Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 163] [p. 163] Duo. Hij. De vrienden zitten hier of daar Nu lustig drinkend bij elkaar, En zingen: kan men beter dan Bij glas en lied vertoeven! Zij. De meisjes dansen vroolijk thans Bij 't lokkend spel des vedelmans; En kwame er niet een einde aan 't lied, Het zou hen niet bedroeven! Hij. Hoe lief mij ook de vrienden zijn, Hoe frisch het bier, hoe fijn de wijn Wat is er mij zoo lief als gij? Wat smaakt als uwe kussen? Zij. Wat scheelt mij vedelklank en wals, Wat geef ik om de vreugd des bals, Als gij me in de armen neemt en, warm Me zoenend, drukt er tusschen? [pagina 164] [p. 164] Samen. Te minnen, ach! wat is dat goed! Bemind te zijn, wat is dat zoet! Gebenedijd, o liefde, zijt Gij, bronne reiner wonne! Vorige Volgende