Liederen(1868)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] Aan de Gentsche studenten. (1856.) Studenten, zou het waarheid wezen? Men zegt, dat Zijne Heiligheid Uwe almanakken heeft gelezen En zijnen banvloek u bereidt... Het koude zweet op star en wangen, Zoo sta en beef ik als een kind - Want juichte ik niet bij uwe zangen, En noemde velen uwer vriend! Gij moet het zwijgen, zulle! Want weet de Paus dat al, Zoo treft ook mij de bulle, Die u verdoemen zal! Gij toogt voor rede en recht te wapen, En zonder omzien sloegt ge rond, En snoerdet fransquillons en papen Den vromen, babbelzieken mond. [pagina 106] [p. 106] En uwe veder werd een hamer, Die op den kop der slapers viel - Merode wraakte 't in de Kamer, Ik riep bravo! uit hart en ziel! Gij moet het zwijgen, zulle! Want weet de Paus dat al, Zoo treft ook mij de bulle, Die u verdoemen zal! Wel zei de Kerk: die godverzakers! Omdat gij achter de outers drongt; Wel zei de Staat: die oproermakers! Omdat gij Artevelde zongt; Maar allen, die aan 't recht gelooven, En voor de rede als mannen staan, Herhaalden uwe stoute strofen, En met hen riep ik: 't zal wel gaan! Gij moet het zwijgen, zulle! Want weet de Paus dat al, Zoo treft ook mij de bulle, Die u verdoemen zal! Zoo nu de maar niet heeft gelogen, Zoo Rome u plechtig vloeken gaat, O weest dan met mijn leed bewogen En maakt den Paus op mij niet kwaad! [pagina 107] [p. 107] Gij moogt er vrijlijk mede spotten, Ik heb in 't branden geenen zin: Vaart gij ter helle, o jonge zotten, Maar sleurt er mij toch niet mee in! Gij moet het zwijgen, zulle! Want weet de Paus dat al, Zoo treft ook mij de bulle, Die u verdoemen zal! Vorige Volgende