Punt- en kleine mengeldichten(1837)–S.M. Coninckx– Auteursrechtvrij Vorige Volgende CCXXXIV. Een droom is iets heel wonderbaer, By niemand, wie het zy, gansch opelyk en klaer Tot elks genoegen uit te leggen. Al wat men van een droom kan zeggen, Is (en dit slot alleen schynt passend en gewis) Dat vóor zich zelf den mensch een duister raedsel is. Vorige Volgende