buiten militairen gezichtskring en die hij toch steeds had aangezweemd en willen begrijpen. Maar het geloof aan de Noodlottigheid en dat gebeuren moest wat moest gebeuren, overheerschte geheel deze wijsheid.
Dat zich de dingen nu zouden voltrekken als de goden hadden beschikt. Na den laatsten slag voelde Parmenion hoe Alexandros hèm, onrechtvaardig, verweet, dat Dareios niet was gevangen genomen. Raad zoû Parmenion niet meer geven. Meer dan dienaar en beveluitvoerder zijns Konings zoû hij niet meer willen zijn. Maar in zich overdacht hij het steeds: wat vreemde geheimzinnigheden, met verloomende geuren door deze Aziatische luchten drijvende...!
De vrouwen, de Perzische Vrouwen...? Die liefde als van een moeder, maar hartstochtelijk, van Sisygambis voor Alexandros... Alexandros' liefde voor haar als waarmeê hij Olympias nooit had bemind... Barsina, naar het scheen vergeten, trots haar zoon, Alexandros' kind, in Sidon... Die beide, kleine prinsessen met hare abrikozegezichtjes en hare koel donkere, groote oogen vol bedwongen maagdegeheim... En Stateira, de lieflijke doode...
Parmenion had geraden, dat Alexandros haar lief had gehad. Somtijds had hij getwijfeld. Meer malen was hij zeker geweest... Neen, het was niet de Perzische vrouw alleen... Het was méer dan zij: het was als verloomende geur en omtooverende muziek van niet zichtbare, onbekende luchtharp en peri-stem en die dreef, die dreef door deze Aziatische luchten...
Dan dacht Parmenion aan zijn beide zonen, Nikanor en Filotas, beiden Vrienden des Konings. Nikanor, de sombere, Filotas de levensblijde. Beiden onvergelijkbare veldheeren en soldaten... Nikanor, in stilte, zonder vrienden of feestgelag - dacht Parmenion - weêrstond niet de Perzische wellusten, welke zij ook waren. Filotas, juichender, haalde ze in en vierde de teugellooze orgieën. ‘Mijn zoon, houd maat: wees voorzichtig, betoom u!’ hoe vaak had niet reeds de krachtig oude, levenswijze vader het voor de oogen gehouden dien jeugdigen, juichenden zoon, wiens tenten reeds velen werden, wiens karren met buit anderen den