Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 194]
| |
Fotoportret van Couperus te Laren in 1917
| |
[pagina 195]
| |
XV. Januari 1917-September 1920 (Brief 586-610)De brieven aan Veen zijn intussen in het algemeen weer opvallend kort geworden. De heren ontmoeten elkaar waarschijnlijk niet of nauwelijks. Nog steeds is Couperus bezig met zijn lezingen en met De Komedianten. Het is niet geheel duidelijk wanneer hij dit boek voltooid heeft. Volgens Van Booven was hij er in Mei 1917 nog aan bezig te Laren,Ga naar voetnoot237 maar daar het reeds van Januari 1917 af in Groot Nederland begint te verschijnen, moet dit wel op een vergissing berusten. Waarschijnlijk was het eind 1916 reeds voltooid. Op 22 Februari 1917 leest hij er te Utrecht - de universiteit waar hem in 1915 een doctoraat h.c. geweigerd wasGa naar voetnoot238 - uit voor aan studenten. Bij die gelegenheid is ook Van Deyssel aanwezig.Ga naar voetnoot239 Van Maart af komt de boekuitgave aan de orde. Couperus wil de roman kennelijk wel bij Veen uitgeven (brief 586), maar zodra hij hoort dat hij het werk dan weer tegen een laag honorarium zou moeten afstaan, stapt hij over naar Nijgh en Van Ditmar (brief 588). Bij Veen blijven slechts de bundels schetsen verschijnen. Misschien heeft Van Booven gedacht aan De Verliefde Ezel. Dit verhaal wordt van 4 Maart 1917 af in afleveringen tot en met 15 Juli wekelijks in Het Vaderland gepubliceerd. Als dit juist is, heeft Couperus van dit boek bij wijze van spreken de tweede helft geschreven terwijl de eerste helft reeds als feuilleton in de courant verscheen. Hoe dit ook zij, Couperus is die zomer kennelijk vermoeid. De brieven aan Veen onderscheiden zich weer door een geprikkelde toon. Waarschijnlijk is hij in de loop van deze zomer ook al begonnen aan Het Zwevende Schaakbord. Dit werk is van October 1917 tot Juni 1918 in afleveringen in De Haagsche Post gepubliceerd. Van Laren, eind Mei, gaat hij tot 9 Juni naar Drenthe, om van 9 tot 19 Juni opnieuw in Laren te zijn en daar in Hôtel Hamdorf met Van Booven zijn verjaardag te vieren.Ga naar voetnoot240 Terug in Den Haag, vindt hij daar een week later weer proeven. De bundel Legende, Mythe en Fantazie, wordt een moeilijke bevalling deel- | |
[pagina 196]
| |
achtig. Couperus' gedachten zijn alweer zo sterk door het andere werk in beslag genomen, dat hij zich op een gegeven ogenblik de titel van de bundel niet eens meer met zekerheid blijkt te herinneren (brief 591). Desondanks, om financiële redenen ongetwijfeld, overweegt hij nu ook al de bundeling van zijn in De Haagsche Post verschenen Epigrammen. Maar Veen slaat het voorstel af. Waarschijnlijk vindt Couperus het bedoelde boekje zelf bij nader inzien ook wat te mager, in elk geval breidt hij het idee in Januari 1918 uit tot een bundel Idyllen en Epigrammen. Maar ook daar is het nooit van gekomen. Al dit mengelwerk zal, posthuum, bij Van Holkema en Warendorf in de drie delen Proza verschijnen. Zomaar tussen alles door schrijft hij in October 1917 nog De Ode, waar wij in de brieven aan Veen echter niets over horen. Couperus heeft dit boekje aan zijn neef en secretaris Frans Vlielander Hein opgedragen.Ga naar voetnoot241 Het zou in 1918 bij Nijgh en Van Ditmar verschijnen in een beperkte oplage van 250 exemplaren. Zijn neef is echter voordien op tragische wijze om het leven gekomen. De mooie editie van Psyche, geïllustreerd door B. Reith en pas in 1927 verschenen, blijkt, zo toont brief 601 aan, reeds in December 1917 door Couperus zelf aan Veen aanbevolen te zijn.Ga naar voetnoot242 Veen durft de uitgave kennelijk niet aan. Zelfs neemt hij ook De Verliefde Ezel niet in zijn fonds op, voor de prijs die Couperus er voor vraagt. Couperus laat dit boek daarop eveneens bij Nijgh en Van Ditmar verschijnen. De correspondentie tussen uitgever en auteur houdt daarna vrijwel op. In Juli 1918 zendt Veen hem nog Mialaret's bewerking van Vitruvius cadeau, door hem uitgegeven en door Couperus niet alleen dankbaar aanvaard maar ook in Het Vaderland besproken.Ga naar voetnoot243 In Februari 1919 biedt Couperus zijn ‘oude relatie’ nog het intussen in Groot Nederland verschenen boek Xerxes of de Hoogmoed aan, maar daarmee is het dan ook wel gezegd: Xerxes wordt wederom niet door Veen maar door Nijgh en Van Ditmar uitgegeven. In de winter van 1918-1919 is Couperus telkens ziek. De laatste brief die hij aan Emma Garzes schrijft - op 4 December 1918, naar aanleiding van de ‘Bella Vittoria’ -, toont hem als een vermoeide man: ‘...j'étais malade et je le suis encore (...); je souffre tous les jours de malaria et devrais déguerpir aussi vite que possible. Aussitôt que possible nous irons vers le Midi... j'en ai au moins l' illusion! (...) Je me sens très déprimé et malade, vraiment malade’. De oorlog is gelukkig voorbij, maar ‘en vieillissant, je ne trouve pas la vie plus facile... La grande consolation, c'est le travail, mais le dernier temps je ne travaille pas, me sentant trop souffrant...’. In deze termen schrijft hij ook aan Israël Querido op 20 Januari 1919: ‘Ik ben reeds maanden ziek en werk hier niet’. Hij bewondert | |
[pagina 197]
| |
diens De oude Waereld, en belooft hem later dit boek in Groot Nederland te zullen bespreken.Ga naar voetnoot244 Couperus heeft echter altijd weer onvermoede lichamelijke en geestelijke reserves. Hij is nog niet beter, of hij schrijft de 611 pagina's tellende roman Iskander. Eind 1919 is het omvangrijke epos voltooid.Ga naar voetnoot245 Nijgh en Van Ditmar geeft het uit. Couperus' laatste brief aan de uitgeverij Veen dateert van 30 September 1919 en is een antwoord op een brief van die zijde, waarin men hem verwijt, dat hij op geen enkele wijze gereageerd heeft op het heengaan van de stichter L.J. Veen op 20 September 1919. Daarmee eindigt een correspondentie die zich over bijna 29 jaren uitstrekt. | |
586[6.III.17]
Amice De Komedianten verschijnen sedert Jan. '17 in Groot-Nederland - Over boekuitgave is nog niets beslist.
Steeds t.à.v.Ga naar voetnoot* | |
5872 Hoogewal
Amice Zoû je zoo vriendelijk willen zijn voor mijn kosten te laten inbinden de 2 deelen van Herakles (als je blief zonder c er in,) zoo als je het voor mij deedt.Ga naar voetnoot246 ik heb het als cadeau noodig. In perkament met een gouden letter. Precies zoo als het voor mij gebeurde. Ik zal spoedig de ontbrekende copie voor de bundeltjes zenden en mij met de proeven bemoeien. Intusschen steeds vriendschappelijk
Louis Couperus | |
[pagina 198]
| |
588Den Haag.
Amice Merci voor het ex. Herakles; ik wacht dan het perkamenten. Wanneer wil je het eene bundeltje uit geven?Ga naar voetnoot247 In het najaar? Zeker niet eerder. Ik zal spoedig alles in orde maken, over de ondertitels etc. denken; ik ben nu wat moê, ga spoedig naar buiten en kan niet veel denken aan proeven etc. Wat De Komedianten betreft, ik heb al mijn ‘business’ in handen gegeven van mijn neef Mr. F.E. Vlielander Hein en ik geloof, dat hij voor de uitgave klaar zal komen met Nijgh en Van Ditmar, voor een honorarium als ik in onze goede dagen bij jou genoot, tevens met behoud van rechten voor volgende uitgave en met bedinging rekening-courant te ontvangen. Intusschen blijven wij altijd goede vrienden, niet waar.
Steeds vriendschappelijk Je dw. Louis Couperus | |
589[z.j.]Ga naar voetnoot*
Ik heb even de proeven nagekeken. Ondertitels: Van en Over Mijzelf en Anderen. VI. Ondertitel. Van Hier en Daar en Overal Deze 2 deeltjes zouden dan zijnGa naar voetnoot248 I (dat ik reeds in proef heb: 90 bl. beginnende met Groningen eindigend met Een Naam II. (beginnende met Brieven van den nutteloozen Toeschouwer, waarvan ik nog niet alles in proef heb. Zend mij die proef, dan vul ik bij wat er ontbreekt Het laatste bundeltje (een ander genre: Elyata) zoû ik niet willen noemen Van en Over etc. maar liever: Legende, Mythe en Fantazie, echter in den zelfden vorm uit te geven. Dit moet dan ook nog bijgevoegd hebben. Dat zoû dan geen ondertitel behoeven. | |
[pagina 199]
| |
590[z.j.]
Amice. Hierbij de rest van de proeven en 3 feuilletons, die, geloof ik, het bundeltje zullen voltooien.Ga naar voetnoot249 Zend mij revizie van alles. Ik schrapte eenige al te Duitsche waardeeringen (oordeel hetGa naar voetnoot* geheel anders en wil vooral niet van politieke beduidenis zijn: ik ben niets dan letterkundige,) Geef jij eens duidelijker aan wat ik geschrapt heb; de zetter begrijpt me niet altijd, hoe lang hij me waarschijnlijk al zet. Het spijt me van het vergeefsche zetten maar het zijn maar 4 bladzijden. Zend revizie naar Hôtel Hamdorf, Laren; daar ben ik den 9de. Nu ga ik naar Drenthe. voor een paar dagen.
Steeds t.à.v. L.C. | |
591Den Haag
Amice. Ik vind nergens de proeven van den bundel der fantastische verhalen (ik noemde die geloof ik Legende, Mythe en Fantazie) en nu slaat mij de schrik om het hart, dat die afgedrukt wordt naar de proef (ongecorrigeerd.) Dat mag natuurlijk niet, in geen geval: meld mij dus spoedig of ik je misschien uit vergissing die ongecorrigeerde proeven heb teruggezonden en zoo ja, zend ze mij dan, dan zal ik je ze dadelijk nazien. Ik begrijp niet, dat je zoo tegen die titel Van Hier en Daar en Overal bent. Ik weet waarlijk niets anders te verzinnen. Jan en Florence is natuurlijk geen titel, die een heel deeltje kan dragen en Wreede Portretten even min.Ga naar voetnoot250 Geloof me nu eens: het publiek houdt er niet van als de titel niet zijn belofte houdt. | |
[pagina 200]
| |
Even min als dat je God en Goden of Lichtende Drempels uit geeft in een populaire serie met een burgerlijke bandteekening van BrakenziekGa naar voetnoot251 (Ik meen ‘burgerlijk’ in tegenstelling met ‘verheven’.) En je doet je werkelijk kwaad met die dingen. Ik wil natuurlijk alles doen om het je gemakkelijk met die titels te maken maar raadt je af de schets-titels te gebruiken voor de deeltitels. Ik had dit toch ook nooit zoo aangegeven!
Steeds t.à.v. L.C.
Antwoord mij gauw over die proeven. | |
5922 Hoogewal
Amice Indien ik de titels zooals je ze hebt af laten drukken in der tijd goed vondt, laat ze dan zoo maar voor de meerdere verkoop. Ik vergeet wel eens die dingen en word suf van die drukproeven, waarin ik niemand heb om me te helpen. Die titels zijn in alle geval niet zoó erg als de Braakensiek-band was, die het publiek, dat iets luchtigs denkt te koopen er in laat loopen en de lezers, die God en Goden op prijs stellen, verontwaardigd hebben. Deel Legende, Mythe en Fantazie dan ook maar in twee deeltjes: Elyata en De Betooveraar. Heb je lust in een of twee deeltjes Epigrammen, overdruk uit de Haagsche Post; kleine boekjes met heel korte schetsjes (ik weet niet of je ze gelezen hebt). Dan zal ik je ze zenden en moet je maar eens zien wat je er voor geven kunt.
Steeds t.à.v. L.C. | |
[pagina 201]
| |
mij gevraagd en geschreven ze in een klein boekje uit te geven en daarom dacht ik dit te doen. Maar je zal wel gelijk hebben: ik word ook iederen dag onverkoopbaarder. Hoewel drie uitgevers op dit oogenblik ambieêren De Verliefde Ezel uit te geven, die in Het Vaderland verscheen. Als ik geweten had, dat je zoo lang noodig had om te bevallen van die kleine deeltjes, zou ik je ze niet hebben afgestaan. Enfin, hier is niets meer aan te doen. Ik zoû alleen gaarne even weten: wat is deel 5 Van en Over Mijzelf. Daar ik dit niet begreep. Ik dacht, dat dit reeds uitgegeven was. Wil je mij dit even uitleggen.
Steeds gaarne Je dw. Louis Couperus. | |
595Vrijdag [12.X.17]
Amice Men vraagt mij of het laatste bundeltje uit is of niet; ik kan alleen zeggen, dat ik het ontvangen heb; verder, ligt het nergens voor de ramen en zal de aan de andere deeltjes geheel identieke band ook niet tot koopen lokken... Het zal toch niet in je bedoeling liggen het te verstoppen. Of is het nog niet uit?? Gaarne eenige inlichting.
t.à.v. Louis Couperus | |
596[29.X.17]
Amice. Kreegt ge copie, 4 feuilletons, die ik zond?? Meld mij dan even goede ontvangst, want die velletjes zijn heel moeilijk weêr te krijgen. De bundel ligt goed in de doofpot, ten minste nergens voor de ramen; niemand weet er van. Trouwens, als jer er geen ‘manchet’ omdoet, met een bericht, dat het een nieuwe bundel is, loopt ieder het welbekende bandje voorbij. Je springt er heusch vreemd meê om.
Steeds t.à.v. L.C.
2 Hoogewal | |
[pagina 202]
| |
597Den Haag
Amice. Je antwoord slaat niet logiesch op mijn klacht. Ik begrijp heel goed, dat er niet veel van die bundels verkocht wordt maar dat komt juist omdat niemand de bundels ziet en weet, dat ze bestaan. Voor zoo iets is reclame noodig. En een stapel van de bundels in de winkelramen met een bericht, dat de aandacht trekt. Ik herhaal je, dat mijn beste vrienden en kennissen, die steeds mijn boeken koopen, niet weten, dat er een nieuwe bundel uit is. Als je dus geen nieuwe manier aanneemt om de bundels aan den man te brengen - b.v. door aan de boekwinkels er niet 5 of 2 te verkoopen maar ze een twintigtal ter verkooping te zenden, die ze in hun ramen opstapelen, zal het altijd het oude, saaie liedje zijn.
Steeds t.à.v. L.C.
Zet nu ook in Gods naam den bundel Mythe, Legende en Fantazie in een anderen, dood-eenvoudigen band met alleen deze nieuwe titel. | |
[pagina 203]
| |
Ik vraag geen revizie meer om niet langer te laten wachten maar druk dan s.v.p. den drukker op het hart, dat de afkortingen die de zetter zich veroorloofd heeft op bl 144 en 146: z'n en 'n etc hersteld moeten worden in zijn en een, daar ik zulke taaiverkrachtingen niet wil en nooit schrijf. | |
600[14.XII.17]
Amice. Ik ben niet voór een portret: de afdruk laat meestal erg te wenschen over en daarbij doet een portret in dezen bundel niets. In een humoristischen bundel zoû een portret staan, maar niet bij deze schetsen. Krijg ik s.v.p. de afgedrukte vellen? Wanneer komt het boekje uit?
Steeds t.à.v. L.C. | |
601Den Haag
Amice. Zoudt ge zoo vriendelijk willen zijn mij een presentex: Psyche te willen zenden, zoo mogelijk lste editie en anders een ex: van de kleine uitgave? Vervolgens zoû ik je willen aanbevelen den heer Bernard Reith teekenleeraar H.B.S. te Winterswijk. Hij toonde mij een serie zwart-en-wit illustraties voor Psyche, die ik bizonder mooi vind en vroeg mij of er sprake kon zijn van een prachtuitgave in Engelschen stijl. Ik zeide hem, dat ik veel sympathie voor zijn plan had en dat hij maar eens met je spreken moest. Hij lijkt mij zeer praktisch toe in zijn plan en wil geen hooge eischen stellen. Praat eens met hem en zie eens wat ge samen doen kunt.Ga naar voetnoot252 Hij zoû je eens komen opzoeken. Intusschen hartelijke wenschen ook voor vrouw en kinderen voor deze dagen en voor XVIII.
Steeds gaarne t.à.v. Louis Couperus. | |
[pagina 204]
| |
Illustratie van B. Reith bij Psyche
| |
[pagina 205]
| |
Illustratie van B. Reith bij Psyche
| |
[pagina 206]
| |
602Den Haag
Amice. Ik kom bij je met het volgende voorstel. Zoû je dit jaar willen uitgeven De Verliefde Ezel, (in Het Vaderland verschenen.) De grootte is 20 feuilletons van ± 7 à 8 kolommen; dat wordt ± 200 bladzijden druks boek. Als honorarium vraag ik: ƒ 1500.- en behoud van auteursrecht voor volgende uitgaven. TevensGa naar voetnoot* recht zelve een eenvoudig smaakvol bandje en omslag te kiezen. Mijn neef, Mr. Vlielander Hein, die den laatsten tijd mijn litterair-finantieele zaken deed, gaat naar Amerika. Daarom schrijf ik je zelve, ook uit oude relatie.Ga naar voetnoot253 De Komedianten zijn zéer goed gegaan; de prachteditie (van ƒ 25.- het ex:) is zoo goed als uitverkocht. Ik betracht echter geen trouw meer aan mijn uitgevers en wensch te werken met Nijgh en Van Ditmar, met V. Holkema en Warendorf en met L.J. Veen. Ook zoû ik hebben een zeer aardig bundeltje, grootere novellen en kleinere stukjes: Idyllen en Epigrammen. (Ik weet je bezwaar: Haagsche post...) Ik zoû dit echter willen uitgeven voor wat de uitgever mij er meent voor te kunnen geven. Het bundeltje zoû zeer verzorgd moeten worden, breed en kort formaat. Antwoord mij eens spoedig hierop.
Steeds t.à.v. Louis Couperus
Ik zoû dit jaar geene andere boeken uitgeven dan deze. | |
[pagina 207]
| |
604[29.I.18]
Amice Zoudt ge mij willen verplichten met mij te doen toezenden proef of afgedrukt vel van: De Dood van den Dappere en AzzârhaGa naar voetnoot* (twee schetsen uit den aanstaanden bundel) daar ik deze novellen voor wil dragen op mijn aanstaande lezing te Amsterdam.Ga naar voetnoot254 Mag ik er op rekenen?
t.à.v. Louis Couperus | |
605Den Haag
Amice Ik zie, dat mijn boek uit is maar ontving het nog niet. Het witte bandje is heel goed en eenvoudig; ook de gezondene omslag was voldoende. Vergeef me, dat ik je nog niet antwoordde, maar ik kan soms niet komen tot briefjes schrijven.
Steeds gaarne t.à.v. Louis Couperus | |
606[4.VII.18]
Ik ben je zeér erkentelijk voor Vitruvius, dien ik zeer blij ben te bezitten: zulke boeken zijn mijn bronnen voor mijn antieke romans en verhalen.Ga naar voetnoot255 Is het niet onbescheiden, dan ontving ik ook met veel genoegen het andere werk, maar ik wil werkelijk niet onbescheiden zijn. Intusschen nogmaals mijn hartelijke dank: ge hebt mij werkelijk genoegen gedaan.
Steeds t.à.v. L.C. | |
[pagina 208]
| |
607Den Haag
Amice. Zoudt gij lust hebben weêr eens iets van mij uit te geven, nl. Xerxes of De Hoogmoed. (4 nummers Groot-Nederland. Sept. Okt. Nov. Dec.)Ga naar voetnoot256 Nijgh en Van Ditmar biedt er mij te weinig voor; hij vindt het geen zeer verkoopbaar boek, schijnt het, - een vreemde taxatie, als ik daar over stel, dat Mej. Else Otten, mijn Duitsche vertaalster, oogenblikkelijk de hand heeft gelegd op de vertalingsrechten van Xerxes, als aktuelle Stoffe, een zeer goed hon. er voor betaalde en dezer dagen - de vertaling is reeds klaar - trots revolutie en wat al niet meer,Ga naar voetnoot257 het boek in Duitschland verschijnt. Zijlstra's beschouwing lijkt mij dus werkelijk wat... bekrompen om niet dom te zeggen.Ga naar voetnoot258 Ik zoû met een hon. van ƒ 2500.- in eens, te-vreden zijn. Antwoord mij heel spoedig, daar ik mij besluiten moet.
Steeds gaarne t.à.v. Louis Couperus
Het zoû mij niet verwonderen als Xerxes een zelfde debiet kreeg als Psyche, nl. op Gymnasia en H.B.S. | |
[pagina 209]
| |
609Den Haag
WelEd.Heeren. Zoû ik, uit oude relatie, zoo vrij mogen zijn U te verzoeken een prezentexemplaar van Majesteit te willen doen zenden aan den heer A. Teixeira de Mattos Esq. County and Castle Club Ventnor Isle of Wight.? U zoû mij bizonder hier mede verplichten omdat ik zelve geen exemplaar van Majesteit te missen heb: ik heb niets dan een ex. eerste editie, die ik liever behoud en de heer T. de M. verzocht mij er om. Vertrouwende, dat U mij wel deze dienst wilt bewijzen, verzoek ik U mij, met mijn oprechten dank, te willen gelooven
Hoogachtend Uw dw. Louis Couperus | |
610Den Haag
Zeer Geachte Heer. Ontvang mijn zeer hartelijken dank voor de toezending van Majesteit, ook uit naam van mijn vertaler, den heer Teixeira de Mattos, die voor Amerika de jaren lang geleden geschreven Engelsche vertaling wenschte te herzien.Ga naar voetnoot259 Het doet mij leed, dat U zich schijnt te hebben aangetrokken, dat ik U niet schreef na Veens overleden,Ga naar voetnoot* maar ik kan niet anders dan U tot mijn verontschuldiging mededeelen, dat ik niets wist van Uw Compagnonschap met Veen,Ga naar voetnoot260 dat ik zelfs | |
[pagina 210]
| |
Uw naam niet kende. Veen schreef mij immers steeds persoonlijk; dat zijne uitgeverszaak na zijn overlijden zoû worden voortgezet, was mij ook geheel onbekend;Ga naar voetnoot261 zoó zelfs, dat ik Nijgh en Van Ditmar er over gesproken heb, of zij niet mijn boekenfonds van de erven zouden overnemen! U zult dus moeten toegeven, dat mijn onhartelijkheid niet anders dan onwetendheid was. Geloof mij intusschen met de meeste hoogachting,
Steeds Uw dw. Louis Couperus. |
|