- Ja, het is om hèm, dat ze haar man heeft verlaten. En nu - zeker door zijn eigen onvoorzichtigheid, een por...?
- Als hij zich niet van kant heeft gemaakt...
- Van Raven was toch een nette jongen.
- Van Raven? Van Raven was een heèl nette jongen.
- Die kinderen van Van Naghel hebben nooit een verstandige opvoeding gehad...
- Neen, ik voed mijn jongens anders op.
- Dat zijn ook flinke jongens...
- Zit Van der Welcke in het eerste rijtuig?
- Ja, met Otto, Paul, en Addy...
- Waarom laten ze ons dan rijden in het tweede rijtuig?
- Het is misschien een vergissing.
- Het is mogelijk, maar toch niet correct. Oom hoort in het eerste rijtuig.
- Ja, en jij ook Karel.
- Ja... en Saetzema... jij ook natuurlijk.
- Nou... het is misschien een vergissing. De boel is niet geregeld...
- Neen, maar als Van der Welcke ook iets regelen moet!
- Die kwâjongen heeft de boel geregeld.
- Addy?
- Natuurlijk.
- O, heeft die kwâjongen de boel geregeld.
- Zeg, wat moeten we nu zeggen aan mama?
- Nu... ik spreek er niet over. Trouwens, ik weet ook van niets.
- Ik ook niet. Dat moeten de vrouwen maar doen.
- Maar die zijn er te zenuwachtig voor.
- Het is beter maar niets te zeggen.
- Ja, het is het beste maar niets aan mama te zeggen.
- God, wat een weêr... En daardoor heen een uur stapvoets te rijden... achter die gesjeesde student, die met zijn zuster er van doorgaat, en in Parijs clown wordt.
- En zich op den koop toe een por laat geven. Maar dat moeten we niet zeggen, aan niemand. Neen, neen, we zullen er niet over