Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
(1977)–Louis Couperus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
IX. Maart 1898-Maart 1899 (Brief 190-215)Na zijn terugkeer blijft Couperus maar twee maanden in Den Haag, waar hij zich met niet veel meer dan allerlei kwesties van zakelijke aard bezig houdt. Begin Mei vertrekt hij met Elisabeth naar Engeland. In Londen begint hij aan Fidessa, maar leidt er een druk en uitgaand leven, dat hem weinig tijd tot schrijven laat. Hij brengt er bezoeken aan de uitgevers W. Heinemann en Fisher Unwin, aan Teixeira de Mattos natuurlijk, maar ook aan Alma Tadema, waar hij een van diens wekelijkse soirées meemaakt.Ga naar voetnoot128 In Juli gaat hij naar Oxford: niet om er te studeren natuurlijk, de universiteit is dan juist gesloten, maar om er in stilte van de architectuur te genieten. Het schrijven aan Fidessa is wat moeizaam gegaan, maar halverwege denkt Couperus al weer aan ‘een grooter werk’ (brief 198), waaraan hij in het najaar hoopt te kunnen beginnen, als hij weer terug is in Den Haag. Intussen is het wachten steeds op het verschijnen van Psyche. Op de lijst van presentexemplaren komt ditmaal Frans Netscher weer voor, die Couperus in geen jaren gezien heeft. Hij tracht hem te ontmoeten vóór hij naar Indië gaat, om in Buitenzorg niet aan diens moeder te hoeven bekennen, dat hij hem een tijd lang niet gesproken heeft.Ga naar voetnoot129 Het valt niet goed uit te maken of deze ontmoeting ook werkelijk heeft plaats gehad. Opmerkelijk is, dat Couperus niet eens meer zeker weet waar Netscher woont: achter Rotterdam staat een vraagtekentje. De plannen voor deze reis zijn blijkbaar in de loop van de zomer opgekomen. Tussendoor wordt nog tot midden Februari een bezoek aan Brussel gebracht, waar Fidessa voltooid wordt. Couperus vat daar een plan op, dat hij pas heel veel later zal gaan uitvoeren: het houden van lezingen uit eigen werk, ongetwijfeld voornamelijk om tijdens de aanstaande dure Indische reis wat bij te kunnen verdienen. Het is er niet van gekomen. Liever gaat Couperus in Indië aan het schrijven, en wel aan het eerder aangekondigde grote werk, dat nu als een ‘pensionroman’ wordt gekarakteriseerd, waar eerst nog veel over moet worden nagedacht. Zo werpt Langs Lijnen van Geleidelijkheid zijn schaduwen ver vooruit. Via Parijs en Nice begeven de twee zich op 25 Februari naar Genua, om zich daar op de ‘Prinz Heinrich’ in te schepen naar Batavia: de Duitsche Lloyd dus, en tweede klasse, omdat de reis in de eerste klasse - die zijn familie gewend was, maar de leden daarvan waren dan ook bijna allemaal hoge Indische bestuurs- | |
[pagina 145]
| |
ambtenarenGa naar voetnoot130 - voor twee personen te duur zou worden. Eind Maart 1899 zijn Couperus en Elisabeth na een voorspoedige reis bij zijn broer John Ricus, assistent-resident, op Meester Cornelis aangekomen. | |
190Den Haag.
Waarde Heer Veen. Hierbij de contracten en hierachter de kwitantie. De manuscripten Psyche zend ik U ook spoedig. Met belangstelling zie ik het portret tegemoet. Meent U een 3de druk Noodlot? Als de corrector het zorgvuldig doet, laat ik het maar aan hem over. Krijg ik er niets voor ...??
Steeds Uw dw. L.C. | |
191Den Haag.
Waarde Heer Veen. Ik werd gisteren aangenaam verrast door Uw geschenk, dat ik ten zeerste apprecieer: ontvang dus van harte mijn vriendelijken dank. De passe-partout en de lijst zijn zeer artistiek in tint met het portret gekozen. Met het portret zelve heb ik nooit kunnen dwepen, maar dit doet niets aan de waarde van Uw geschenk af, dat ik zeer hoog stel. Ik woû U nog eens schrijven over Noodlot. Tot mijn leedwezen heb ik (door een slordige verhuizing van Klever) een doos met papieren etc. verloren: anders zoû ik U eene correspondentie met Robbers (geen contract) kunnen wijzen, waarin over de volgende drukken onderhandeld wordt.Ga naar voetnoot131 Ik begrijp niet, dat Robbers U - toen U Noodlot kocht - niet in kennis bracht met die voorwaarden, die toch altijd van waarde blijven. De conditie was ƒ 200., hetgeen ik ook voor den tweeden druk ontving. Een bewijs is wel, dat ik voor iederen druk Eline Vere ƒ 300.- ontvang, en dat ik dus een later werk als Noodlot natuurlijk niet pour tout de bon verkocht zoû hebben. Maar natuurlijk, als U mijn eischen niet erkent, kan ik er niets aan doen. Een schriftelijk bewijs kan ik U niet meer tonen. Noodlot is mij nooit finantiëel favorabel geweest.- Intusschen nogmaals hartelijken dank voor Uw geschenk en steeds
Uw dw. Louis Couperus. | |
[pagina 146]
| |
192Den Haag.
Waarde Heer Veen. De correspondentie met Robbers, die U citeert, herinner ik mij zeer zeker, maar ik moet U in gemoede verklaren, dat ik het nooit met Robbers eens ben geweest wat zijne opvatting betreft van eenen eventueelen volgenden druk. Ook al onderstreept men eenen nog zoo dikwijls, in zuiver Hollandsch beteekent de uitdrukking eenvoudig: iederen herdruk. Onze taal is te duidelijk dan dat er enige vergissing mogelijk zoû kunnen zijn. Of noemt U een derde, of vierde druk misschien niet: eenen eventueel volgenden druk?? Zoo had Robbers ook zijn eigen opvatting van het woord: presentexemplaar, en lieden, die er zoo een eigen Hollandschje op na houden, noem ik eenvoudig: te slechter trouw. Wat zoû de reden zijn, dat ik alleen over een tweeden druk wilde onderhandelen en niet over een daarna-volgenden, terwijl ik met een vroeger verschenen werk (Eline Vere) wel aan alle herdrukken gedacht had? Het is dus klaarduidelijk, dat mijne bedoeling altijd geweest is: iedere herdruk. Maar er is eenvoudig niet over te redetwisten. Nogmaals, onze taal is zóo klaar, dat er geen twijfel mogelijk is, als men dien twijfel niet opzettelijk en ter slechter trouw wil. En dit deed Robbers indertijd. Het doet mij leed, niet dadelijk met U onderhandeld te hebben over deze kwestie, toen U Noodlot kocht: ik herinner mij zeer zeker Uwe uitdrukking: volledig copierecht. Misschien hadden wij het toen eens kunnen worden. Dat is dus een fout geweest van mij. Nu zal U misschien blijven volharden in de opvatting van Robbers, die U tot de Uwe maakte: eene vergissing, die als men de tegenpartij nog niet gehoord heeft, zeer mogelijk is, en die ik U dus volstrekt niet kwalijk neem. Blijft U er echter in volharden, dan zoû mij dit zeer leed doen. Er zoû daardoor een incident tusschen ons gerezen zijn, dat zeer te betreuren zoû zijn, omdat onze jarenlange verhouding altijd eén van zin was. En al zoû de Europeesche Vrede niet dadelijk om dat incident verbroken worden, het zoû mij toch spijten! Ik heb U in onze jaren van samenwerking leeren waardeeren als iemand van onbevangen blik, iemand, die ik te hoog schat voor de Jezuïtische opvattingtjes van Robbers. Nog kort geleden ben ik zeer gefrappeerd geweest over Uw gentlemanlike handeling tegenover mijn vriend Ram inzake manuscript Metamorfoze: een zaak, waar de schuld geheel aan mij lag (De heer Ram had U wel eens kunnen bedanken, vind ik, maar hij is een heel lui briefschrijver!). En ik zoû dus bijna niet anders van U kunnen verwachten, dan dat U U losmaakte van de knoeierige opvatting van Robbers, en mij recht laat wedervaren in mijne, voor mij nooit veranderde, bedoeling in zake herdruk van Noodlot.
Intusschen steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
[pagina 147]
| |
193Den Haag.
Waarde Heer Veen. Ik ontving den volgenden brief van eene onzer vriendinnen uit Duitschland, eene jonge dame, die zich zeer ernstig toelegt op illustreeren en décoreeren van boeken, en die een groot talent heeft. Zij zoû gaarne iets van mij décoreeren: Zierleisten en ‘ende der kapitel’; zoû U niet denken, dat dat iets aardigs zoû kunnen worden? Er komt in dit genre zoo weinig in Holland uit. Zoû het voor Psyche te laat zijn? Anders voor den nieuwen druk van Noodlot of Illuzie? Mocht U haar eens willen schrijven, ziehier haar adres: Baronin Von Vietinghoff, 10 Schellingstrasse, München.Ga naar voetnoot132 U zoû haar misschien kunnen vragen eenige proeven te zenden. Zij is eene zeer goede vriendin van mijne vrouw en mij, en daarbij zeer artistiek en het zou mij een bizonder groot genoegen doen, zoo wij samen iets konden maken. Ik hoop dus, dat U mij zult willen verplichten eens met haar te correspondeeren.
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
194Den Haag.
Waarde Heer Veen. Bij mij is geweest de heer Hubrecht, schoonvader van Mr. Grammont, met een tegenvoorstel omtrent Psyche, dat mij zeer aannemelijk schijnt.Ga naar voetnoot133 De heer Grammont zoû de vertaling geheel belangeloos willen doen en aan U het manuscript ter uitgave, of verkoop aan het buitenland, afstaan. Wat mij betreft, vind ik dit goed: stemt U er ook in, zoo wil s.v.p. dan den heer Grammont hier nog eens over schrijven.
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 148]
| |
195Den Haag.
Waarde Heer Veen. Heden zend ik U de proeven van Psyche. Het zou mij bizonder aangenaam zijn als U Baronin von Vietinghoff eens schreef. En reageer ook van Uw kant op het voorstel Grammont: mij dunkt, als de vertaling belangeloos wordt afgestaan, is er toch wel wat meê te doen. Misschien een Belgische uitgever? De Wyzewa kan niets in die dingen: hij is er niet practisch genoeg voor. Over N.Ga naar voetnoot* schreef ik U natuurlijk niet meer, want er was niets meer over te schrijven! Ik apprecieer intusschen zeer het einde van Uw laatsten brief.
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
197Londen. W.
Waarde Heer Veen. Ik zie zoo iets alsof Psyche reeds uit zoû zijn? Is dit zoo, dan zal U mij wel spoedig een ex: aan bovenstaand adres willen zenden. Ik zond U immers al een lijstje voor de presentex:, nietwaar? Ik weet het niet zeker meer. | |
[pagina 149]
| |
Ik zoû U gaarne nog eens willen lastig vallen over finantieele aangelegenheden, hopende, dat U mij niet te lastig zult vinden. Ik heb namelijk dit jaar een ƒ 1500.- noodig, en zoû daarom willen vragen of U mij daarmeê zoudt kunnen helpen: misschien is Wereldvrede nu wat opgeschoten, en zoû U mij de tweede editie kunnen voorschieten? Het komt er niet precies op aan, wanneer ik het geld krijg en in welke termijnen, als ik er maar op zoû kunnen rekenen voór 31 Dec. Meld mij s.v.p. eens, of ik er op zoû kunnen rekenen, daar mij dit veel waard is.
Intusschen steeds gaarne Uw dw. Louis Couperus.
Mocht U mij met de ƒ 1500 kunnen helpen, wees dan zoo goed en zend s.v.p. aan Scheurleer en Zoonen: hoe en wanneer laat ik aan Uw vriendelijkheid over.- | |
198London.
Waarde Heer Veen. Ik ben U zeer dankbaar dat U mij met de gevraagde som wilt helpen, al is het dan ook niet voor Wereldvrede II. Zoo U dus 1 Oct. as. ƒ 1500.- aan Scheurleer verzenden wilt, ben ik U zeer verplicht, een voorafgaande kennisgave is niet noodig. Op het oogenblik ben ik slechts bezig aan een kleine novelle;Ga naar voetnoot134 van den winter echter, als het leven wat rustiger zal zijn dan hier te Londen, denk ik aan een grooter werk te beginnen. Geloof mij intusschen met vriendelijken dank
Uw dw. Louis Couperus. | |
[pagina 150]
| |
van Jerômes Lavender-Sketches, en zendt U vele excuses, dat het zoo lang getraineerd heeft. Zij heeft nu gelegenheid de vertaling vlug af te maken: schrijf dus even een enkel woord. Zoû U zoo goed willen zijn een presentex: Metamorfoze te zenden met dit kaartje aan Den Heer L. Simons, Holley-Lodge, Bromley, Kent. (Bromley):Ga naar voetnoot135 U zoû mij er zeer meê verplichten. Wanneer doet Psyche haar intrede? Na 1 Sept. is ons adres weêr Pension Boelen, Den Haag. Met vriendelijke groeten
Uw dw. Louis Couperus | |
200Oxford.
Waarde Heer Veen. Ik wilde U even zeggen, dat het voor Mevrouw nog al een groote teleurstelling zou zijn als U de vertaling nu niet nam:Ga naar voetnoot136 wij hebben ze hier in een paar rustige weken voltooid, en dan zou al het werk voor niets zijn. U weet, wij hebben nooit met de verhaaltjes gedweept: ze zijn nog al vrij tam, en juist daarom was het vrij lastig er iets van te maken; een artistiek werk is veel gemakkelijker en prettiger te vertalen. U zoû veel van de schetsen b.v. eerst in de Lelie kunnen zetten: daar zijn ze nog al geschikt toe. Mevrouw hoopt nu maar, dat U de vertaling neemt. Laat mij U in alle geval de cahiers zenden, dan kan U zien. Ik ben druk aan het werk in iets, waar ik veel pleizier in heb. 1 Sept. zijn wij terug in Den Haag, Pension Boelen.
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
[pagina 151]
| |
201Den Haag.
Waarde Heer Veen. Mag ik U nog eens herinneren, dat U zoo vriendelijk was mij voor 1 Oct. te beloven ƒ 1500.- voorschot? En mag ik dus binnenkort op deze som rekenen bij Scheurleer? Wanneer denkt U de vertaalde schetsjes uit te geven? En wanneer verschijnt ‘Psyche’? Ik ben nieuwsgierig naar de band. Zie hier een lijstje voor de presentexemplaren: Mr. J.R. Couperus. Surinamestr. Den Haag Mevrouw R. Baud-Steenstra Toussaint. c/o Mr. J.R. Couperus. Meester Cornelis, Java. Prof. J. ten Brink, Leiden Barnesse Taets van Amerongen. Lausanne, Gai-Côteau, Avenue des Alpes. Mevrouw Wed. van Santen-De Sturler de Frienisberg - Tjisella, Rankas-Betoeng-Bantam Java. Frans Netscher. Rotterdam(?) Jhr. J.H. Ram Willemstraat 93 Den Haag 4 exemplaren voor mij. Den Heer B. Nierstrasz.Ga naar voetnoot137 Amsterdam. Dr. phil. Rudolf KassnerGa naar voetnoot138 Wien IV. Taubeturmengasse 1. Ik zie, dat ik geen visitekaartjes heb, en zal ze dadelijk laten maken, en U dan eenige zenden. Mijn nieuw sprookje ‘Fidessa’, hoop ik van den winter af te schrijven. Wij hebben groote plannen: begin volgende jaar gaan wij voor negen maanden naar Indië! Of de litteratuur er baat bij zal vinden, weet ik echter niet ...
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
[pagina 152]
| |
202Den Haag.
Waarde Heer Veen. Ik verzend U heden de Ms.cripten der vertaling. Wat dunkt U van de proeven? Kan de corrector ze doen en wil ik de laatsten nazien om er de laatste hand aan te leggen? Als U dat noodig vindt, ben ik natuurlijk gaarne bereid. De vertaling is natuurlijk anonym, niet waar.
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
203Maandag. [12.IX.98]
Waarde Heer Veen. Het doet me pleizier, dat U de schetsen ook voor de Lelie kunt gebruiken, maar s.v.p. anonym, omdat wij geen van beiden met de verhaaltjes dwepen. Ik zal gaarne de laatste hand, en het laatste vernisje aan de proeven leggen. Wereldvrede maakt in Duitschland en Oostenrijk nogal succes, hoor ik. Artikel Frankfurter Zeitung [wijst] op de coïncidentie met het Russische Vrede-manifest.
Steeds Uw dw. L.C. | |
[pagina 153]
| |
tegengevallen.Ga naar voetnoot139 De druk is goed en ik heb geen een drukfout kunnen vinden: iets, wat altijd zeer verblijdend is. Ik ben juist arm in kaartjes, maar heb ze laten maken en hoop ze U dan spoedig te zenden. Het is heel vriendelijk van U ons eens te willen opzoeken en wij zullen met heel veel genoegen Uw gasten zijn. Den 25sten van deze maand vertrekken wij naar Brussel, om daar nog eenigen tijd te zijn: naar Indië gaan wij Jan., of Febr. Ik hoû mij zeer aanbevolen voor recensies, berichtjes etc. Zooals U ziet, zijn wij, voorloopig, aan bovenstaand adres gelogeerd, bij mijn zwager en zuster. Met vele groeten ook van mijne vrouw
Uw dw. L.C. | |
206Den Haag.
Waarde Heer Veen. Wij zijn U ten zeerste erkentelijk voor Uwe vriendelijke gedachte, maar tot ons leedwezen zien wij geen gelegenheid van Uwe vriendelijke invitatie gebruik te maken. Deze laatste dagen zijn zeer druk met allerlei dingen, pakken etc., en wij hebben reeds voor andere invitaties ook moeten bedanken. Wij gaan Vrijdag a.s. naar Brussel en als het gedecideerd is wanneer wij naar Indië gaan, komen wij even terug om afscheid te nemen. Misschien, dat wij U dan ook nog kunnen zien. Adres Brussel is dus na Vrijdag: Mme Janssens, 23 Rue de Joncker, Porte Louise. Misschien dat wij in Jan. weggaan, misschien in Febr: alles is nog zoo onzeker. Zoû U Psyche ook willen zenden aan T. de Wyzewa (Revue des Deux Mondes) Paris, en een aan Den Heer Siegel van Vive, Zeestraat, Den Haag.Ga naar voetnoot140 Nogmaals hartelijk dank voor Uwe vriendelijke attentie en steeds gaarne
Uw dw. Louis Couperus. | |
[pagina 154]
| |
207Vrijdag. [25.XI.98]
Waarde Heer Veen. Ik hoop van harte U nog eens in Febr. te zien, daar wij gedecideerd heengaan: wij blijven dan ± 5 dagen in Den Haag. Wil U het maar met Raché afdoen. Maar deel het dan s.v.p. aan Else Otten mede. Ik weet niets van haar vertaling van Psyche af: misschien is zij nog niet begonnen na de teleurstelling met Metamorfoze.
Geloof mij intusschen Steeds gaarne Uw dw LC. | |
208Brussel
Waarde Heer Veen. Fidessa is af en nu zou ik gaarne eens van U hooren of U - naar ik mij vaag herinner - het hebben wilde als primeur, dus zonder dat het in De Gids verschijnt, omdat U van plan was een blad te starten? Was het niet zoo? Ik herinner het mij niet goed meer. Het is een sprookje; omvang ± de helft van Psyche; dus ik geloof niet lijvig genoeg om als boek alleen uit te geven. Schrijf mij eens wat U denkt: of U het dadelijk zou willen hebben, of dat ik het Den Gids kan aanbieden. Dank voor de verschillende zendingen, die Psyche nog al genadig waren.
Steeds gaarne Uw dw L.C.
Mevrouw informeert naar de vertaling: is er al iets van bepaald? | |
[pagina 155]
| |
vriendelijk willen zijn aan dit adres nog een ex. te zenden? Heeft U gezonden aan mijn tante, Mevr. B.nesse v. Amerongen, Lausanne? Ik hoor niets van haar.
Steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
210Brussel
Waarde Heer Veen. Ik heb U nog niet medegedeeld dat ik hier kennis gemaakt heb met Mr. Georges Khnopff,Ga naar voetnoot141 die een paar boeken wilde vertalen in het Fransch (Eline Vere, Noodlot en Psyche), en met mij de benifices deelen wil.- Nu vraagt Martha Sanamer-Lübeck te Stockholm, Wallstanäs, permissie voor een Duitsche vertaling van Psyche, op aanraden van Raché voor de Deutsche Verlags-Anstalt te Stuttgart.Ga naar voetnoot142 Wat zoû ik antwoorden, geeft U mij eens raad. Of wil U het doen?? Ik denk, dat ik U Fidessa voor eerst nog niet kan afstaan om de goede reden, dat ik plan heb in Indië lezingen te houden en het daarvoor frisch wilde bewaren. Maar spreek nog niet over die lezingen, daar ik er gaarne nog geen ruchtbaarheid aan gaf. Niets is ook nog zeker.
Intusschen steeds gaarne Uw dw. L.C. | |
211Brussel
Waarde Heer Veen Ik ben bezig Fidessa over te schrijven en zal U de copie zenden, zoodra ze gereed is. Maar niet in de Lelie zetten, hoor! Wat denkt U er meê te doen en wat kan U er van maken? Iets in ander formaat? Zoû dit misschien geïllustreerd kunnen | |
[pagina 156]
| |
worden? Maar dan nièt door Toorop: Toorop verveelt mij een beetje met altijd precies zijn zelfde lijnen. De novelle is niet omvangrijk genoeg om mij geheel van mijn schuld aan U te kwijten. Wat dunkt U en op hoeveel zullen wij ze zetten? Wij zullen het heel gezellig vinden U eens in Brussel te zien: wij blijven tot midden Februari. Van de proeven Jerôme zend U mij zeker wel de laatste, voor het laatste vernisje.
Steeds gaarne Uw dw. Louis Couperus. | |
212Den Haag
Waarde Heer Veen. In vriendelijken dank het douceurtje van ƒ 25- ontvangen. Fidessa hoop ik U voor mijn vertrek te zenden. Van af 25 Febr. tot 6 Maart kan U mij proef zenden: Genua, poste restante. Wat dunkt U honorarium? Ik dacht eerste druk ƒ 900.- volgende drukken ƒ 600.- Mag ik U dan mijn schuld terug betalen met 1e druk Fidessa, en 2e druk Psyche: wat overblijft zal U dan wel naar Scheurleer willen zenden: als ook vertaling Jerôme. Gaarne las ik Fidessa in Indië van de proef af. Ik prepareer een groote pension-roman, maar moet er eerst nog veel over denken: ik hoop dien in Indië's blauwe bergen te schrijven. Als U condities Fidessa goed vindt, zend dan s.v.p. contract. Wat hebben wij gezellig met U getafeld in Brussel! Vele groeten, in vliegende haast tusschen open koffers, die over een paar uur gehaald worden!
Uw dw. LC.
1e druk Psyche is zeer goed gedrukt: ik herinner mij geen drukfout en als de revizie en correctie dus nauwgezet gebeurt, hoeft U mij geen proef te zenden.-
[In het handschrift van Elisabeth:] Ons adres te Genua is: Louis Couperus on board the Imperial Mail Steamer ‘Prinz Heinrich’ from Genoa to Batavia c/o Messrs. Leupold Brothers / Piazza S. Siro Genoa - | |
[pagina 157]
| |
213Den Haag
Waarde Heer Veen. De condities zijn goed zooals U ze stelt: zend mij dus s.v.p. de contracten naar Genua. Heden verzend ik U Fidessa, op eenige bladzijden na, die ik U uit Nice of Genua hoop te zenden. Mag ik het dan beschouwen dat ik U mijn schuld van ƒ 1500.- afdoe, met Fidessa ƒ 700.- en 2e druk Psyche ƒ 800.- Morgen vertrekken wij naar Parijs en gaan door naar Nice. Ons adres te Genua heeft U, niet waar? Met vele groeten ook van mijne vrouw en tot weêrzien in het volgende jaar!
Uw dienstw. Louis Couperus. | |
214[In ander handschrift:]
Weledele Heer Veen De Heer Louis Couperus zal van de eene plaats op Java naar de andere trekken, maar ge kunt U brieven altijd zenden aan 't adres van den Heer J.R. Couperus assistent-resident te Meester-Cornelis.
Achtend Uit naam van: Mr. J.R.Couperus | |
215Indische Oceaan.
Waarde Heer Veen. De zee is als een spiegel en geeft me gelegenheid U even te schrijven voor wij in Colombo komen. In Genua ontving ik de proeven, maar niet compleet: mag ik dus hopen de rest te ontvangen aan het adres van mijn broer: Den Heer J.R. Couperus Assistent-Rezident te Java. Meester Cornelis Aan dit adres kan U mij altijd brieven etc. zenden. | |
[pagina 158]
| |
Ik zal U de proeven uit Indie spoedig zenden; het leven aan boord is te roezemoezig - Engelsche sport etc,etc - om voorzichtig en zuiver proeven te corrigeeren. Zoû U Psyche willen zenden als presentex. aan Mevrouw Scheurleer Hôtel Beau Rivage, Nice.- (prière de faire suivre).- Verder weet ik niets meer. Het contract zal ik U zenden: ik heb op het oogenblik geen inkt!!Ga naar voetnoot* Met vele groeten van mijne vrouw
Steeds gaarne Uw dw. Louis Couperus. |
|