
Awata- |
80,10 |
despote- |
83,20 |
pic- |
87,14 |
Kwannon- |
94,21 |
schoonheids- |
94,33 |
bij- |
95,19 |
ge- |
99,1 |
kamer- |
103,14 |
massa- |
103,32 |
lunch- |
104,4 |
saké- |
106,17 |
Lieflijk- |
111,21 |
thee- |
113,7 |
ultra- |
114,14 |
na- |
117,5 |
Kobe- |
117,17 |
zes- |
120,22 |
Oost- |
121,24 |
blauw- |
133,19 |
god- |
135,10 |
de- |
135,20 |
Wu- |
136,6 |
kakemono- |
137,11 |
Nami- |
140,22 |
Yalu- |
150,12 |
eerste- |
153,4 |
Shiba- |
155,18 |
Shinto- |
156,28 |
Ro- |
158,10 |
trottoir- |
159,19 |
thee- |
165,5 |
Shogun- |
166,11 |
ge- |
166,28 |
Nai- |
167,5 |
Nai- |
170,28 |
Taki- |
170,33 |
Taki- |
| |
| |
171,12 |
cederkoepel- |
172,22 |
cryptomeria- |
177,11 |
Inari- |
179,26 |
Iizo- |
185,6 |
Nô- |
185,17 |
Mysterie- |
190,15 |
Jizo- |
191,27 |
Toba- |
192,24 |
assimilatie- |
194,30 |
plus- |
204,33 |
principe- |
205,7 |
lang- |
206,30 |
groene- |
206,32 |
stilzwijgend- |
208,1 |
je- |
209,1 |
kimono- |
215,6 |
luxe- |
218,33 |
twintig- |
242,26 |
ge- |
Op. p. 8, 46, 65, 100, 105, 125, 131, 139, 146, 164, 179, 185, 192, 194, 204, 206, 211 valt het einde van de pagina samen met een witregel.
* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.
Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet.
|
-
voetnoot1
- Vgl. F.L. Bastet: Louis Couperus; Een biografie. Amsterdam, 1987. p. 600-601.
-
voetnoot2
- Vgl. de ‘Verantwoording’ in: Louis Couperus: Oostwaarts. Amsterdam/Antwerpen, 1992. Volledige Werken Louis Couperus [dl.] 45. p. 281-282.
-
voetnoot3
- Brieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan diverse Nederlandse gezantschappen en consulaten, gedateerd 16 september 1921, in de Couperus-collectie van het Letterkundig Museum te Den Haag (sig. c.383 b.3).
-
voetnoot4
- Brieven van M. Nagai van de Japanse Ambassade te Londen aan K. Onozuka van de Keizerlijke Universiteit te Tokio, T. Tanaka van het informatiebureau van het ‘Foreign office’ en A. Hayashi van het Imperial Hotel, beiden eveneens in Tokio, gedateerd 23 september 1921. (Letterkundig Museum, sig. c.383 b.3.)
-
voetnoot5
- F.L. Bastet: Louis Couperus, p. 642-643.
-
voetnoot6
- Henri Borel: ‘Louis Couperus in Den Haag’. In: Het vaderland 15 oktober 1922, Ochtendblad, p. 1.
-
voetnoot7
- De oplage was 2100 exemplaren. Vgl. de aantekening in: Louis Couperus: Nippon. [Met een inleiding door Rico Bulthuis.] 's-Gravenhage, [1971]. p. 23.
-
voetnoot8
- De eerste bladen van elke feuilleton hebben op de achterkant hetzelfde nummer als op de voorkant; de feuilletons met de titels ‘Yoshiwara’ en ‘Yoshiwara ii’ zijn achterop respectievelijk 73 en 74 genummerd; op de achterkant van blad 5 van feuilleton 52 staat de tekst van de noot uit dat feuilleton; op de achterkant van blad 2 van feuilleton 56 staat in de hand van Couperus de aanzet van hoofdstuk ii,11; verder staan er enkele tekeningen en losse aantekeningen op de achterkant van verschillende bladen.
-
voetnoot9
- Deze nummering komt overeen met het juiste aantal feuilletons, in tegenstelling tot de nummering in de Haagsche post. De overgeleverde reisbrieven komen overeen met de volgende paragrafen in deze editie: ii,5-ii,19, ii,21, ii,29, ii,30, iii.
-
voetnoot10
- Op de achterkant van de bladen 19 en 22 van Couperus' manuscript van Het snoer der ontferming, dat zich bevindt in het Letterkundig Museum (sig. c.383 h.i), staat in de hand van Couperus een niet gepubliceerde tekst, die gezien de inhoud oorspronkelijk tot feuilleton 75 heeft behoord; de bladen zijn genummerd 2 en 3. De tekst is evenals het eerste, wel gepubliceerde blad van dit feuilleton, met potlood geschreven en heeft enkele doorhalingen en toevoegingen.
-
voetnoot11
- Op de achterkant van enkele bladen van Couperus' manuscript van Het snoer der ontferming staat in het handschrift van mevrouw Couperus een afschrift van enkele passages uit Nippon. Dit afschrift vertoont dezelfde verschillen met de tekst in de Haagsche post als de desbetreffende passages uit Couperus' handschrift. Er zijn geen aanwijzingen dat deze bladen als kopij hebben gediend.
-
voetnoot12
- Vgl. S.F. van Oss: Vijftig jaren journalist. 's-Gravenhage, 1946. p. 116-117.
-
voetnoot13
- Couperus heeft de naam van zijn Japanse ‘nurse’ in de feuilletons op de eerste drie keer na consequent veranderd van ‘Arya’ in ‘Araya’; in hoofdstuk 11,10 hebben wij ook de eerste drie plaatsen gecorrigeerd. Niet verbeterd zijn feitelijke inconsequenties in het verhaal, die zijn ontstaan door het weglaten van eerdere passages of door veranderingen in de Haagsche post. In hoofdstuk 11,10 is het zinsdeel ‘en van uw brief die niet kwam’ op zichzelf komen te staan omdat de voorafgaande passage in de Haagsche post is geschrapt. In hoofdstuk 11,21 komt in het handschrift vijf keer ‘zeven-en-veertig’ (‘ronins’ of ‘samurai’) voor; in de Haagsche post twee keer ‘zeven-en-dertig’ en drie keer ‘zeven-en-veertig’.
-
voetnoot14
- De onzekere lezingen van de handschriften worden gevolgd door een gecursiveerd vraagteken tussen teksthaken ([?]). De woorden in de handschriften die wij in het geheel niet hebben kunnen ontcijferen worden aangegeven door drie x-en tussen teksthaken ([xxx]).
-
voetnoot15
- In het knipsel van dit feuilleton dat bewaard wordt in het Letterkundig Museum, heeft Couperus met blauwe inkt ‘eerzuchtige hertogen’ veranderd in ‘een eerzuchtigen hertog’. In regel 9 van blz. 78 heeft hij ‘den Mikado’ veranderd in ‘den weêr bevrijden Mikado’.
-
voetnoot16
- In het knipsel in het Letterkundig Museum van dit Haagsche post-feuilleton heeft Couperus met blauwe inkt ‘een groot feest te Kyoto. Ge’ veranderd in: ‘dat groote feest te Kyoto: ge’.
|