achting, en hij werd om zijne schitterende verdiensten tot ridder en kommandeur van verscheidene orden verheven. Zijne uitmuntende schilderijen: Loting van Athene, de Zieken genezen, Willem en Hembyze en Rubens' dood zijn dáár om hem de onsterfelijkheid te verwerven.
O! wat wil ik meer eenen rechtvaardigen lof bij het stoffelijk overblijfsel onzes grooten stadsgenoots uitspreken? Zou het noodig zijn, den rouw en het verdriet met geweld op te wekken, in de tegenwoordigheid van u allen, die onder zijn bestuur het eerste gevoel der kunst in uwen boezem hebt voelen ontsteken? Voor u, die zoo dikwijls zijne stem hebt gehoord, u met liefde onderwijzende, en die zoo menigmaal zijne, nu door den dood bevrozene hand hebt gevoeld, die uwe nog onkundige hand bestuurde?
En gij, die nu reeds groot in kunst zijt, gij, schilders, beeldhouwers, op wie het vaderland zijne hoop op roem en glorie gevestigd heeft, worden uwe harten niet met doodschen angst benepen, wanneer gij uwen blik in die gapende aarde vallen laat, en wanneer gij denkt, dat hij, die om u te onderwijzen, misschien zijne gezondheid gekrenkt heeft, voor altijd, voor eeuwig aan uwe erkentenis wordt ontrukt? Heeft elke schup aarde, welke met hollen klank op zijne doodkist nederviel, u niet tot in het diepste uwer ziel ontroerd? Ja, bij dit laatste vaarwel tusschen u en uwen meester, tusschen het leven en den dood, voert dit graf uwen geest gewis naar de tijden terug, toen zijne strenge stem u in de ooren klonk. Gij ziet hem nog in uwe verbeelding, en uw hart weent bij die droeve heugenis aan uwen goeden meester.