hare zon, hoe vol levenskracht hare lucht! Siert zij niet het groen met zulke bekoorlijke tinten, als wilde zij elk blad tot eene bloem vervormen? Werpt zij niet over bergen en dalen het doorschijnend purper, dat zich tusschen alle voorwerpen indringt en de gansche natuur, met zachte droomtinten omhuld, meer aanlokkend voor het oog der menschen maakt?
O, ja, zij is de bewaarster van de giften des jaars. Karig en met omzichtigheid zijn deze door hare voorgangsters uitgedeeld geworden, maar wat er nu nog van overblijft, stort de weldadige September-maand in eens over Europa uit, opdat de mensch, voordat de droeve winter kome, zich nog eens voele herleven te midden eener tweede en schoone lente.
Zij is insgelijks de maand des verlossing en der vrijheid. Die het gansche jaar zich hebben afgesloofd met zorgen, denken of rekenen, ontneemt zij glimlachend den verdrietigen last van het dagelijksch leven, en roept hun toe:
‘Sursum corda, bevoordeelden der aarde! Vooruit, vooruit, de wijde wereld in! Geniet meer en dieper binnen den tijd van mijnen korten duur, dan in gansch het jaar, dan in uw gansch leven misschien. Op weg, op weg, gij zijt vrij van plicht, van arbeid en van zorg!’
Reeds krielen de ijzeren wegen en stoombooten van Engelschen, Russen, Franschen, Duitschers; de eenen ijlden naar het Oosten, de anderen naar het Noorden, de meesten echter naar het Zuiden... en in de standplaatsen en in de gasthoven galmen allerlei talen dooreen, als dreigde eene nieuwe spraakverwarring de wereld...
Tusschen allen, die de komst dezer September-maand met koortsig verlangen hadden afgewacht, waren er zeker geenen zoo gelukkig als Herman Van Borgstal en Max Rapelings.
Gebuurjongens en vrienden sedert hunne kindsheid, hadden zij te zamen ter school gegaan, te zamen de leerlangen der universiteit gevolgd en insgelijks terzelfdertijd hun eerste examen afgelegd, alhoewel Herman de rechten studeerde en Max zich tot het uitoefenen der geneeskunde bestemde.
Deze nauwe vriendschap had hen sterk gemaakt tegen vele verleidingen van het uitspattend studentenleven, en hun hart