herinnerde... Zij nam de handen van haar zoon, en zij zag Constance met heldere oogen aan.
- Is hij nu beter?
- Ja mama, zei Constance.
- Ben je nu beter, Ernst?
- Ja, mama, ik ben veel beter.
Zij zag heel blij, als scheen er heel veel licht om haar.
- Hoor je nu... niet meer... van die vreemde... van die vreemde dingen?
- Neen mama, glimlachte hij zacht.
- En zie je niet meer... zie je niet meer... van die vreemde dingen...
- Neen mama.
- Nu... dan is het goed...
Zij zeide het met een dankbaren blik, in de helderheid van het vele licht.
- Ik ben wel heel vreemd geweest... geloof ik, bekende Ernst schuw, zacht.
- Het is nu alles beter, broêr, zei Constance.
- Maar tante Lot, vroeg mama; waar is die nu... met de meisjes?
- Ze zijn naar Indië, mama.
- Naar Indië...?
- Ja, herinnert u zich niet meer...? Ze hebben verleden week afscheid van u genomen... Over een jaar komen ze terug...