Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| ||||||||||||||||||||||
II. Juni 1903-December 1903 (Brief 339-359)Couperus, die er zich later op beroemde de mythologische roman te hebben uitgevonden,Ga naar voetnoot29 heeft in Venetië hard aan Dionyzos gewerkt. Hij had bijzonder veel pleizier in het boek, en zocht rustige oorden waar hij het snel zou kunnen afmaken. Van Venetië gaat hij in Juni 1903 daarom voor zeven weken naar Vittorio Veneto en Pieve di Cadore. Intussen wordt God en Goden, met daarin De Zonen der Zon en Jahve, toch gedrukt. Begin Augustus is hij weer terug in Venetië om er familie te ontmoeten en er nu eens echt vacantie te houden. Dionyzos heeft hij in de voorafgaande maand Juli voltooid. In de eerste dagen van September logeert hij in Hôtel des Alpes te Belluno, om van daar eindelijk weer naar Nice terug te keren. Volgens Henri van Booven is er over de periode van Juli 1903 tot September 1904 niets over Couperus bekend.Ga naar voetnoot30 Dit kan als een bewijs gelden, dat hij bij de documentatie voor zijn biografie vermoedelijk geen gebruik heeft gemaakt van de uitgeversbrieven, die deze lacune namelijk vrij goed opvullen. Dionyzos verschijnt van September 1903 af in Groot Nederland, en Couperus beleeft er duidelijk genoegen aan. Later zal dit genoegen hem enigszins vergald worden, als blijkt, dat het werk in boekvorm slecht verkoopbaar is. Veen zal dit als een argument hanteren om Couperus lagere honoraria te bieden, wat tot het begin van een reeks minder verkwikkelijke brieven zal leiden. Voorlopig is Couperus' humeur echter og even zonnig als zijn boek, hoewel financiële zorgen alweer een schaduw werpen: een jaar na de dood van zijn vader is de erfeniskwestie nog steeds niet geregeld. De doorgaans trage afwikkeling van dit soort zaken heeft Couperus met enige naïviteit onderschat. In Indië moet een ‘prulhuis’ verkocht worden, zijn broer John Ricus moet daarvoor zorgen maar heeft er blijkbaar moeilijkheden mee gehad. De overdracht wordt op een naar Couperus' zin te lange baan geschoven, en in de familiekring ontstaan enige irritaties. Couperus raakt weer krap bij kas. Voor Dionyzos ontvangt hij een hoog honorarium, maar ook als hij dit optelt bij het honorarium voor het - nog veel slechter verkoopbare - boek God en Goden, blijft er bij Veen nog een ‘beer’ staan van ƒ 925,-. Met Veen overweegt hij nu een complete editie van al zijn werken. Maar op dat ogenblik weet Veen nog niet, hoe slecht zelfs De Boeken der Kleine Zielen ver- | ||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||||||||||||||
kocht zullen worden. Voorlopig blijft het nog bij plannen maken gecombineerd met geldgebrek. ‘God, god, wat een gezanik met dat eeuwige geld. En dat als je het zoo gemakkelijk zoû kunnen rondstrooien!’, heet het in brief 354. Een Fransman zou hier op antwoorden: tu parles! Couperus laat de maar al te juist gebleken opmerking volgen: ‘Enfin, ik zal wel tobben tot mijn dood’. Als in November 1903 God en Goden verschijnt, laat Couperus van dit boek mede een exemplaar aan Maurits Wagenvoort sturen, met wie hij vriendschapsbanden onderhoudt sedert Wagenvoort zich in 1894 waarderend over Majesteit heeft uitgelaten, en sinds Couperus zelf zijn waardering voor Felicia Beveridge en Maria van Magdala heeft uitgesproken.Ga naar voetnoot31 Wagenvoort bevindt zich van December 1903 tot Maart 1904 in Smyrna - de stad waarheen later ook Orlando mysterieuzerwijze zo dikwijls heet te vertrekken! -, en het presentexemplaar gaat daarom eind November veiligheidshalve naar diens uitgever te Amsterdam. Brieven van Wagenvoort aan Couperus zijn uit deze tijd niet overgeleverd, wat om verschillende redenen te betreuren is. Zo zouden wij graag weten, of Couperus te Rome ook de prinses Borghese heeft ontmoet die van zichzelf een meisje Keun was: haar vader, een Nederlander, woonde te Smyrna en wordt genoemd door Wagenvoort, die de familie Keun aldaar heeft ontmoet.Ga naar voetnoot32 Het zou a priori niet uit te sluiten zijn, dat Couperus via Wagenvoort introducties bij de Borghese's te Rome ontvangen heeft. In het lange verhaal De Prins komt de familie Borghese, hoewel vertekend, waarschijnlijk voor.Ga naar voetnoot33 Hier is echter niets naders over te vinden. | ||||||||||||||||||||||
339Venetië
Amice. Vervelend, dat ik niet eerder aan dat lamme geld heb gedacht... Ik ga Maandag of Dinsdag in de bergen hier dicht bij voor eenigen tijd: Vittorio, Hôtel Vittorio. Prov. Venetië. Zend mij dus geen chèque - ik geloof niet, dat daar een bank is, - maar zend mij | ||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||||||||||||||
aangeteekenden brief met 600 fr. - en dan 1 Juli hetzelfde: ik meen in Fransch bankpapier: dat is hier ook geldig. Wilt ge dat doen? Zend liever niet in eens de 1200 fr.; het is beter in twee brieven. Ik werk aan Dionyzos, het wordt vrij groot: ik heb reeds 80 bladz. manuscript. Ik geloof wel dat het aardig is, zoo een mythologische roman. Adio, in haast kriebel ik dit even!
T.à.v. L.C.
Hebt ge kritiek gelezen over mijn Sonnetten??Ga naar voetnoot34 Zend die dan eens! | ||||||||||||||||||||||
340Vittorio (Veneto)
Amice. In dank de aanget: brief ontvangen. Zend voor eerst niets meer: ik heb genoeg. - Gaarne zoû ik voldoen aan verzoek redaktie Week; maar 1o ik heb niets, 2o façade Villa Jules is gewoon een wit huis, niets bizonders. aan. Van mijn schrijfkamer zoû wel een aardig kiekje te maken zijn, maar die er gemaakt zijn, zijn niet réussi: het licht is wat moeilijk. - Mijn excuses dus aan de Week, maar ik heb heusch niets. - Ik zit hier in wat de Franschen noemen: un petit trou pas cher; frissche berglucht en een goed hôtelletje - 's morgens wandelen, 's middags werken aan Dionyzos, ziedaar het bestaan! Ik hoop, dat het goed gaat met U beiden; bepaald jammer dat je er niet eens uit kan! Wij blijven 7 weken hier in de Dolomieten (op twee of drie plaatsjes) en keeren dan naar Venetië terug, waar mijn familie komt.
Adio! L.C. | ||||||||||||||||||||||
341Vittorio Veneto
Amice. Neen, natuurlijk nog niet afdrukken, hoe komt ge er aan!! De schrik slaat me om het hart! Maar ik zal nu voortmaken met de proeven. Ik vermoed wel, dat Dionyzos dit jaar klaar komt (wat wil je, dat ik hier in dit gat doe anders dan werken??) Maar ge hoeft het daarna niet uit te geven. Het verschijnt in Groot Nederland en ge kunt het dus kalm laten bezinken eerst.
Salut! t.t. L.C. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| ||||||||||||||||||||||
343[VII.03]
Amice. Ik zit hier heerlijk tusschen de besneeuwde toppen der Dolomieten! Een overjas aan is lekker! Een beetje frisch, maar gezond en verrukkelijk. Zend mij s.v.p. aan bovenstaand adres ƒ 300.- (600 fr.) in Fransch (of kunt ge Ital:) bankpapier; aanget: brief. Ik werk flink aan Dionyzos. Merci voor kritiek!
Adio t.à.t. L.C. | ||||||||||||||||||||||
344Italie
Amice. Ik zend hierbij de proeven terug, niet aan Thieme, maar aan U; opdat ge nu goed waakt, dat de blanke bladzijden voor de hoofdstukken van Zonen der Zon komen. Titel: God en Goden. volgorde. I. Jahve II. Zonen der Zon. Dan had ik gaarne er revizie van aan dit adres. Ik werk druk aan Dionyzos!
Adio t.t L.C. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| ||||||||||||||||||||||
345Pieve di Cadore
Amice. In orde ontving ik brief en inhoud: hartelijk dank; neen, voór 1. Aug. heb ik niets noodig. Ik zond U de proeven van God en Goden; zend mij de revizie terug aan bovenstaand adres: wij blijven in dit rustige bergoord tot 10 Aug. ongeveer. Dionyzos nadert zijn voltooiing en neemt den vorm aan van een flink deel.
Adio, adio! L.C. | ||||||||||||||||||||||
346Pieve di Cadore
Amice. Ik zoû zeggen: neem het begin, en dit zoo lang als ge zelf wilt. Of wilt ge liever de groote scène van Hoop: Zonnewereldlente;Ga naar voetnoot* neem die dan. Wat is dat voor een catalogus, en voor welk feest?? Zoodra ik alle proeven heb, zend ik ze U heel gauw terug. Dionyzos is af: ik geloof, dat V.N.Ga naar voetnoot35 er in Sept. meê begint in Groot-Nederland. Gaat het met U beiden en de kleine meidGa naar voetnoot36 goed? Adio, hartelijke groeten van ons beiden.
t.à.v. L.C. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| ||||||||||||||||||||||
348Lido
Amice. Ik zend de proeven Zonen der Zon, die mij zeker bij vergissing opnieuw werden gezonden, maar weêr terug, zonder ze in te zien. Ze kunnen afgedrukt worden. Ik blijf hier tot 22 Aug; dan is mijn adres op nieuw Belluno, Hôtel des Alpes. Kunt ge mij niet eens het gewone sommetje zenden, datum van vertrek in acht nemende?
Adio! t.t. L.C. | ||||||||||||||||||||||
351Lido
Amice Ik ga Dinsdag a.s. weêr terug naar mijn hok, te Nice. Villa Jules: zoû ik daar dan - om en bij mijn aankomst - van je het gewone sommetje kunnen verwachten. Mijn zwager zegt, dat in Oct. de zaken eindelijk tot een oplossing zullen komen; dan hoop ik dus geheel in het reine met je te komen. Zend mij dan ook nog het H. Weten, prachteditie en een paar exemplaren. Hoe gaat het met de verkoop? Ben je tevreden? Denk je niet eens over een populair editietje... Dan zoû je een beste kerel zijn! Adio, onze beste groeten over en weêr!
t.à.v. L.C. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| ||||||||||||||||||||||
353[22.IX.03]
Amice. In orde ontving ik het postpakket: de vier deelen maken een superbe effect! Het is waarlijk een bizonder mooie uitgave.Ga naar voetnoot37 Gaarne ontving ik nu ook weêr Onze Kunst:Ga naar voetnoot38 mijn laatste nummer is Mei; laat s.v.p. goed inpakken, niet waar, dat het niet kreukt.
Adio! t.à.v. L.C. | ||||||||||||||||||||||
354Nice
Amice. Ja, in langen tijd geen brief- en gedachtewisseling, maar het leven is al zoo heel druk, en er was niets te bepraten. Het doet me pleizier, dat alles goed bij jullie gaat, en ik hoop van harte dat de aanstaande gebeurtenis een blijde moge zijn!Ga naar voetnoot39 Ik zie de zending van God en Goden tegemoet: merci voor het perkamenten ex:; ik vind ze altijd bizonder mooi, en hier zijn onze Fransche kennissen er altijd over uit, dat de Holl: editeurs hun boeken uitgeven ‘avec un luxe fou!’ Ze vinden de fluweelen Stille Kracht eenvoudig dol van luxe!!Ga naar voetnoot40 | ||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| ||||||||||||||||||||||
Je volgt misschien Dionyzos in Groot-Nederland, dat wordt een flink boek, en ik ben er zeer tevreden meê: (wat ik erg zelden ben): ik heb het met pleizier en genot geschreven en er zit erg veel fraîcheur in, geloof ik, et la beauté pour soi-même, om zoo eens te zeggen. Wat de zaken betreft... ik wacht nog steeds op het geld van mijn vader; dat komt om eindelooze administratieve complicatie in Indië over een ongelukkig prulhuis, dat verkocht moet worden en door laksheid van mijn broêr aldoor niet gebeurt. Ik ben er woedend om en mijn zwager Vlielander Hein ook; hij zegt, als ik morgen kom te vallen, en er dus een andere executeur testamentair moet benoemd worden, krijgen jullie je geld in geen tien jaar!!! Mijn broêr, de rezident van Djocja, is misschien een goed rezident, maar als man van zaken...! Enfin, zoodra ik het geld heb, woû ik met je de schuld afdoen. Ik meen, dat dit zoo zal zijn.
N.B. daarbij komt dan wat rente. Zie eens of dit zoo uitkomt. Dionyzos is een groot, dik boek, zoodat ƒ 2500 heusch niet te veel is. Alleen moet je het niet in 2 deelen geven, want dat staat heusch niet met dit werk. In Groot-Nederl. komt het nog in Dec. en Januari. Die complete editie lokt mij erg toe. Maar waarom 2 serie's, en waarom niet liever in chronologische orde, zooals ik ze geschreven heb. Ik zal er zelve van de laatste revizie nazien en herzien. Goed, reken maar eens uit, maar, beste kerel, wees een goed vriend, en reken zoowel in je eigen voordeel, als in het mijne! God, god, ik moet zoo rekenen om er te komen. Dat vervloekte geld! Wij leven zoo eenvoudig wij het kunnen doen, misschien alleen reizen wij nog te veel, maar daar heb ik soms zoo een behoefte aan: ik kan niet vastgroeien op een plek, maar verder draai ik iedere sou om voor ik hem uitgeef!! En het is altijd rekenen en nog eens rekenen: mijn arme vrouw doet wonderen om de boel aan de gang te houden. Wij zijn niet zuinig van natuur, het zit ons geen van beiden in het bloed, maar daarom is het ons te moeilijker. Enfin, ik leer wel de kunstjes: nooit anders dan naar de komedie, dan op vrijplaatsen, etc, etc! God, god wat een gezanik met dat eeuwige geld. En dat als je het zoo gemakkelijk zoû kunnen rondstrooien! Reken nu maar eens uit. Ik zoû het dan gaarne willen hebben maandelijks, in termijnen, dat helpt mij, maar dat kunnen wij dan later zien. Met de schuld, zooals die na Dionyzos wordt, bemoeien we ons niet: die wordt afgedaan. Het geld van de Nieuwe Editie woû ik dus wel frisch ontvangen, zooals ik zeg, in termijnen. Ik heb al eens gedacht, je jaarlijks iets te vragen, en je dan te geven cadeau alles | ||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| ||||||||||||||||||||||
wat ik nog schrijven zal en al geschreven heb...; maar zooiets is misschien niet uitvoerbaar in ons kleine land. Enfin, ik zal wel tobben tot mijn dood. Het eenige wat ik gaarne zoû wenschen: hier, in dit appartement te blijven - daar doen we dan ook onze best toe - wij hebben het gezellig geinstalleerd en er veel aan gedaan, en ik zoû het beroerd vinden, als we ons moesten verminderen. En wie weet, misschien zal het daartoe toch wel moeten komen! Nu genoeg jeremiade! De zon schijnt mooi, de hemel is blauw en Dionyzos is een mooi boek! We zullen ons dus daarmeê maar troosten!
Vale et la patte! L.C.
N.B. Heb ik je indertijd geen schuldbekentenis gegeven, die nu niet meer noodig is? Goed, wat de prezentex: alleen wou ik wel, dat je ook voortaan zond aan mijn zuster: Mevrouw Fayan Vlielander Hein, 10 oder 5 Bismarckring, Wiesbaden | ||||||||||||||||||||||
355Nice
Amice. Met pleizier ontving ik mijn boekje: heel aardig van Toorop, dat figuurtje van Hoop, dalende tusschen de bloemen den zonnekrater in!Ga naar voetnoot41 Heel mooi, het perkamenten ex: heerlijk! - Wilt ge ervan zenden 1 ex (gebonden): aan Maurits Wagenvoort, adres H.J.W. Becht, Uitgever, Amsterdam 1 ex. (gebonden) aan F. Donker CurtiusGa naar voetnoot42 207 B.vard Candereux Bordeaux. - Adio en heb een beetje veine met de Goden!
t.à.v. L.C.
Amice, Zoudt ge mij kunnen helpen met het inbinden van eenige boeken. Ik moet mijn bibliotheek wat opknappen. Hier wordt het ignobel gedaan. Eeenvoudige, nette bandjes (geen luxe). Op hoeveel komt dat zoowat per deel? Dan zend ik je een partijtje. Hier kan ik onmogelijk iets goeds laten doen. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| ||||||||||||||||||||||
356Nice [XII.03]
Amice. Ik denk, dat de goedkoopere bandjes in linnen (van 70 en 80 cts) meer dan bevallig zullen zijn voor mijn oude boeken, die ik zoó niet meer in mijn kast kon zien. Ik zoû zeggen de kleuren wat gedekt, niet al te voyant, en geen art-nouveau voor mijn Midden-Nederlandsche ridderromans en de oude Italianen. Hebt ge tijd, en slaat ge eens een blik op wat de binder doet, dan zijt ge de bovenste beste. Haast is er niet bij; laat mij nu en dan maar wat terugzenden. Ge schrijft me nog niets over onze berekening: ik hoop toch, dat er iets van komt? Anders is het een vervlogen chimère, bij de vele andere. We zullen ze maar niet meer tellen, als we de 40 voorbij zijn, zoo als ik! In alle gevalle, zoû ik wel gaarne wat geld van U willen hebben in Januari, maar dat schrijf ik nog nader. Van de Indische zaken nog altijd niets.Ga naar voetnoot43... Geduld is zulk een schoone zaak... Adio, vier de Feesten gezellig, en heb met alle, die je lief zijn, een gelukkig jaar IV!
t.à.v. L.C. | ||||||||||||||||||||||
357Nice
Amice Zoudt ge mij kunnen zenden voor de maanden Jan. Febr. en Maart, iedere maand ƒ 500.- dan zoû ik je zeer verplicht zijn. Meld het mij even of ik er op rekenen kan; daar ik in het andere geval naar Den Haag moet schrijven. Wij hebben hier met het einde van het jaar het afschuwelijkste weêr, dat je je verbeelden kan. Niets dan regen en nog eens regen! De wereld is niet vroolijk. Toch maar moed bij elkaâr geschraapt voor 1904, en onze beste wenschen aan vrouw en kindje: ook aan jezelven!
Met een hartelijken handdruk t.à.v. L.C. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| ||||||||||||||||||||||
Bandontwerp voor God en Goden, door Jan Toorop
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||||
Opdracht door Couperus van God en Goden aan Henri Borel
| ||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| ||||||||||||||||||||||
358Nice
Amice. Ik hoor niets van je: ge hebt toch wel mijn brief gekregen, waarin ik U vroeg of ge mij 500 gulden kondt zenden gedurende de maanden Jan.- Febr.- Maart? Ik zoû dat gaarne weten, en zoo mogelijk, spoedig ontvangen, daar ik anders naar Den Haag moet schrijven. In haast-
t.t. L.C.
Ik hoop, dat het goed met U allen gaat! | ||||||||||||||||||||||
359Nice [28.XII.03]
Amice. Mag ik je nog eens lastig vallen met een kleine vriendendienst te verzoeken? Zend mij eens... een doosje kroontjespennen (geloof ik, heeten ze). Hierbij zend ik je er een in effigie.Ga naar voetnoot* Ze zijn hier in het zeer beschaafde Nice niet te krijgen, evenmin als honderd andere dingen! Je doet er meê een weldaad aan je trouwen romancier!
Yours L.C. |
|