Voor-reden.
Soo eenig Coopman kennisse van Hagemunte ende eenen gewissen Toetzsteen ende Goltwagen, om die valsche van de ware Munt te onderscheyden hebbende, eenen anderen Coopman saghe Ghelt ontfangen van een Bedriegere die hy wist met Hagemunte omme te gaan: of so yemant kennisse van Venijnen hebbende, oock een punt van een Eenhoorn, Besarsteen, of anders wat, daar by men seeckerlijck het doodtlijck Venijn uyt de geneselijcke Medecijnen mochte kennen, bemerckt dat een Krancke innemen soude Recepten van Medecijn-meesteren die hy wist doodtlijck Venijn, oock die Medecijn-meesteren soo vermetel te wesen, dat sy uyt haar onversochtheyt stoutelijck veelen Krancken inne gaven sulcke heure Recepten, ende de selve daar door het Leven ghelijckelijck met die Sieckte deden eynden: Ick en twijfel niet, of alle redelijck Mensche en soude oordelen, dat sulck Koopman of kender van Venijnen schuldigh ware na den alghemeynen wet der Naturen, Doet anderen soo ghy vvilt dat u gheschiede, soodanighen onkundighen Coopman voor den Bedriegher ende soodanigen Krancken voor die onversochte Medecijn-meesteren te waar-schouwen: Ia oock den Coopman sijnen Toetzsteen ende Goldtwage, ende den Krancken sijnen Eenhooren te leenen, met Onderwijs van elck der selver ghebruyck om sich te konnen hoeden, d'een voor valsche Munte, ende d'ander voor Venijnen, ghemerckt elck in sulcken ghevaarlijckheydt staande, gaarne soude hebben dat anderen hem daar voor waarschouweden. Is dit sulcx in saecken t'ghelt ende lijflijcke leven betreffende: het sal oock soo moeten zijn in saecken die Ziele ende eeuwighe Saligheydt of Verdoemenisse beroerende: alsoo de schade in de Ziele soo veele grooter ende verderflijcker is, als die Ziele in waardigheydt ongemeten grooter is dan t'lichaam, ick swijghe dan t'ghelt, maar tot des lichaams onderhoudt dienende. Soo acht ick wederomme, dat sulck Coopman ende Krancke, wetende d'een sijn onkunde van Haghemunt, ende d'anderen sijn onverstandt in't kennen van Venijnen, ende dat by beyde heur groote ghevaarlijkheydt daar inne sy staan, d'een om in sijn Have, d'ander in sijn Leven schade te lijden ende verdorven te worden: met hooghster vlijt omme speuren souden voor t'ontfanghen van t'ghelt oft innemen van de Recepten, na yemandt die verstandt hadde van Haghemunte, of kennisse van Venijnen, om door henluyden raadt voor schade in goedt of bloedt te werden voorhoedt. Immers soo henluyden, sulck heur ghevaarlijckheydt wetende, by yemandt aangheboden ware seeckere middelen om sich veylighlijck voor Haghemunt of Verghift te moghen hoeden: ick moet ghelooven dat gheen van beyden sulck aanbieden ondanckelijck nemen of weygheren, maar danckelijck ende begheerlijck aannemen soude. Daaromme moet het een groote verwonderinghe baren in den ghenen die verstaan hoe weynigh Menschen grondtlijck bekent is in wat menighvuldigher ghevaarlijckheyden heure Zielen ghestelt zijn in dese aldersorghelijckste tijden, om door valsche Leere (Venijn der Zielen) te gheraken in de eeuwighe Doot: datter nu soo veele Menschen zijn die grootelijck klaghen over die quaatheyt deser tijden ende menighvuldigheydt der valscher Leeringhen, ende daar by soo seer luttel Menschen werden ghevonden die heuren sorghlijcken state aanmercken, begheerlijck speuren na de middelen om die valsche Leeringhen te kennen om die te vlieden, Ia die de aangheboden ende voor Oogen ghestelde middelen aannemen ende ghebruycken, Ia dat argher is, die sulcke heure ghetrouwe ende vriendelijcke waarschouwers verachten, bespotten, oock als onrustighe gheesten schelden, lasteren ende vervolghen, Ist niet mette macht des Swaarts dat henluyden somtijts ghebreeckt, t'is ten minsten metten Angel ende scherpte