Zingzang
(1866)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
[pagina 39]
| |
luis- ter- den naar de zan- gen, Noch
let- te- den op den geur. Noch
let- te- den op den geur.
2.[regelnummer]
Mijns lievekens blanke handen
Omlijsteden mij 't gezicht
En hielden - o zoete banden! -
De lovende lippen mij dicht.
Wij schouwden elkaar in de oogen
Als ware er de hemel te zien,
En ik boog, tot weenens bewogen,
Vóór 't blozende meisje de kniên.
3.[regelnummer]
En ik sloot al bevend haar tusschen
Mijne armen aan de borst,
En laafde met duizenden kussen
Den brandenden liefdedorst...
Wij zagen niet, noch hoorden -
O stond van zaligheid!
Nooit spraken we minder woorden,
Nooit hebben we meer gezeid!
|
|