Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 171] [p. 171] Bekentenis. ‘Zoo immer met ons tweeën, Vrouwlief, in paradijssche rust, Der wereld vreemd, en onbewust Van hare kampen, hare weeën... Dat ware een leven vol van lust, Met ons tweeën!’ Zij sprong mij op de knieën, En zag mij aan, zoo zoet, zoo teer! En sloeg dan weer hare oogen neer, Als wou ze mijnen blik ontvlieën... En fluisterde, zoo zoet, zoo teer: ‘Met ons drieën!’ Vorige Volgende