Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij
(ca. 1644)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijD.V. Coornhert, Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij. Broer Jansz, Amsterdam z.j. [ca. 1644]
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: 304 F 34
algemene opmerkingen
Dit bestand is, met een aantal hierna te noemen aanpassingen, een diplomatische weergave van Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij van D.V. Coornhert uit ca. 1644. Het oorspronkelijke werk dateert uit 1564.
We hebben de tekst zo goed mogelijk willen transcriberen. Op enkele plaatsen is de originele tekst echter slecht leesbaar. Het gaat om de nu volgende passages. De gecursiveerde woorden betreffen onze conjecturen.
C3r: ‘eer dat zy sich ter tafelen stelden’
M1v: ‘door zijn vroomheydt ende beleeftheydt vermaert gheweest’
redactionele ingrepen
B2v: alsulckr → alsulcker, ‘Als sy nu daghelijcx alsulcker pleechde, so ist’
B3v: Benuen → Genuen, ‘hadden tot Genuen aenghecomen: daer hebben’
G1r: dac → dat, ‘dat ick mijnen Heere mijnen’
J4v: Hostorie → Historie, ‘De twaelfde Historie.’
K3r: schamelheyc → schamelheyt, ‘haer schamelheyt vermerckte ende haeren’
Q3v: geuomen → genomen, ‘haer eygen wesen sal nu zy hem genomen heeft’
Q4r: na ‘De twee-en-twintichste Historie.’ volgt nogmaals ‘De een-en-twintichste Historie.’ Dit is gewijzigd in ‘De drie-en-twintichste Historie.’
R1v: hehben → hebben, ‘duysendtmael omhelst ende groote vrientschappe ghetoont hebben’
R3v: dan → van, ‘Coninc ende Heere zijt van dit Coninckrijck’
T2v: Quiquibo → Quiquibio, ‘ende seyde ghy hebt recht Quiquibio’
T4r: eu → en., ‘Maer Messire Bette en hadde noyt’
V4v: tusschem → tusschen, ‘met grooter moeyten den peys weder gemaeckt tusschen’
Y4r: ghewensch → ghewenscht, ‘daeghs ongheboren ghewenscht soudet hebben: want’
2A4r: gheleeet → gheleert, ‘'twelc hy tot Boloingien niet gheleert’
2A4v: plaetsen (tot → plaetsen) tot, ‘veel ander plaetsen) tot Palermen in Sicilien’
2F1v en 2F4r: de hoofdstuktitels ‘De ses-en-veertighste Historie.’ en ‘De seven-en-veertighste Historie.’ zijn in het origineel omgewisseld. Dit is gewijzigd.
2G3r: meeer → meer, ‘daer ghy haerder meer af haddet’
2G4r: sefs → selfs, ‘maer oock van zijn selfs vrienden’
2H4v: decken:: → decken:, ‘dede decken: 't welck gedaen zijnde’
2I1v: Thorel (dat → Thorel) dat, ‘(Messire Thorel) dat wy aen u versochten:’
2I1v: was (zo → was) zo, ‘vanden dage groot was) zo bleef hy’
2I4r: Mssire → Messire, ‘was Messire Thorel dien aenstaenden nacht’
2I4v: was( → was), ‘(die nu door de hoope al ghenesen was) becleeden’
2L3r: ghewouwet → ghehouwet, ‘dat zijn lief ghehouwet was, in wiens huys’
2L3v: vader → vader., ‘haer vader. de xxij. Hist. f. 64.’
2L4r: Eol. → Fol., ‘De xlij. Hist. Fol. 108.’