Het kruyt-hofken
(1630)–D.V. Coornhert– AuteursrechtvrijD.V. Coornhert, Het kruyt-hofken. Jacob Aertsz Colom, Amsterdam 1630 (uitgave)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: Cat. Ned. Lett. UBA 195
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het kruyt-hofken van D.V. Coornhert in een uitgave uit 1630. De eerste druk dateert van de zestiende eeuw.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is steeds opgelost tussen vierkante haken.
fol. lxxiiir: itk → ick: ‘want ick houde my voor een eerlijck vroom, ende oprecht Man’.
fol. lxxiiiiv: leveu → leven: ‘welcke nu niet meer hem selve en leven’.
fol. lxxvr: d'audere → d'andere: ‘of geefdyse alle gelijck d'een niet min dan d'andere’.
fol. lxxvv: duyseut → duysent: ‘Dat weet ghy wel: hoe menich duysent onser broederen’.
fol. lxxvir: verantwoordiughe → verantwoordinghe: ‘brengter sodanich een voor verantwoordinghe teghen dat geboden’.
fol. lxxviv: ban → van: ‘Die daer waent (seyt hy) dat hy staet van sodanighe’.
fol. lxxviv: ontsangen → ontfangen: ‘maer ghy hebt ontfangen den geest des kintschap’.
fol. lxxviiv: Calvinns → Calvinus: ‘Hier op schrijft Calvinus oock seer wel, seggende’.
fol. lxxviiv: eeenvuldighen → eenvuldighen: ‘Dese slechte, maer rechte redenen door die eenvuldighen ouden man’.
fol. Lxxxr: nn → nu: ‘Waer inne dat? 't Is my nu uyten hoofde’.
fol. 82r: Het onjuiste paragraafnummer 19 is verbeterd in 16.
fol. 83r: verwonen → verwonnen: ‘ghereynicht is, so en worden sy daer af oock niet verwonnen’.
fol. 84r: ooek → oock: ‘Dat ghetuyght oock die gantsche Schrift, ende dat beelden’.
fol. 85r: gcelaegt → geclaegt: ‘Hebdy my dit selve niet geclaegt’.
fol. 86r: besehermen → beschermen: ‘Overheydts schut ende scherm te ghebruycken, gelijckewel beschermen soude’.
fol. 86r: itk → ick: ‘Dat ghy't u wel verstaet, weet ick, ende ghy moecht wel weten’.
fol. 88v: uu → nu: ‘Dat versta ick nu, ende dit schijnt uytghebeelt te zijn’.
fol. 88v: eenmel → eenmael: ‘dat hy't nu niet eenmael soude willen doen’.