Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 220] [p. 220] Lof der Musica. (Emanuel Geibel) Eens trok er langs de boorden Des Nijls een muzikant, O tempora, o mores! Daar kwam op eens een krokodil Gezwommen naar het strand, O tempora, o mores! En spoedt al lekkebaardend Den speelman achterna... Heisarasasa! O tempo, tempora! O wees altijd Gebenedijd, Vrouw Musica! Maar zie! daar krijgt een goed gedacht De slimme vedelman, O tempora, o mores! Hij neemt viool en boog en strijkt Zooveel hij strijken kan, O tempora, o mores! [pagina 221] [p. 221] Allegro, dolce, presto, In ut, en do, en fa... Heisarasasa! O tempo, tempora! O wees altijd Gebenedijd, Vrouw Musica! En nauwlijks had de musicus Den eersten streek gedaan, O tempora, o mores! Of zie! daar moest de krokodil Terstond aan 't dansen gaan, O tempora, o mores! Menuët, mazurka, polka, Galop etcaetera... Heisarasasa! O tempo, tempora! O wees altijd Gebenedijd, Vrouw Musica! En als hij daar nu op de maat In 't zand te draaien stond, O tempora, o mores! [pagina 222] [p. 222] Geraakten zeven pyramie- den los van hunnen grond, O tempora, o mores! En dansten 't beest omverre, Eer 't roepen kon: Wer da?... Heisarasasa! O tempo, tempora! O wees altijd Gebenedijd, Vrouw Musica! Zoo werd dan weer bewezen Aan onzen muzikant, O tempora, o mores! Dat nooit de kunst wien haar vereert Laat zitten in den brand, O tempora, o mores! Dies wil ik immer zingen, En ieder zinge na: Heisarasasa! O tempo, tempora! O wees altijd Gebenedijd, Vrouw Musica! Vorige Volgende