Nu zag zij om... nu strekte zij de armen hoog... nu voelde zij
om zich de armen van haar zuster... Constance...
- Hij is dood!! Hij is dood!!
- Neen... Adeline... hij is misschien flauw gevallen.
- Hij is dood! Hij is dood! Hij is koud... nat... bloed... Voel...!!
Zij stiet uit een kreet van afgrijzen, de kleine, de blonde vrouw. En plotseling... overeind... keek zij naar het wapenrek... Ja, den revolver, die er mistte... krampte zijn stijve hand.
Van der Welcke, Addy sloten de deuren... Buiten snikten de meiden... Maar kleine stemmen klonken; en tegen de dichte deur bonsden vuisten, klein:
- Mama! Mama! Mama! Tante Constance, tante Constance!
Zij, duizelflauw, rees op, niet wetende waar te gaan, waar te blijven...
- Constance, Constance...! riep haar Adeline terug, en hield haar in de armen.
- Mama! Mama! Tante Constance, tante Constance!!
Zij richtte zich op, zij drong haar duizelflauwte terug diep in haar... en nu het