zenlijkte zich bijna geheel. De moeder bekwam het genot harer zinnen terug, de vader verheugde zich nog in het leven, het huwelijk verbond Willem met zijne edelmoedige vriendinne. Karel Moerens alleen had nog geen vrouwelijk hart aangetroffen, dat in hem de neiging tot het aanvaarden van liefdebanden had doen ontstaan. Waarschijnlijk maakte het grenzenloos vriendschapsgevoel, dat hem bezat, zijn gemoed onvatbaar voor eenen minder onbaatzuchtigen hartstocht.
De Hensmans kochten het bouwvallig huisje van den ouden metser af. Sedert dien tijd bleef het onbewoond en volstrekt in den staat, waarin het was, toen de Hensmans het verlieten.
Om eene plechtige gelofte te vervullen kwamen al de leden van het huisgezin ieder jaar, in de maand September, den avond vóór St.-Lambertus-dag, het naamfeest des vaders vieren, en bleven er tot middernacht.
Gedurende eenige jaren waren allen daar tegenwoordig; allengskens echter nam de dood eenigen van tusschen hen weg; zoo sloegen beurtelings de ouders en Ursula de baan des hemels in. Maar, ofschoon zij lichamelijk bij het feest ontbraken, toch waren zij er door herinnering tegenwoordig; want bij het glas, dat voor elk der aanwezigen werd ingeschonken, lag een sprekend aandenken dier beminde dooden.
Niets anders dan dit stil en plechtig zielenfeest had ik door de spleet van het venster afgespied.
EINDE.