geling opheffende tot Hem, die ons geschapen heeft, verkort zij den afstand, die den mensch van zijnen God scheidt. De kunst is die algemeene taal, welke men zoo lang te vergeefs gezocht heeft: het is door haar alleen, dat alle volkeren der aarde eens begrijpen zullen, dat zij broederen en kinderen van éénen enkelen en machtigen Vader zijn. Het is in haar, dat de luister onzes vaderlands rust; het is op hem (Rubens), en op diegenen, welke als hij de kroon versieren, die België tot koningin der natiën maakt.
Ho, indien nog als voorheen de roem der wapens in den moed en de dapperheid des mans besloten lag, zouden wij gewis ten dezen dage op dien roem ook nog aanspraak mogen maken: - dit getuigen Jeruzalem en de Sporenslag! Doch geene dapperheid, geen moed, geen beleid zijn heden voldoende om, in de schaal der gebeurtenissen, tegen het getal op te wegen; maar er is iets, dat nimmer tot het getal behooren kan, iets, dat met het bloed onzes voorgeslachts door onze aderen stroomt en dit, dit is kunst - de kracht des geestes en het scheppend vermogen der ziel!
Gebeurde het nu nog, o landgenooten, dat iemand met kleinachting van België dorst spreken, wijs dan op dit reuzenbeeld, op Rubens, wiens kunstgewrochten de wereld verstommen, en uw antwoord zal hem doen blozen; en, indien een vreemdeling u de heldendaden zijner vaderen op duizenderlei wijzen komt verhalen, denk niet, dat hij grooter is dan gij; o, neen, niemand is groot boven eenen Belg!
Van Dyck! Quellyn! Jordaens! Teniers! en gij allen, doorluchtige Belgen, staat op uit het verledene; schaart u om het beeld van uwen meester, en