Literatuur
Aangezien in dit boek vrijwel alle bronnen in de desbetreffende hoofdstukken zijn genoemd verwijzen we slechts naar enige algemene werken, die bovendien uitgebreide literatuuropgaven bevatten. Voor de tweede helft der vorige eeuw is nog immer het standaardwerk van H.P.G. Quack: De Socialisten, personen en stelsels (Amsterdam, zes delen) van grote waarde. Voor het anarchisme tot omstreeks 1900 het derde deel van het werk van F. Domela Nieuwenhuis: De geschiedenis van het socialisme (Amsterdam, 1901-1902). Over de verschillende anarchistische ‘systemen’ schreef P. Eltzbacher: Der Anarchismus, (1900) in het nederlands vertaald in 1903. Boeken van latere datum zijn o.a. James Joll: The anarchists (London, 1964) George Woodcock: Anarchism (London, 1963) D. Guérin: L'anarchisme (Paris, 1965) en André Nataf: La révolution anarchiste (Paris, 1968) alle met vermelding van veel literatuur. Over enige hoofdpersonen: E.H. Carr: Michael Bakunin (London, 1937) George Woodcock: Proudhon (London, 1956) George Woodcock and Ivan Avakumovic: The anarchist Prince, Peter Kropotkin (London, 1950).
Inzake de Parijse Commune is tevens geraadpleegd H.P.O. Lissagaray: Histoire de la Commune de 1871 (Bruxelles, 1876) over de Russische terroristen o.a. H.A. Enno van Gelder: Rusland (Amsterdam, 1949) over de Russische revolutie A. Berkman: The Russian Tragedy, benevens: The Kronstadt Rebellion (beide in 1922 te Berlijn geschreven) P. Arschinoff: Geschichte der Machno-Bewegung (Berlin, 1923) Nestor Makhno: Le révolution russe en Ukraine (Paris, 1927) Voline: La révolution inconnue (Paris, 1947) P. Avrich: The russian anarchists (Princeton, 1967). Over het Franse syndicalisme: H.B. Wiardi Beckman: Het syndikalisme in Frankrijk (Amsterdam, 1931) terwijl voor de geschiedenis van de Eerste Internationale en de breuk tussen