Treurt niet, maer lieft ghy hem so gunt hem 't eewigh leven.
Hy blijft toch Bred'ro, die hy altijd is geweest,
Hy leeft, al rot zijn lijf, daer leyd niet aen bedreven,
By Gode rust zijn ziel, hier sweeft zijn groote Geest.
S.C.
[tekstkritische noot]Bovenstaand Lijkdicht (zonder titel) treft men aan vóór G.A. Brederoos Groot Liedt-Boeck (1622) en o.a. ook (zonder titel en onderteekening) in zijne werken, te Rotterdam in 1622 bij Pieter van Waesbergen verschenen. Daar Brederoo in 1618 stierf, dagteekent het gedichtje waarschijnlijk van dat jaar.
Reg. 2. In de Rotterdamsche uitgave: heeft geweest.