- Oma... wil oma prentjes zien...?
De oude vrouw, vaag, dacht zich in Buitenzorg, in een groot, wit paleis tusschen bergen aan blauwen hemel, zacht wuivende, als struisveêren, klapperboomen - en zij meende, haar dochtertje - Gertrude - knielde bij haar neêr, en wilde met haar in de boeken kijken... Zit had om haar ouden mond een lachje van rimpels en zij strekte de handen uit naar het boek, dat Klaasje, onhandig, ophield... Maar de oude vrouw was te zwak om het zware boek op den schoot zich te trekken en, onwillig, gleed het langs haar japon op den grond, tegen den stoof. Klaasje werd boos:
- Stoute boeken, stoute boeken...
Zij geraakte in een drift, sloeg weêr het boek, maar haar handje deed pijn, en plots begon ze te huilen...
- Cht... cht!! troostte oma kalmeerend: zij bukte zich pijnlijk in haar grooten stoel, trok moeizaam het onwillige boek op, en Klaasje nu, nat de oogen nog, duwde van onderen het zware boek òp, zoodat het eindelijk lag op grootma's schoot. Klaasje zuchtte toen, na eindelijke overwinning.
- Omslaan, zeide zij.
Zij sloeg den onhandigen, zwaren band om, en zei:
- Klaasje zal vertellen...
Maar de zwarte platen, de donkere portretten zeiden haar niets, en den vinger uitgestrekt naar het portret en de plaat, bleef zij met haar mond vol tanden, wist niets te vinden...
- Omslaan, omslaan... herhaalde zij.
Zij verlangde naar kleuren, geel, blauw en rood, maar de platen bleven zwart, alle met zwarte streepen en zwarte vlekken en leelijk vond zij de platen.
- Omslaan, omslaan, omslaan... herhaalde zij nu nerveus, smachtende, dat zij geel, blauw en rood zouden worden.
De oude vrouw, met haar rimpellach, sloeg geduldig de platen om. Ook haar zeiden de platen niets, omdat zij zwart waren en somber - en omdat zij ook vóor zich al kleuren zag - het krijtwit en het diepe blauw en het helder gelakte groen, van boomen,