XVI
- Je humanizeert Brauws waarachtig, zei Van der Welcke tot
Constance, toen Brauws had aangenomen om weêr te komen dineeren. En nog
wel met anderen er bij... Het is ongelooflijk...
Zij hield er van menschen, die haar sympathiek waren, aan hare tafel
te zien; en zij had er pleizier in haar huis gezellig te maken ook voor
anderen. Addy zoû nu aan tafel zitten. Adeline ging weêr uit voor
eerst, Gerrit kwam graag, gevoelig voor een goed diner; zij had alleen gemeend,
dat Van Vreeswijck het dezen keer te veel ‘onder ons’ zoû
vinden...
- Zeg mij ronduit, komt u liever niet? vroeg zij Van Vreeswijck.
Maar hij kreeg bijna een kleur, zeide:
- Maar ik kom heel gaarne, mevrouw.
Zij had den laatsten tijd opgemerkt, dat hij heel druk met Marianne
was, en bijna was zij hier blij om.
Het was aan tafel heel vroolijk, en Brauws, zich natuurlijk
voelende, vertelde van Amerika, hoe hij, vóor op een electrischen tram,
had gestaan in weêr en wind, als wattman...
- Constance, zei Paul. Alle sociale elemen-