Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Margaretha's uitvaart. Daar dreef op de groene riviere Het lijk der schoone Margriet, Die Leuvens volk de fiere, De fiere maget hiet. Het zwalpte gelijk eene veere Op der Dijle golvekens voort, Waarin de dief harer eere De onnoozele had versmoord. De mane stak door de nevels Haar vriendelijk aangezicht, En baadde der huizen gevels Langs 't water in schitterend licht. En majestatisch daalden Tien engelen van omhoog, Wier zalige oogen straalden Als ware eene star elk oog. [pagina 178] [p. 178] Een, 't crucifix in de armen, Geleidde den zingenden stoet: ‘Wij hoorden uw stervenskermen, O lieve zuster zoet! Wij komen uw lijk vergezellen Met licht en hymnengeschal, En het daar ter aarde bestellen, Waar 't veilig rusten zal. En voeren daarna in processie Uwe ziel ter heiligenwoon... Daar wacht u, martelaresse, Eene plaats vóór 's Heeren troon!’ Vorige Volgende