Nieuwe geluiden(1924)–Dirk Coster– Auteursrecht onbekendEen keuze uit de poëzie van na den oorlog (1918-1923) Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Willem de Merode Berouw IN den schemer het angstige luistren Naar den wind die waait om de huizen. Van de wilgen stuiven de pluizen, Wit in den regen van 't duister. Ver weg het bedwelmend bruisen Van de zee; haar vage geluiden Eentonig, versmelt met het ruischen Van het bloed, zoo warm en duister. In het duisteren en het ruischen Een buigend mensch, arm en donker... Op een heuvel stonden drie kruisen. Gij leedt daar, ik weende er onder. Vorige Volgende