Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXXI. Hier rot het oud verrimpeld lyf Van Oda Noks, dat knorrig wyf, By wie geen mensch in vré kon léven. Tot aen haer einde is zy gebléven Een stuersche feeks, en haer gekyf Zal wis de nikkers nog doen béven. Vorige Volgende