Cort besluyt van dit Boecxken
So heeftmen hier voor nu mogē sien, wat een 1 oprecht Leeraar is, oock sijn 3. 4. Sendinge en̄ 6 Merckteckenen, alles sodanigh Mette H. Schrift betuyght, dat de Leeraar inden welcken alle sulcx is, wel sekerlijck voor een oprecht Leeraar mach ghehouden worden: sonderlingen als sijn leven ende doen over een stemt metten 7 Namen ende 8 Bynamen die hem worden, ende hy oneens is met die hem nyet 9 worden, gegeven vande Waarheyt, ende dan alle sulcx streckt tot het 10 eynde, daar toe hy werdt gesonden van Gode. Die dan oock nyet en laat sijnen Dienaar te voorsien met het ghene hem van 11 noode is, tot bedieninghe van so hoogen 12 Ampt, d’welck alle ware Leeraar getrouwelijck bedient, dat nyet verborgen en mach blijven, voor sijnen Hoorders of Leerlingen. Die derhalven oock lichtelijck oordelen moghen (so sy maar met ernst willen) of hy ’t gene dat tot sijnen Ampte noodigh is, oock heeft in sich, ende of hy sijn ampt oock te recht bedient dan nyet. T’welck sich claarlijck openbaart in des Leeraars 13 wercken. Want zijn die soo’t een Predicant na sijn ampt betaamt, ende doet hy nyet die 14 wercken die hem nyet en betaamen, so blijckt dat hy sijn ampt te recht bedient ende dat hy een oprecht Predicant is. Maar aangesien dat eens Pedicants voorneemlijckste werck is anderen te onderwijsen of leeren, soo mach oock ontwijfelijck sijn oprechtigheydt bekent worden, so aan’t ghene dat hy 16 leert, als aen sijn 17 maniere van leeren. Want handelt hy in’t leeren voornemelijck tot aftreck van’t quade, tot aanwijsinge van’t goede, en̄ dit door’t ware middel Iesum Christum, ende leert hy sulcx bescheydelijck, getrouwelijck, ende vrymoedelijck, men heeft waarlijck groote redenen om nyet te twijffelen, dat hy een warachtigh Leeraar zy. Bysonder noch als die Leerling aande goede vruchten des Leeraars bevindt in sich, dat die Leeraar ende die Leere in hem vruchtbaar is. Daar inne dat die Hoorders sijn Leeringe trouwelijck na volgende inder waarheydt bevoelen, dat sy veranderen uyt quade, zondige ende siecke Menschen na der zielen, in goede, heylighe, ende ghesonde luyden. T’welck dan vernomen zijnde by den vyandt des Menschelijcken gheslachts te4 strecken tot verminderinge sijns Rijcx, verweckt hy terstont daar tegen op alle Duysterlingen, die dan sulcken oprechten Leeraar onder den valschen name van een Verleyder ende Ketter doet lachteren, haten, ende 18 vervolghen van allen hoogh gheachten Schijndeugden ende Pharizeen, ende dit met des duyvels wapenen die een moorder is, te weten met vuyr, met water, strick, en̄ swaart. Daarom dan ooc vevrolght te worden altijts