Van den Onderscheyt tusschen die ware ende valsche Leere.
Tot waarschouwinghe, soo van die noch niet, als van die nu al bestrickt syn in een valsche Leere, op datse sich daar voor hoeden of daar uyt scheyden moghen, voor Ooghen ghestelt in t stuck alleen vande Onderdanigheydt Godes, door
D.V. Coornhert.
I, Ioan, 4. 1.
En wilt, alderliefste, allen gheesten niet ghelooven, maer beproeft die gheesten, of sy uyt Gode zijn: want daar syn veele valsche Propheten inde werelt uyt ghegaen.