Volledige werken 38. Jacob van Artevelde
(1912)–Hendrik Conscience– Auteursrecht onbekendBewijsstukkenBewijsstuk I
| |
[pagina 538]
| |
6o Adfin que marchandise ait mieux son cours en Flandres et que marchans y puissent mieux et plus profitablement marchander, le roy de sa grace ne souffrera de meuver sa guerre, au pais de Flandres. 6o Ne souffrera le roy de presser et charger le commun et les gens de Flandres de ce qu'ils s'arment pour lui en cette présente guerre, fors à la deffence de la conté et pais de Flandres et pour contrester ses ennemis s'ils venaient prenre passage par la conté et pais de Flandres pour venir guerroier ou pais de France, ou si ce n'est de leur voulonté, sauf et réservé aussi le service que le conte de Flandres doit au roy et ce que les nobles et autres fiefves doivent au roy et au comte de Flandres. 7o Au cas que les Angloys auroient faculté de marchander et demourer seurement au pais de Flandres, pareillement le roy d'Angleterre accorderoit que les Flamens peussent marchander et demourer paisiblement en Angleterre ensemble leur families et bien, comme dict est des susdicts Angloys. 8o Que le roy d'Angleterre, ses subgiez et aliez, ne feissent aucun faict de guerre au dict pais de Flandres. 9o Se les messages d'Angleterre vouloient entendre sur ceste fourme et y faire aucunes déclarations, la substance gardée, les messages de mon dict seigneur les pourroient ouir et lui rapporter ce que les Angloys auroient requis. | |
Bewijsstuk II
| |
[pagina 539]
| |
Engeland en Heer van Ierland, allen, die deze letteren zien of hooren zullen, heil en vrede in den Heere.
In kennisse der waarheid zijt het een ieder kond, dat wij in rijp beraad, advies en vooruitzicht onder de hieronder vermelde zaken, aanziende de groote en klaarblijkende nuttigheid en voordeel voor ons en onze erfgenamen en opvolgers, Koningen van Frankrijk; en uit hoofde der trouw, goedheid, gehoorzaamheid en zeer goede diensten, welke wij reeds genoten hebben vanwege de inwoners der goede steden van Gent, Brugge en Yperen en van den gemeene Lande van Vlaanderen en welke wij nog hopen in toekomende tijden van hunnentwege te genieten; en uit hoofde van zekere beloften, welke gezegde inwoners ons hebben gedaan, als Koning van Frankrijk en hunnen wettigen Opperheer, en waarvan hunne bezegelde letteren bij ons berusten.
Zoo hebben wij het gemeen advies en toestemming van onzen ganschen raad verleend, gegeven, toegestaan, verleenen, geven en staan toe ten eeuwige dage voor ons, onze erfgenamen en opvolgers, Koningen van Frankrijk, aan den Graaf van Vlaanderen, aan de inwoners der bovengemelde goede steden en van den gemeenen Lande van Vlaanderen en aan een ieder van hen, zooals elk toebehoort of betreft of kan of moet toebehooren of betreffen, al de goederen, steden, heerlijkheden, voorrechten, vrijheden, ontlastingen en artikelen, hieronder omschreven in vorm en wijze, als hierna wordt verklaard.
Ten eerste hebben wij gewild, verleend en toegestaan, willen, verleenen en staan toe, dat alle verbintenissen, onderwerpingen en verplichtingen der pauselijke of der gewone overheid: vonnissen of bannen, opschorsingen op de personen, interdictiën op steden, goederen, kanselarijen en Gemeenten van Vlaanderen en alle andere plaatsen; boeten, straffen, dienstplichten, onderwerpingen en schulden... in welke wijze en om welke redenen het wezen moge, van heden en voor altijd blijven te niet gedaan en verbroken; en willen wij, dat voornoemde Graaf, zijne erfgenamen en opvolgers, de edelen, de inwoners, de steden, goederen, kanselarijen, plaatsen en Gemeenten van deze Landen van Vlaanderen daarvan nu en voortaan vrij en ontlast blijven. | |
[pagina 540]
| |
Item. Willen wij en staan wij toe, dat alle vestingen en sterkten, die gemaakt zijn of die men tot heden in gezegd Land van Vlaanderen zou hebben begonnen te maken, voor altijd in hunne macht blijven, zonder dat men ze moge afbreken of verslechten; integendeel, het zal hun toegelaten zijn dezelfde vestingen te verbroeden, te verhoogen of te vermeerderen, telkens en op zulke wijze als het den inwoneren der steden, in welker gebied de vestingen omsloten zijn, zal believen. Item. De steden Ryssel, Douay, Bethune en Orchies en hunne kanselarijen, met hunne onderhoorigheden en aankleven, dewelke eertijds waren en moeten zijn van het eigen domein des graafschaps van Vlaanderen, hebben wij wedergegeven aan voornoemden Graaf en aan zijne erfgenamen en opvolgers, en wij staan alle recht en bezit af, dat wij of onze voorgangers, Koningen van Frankrijk, hebben mochten; deze rechten overbrengende in de handen en in het eigen domein der Graven van Vlaanderen, willende, dat zij ze houden en ze in vrede genieten ten eeuwigen dage, gelijk hunne voorzaten hebben gedaan. Item. Omdat het graafschap van Artois van oude tijden af was en placht te zijn van den Graaf van Vlaanderen en dat het onbillijkerwijze is vervreemd geworden; en om zekere andere redenen, ons daartoe bewegende, hebben wij gegeven en geven wij bij deze aan den Graaf van Vlaanderen en aan zijne erfgenamen en opvolgers, Graven van Vlaanderen, de steden, kanselarijen en het graafschap van Artois, al en geheel, met de heerlijkheden, inkomsten, voordeden, onderhoorigheden en aankleven van gezegd graafschap, om te houden en te bezitten naar wijze en maniere, gelijk de Graven van Artois het hebben bezeten. Item. Geven darenboven de stad Doornik, hare kanselarijen, met de heerlijkheid, enz.... aan gezegden Graaf van Vlaanderen, om die te houden in leen, recht en manschap van ons en onze erfgenamen en opvolgers, Koningen van Frankrijk. Item. Wij willen, verleenen en staan toe, dat alle wijze van voorrechten, ontlastingen en vrijheden, gegeven of verleend aan de steden, kanselarijen of aan den Lande van Vlaanderen, gemeenlijk of bijzonderlijk, hetzij door Pausen, Keizers, Koningen, Hertogen, Graven, Prinsen, Prelaten of anderen, en alle herkom- | |
[pagina 541]
| |
sten en gebruiken van gezegde steden en kanselarijen, welke men genoot ten tijde van Robrecht, van goeder gedachtenis, eertijds Graaf van Vlaanderen, zullen zijn van waarde en ten eeuwigen dage van waarde en in kracht zullen blijven, dewelke wij een ieder toestaan, geven en bekrachtigen, als Koningen van Frankrijk, door den inhoud dezer, enz....
In getuigenisse van welker zaken wij, Edward, Koning voormeld, als wettig Koning van Frankrijk, voor ons en voor onze erfgenamen en opvolgers, Koningen van Frankrijk; voor al onze onderdanen en leenlaten van gezegde krone van Frankrijk, hebben gegeven deze tegenwoordige letteren aan voormelde inwoners van Vlaanderen, bezegeld met ons groot zegel, in kennisse der waarheid van alle hierboven omschreven zaken en van elke daarvan, dewelke werden gedaan en gegeven met den gemeenen accoorde, toestemming en verleening van geheel onzen Raad in het jaar der incarnatie Onzes Heeren duizend driehonderdenveertig, het veertiende jaar onzes rijks in Engeland, en in Frankrijk het eerste. | |
Bewijsstuk III
| |
[pagina 542]
| |
In den name svaders ende soens ende shelichs gheests ende in de eere der reinre maghet Sinte Marien der moeder gods. Allen den ghenen die dese jeghenwordeghe letteren sullen zien of horen lesen. Wy Jhan bi der gracien ons heeren hertoghe van Lottrike, van Brabant, ende van Lymborghe ende marcgrave des heleghes rycx, Lodewyc Grrave van Vlaenderen, van Nevers ende van Retheest ComoengemayersGa naar voetnoot(1), scepenen raet, ende alt commum van den steden van Brabant, Loevene, Brucele, Andwerpen, Shertoghenbossche, Nivele, Tienen ende Leeuwe, borchmeesters, voght, proost, scepenen raet, ende alt commum van den steden van Vlaenderen, Ghendt, Brucghe, Ypre, Cortrike, Audenaerde, Aelst, ende Gheroudsberghe. Saluut in onsen heeren met kennessen der waerheit. Weten all dat wy Jhan ende Lodewyc, Hertoghe ende Grave vorenghenoemt met onsen vorenghenoemde steden ende onse vorseide steden met ons bi ghemeenen consente ende rade, ziende ende maerkendeGa naar voetnoot(2) dat de goede lieden van beeden landen Brabant ende Vlaenderen ondermaghet, onderhuwetGa naar voetnoot(3), onderzetenGa naar voetnoot(4) ende ghebure zyn, zonder middel, den welken zaelghelic, ende profitelic es, in jonsten, in minnen, ende in eendrachticheden, te gadre te wesene, ende elc ane andren te clevene met vulmaecten wille ende ghetrower herten, ende ome dat deze vorseide twee lande vervullet zyn van groter menigte van volke, twelke niet ghesustineirt wesen mach zonder coepmanscepe, ende neringhe. Ziende oec ende maerkende dat coepmanscepe ende neringhe niet ghevoet wesen moghen, zonder in lande van payse, van rusten, ende van vryheden. Omme te gadere ewelike te blivene, ende te zittene in payse, rusten, eendrachtigheden, vryheden, coepmanscepe, ende neringhen, elc met andren, ende scuwene vort an, ende te bevelneGa naar voetnoot(5) tusschen ons, ende onsen naercomers, alle zaken ende materien van ghescillen, van onpayze ende van bloedsturtinghe, ende in bescermenessenGa naar voetnoot(6) ende verhoetnessenGa naar voetnoot(7) van onsen live, goede ende landen, ende onser naercomers, bi goeder deliberacien, ende ripen rade, omme de openbare profite, nutscepeGa naar voetnoot(8), ende orboreGa naar voetnoot(9) van den vorseiden | |
[pagina 543]
| |
tween landen, hebben wy Hertoghe ende Grave vors., over ons, onze naercomers, de edelen van onsen tween landen ruddren, knapen, manne, ende over hare naercomers, metten goeden lieden van den steden van beeden onsen landen vorenghenoemt. Ende wy comoengemayers, scepenen raet ende alt commum van den vorseiden steden van Brabant, Borchmeesters, vooght, proost, scepenen raet, ende alt commum van den vorseiden steden van Vlaenderen, over ons ende onsen naercomers, met onsen vorseiden princhen ende in den name van al den anderen steden mayerienGa naar voetnoot(1), landen ende castelryen van den gheheelen landen van Brabant ende van Vlaenderen gheordineirt, gheaccordeirt, overeenghedreghen, ende verbonden, in der manieren die hier na volghet. Int eerste dat van desen daghe vort an ewelike ghedurende, so wie die einigh van ons Hertoghe ende Grave vors., van onzen naercomers, ofte van onsen landen Brabant ofte Vlaenderen, stokenGa naar voetnoot(2), dringen, besluten, veronrechtenGa naar voetnoot(3) ofte deren wilde, met orloghen ofte in wat andere manieren, dat men ons ende de voorseide lande ofte enigh van den voorseiden landen, stoken, dringhe, besluten, veronrechten ofte deren wilde, in zielen, live, ofte goede, dat wy elc andren in goeden trouwen ende zonder erghelistGa naar voetnoot(4), bescudden, bescermen, helpen, verwarenGa naar voetnoot(5) en de ontcomerenGa naar voetnoot(6) zouden met live ende met goede, welken tide ende alzoo menichwaerven dat wys ofte enich van ons lieden, verzocht wesen zullen up ons selvens cost, ende gelyc ons selves lande. Behouden dien dat de ghene die den andren in helpen, bescudde ende succourse comen, souden moghen nemen redenlike ende tamelike in sanders land foingsGa naar voetnoot(7) te haren paerden. Item dat wy, Hertoghe, ende Grave vors., onse naercomers, ofte enich van ons lieden, onse lande van Brabant, ende van Vlaenderen, ofte enich van den tweeen landen nemmermeer oorloghe beghinnen ofte vore anegripenGa naar voetnoot(8) moghen up yemeneGa naar voetnoot(9), | |
[pagina 544]
| |
zonder den raet, wille ende tconsent van den tween landen vors. ofte het ne ware dat up ons Hertoghe ende Grave vors., up onse naercomers, ofte up enich van ons lieden, ofte enich van onsen naercomers, uppe onse vorseide twee lande ofte enich van dien landen, orloghe quetsingheGa naar voetnoot(1) ofte dereGa naar voetnoot(2) voren beghonnen ware, bi enighen prinche, ofte andren persoen, dat wy ons ende onse voorseide twee lande elc tsine, zonder tconsent ende den raet van den andren verhoeden, bescudden, bescermen, ende verwaren mochten in dit sticGa naar voetnoot(3). Ende danne ware elc andren schuldech ghehulpech te sine in der manieren dat verclaerst est int eerste point van desen verbinden. Item waert so dat wy eneghe orloghe te gadre beghonnen, ofte ghemeene aneghegaen waren up yemene, ofte wanconstGa naar voetnoot(4) de eene ome des anders zake beiaghetGa naar voetnoot(5) ofte ghecreghen hadden, dat de een heere, ende zyn land, zonder tconsent van den andren heere, ende zinen lande, nemmermeer vrede, bestand, pays, noch acord maken soude. Item hebben wy ghelooftGa naar voetnoot(6) ende ghelovenGa naar voetnoot(7), elc andren, dat wij omme de vorseide twee lande te houdene in goeden payse, coepmanscepen, ende neringhen, zullen helpen beraden ende troostenGa naar voetnoot(8), de een den andren, met al onzer macht, ende in allen zaken, ende hebben ghenomen ende nemen al nu elc van ons lieden, binnen sireGa naar voetnoot(9) macht ende heerscepyen beede bi watre ende te lande de lieden ende alle de inwonende van den andren lande ende elken zonderlinghe in onse bescaermenesseGa naar voetnoot(10) ende zeker behoed, ende int ghelike alle coeplieden, van zo wat lande zy zyn, hare goet, haer coepmanscepen, ende hare messniedenGa naar voetnoot(11), comende, wesende, ende keerende binnen den palen van den vorseiden tween landen, betalende hare rechte tolneGa naar voetnoot(12), costumen ende sculden, ende van hare mesdaden hare amenden naer wette ende usagen van den lande. Ende es onse ghemeene consent, ende begherte, dat de coeplieden van den vorseiden tween landen, hem paisivelike | |
[pagina 545]
| |
onderlinge gheneren, ende dat elc copen mach in sanders land alle maniere van coepmanscepen, ende die voeren, ofte doen voeren, binnen sinen lande te sinen profite zonder belet ofte verbot van yemene, betalend dat zy sculdech zyn te betaelne in der maniere dat vorseit es. Item hebben wy gheordineirt omme de coepmanscepen, en de neringhen te behoudene binnen den vorseiden tween landen, dat men ordineren, ende slaen zal eene ghemeenen munte, goet ende waerdech, die haren loop hebben sal in beeden den landen vors. de welke sal bliven staende in eenen pointe, zonder erghen ende zonder verwandelenGa naar voetnoot(1) te eweliken daghen of het ne ware by ghemeene consente ende overeendraghene van den princhen, ende beeden den gheheelen landen boven gheseit, ende daer toe sal men nemen, ende kiesen twee persone van elx heeren weghe vors. eenen persoen ut elkere van den drien goeden steden van Brabant vors. dats te wetene, Loevene, Brucele ende Andwerpen ende eenen persoen ute elkere van den drien goeden steden van Vlaendren, dats te wetene, Ghend, Brughe en Ypre, die waerdeineGa naar voetnoot(2) der af wesen zullen, dats te wetene de waerdeine ute Braband ghecoren, de vlaendersche munte waerderende, ende de waerdeine ute Vlaendren ghecoren, de brabantsche munte waerderende, de welke waerdeine ute Brabant comen zullen in de stede van Ghend, ende waerdeine ute Vlaendren, in de stede van Lovene, telken drien maenden, ofte cortre bi also dat hem orbore ende profyt dinct teweliken daghen ghedurende, ende zullen hare essayeGa naar voetnoot(3) doen loyalike, ende in goeder trouwen, ende up den eed die sy daer af doen zullen tallen tide dat mense vermaken of vernieuwen sal. Daer bi es te wetene, dat alle munten, zonder dese die loep hebben zullen binnen den vorseiden twee landen, gheprystGa naar voetnoot(4) ende ghewaerdeert zullen wesen naer der rechter waerde ende prise van der ghemeenre munte vorseit. Item wart zo dat wy ofte enich van ons lieden, ofte onse naercomers, of enich van hemlieden te eeneghen daghen, de een van den andren ons van onrechte te | |
[pagina 546]
| |
beclaghene hadden, ofte doleirne in zo wat manieren in zo wat zaken ofte hoe menichwaerven het wesen mochte, waertGa naar voetnoot(1) van zaken der princhen, den lande, den steden, den castelryen, ofte singuleren personen toechierende, dat de ghene die hem te beclaghene hadden, de zake van haerre clachte ombiedenGa naar voetnoot(2) souden bi boden ofte bi ghescriften, den heere, den goeden steden van den andren lande, ofte den ghenen wies lieden ende subgitenGa naar voetnoot(3) men die mesdaet ane lecghenGa naar voetnoot(4) soude, ende verzonken daer af recht ende beteringhe naer der mesdaet, ende zo ware die heere, sine steden, ofte de ghene die aldus verzocht ende ghesummiert wesen soude, dat onrecht ende die mesdaed sculdech te beterne, ofte te doen beterne, en te doen berechtene, den ghenen wien het touchieren ende aneghaen soude binnen acht daghen naest volgende der tyd dat zys eerst verzocht wesen soude. Ende int stic dat dese zaken niet af gheleitende ghebetert worden binnen dien acht daghen, also vorseit es. Omme te verhoedene dat nemmermeer, te eneghen daghen, risen noch spruten moghen, orloghen, gescillen, ofte discorde tusschen ons Hertoghe ende Grave vors., tusschen onsen naercomers, tusschen onsen vorseiden tween landen, noch tusschen eneghen steden, castelryen, ofte singuleren personen van den vorseiden tween landen, hebben wy gheaccordeert ende verbonden al nu, dat elc van ons Hertoghe ende Grave vors., ofte van onsen naercomers ewelike ghedurende, ende tallen tiden dits te doene wesen sal, twee goede lieden van sinen rade, elke van den drien goede steden van Brabant, enen scepene ende elke van den drien goeden steden van Vlaenderen vorseit, eenen scepenen, de welke tiene personen vergadren zullen in dat land daer de ghene toe beboeren die hem beclaghende zyn ende eene van den drien goede steden van dien lande die naast es der stede daer dat onrecht ghedaen ofte gespruutGa naar voetnoot(5) es, binnen achte daghe naer dien dat zys vermaent wesen zullen zonder fraude. Ende zullen doen openbaerlike haren eed, als zy vergadert wesen zullen in presentien elc van andren, up de beleghe ewangelie lovalike te ondervindene, ende te inquireirne trechte ende | |
[pagina 547]
| |
twareGa naar voetnoot(1) van dien clachten, geschillen ofte discorden, ende die te termineirne, te sententierne ende te accordeirne naer rechte ende redenen, zonder eneghe partye daer in te draghene, ende zullen beletten ende verhoeden alle zaken ende materien van discorde, ende ne zullen ute diere steden nemmermeer sceeden of het ne ware dat zy ofte enich van hemlieden bi zonnescineGa naar voetnoot(2) der ute voere ende binnen dien zelve daghe bi zonnescine weder der in quamen, tote der tyd dat zy alle de zaken daer zy omme vergadert wesen soude ghetermineirt, vereffent, ghepoint, ende gheaccordeirt zullen hebben; den welken tienen personen die aldus ghecoren ende ghedeputeirt wesen zullen, ende also menichwaerven als te doen wesen zal, wy ende elc van ons lieden over ons ende onsen naercomers, gheven al nu vulle macht, auctoriteit, ende speciael bevelen, die zaken daer zy toe gecozen, ende ghedeputeirt wesen zullen te inquireirne, te termineirne, te sententierne, vereffene ende te accordeirne inder manieren dat vorseit es. Ende gheloven alle ende elc van ons lieden, bi hem, over ons, ende over onse naercomers, te behoudene ende te vulcomene wel ende ghestadelikeGa naar voetnoot(3) al tgone dat bi dien tienen ghedeputeirde, gheinquireirt, ghewyst, vereffent, ende gheaccordeirt wesen sal in allen dien zake ende in elke zonderlinghe, zonder nemmermeer iet te doene ofte te attempteirne in contrarien. Gheviele oec dat enich van den vorseiden tienen personen quame van den live ter doot, binnen den terminen dat zy vergadert waren omme te traitierne eer dat zy hare last ghetermineirt souden hebben, zo es onse consent ende willen hoe menichwaerven het gheviele dat de ghene bi wien dien persoen ghecoren ende gedeputeirt was, eenen andren van den zelven rade ofte scependome kiese ende stellen in sine stede binnen derden daghe naer dien dat mens verzocht wesen sal zonder fraude, den welken wy ende elc van ons lieden, over ons, ende over onse naercomers, gheven al nu, alzulke magt, auctoriteit ende bevelen in alle zaken, als dandre hadde eer hi quam van den live ter dood, ende zullen dese ghedepuetirde ende elc van hem lieden bedwongen ende geconstringeirt zyn, de vor- | |
[pagina 548]
| |
seide commissie ende lastingheGa naar voetnoot(1) te aneganeGa naar voetnoot(2) ende te doene inder vorseider manieren bi den ghenen diese kiesen, ende deputeren zullen, bi also dat daer of enich overhorechGa naar voetnoot(3) wesen wilde ofte in ghebreke. Waert oec zo dat de vors. tiene persone ofte enich van hem lieden up enich stic daer zi mede ghelast wesen zouden beghaerdenGa naar voetnoot(4) den raet van den ghenen daer hi bi ghecoren ware, dat zy hem beraden mochten, an de ghene die van den zelven rade ofte scependoume wesen souden, mids dien dat zy ute diere stede daer de commissarisse vergadert wesen zullen niet sceeden zouden zonder inder manieren dat voorseit es. Item hebben wi ghelooft ende gheloven, elcandren in goeden trouwen, dat omme zaken die ghescien ofte ghevallenGa naar voetnoot(5) mach tusschen ons of tusschen enich van ons lieden, tusschen onsen naercomers, of tusschen enich van hem lieden, wy noch onse naercomers, ne zullen doen of nemen andre wrake, noch orloghe porren, noch pandinghe doen doen de een up den andren zonder de clachten doende en daer af recht heesschende ane de ghene die daer toe ghedeputeirt wiesen zullen inder manieren dat vorseit es. Ende ne zullen eneghe zaeken doen noch ghedogen te doene, daer coepmanscepe bi belet wesen mach, vryhelike te gane ende te keerne van den eenen lande in andre hare recht betalende also boven gheseit es. Item. hebben wij gheaccordeirt ende verboden omme alle de pointen die hier in ghescreven staen, ende elk point zonderlinghe ghestadelike te doen houdene te eeweliken daghen zonder breken, dat waer zo, dat wy Hertoghe ende Grave vorseit, ofte enich van ons lieden onsen naercomers ofte enich van hem lieden te eeneghen daghen jeghen dese verbonde ofte jeghen enich point dat in dese lettren ghescreven es stakenGa naar voetnoot(6) of ghinghen in zo wat manieren het ware, bi ons of bi andren persoen dat daer bi dese ordinanchen ende accorde van minder waerde ofte min gestadeGa naar voetnoot(7) niet wesen souden. Niemaer dat de ander heere ende beede de gheheele lande vors. dien heere die dese zaken in enich point breken wilde constraingeren, ende bedwin- | |
[pagina 549]
| |
ghen souden met al haren vermoghene te doen houdene dese ordinanchen ende elc point zonderlinghe in der manieren dat zy gheordiniert ende hier ghescreven zyn. Ende ne zullen ghedoghen de voorseide twee lande elc van sinen heeren ende prinche die hier of rebel ofte contrarie wesen wilde, dat hi nemmermeer bi hem, of bi anderen persoen, eneghe renten, profite, baten, amenden ofte andre vordeele heffen zal, ontfaen, ofte in sine orbore in enegher manieren laten comen tote der tyt, dat zy alle deze verbonde, verwordenGa naar voetnoot(1) ende accorde, ende elc point zonderlinghe wel ende ghetrouwelike houden ende vulcomen zullen. Waert oec zo, dat enich van den vorseiden landen Brabant ofte Vlaendren, eenighe singuliere steden, castelryen, mayeryen, ofte singulere persone, zo wie zy waren van den eenen vorseiden lande ofte van beeden, jeghen dese verbonde ofte jeghen enich point dat der in ghescreven es, staken of ginghen, in zo wat manieren het wesen mochte, dat daer omme dese ordinanchen ende accorde niet min bliven souden, goet vast ende gestade Nemaer dat beede de heeren ende princhen metgaders den landen, steden, castelryen, mayeryen, ende communen die dese verbonde wel houden souden, de andre rebelle ende overhoregheGa naar voetnoot(2) constraigneren ende bedwingen zullen, zonder enich delay met al haerre macht ende met alle manieren van constrainten die zy op hem lieden ende up hare goet doen zullen moghen, tote den tyd dat zy alle dese verbonde, voorwaerden, accorde ende elc point bi hem wel ende ghestadelike houden ende vulcomen zullen. Item omme dat alle daghe nieuwe zaken ende materien spruten, risen ende vore oghe comen daer den vorseiden landen af comen mochte commerGa naar voetnoot(3) ende profyt, zo zyn wij gheaccordert, elc met andren, dat de vorseide twee heeren, ende hare naercomers, ende vorseide sesse goede steden van den voornoemden tween landen, elkes jaris ewelike ghedurende, te drien terminen, van haren lieden zenden ende vergadren zullen, dats te wetene up de viertiensten dach naer de lichtemesse onzer vrouwen, binnen der steden van Ghend, | |
[pagina 550]
| |
up den viertiensten dach naer sente Jans dach middels zomers in de stede van Brucele, ende up den viertiensten dach, alre heilighen dach, in de stede van Aelst. Ten welken steden ende vergaderinghen, men ordineren, ende overeendraeghen sal, alle manieren van zaken ende goeden pointen die met desen accorde ende verbonde ghaen moghenGa naar voetnoot(1), ende die den vorseiden tween landen inbringhen moghen nutscip, orbore ende profyt. Ende omme dat wy ende elc van ons lieden willen ende begheren dat dese payse, accorde, vorwaerden, ende verbonde die in desen letten ghescreven staen, zynde ende bliven wel ghetrouwelike ende vaste ghehouden ende vulcomen, teeweliken daghen, zonder in enich point, ofte artikel daer tsieghenGa naar voetnoot(2) te gane, ofte doene in eenegher manieren, hebben wy, Hertoghe ende Grave vors. over ons, over onze naercomers, over de edele van den vorseiden tween landen, rudders, knapen, manne, over hare naercomers ende over alle dandre steden, castelryen, mayerien, ende communen van onsen vorseiden tween landen, die hier specialike niet ghescreven zyn, ende over hare naercomers met onsen steden vorenghenoemt, ende zy met ons over hem ende hare naercomers, ende inden name van den tween geheelen landen vors, alle dese zaken, accorde ende verworden, ende elc point zonderlinghe, ghelooft ende verbonden, de een den andren, bi onsen rudderscepe, bi onser trouwen, zekerheden, ende bi onzen eede openbaerlike ghedaen, ende gheleit onse handen up de heleghe ewangelie, te houdene, ende te doen houdene te eweliken daghen zonder breken, ende metgaeders desen hebben wy ghelooft, ende gheloven elc andren, dat wy nemmermeer zonken zullen noch ghedoghen te zoukene dispensatie, ofte verlaetGa naar voetnoot(3) van pauesseGa naar voetnoot(4), van coninghe, van eeneghen souveraine, ofte van eeneghen andren prelaet ofte prince, noGa naar voetnoot(5) absolutie van onsen ghelovenGa naar voetnoot(6) ofte van onzen eeden, die wy hier ghedaen hebben, ende ne zullen laten omme verbot, ofte bevelen van eneghen overheereGa naar voetnoot(7), wy | |
[pagina 551]
| |
en zullen houden alle de zaken die hier in ghescreven zyn, ende elc point bi hem wel ende gestadelike, ende ne zullen ons stellen daer of in eneghen bliveneGa naar voetnoot(1) of vinderscepenGa naar voetnoot(2), noch en zullen quite scelden, de een den andren van enegher saken, die vorseit es, noch en zullen laten, omme eneghe zake die herte ghepensen mach, of die ghescien mach, wy en zullen houden, de een den andren, alle de verworden, pointe ende artiklen, ende elke zonderlinghe, die in dese lettren ghescreven staen. Ende al noch hebben wy ghelooft, de een den andren, ende gheloven, over ons, ende onsen naercomers, omme alle dese saken betGa naar voetnoot(3) te verzekerne, dat achter tlyfGa naar voetnoot(4) van ons Hertoghe ende Grave vors., de ghene die ons lande ende heerscepyen, als oireGa naar voetnoot(5), ende naercomers bezitten zullen, vore den tyt dat zy ontfanghen wesen zullen ter heerscepyen alse Hertoghe ofte Grave; elc van hem lieden voren doen sal, alzulke eede, obligatien, ende ghelooften alse wy ghedaen hebben, ende boven ghescreven syn. Ende ne zullen ghedoghen van dezer tyt vort an, nochte onse naercomers in haren tyt, dat enig persoen, gheroupen zy ten rade van ons, ofte van onsen naercomers, hi en sal doen voren eede bi sire trouwen, ende up de heleghe ewangelie te heipene ende te radene de payse, accorde, verbonde, ende alle de zaken die in dese lettren ghescreven staen, te houdene met al zireGa naar voetnoot(6) macht, gheheelike ende vulcomenlike zonder nemmermeer eneghe zake te secghene, te doene noch te radene in contrarien. Ende in alzulker manieren, zullen beloven ende zwaerenGa naar voetnoot(7) de scepenen, baillue, dandre rechters, ende officyers van onsen steden ende landen vors. ten beghinsele van haren officien ende staten, ende al diere ghelike alle manne ter tyt dat zy haer leen ontfaen zullen van ons Hertoghe ende Grave vors. ende van onse naercomers. Ende es te wetene dat alle de vorseide ordinanchen, verworden, ende verbonden, ende elc point zonderlinghe, ghemaect, ghelooft, verbonden, ghezekert ende ghezworen zyn, behouden in allen andren zaken die hier niet ghescreven zyn, den vryheden, den wetten, | |
[pagina 552]
| |
costumen ende usagen van elker stede, castelrye, ende meyerien van den tween landen boven gheseit. IN ORCONTSCEPEN van desen dinghen hebben wy Hertoghe ende Grave boven gheseit, over ons ende onsen naercomers, metgaeders onsen steden, dats te wetene van Brabant, Loevene, Brucele, Antwerpen, Shertoghenbossche, Tienen ende Leeuwe, ende wy Arnoud bider gracien ons heeren, abt van Gembloers der ordine sente Benedictus van den bisscopdoume van LudekeGa naar voetnoot(1) ter bede van den scepenen, ende al den comune vander stad van Nivele over hem lieden, ende haren naercomers, bider redenen, dat zy gheenen ghemeenen zeghel hebben, ende van Vlaenderen, Ghend, Brucghe, Ypre, Cortrike, Audenaerde, Aelst ende Gheroudsberghe, ende onzen vors. steden met ons, over hem, ende haren naercomers, ende in de name van den tween gheheelen landen boven gheseit, dese lettren ghezegelt met onsen zeghelen huuthangende. Ende omme de meerre verzekerthede van allen den zaken, verworden, ende verbonden vernoemt te houdene ende te doen houdene, wel ende loyalike, hebben wy ghebeden ende verzocht, ane de edelen van onzen tween landen, dats te wetene wy, Hertoghe vors. ane onse ghetrouwe Otten heere van Kuyc, Willemme heere van Huerne, ende van Gaesbeke, Thomase van Diest heere van Zelem, Willemme heere van Wesemale maerscalc van Brabant, Willemme van Duvenvoorde heere van Oesterhout, Jhanne heere van Rotselaer drussate van Brabant, Jhanne van Loen heere van Agimont ende van Walem, Henric Bertoud heere van Duffle, Jhanne van Levedale borghgrave van Brucele, Willemme heere van Boecstele, Jhanne heere van Sombreffen, Jhanne van Kuyk heere van Hoestraten, Lodewike heere van Diepenbeke, Diedericke van Walencourt heere van Aa, ende maerscalc van Henegouwen, Heinric van Walecourt heere van Faverchines, Lodewike van Berlaer heere van Helmont, Gillisse van Quaderebbe heere van Berge, Arnoude van Aelbeke, Jhanne Pyliser, Jhanne van Kersebeke, Hermane van Os, Lonisse van der Borgh rentmeester van Brabant, Jhanne van Meldert, Jhanne Pulleman drussate van Bra- | |
[pagina 553]
| |
bant, Jhanne van Wineghem, Daneele van Bouchout, Heinric van Botersem, Heinricke van Walem Raese van Graven heere van Lyntre, Goesswine heere van Godsenhoven, Ywaine van Meldert, Arnoude van den Wiere, Willemme van den Bossche, Gheraerde van Vorselaer borgkgrave van Geldenake, Jhanne van Ymmersele, Goline van Vilvoorden Utenhove, Jhanne van Crayenem, Jhanne van Scoenhoven, Kaerlen vander Rivieren, ende Woutren heere van Melyn ruddren. Ende wy Grave vorseit ane onse ghetrouwe Heinricke van Vlaenderen heere van Nieneve, Philipse heere van Axele, Symoene van Mirabel heere van Pereweiz, Gheraerde heere van Raesseghen ende van Lens, Rase van Gavere heere van Heremeiz, Arnoude van Gavre heere van Scorence, Jhanne van den Gruuthuse heere van Ha, Rogiere Bryseteeste heere van Buxem, Jhanne van Axele, Oliviere heere van Popke, Willemme van Nevele, Goesine van den Moure, Wulfaerde van Ghistel den oem, Gheraerde van Raeseghem heere van Crayenem, Gheraerde van Outre borghgrave van Ypre, Jhanne van Belle, Justase Passcharis, Rogiere heere van Lichtervelde, Zeghere van Drongene heere van Melle, Gheraerde van Ghistele, Daneele van Rosenbeke, Rogiere Bryseteesten, Symoen van der Maelsteden, Rogiere van Vaernewyc, Gheraerde van Mourseke, Willemme van Straten, Jhaene van Poelvoorde, Jhanne van Masseminne, Raesse van Erpe ruddren, Jhanne van Ayshove, Ghiselbrecht van Leeuwerghem, Gheraerde van Massemme, Daneele van Drongene, Jhanne van Herseele, Jhanne van den Moure, Arnoude Bernagen, Jhanne van Huutkerke, Lonisse van Mourkerke, Hughen van Steelant ende Jhanne van Lokerne cnapen, dat zy ende elc van hem lieden de vorseide ordinanchen, accorden, overeendragheneGa naar voetnoot(1), verworden ende verbonden, inder vorseider manieren willen gheloven ende zweren te houdene ende te doen houdene met al haren loyalen vermoghene, ende dat zy hare zeghele hanghen willen aen dese presente lettren, metten onsen, der steden, ende sabsGa naar voetnoot(2) boven gheseit, in olrcontscepen van haren wille, ende consente. Ende waert zo | |
[pagina 554]
| |
dat gheviele in eeneghen tiden, dat wy, onse oire, ofte onse naercomers ghinge of wilden gaen, jeghen dese verbonde, in enegher manieren, dat niet ghevallen sal, of God wille, dat de edele boven geseit, ofte enich van hem lieden niet ghehouden souden wesen ons te helpene in enigher manieren in dat stic, nemaer dat zy houden zouden de vorseide accorde ende verbonde, te eweliken daghen, ende elk point bi hem also vorseit es. Ende in stic daer zy ofte enich van hem lieden doen zullen dat wi hem ghebeden, ende verzocht hebben, wy noch onze naercomers, en zullen hem nemmermeer daer af wancomst draghen, noch zullen hem daer omme grief ofte schade doen, noch ghedoghen te doene, nemaer in dat doende zullen wise verhoeden, en bescermen, loyalike tsieghen allen lieden. Ende waert zo dat enich van onsen rechters, officyers, ofte subgiten, of daden in eenich point in contrarien van den vorseiden zaken, ende wy Hertoghe ende Graven boven ghenoemt, ofte onse naercomres waren in ghebreke, de ghene die dat doen zouden te corrigeirne, wy willen, ende verzonken, ane de dele van onsen landen, dat zy, ende elc van hem lieden met onsen vorseiden steden, helpen met al hare macht, dat de ghene die dat ghedaen zullen hebben, worden ghecorrigeirt naer de mesgripeGa naar voetnoot(1). Ende wy de edelen boven gheseit, ter beden ende verzouke van onzen lieven ende vermindenGa naar voetnoot(2) heeren vors., hebben ghelooft, ghezekert ende ghezworen, bi onse eeden, openbaerlike ghedaen over ons ende over onse naercomers te houden ende te vulcommene, ghestadelike zonder breken, alle de zaken die in desen lettren ghescreven staen. Ende in kennessen en orcontschepenGa naar voetnoot(3) der waerheit, hebben wy ane deze presente lettren ghehanghen ons zeghelen, metten zeghelen van onsen lieven ende verminden heeren, ende haren steden, ende sabbtsGa naar voetnoot(4) boven gheseit. Ende waert zo dat gheviele dat enich zeghel die vorseit es, een ofte meer ghebrake ofte achter bleve te hanghene ane dese jeghenwoordeghe lettren, daer bi en willen wy niet dat dese zaken ende verbonde zyn van minderre waerde, nemaer dat | |
[pagina 555]
| |
zy zyn ende bliven also ghestade, en van alzulker macht, als zy wezen zouden, of alle de zeghelen daer an vulcomenlike ghehanghen waren. ENDE al noch hebben wy Hertoghe ende Grave voorseit, over ons, ende onsen naercomers, met onsen vorseiden steden, ende onse steden met ons, over hem ende haren naercomers, ende in de name van den tween gheheelen landen boven gheseit, ghelooft ende gheloven, elc andren, dat waert zo dat dese jeghenwordighe lettren in eeneghe tiden waren ghevioleirt, gheerghertGa naar voetnoot(1) ofte ghecorrumpeirt waert van parkemente, vander scrifture, ofte van zeghelen, dat wy wedergheven ende verzeghelen zouden, den ghenen van ons die dies ghebrec hebben zoude alzulke lettren ende alzo suffichante als deze zyn, alzo varingheGa naar voetnoot(2) als wie dies verzocht wezen zouden zonder fraude. Dit was ghedaen, ende gheaccordeirt te Ghend up den derden dach van der maent van December, int jaer ons heeren duzentich, drie hondertich, dertich ende neghene.
EINDE |
|