Zingzang
(1866)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij
[pagina 31]
| |
[pagina 32]
| |
buigt voor hen in 't zand. - Och Heer, ver-
leen dien gees- ti- gen Fran- schen
Ook iets of wat ge- zond ver- stand!
Ook iets of wat ge- zond ver- stand!
2.[regelnummer]
De Franschen hebben handen, voeten,
En zijn gebouwd als gij en ik,
Doch wat wij hun benijden moeten,
Dat is hun zoogenaamde chic!
Daarmede hebben ze al de kansen
En vallen nimmer door de mand. -
Och Heer! verleen dien geestigen Franschen
Ook iets of wat gezond verstand!
| |
[pagina 33]
| |
3.[regelnummer]
De Franschen zijn te huis in 't praten,
Al zijn ze 't ook in 't zeggen niet;
De woordenvruchtbaarste advocaten
Ontluiken op hun grondgebied.
Om calembours aaneen te flansen
Is niemand vlugger bijderhand. -
Och Heer! verleen dien geestigen Franschen
Ook iets of wat gezond verstand!
4.[regelnummer]
De Franschen hebben uitgevonden,
Indien men hunne auteurs vertrouwt,
Al wat op beide halveronden
Het volk voor schoon en wonder houdt.
Niet een, die pronkt met lauwerkransen,
Of hoort hun toe langs eenen kant. -
Och Heer! verleen dien geestigen Franschen
Ook iets of wat gezond verstand!
5.[regelnummer]
De Franschen, ei! ge moest ze hooren,
Wanneer 't soldatenglorie geldt!
Zij hebben nooit 'nen slag verloren,
En liegen doet wie anders meldt.
Waar zijn de legers, waar de schansen,
Die zij niet hebben overmand? -
Och Heer! verleen dien geestigen Franschen
Ook iets of wat gezond verstand!
| |
[pagina 34]
| |
6.[regelnummer]
De Franschen wisten 't ver te drijven,
Zij staan en gaan alom vooraan;
Doch - vrij te zijn en vrij te blijven,
Dat kregen zij nog nooit gedaan!
Dies zeg, ten slotte dezer stancen,
Ik tot het volk in Belgenland:
Verruil de geestigheid der Franschen
Niet tegen uw gezond verstand!
|
|