Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |
IX. Mei 1910-Mei 1912 (Brief 465-479)In het voorjaar van 1910 komt Couperus voor het eerst naar voren met een idee waar hij in latere brieven bij herhaling op terug zal komen: dat van kleine, goedkope bundels en andere edities. De voorbeelden voor die manier van uitgeven vindt hij in het buitenland. Veen gaat er echter niet op in. Hij verwijst Couperus naar de Wereldbibliotheek. Vermoedelijk hechtte Veen te veel aan een mooi boek in een mooie band. Enkele jaren later zal Couperus zelfs deze banden verwerpen. Erg enthousiast heeft hij er zich doorgaans trouwens nooit over betoond. De zomermaanden van 1910 brengt Couperus van 1 tot 15 Juli in Florence en Viareggio door - in Florence moet hij onder handen van de tandarts Edward Dunn -, vervolgens in Zermatt en Chamonix, en tenslotte in Genève. Dit leren de brieven aan Emma Garzes. Onderweg is Couperus steeds bezig met de definitieve samenstelling van de bundel Antieke Verhalen. Ook komen de Korte Arabesken ter sprake, die L. Simons in de Wereldbibliotheek zal publiceren.Ga naar voetnoot109 Eind October is hij terug te Nice, waar hij Incognito te Nice schrijft. In dit verhaal deelt hij onder meer mee, dat hij schrijft ‘aan mijn “Reis door Egypte”, waarin ik U voorstellen zal hoe in de Oudheid antieke toeristen reisden en sightseeing deden langs den heiligen Nijl...’. De romancier die nooit meer een roman beweerde te zullen schrijven, schrijft nu dus Antiek Toerisme. Tegen Kerstmis 1910 gaat hij naar Rome en neemt zijn intrek in pension Hallier, Via della Fontanella di Borghese. Van hier nodigt hij Emma Garzes uit ook naar Rome te komen: ‘Peut-être vous viendrez quelques jours en primavera, voir la benedetta esposizione? Ce serait délicieux!’Ga naar voetnoot110 Vijf maanden later zal hij deze winter beschrijven als ‘de winter van de vele désilluzie's, de winter der moeilijke dingen, de winter der lastige levensverwikkelingen’.Ga naar voetnoot111 Het is namelijk een winter van rampen. In de eerste plaats is ‘Orlando’ niet in Rome, maar naar het heet naar Smyrna vertrokken. Voorts komt er een rampzalige brief van Emma Garzes, die meedeelt, dat haar moeder Maria Lodomez zelfmoord heeft gepleegd door zich te pletter te werpen. Op 2 Februari antwoordt Couperus onder meer: ‘Pour la seconde fois, la catastrophe est arrivée dans votre vie et l'a fait tragique.Ga naar voetnoot112 Et je me rappelle avec épouvante que cette catastrophe vous était prédite (...). Comme vous avez dû souffrir, vous et votre chère Bona, en voyant votre malheureuse Mère gisant brisée à vos pieds (...). Elle a pu faire cet acte désespéré!’ In | |
[pagina 110]
| |
Couperus en zijn vrouw tussen enkele van zijn romanfiguren aan het hof van Claudius, in 1949 getekend door Cornelis Veth
| |
[pagina 111]
| |
een volgende brief nodigt hij Emma uit naar Rome te komen, waar hij lang denkt te blijven: ‘Peut-être tout l'été, à part un moment de villeggiatura dans les montagnes; nous avons l'intention d'aller en Egypte en novembre’. Of Emma ook gekomen is, is niet bekend. Couperus heeft echter nog meer zorgen. Hij biedt Veen een nieuwe bundel schetsen aan (brief 474). Deze weigert en vraagt om een grote en vooral goede (!) roman. Couperus peinst daar niet over. Wel biedt hij Veen Antiek Toerisme aan - dat hij zelf blijkbaar meer als een novelle heeft beschouwd -, maar vervolgens doet de uitgever hem zulke ‘derisoire voorstellen’, dat Couperus tenslotte met dit boek naar Van Holkema en Warendorf loopt. Het resultaat is, dat Couperus, krap bij kas, zijn Egyptische illusies niet kan verwezenlijken. In October 1911 logeert hij weer in Florence, na de zomer met Orlando aan het meer van Genève te hebben doorgebracht.Ga naar voetnoot113 Hierna breekt de correspondentie met Veen helaas af tot in Mei 1912. Van October 1911 af werkt Couperus aan Herakles, de mythologische roman die hij zich jaren eerder al eens voorgenomen had te schrijven (zie brief 323 van 10 Januari 1903; het boek zal in de tweede helft van 1912 en in de eerste helft van 1913 in Groot Nederland verschijnen). Als het voltooid is, eind Januari 1912, reist hij met ‘Orlando’ naar Sicilië. Na dit uitstapje gaat hij via Florence weer naar Venetië, waar hij omstreeks 6 April 1912 aanvankelijk zijn intrek neemt in Hôtel Cappello Nero. In een brief van die datum aan Emma Garzes deelt hij onder meer mee: ‘Venise est affolée: beaucoup de monde: on prépare des fêtes superbes’. Later verhuist hij naar Hôtel Ortolanella. (De feesten hadden betrekking op de inauguratie van de herbouwde Campanile op Piazza San Marco. De toren was enkele jaren eerder ingestort). | |
465Nice
Amice. Ik zend de laatste proeven terug (afdrukken!) Ik zoû gaarne je eens willen vragen je gedachten te laten gaan over het volgende: Is er geen minder gewichtig, dus luchtiger, en misschien ook goedkooper formaat te vinden, om in den vervolge mijn couranten-feuilletons na te drukken. Zoodat ik gemakkelijker die feuilletons, b.v. twee maal in het jaar, kan liquideeren in een bundel, gemakkelijk te koopen, laat mij rond-uit zeggen als spoorweg-lektuur? | |
[pagina 112]
| |
Ik zie in het buitenland soms zulke bundeltjes, netjes en goedkoop, aan de kiosken liggen. Mijn importantere verhalen kunnen wij dan behouden voor een bundel ‘Novellen’. De feuilletons zouden wij dan geregeld kunnen nadrukken in het minder gewichtige formaat. Zoo je een oplossing vindt in deze kwestie, zoû ik mij tevreden stellen met een modest honorarium: de bundeltjes zouden wel heel goedkoop moeten zijn. Misschien wil je er eens over denken.
Steeds t.à.v. L.C. | |
466[27.VI.10]
Amice. Ik heb zelf al eens daarover gedacht, maar 1o wilde je niet voor het hoofd stoten, 2o ben niet op de hoogte, weet niets er van af. Is de Wereldbibliotheek niet van Simons?? Dien ken ik heel goed, maar juist daarom wilde ik er niet over schrijven, voór ik alles goed weet.Ga naar voetnoot114 Licht mij eens even in, en geef mij adres op, waaraan ik schrijven kan. Dan zal ik eens zien of dat wat geeft. Is er dan iets omvangrijkers te publiceeren (grootere novellen) dan kan jij dat steeds doen. Wil je in '11 het eens probeeren met een bundel, en mij dan après coup honoreeren, ook goed. Wanneer geef je de twee eerste bundels? Ik ontving twee vel copie Antieke Verhalen!! Meld mij dit even: Adres van 1-15 Juli Florence Pension Rochat.
t.à.v. L.C. | |
467[1.VII.10]
Amice. Van 1-15 Juli adres: Florence Pension Rochat Italië Palazzo Niccolini. Kunt gij Adonis niet krijgen van Warendorf?Ga naar voetnoot115 Ik heb er geen copie meer van: het zoû jammer zijn het er niet bij te nemen.
t.à.v. L.C. | |
[pagina 113]
| |
469[z.j.]
Amice. Zoudt ge mij de volgende prezentexempl: willen zenden aan bovenstaand adres:Ga naar voetnoot* Eene Illuzie. 3 ex: De Stille Kracht. Psyche (geillustreerd) Fidessa (geillustreerd.) En verder aan Mej. Virginie LovelingGa naar voetnoot116 Marnixstraat 18, Gent. 1 geillustr. Psyche. - Ik hoop, dat je me niet al te indiscreet vind, maar ik wilde er eenige beleefdheden meê doen: vaste grootheden heb ik niet, die mijn boeken krijgen, maar ik vind het aardig er nu en dan een cadeau te geven. Wij hebben hier een heerlijk zomerverblijf: Zaterdag gaan wij naar Genève, Coupier, 3 Rue des Alpes. Hartelijke groeten van ons beiden!
t.à.v. L.C. | |
[pagina 114]
| |
Er is zeker niet veel haast met de proeven. Zoodra ik thuis ben, in Sept., zal ik ze geregeld nazien. Ik ben nu op reis, en heb het erg druk, ook met werken.
Steeds gaarne t.à.v. L.C. | |
471Nice
Amice. Ik kan mij volstrekt niet bemoeien met het tijdstip, waarop Simons mijn bundel wil uitgeven, evenmin als ik dit ooit heb gedaan tegenover U.Ga naar voetnoot117 Indien ge de proeven der Antieke Verhalen eerder terug had gewenscht, was eén woord voldoende geweest. Ik schreef U van den zomer, wanneer ge het boek wenschte uit te geven en ontving geen antwoord. Ik zal nu de proeven, waaraan bijna geen werk is, U morgen terug zenden met ‘Afdrukken’. De Antieke Verhalen zijn een geheel ander genre dan die van de Korte Arabesken: waarom dus het eene boek het andere zoû tegen werken is zeker weêr een van die geheimzinnige boekhandelredenen, die ik niet begrijp met mijn korte verstand. Ik hoop van harte, dat ge de Antieke Verhalen goed zult verkoopen en het groote succes, dat àl mijn laatste werk heeft, staat U daarvoor borg. Maar ik ben niet van plan Simons de wet voor te schrijven en ben verplicht mij te houden aan een kontrakt.
Gaarne t.à.v. L.C. | |
[pagina 115]
| |
474Rome
Amice. Gaarne hoorde ik van je wanneer de Antieke Verhalen verschijnen: wil s.v.p. mij twee gebondene ex: zenden; meer heb ik niet noodig. (aan bovenst: adres). Verder zoû ik ook gaarne weten of je dit jaar nog een bundel van mij wilt uitgeven (het zij kleine historische verhalen, het zij schetsen in het genre van de reeds gegeven bundel).Ga naar voetnoot118 Dat zoû naar je verkiezing zijn. Als het het liever niet doet, bied ik ze elders aan; wees dus zoo goed en antwoord mij zoo spoedig mogelijk.
Gaarne t.à.v. Louis Couperus. | |
475Rome
Amice. Doe mij het genoegen en zend mij - zoo ik niet indiscreet ben - een prezentex: De Berg van Licht. Ge verplicht mij er zeer meê. En antwoord mij even op mijn vraag omtrent uitgave bundel najaar. Ik zoû het gaarne zoo spoedig mogelijk weten.
t.à.v. L.C.
Kunt ge mij misschien zenden kritiek Robbers Van Over M. en Anderen??Ga naar voetnoot119 | |
[pagina 116]
| |
ken over ‘nog een bundel’ voor dit jaar. Alleen had ik gaarne, dat je dit goed begreep: ik schrijf geregeld feuilletons en kleine verhalen (ik moèt wel leven van mijn pen) voor Vaderland en Gr.Nederland en ik zoû gaarne geregeld die verhalen nog eens willen herdrukken, al is het maar voor een modest honorarium. Aan een grooten, goeden roman (je bent allerliefst!) dènk ik niet, ten zij je mij geven wilt en kunt het zelfde honorarium van vroeger: ƒ 3000.-. Dàn wil ik er over denken, maar kan dit niet, dan ga ik voort met het kleine werk, wat mij ten minste iedere maand mijn boterham geeft. Ik heb altijd die kleine verhalen herdrukt willen zien in een goedkoopen vorm (spoorweg lektuur-formaatje), iets van 50 of 75 cts, en begrijp niet, dat er in Holland geen gelegenheid zoû zijn voor zulke vlugge uitgaafjes, die aan de stations moeten verkocht kunnen worden. Misschien ben jij te chic, (ik niet!) om er zelfs maar over te denken - buitenlandsche auteurs doen het wel. Zie je er echter nog eens ‘gat’ in, wel, werk het gat dan uit en kom nog eens bij mij met een voorstelletje. Ik herhaal, ik ben met weinig tevreden. En anders zullen we maar zonder rancune afscheid van elkaâr nemen. De schoone dagen van Aranjuez zijn vorüber... Ik ben te luchthartig om er langer over te tobben en... schrijf mijn journalistische dingetjes, en wat langer van adem-dingen in Gr.Nederland. Wanneer komen nu toch die Antieke Verhalen! Mijn schuld...?? Zend mij s.v.p. twee gebonden ex, aan dit adres, als postpakket: anders blijft het, als de Berg, tien dagen liggen aan het Postkantoor. Als je aardige kritiekjes nog hebt over het laatste bundeltje, wil ik ze wel lezen: de beroerde artikels... wensch ik niet te ontvangen!!! Beste vriend en milde uitgever der goede dagen, addio!
Steeds gaarne t.à.v. L.C. | |
477Pension Hallier
Amice. Gaarne vernam ik van je of je genegen zoudt zijn uit te geven mijn roman Antiek Toerisme of De Reis door Egypte (Groot-Nederland Jan. Febr. Maart en April), òf dit jaar, òf het volgende jaar, en voor hoeveel. Doe mij het genoegen en geef mij s.v.p. zoo spoedig mogelijk bescheid, want als je er geen lust in hebt, moet ik mij tot anderen wenden en daar gaat altijd veel tijd meê heen. Mag ik dus hopen op antwoord zoo spoedig mogelijk, en zoo kathegorisch mogelijk.-
Steeds gaarne t.à.v. L.C. | |
[pagina 117]
| |
479Florence
Amice. Uw laatste schrijven bevatte zulke derisoire voorstellen, dat ik het oprecht heb opgevat als een ‘gentle hint’ om U niet meer lastig te vallen. Hetgeen ik gedaan heb zonder boosheid, want als ge niet meer aan mij verdient, kan ik begrijpen, dat ge niet meer op samenwerking gesteld zijt. Wat uw ‘plannen’ betreft, ik weet waarlijk niet wat ge bedoelt en verzeker U dat ik niets ‘verraden’ heb aan Warendorf: ik heb hem alleen medegedeeld, dat het tusschen ons niet meer naar wensch ging. Dat doet mij leed maar ik kan er niets aan doen. Romans schrijf ik niet meer; wilt ge echter nog eens een bundeltje feuilletons - op welke wijze ook - uitgeven, dan ben ik bereid een aanneembaar voorstel te ontvangen. Verder geen rancune.
t.à.v. L.C. |
|