Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 183] [p. 183] De graaf van halfvasten. Alle lekkerwinkels pakken Nu met hunne schatten uit: De allerkeurigste gebakken Pronken vóór de heldre ruit. Overvloed kan hier niet schaden, Kassen, schappen, doozen, laden, Staan of liggen vol en dicht... 't is een overheerlijk zicht! O de Graaf! In grootjes tijden Zag men hem met vrouw en knechts Statig langs de straten rijden, Lekker strooiend links en rechts! Heden houdt in elke woning Met of zonder prachtvertooning Ieder vader zelf de rol Dezes vriends der kindren vol! Zoo bij armen als bij rijken Staan de korven in den haard Met wat hooi en brood te prijken Voor Mijnheer den Graaf zijn paard. [pagina 184] [p. 184] 's morgens huppelen de kleenen Er al watertandend henen, En als de oogst is goed geweest, O dan is 't een vroolijk feest! Maar ook groote menschen meugen 't zoete lekker even graag. Wie zijn meisje wil verheugen Zendt een ventje haar vandaag. Somtijds geldt de spikkelatie Mee tot liefdedeclaratie, Die het voordeel heeft - gewis! - Dat ze flauw noch smaakloos is... O de Graaf! zijn feest is allen Om het meeste wellekom. Niemand - of 't zou tegenvallen - Bijt er heden op de kom... Allen goeden, allen vromen Moge 't lekker wel bekomen, En vooral der lieve meid, Wie mijn hart is toegezeid! Vorige Volgende