Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 246] [p. 246] Het is uw rozig aanzicht niet. Het is uw rozig aanzicht niet, Dat ik een wonder noem, Al heet u ieder, die u ziet, Der maagden bloem en roem; Al is 't, dat uwe schoone leest Mijn harte kloppen doet - Ik schat, o lieve, 't allermeest Uw edel, rein gemoed. Dies wensch ik mij niets liever dan Dat ik, die u misschien Niet recht gelukkig maken kan, U zóó toch moge zien. Zijt gij aan heil en zegen rijk, Dan is mij alles goed - Voor u te sterven is, gelijk Met u te leven, zoet! Vorige Volgende