Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] Laat het maar stormen. Schuifelt de wind vervaarlijk daar buiten, Nu er de winter den schepter zwaait; Klettert de hagel tegen de ruiten, Pas nog met bloemen van ijs bezaaid - Laat het maar stormen... veilig, o vrouwtje, Slijten we samen het avonduur... Ach! wat is 't zoet zoo 'n hartelijk koutje! Ach, wat is 't lekker bij 't knappende vuur! Moede gedarteld slapen de kleinen; Zorgeloos zijn we nu weer bijeen. Schuif uwen zetel dicht bij den mijnen... Neen, voor ons tweeën maar één alleen! Laat het maar stormen... kus mij, o vrouwtje; Liefde verzaligt het avonduur... Ach! wat is 't zoet zoo'n hartelijk koutje! Ach! wat is 't lekker bij 't knappende vuur! Vorige Volgende