Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCXCV. Véel klagen over de ongelukken En tégenspoeden die hun drukken, En 't is somtyds hunne eige schuld. Wee hem die tégen geene rampen, Hoe klein zy mogen zyn, durft kampen, Steeds morrende vol ongeduld! Vorige Volgende