Het oudt Huysken van Bethleem
(1590)–Hendrik de Coster– Auteursrechtvrijmet vele schoone leyssenen, lofsanghen ende andere geestelyke liedekens verciert, ter eere van den nieuwen gheboren Coninck onsen Salichmaker Christus Jesus
na de wijse. Alle mijn jonck leuen, heb ick my seer verheuen.Vvilt v nu verblijen, alle ghy Christen natie
Schouwet desperatie mijn want sVaders grammen moet
Is tot desen tijen versoent al door sijn gratie
Christus tot deser spatie mijn is nv gheboren goet,
Te Bethleem int openbaer,
Al van een suyuer Maghet claer,
Danckt hem dit Nieuwe Iaer.
Esaias woort bloot, dat is u al waerachtich,
Dus aenbidt hem eendrachtich, Iesus is synen naem,
Vyant, hel, en doot, heeft hy v’wonnen machtich,
Door liefde voordachtich, gaf hy ons zijn lichaem
Onse sonden heeft hy eenpaer
Ghedragen op zijn schouderen swaer: Danct. etc.
Op den achtsten dagen, so werdt hy besneden
Het al de seden, al na de Iootsche wet
Daer na quamen vragen, drie Coningen vol vreden
Om hem te aenbeden mijn en brochten giften met:
Goudt, myrre, wieroock sonder vaer
Sy aenbaden, tgoddelijck pilaer, Danct.
| |
[pagina 73]
| |
Prince goedertieren, salicheyt wy v ionnen
Al is d’liet slecht begonnen mijn aensiet ons fouten niet
wy tacxkens der laurieren sijn wt liefde verwonnen
niet dat dan wy en ionnen mijn en spreken wy na tbediet
Wie ons benijdt, t’sy hier oft daer,
En segt ons gheen blammatie naer Danct etc.
|
|